Marktplaats…

Marktplaats…

Jaren deed ik er niks meer op. Te veel malloten en te weinig daadwerkelijke verkopen. Mijn conclusie was dus al snel ‘laat maar zitten’. Maar dan krijg je te maken met een collectie zoals ik die al eerder beschreef van mijn overleden vriend Cees. Op 13 augustus maakte ik de lezer hier al deelgenoot van wat je aan moet of kunt met een omvangrijke collectie van een gepassioneerd verzamelaar. Hoe dan ook, de afwikkeling vroeg de nodige tijd, aandacht en een herintreden op Marktplaats. De resultaten vielen me niet tegen.

De goede en soms zeer waardevolle modellen van Cees vonden hun weg naar even grote liefhebbers en die betaalden beste prijzen. Zijn maatje voor het leven tot tranen geroerd door de onverwachte opbrengst. Zij had zelfs niks met die collectie maar was wel blij dat het niet in de vuilnisbak verdween of net als zijn grote archief moest worden geschonken aan het Aviodrome. Niks daarvan. En het is soms heel leuk hoe dingen gaan. Zo was er die koper uit Zuid-Holland die meteen een hele serie vliegtuigmodellen kocht, waardoor ik met hem een deal sloot om het spul in zijn buurt af te leveren. Toevallig woont ex-blogster Thamara, met wie wij een zeer grote vriendschapsband voelen, in die omgeving en konden we zo het nuttige met het aangename verenigen.

Bleek dat de koper (beroepsfotograaf) het door Thamara bewoonde huis ooit voor een makelaar in beeld had gebracht. Cirkeltje rond. Kon nog gekker, want een andere koper bleek bij bezoek aan de plek waar de echt grote modellen nog stonden, al eens eerder bij Cees zelf wat te hebben gekocht en afgehaald. Gold ook voor een derde koper…en dan blijkt het cirkeltje wederom rond en de verzamelaarskring relatief overzichtelijk. Bij goedkopere modellen is het nog steeds klooien. Dan blijkt de meer dan redelijke vraagprijs vaak toch reden om nog eens lekker aan die prijs te knabbelen. Anderen komen liever langs om het spul op te pikken en dat is handig en goedkoper. Maar dan moet je wel komen natuurlijk. En als ik uit het verleden ken, je spreekt af, je wacht, ziet de klok voorbij het tijdstip lopen van de afspraak en dan krijg je een appje dat de koper toch maar afziet van dat langskomen. Grrrrr. Hoe dan ook…het blijft een avontuur. En ik leer er van….Want uit de eigen collectie kunnen we zo ook wat zaken op dat digitale marktplaatsje neerzetten. In de hoop dat. Overigens blijven er ook modellen (prachtig, en niet te hoog geprijsd..) onverkocht. En dat valt dan weer tegen. Net zoals we een werkelijk schitterend boek (nieuwprijs 159 euro) voor 50 euro in meer dan goede staat plaatsten en dan als hoogste bod 15 euro voorbij zagen komen… Dat is niet alleen vreemd, het is gewoon beledigend…. (beelden: Prive)

Trainers en leiders…

Trainers en leiders…

Al een tijdlang worden reclamedragers als de STER door bepaalde instituten uit het ‘trainingswezen’ benut om hun geweldige cursussen en trainingen aan de man of vrouw te brengen. Veelal trainingen die mensen menen nodig te hebben om goed dan wel beter te kunnen functioneren in een of andere bedrijfstak. Dat kan. Ik ben zelf als zodanig nog wel eens actief geweest en deed dit dan vaak vanuit vakkennis en ervaring. Door schade en schande wijs geworden bracht ik dan kennis over bij hen die nog aan het begin van een carriere stonden of ambieerden om daarin beter te worden. Soms lukte dat beter dan andere keren. Niet iedere boodschap komt bij iedereen hetzelfde aan en wie te eigenwijs is om aangedragen adviezen of lesstof tot zich te nemen dan wel meent dat het ‘bij ons’ heel anders toegaat ontdekt(e) vanzelf dat de realiteit van alle dag best confronterend kan of kon zijn.

Maar ik wil het nu even hebben over cursussen ‘succesvol leiderschap’ of welke term men bij de genoemde reclamemakers bij die reclame makende instituten wil benutten. Een ‘leider’ kan niet iedereen zijn, want voor je het weet heb je ‘arbeiders zelfbestuur’ in je tent omdat iedereen zich als leider wil ontpoppen. Een geboren leider is iets anders dan iemand die via een training meent door God gezonden te zijn. Het aantal ‘volgers’ is in onze maatschappij al eeuwen lang zo’n beetje 99% van de bevolking. Even nuttig als die leiders, maar dat geldt ook voor honingbijen die werken voor hun almachtige koningin. Het is mij dus een raadsel hoe je van volgers leiders gaat maken via een training. Als ik dan toch nog even teruggrijp op mijn trainersgeschiedenis, ik kon met de beste wil van de wereld van een in kostuum verpakte kamerplant geen echte verkoper maken en van iemand met een ambtenarenmentaliteit (sorry voor hen die dat vak uitoefenen)geen creatief bij een reclamebureau.

Het zijn namelijk specifieke talenten, je moet dat in je hebben en als dat niet zo is, en dat is in de meeste gevallen zo, geen nood, maar droom er dan ook niet langer van. Ben je een slechte minnaar/nares valt er wellicht nog iets bij te spijkeren, maar een leider worden via een training, ik geloof er niet in. Toch moet het wel goed betalen, anders maakt men er bij diverse bureau’s niet zoveel reclame voor. De illusie van het kunnen, aangedragen door trainers die meestal zelf nog nooit een echte leider zijn geworden. Dat was dan toch anders in mijn actieve jaren. Ervaring is best van belang….. Dus wie nog iets wil bijspijkeren op dat gebied….prima. Ik maak graag betaalde tijd vrij. Tegen mijn uurtarieven kan je geen builen vallen…. Vertel maar wat je wilt….:) (Beelden: Internet)

Inruil….

Inruil….

Voor veel mensen is hun bankstel, fiets of pakweg de koelkast iets wat met grote zorg is uitgezocht, aangeschaft en daarna intens gebruikt. Veelal maken we er van alles op of soms in gebruik bij mee. We koesteren herinneringen, al dan niet mooi. En toch accepteren we het feit dat bij vervanging de restwaarde van dat spul al na een relatief korte periode tot bijna nul is gedaald. En probeer maar eens een zitbank in te ruilen bij levering van een nieuwe. Mooi niet! Geen schijn van kans zelfs.

Die fiets lukt nog net, en een (af)wasmachine of CV-installatie (onlangs nog meegemaakt) gaat na vele jaren trouwe dienst direct naar de sloop. Waarom denken we dan als gemiddelde consumenten dat onze auto gewoon altijd zijn nieuwwaarde blijft vertegenwoordigen? OK, de verkoopprijzen voor tweedehands auto’s zijn anno 2024 wat hoger dan voorheen, met dank aan de echt uitblijvende verkoop van nieuwe exemplaren, maar dan nog moeten we genoegen blijven nemen met een zekere afschrijving op onze trouwe vierwieler.

Dat is voor sommigen onder ons logisch, maar er bestaat een categorie autokopers die meent dat hun oude en specifieke eigen auto meer waard is dan een nieuwe. Rationele argumenten worden daarbij vaak niet genoemd. Men baseert dat idee op wat men met die auto heeft meegemaakt, dat hij zo fijn reed/rijdt, de keren dat hij (of zij voor sommigen) zo goed is vertroeteld en technisch onderhouden (al werd dit vaak gedaan door een slimme oom of neef). Dat de huidige auto nog zo mooi glimt is vaak ook een argument. Kortom, de inruilprijs moet wel heel overtuigend zijn wil men jou, de verkoper, de order gunnen. Een beetje verkoper (zie blog 23-4 jl) heeft daar wel een antwoord op. Baseert zich op prijslijsten die voor elk merk gelden na een paar jaar en een zekere kilometrage en onderhouds/schadehistorie. Daarbij spelen zaken als uitrusting, kleur, model, type, motor etc ook een grote rol.

Immers een oranje-gekleurde auto is lastiger doorverkopen dan een zwart of grijs exemplaar. En dan is er nog die top-10 van meest gezochte occasions. Daar zie je steevast de nodige VW’s, Fords of KIA’s, maar een hoop andere merken en modellen zijn niet of minder in trek. Dat bepaalt mede de inruilprijs voor die trouw gediende vierwieler als die voor die bewuste klant toe is aan vervanging. Gek genoeg zie je dan vaak dat niet het bij te betalen bedrag op de nieuwe aankoop een grote rol speelt maar juist die specifieke inruilprijs. Alsof men er een beker mee kan winnen door die ‘domme verkoper’ een rad voor ogen te draaien. Dan zijn sommige particulieren ineens echte geldwolven. Opdat ze bij verjaardagen op hun lauweren kunnen rusten of bewondering oogsten vanwege hun vermeende slimheid. Maar het geld rolt zelden naar twee kanten. Want als de verkoper een te hoge inruil biedt is er iets mis met zijn inschatting of heeft hij ergens nog een troefkaart in de mouw zitten. Hoe vaak zag ik niet dat die nieuwe aankoop (tweedehands) minder goed was dan men ‘voor dat geld’ verwachtte. Kortom, als mensen net zo sluw omgingen met hun fiets, bankstel of die koelkast bij vervanging als met hun auto zat de economie heel anders in elkaar en hadden kringloopwinkels het een stuk lastiger. En? Zelf ook een verkoper als het om die oude auto of fiets gaat? En mooie verhalen te vertellen als het lukte?? Ik ben benieuwd…. (beeld: Archief)

Verkopen blijft een vak…

Verkopen blijft een vak…

En reken maar dat ik mij op dat gebied iemand met ervaring noem. Toch een paar decennia dat vak uitgeoefend dan wel aangestuurd en later zelfs anderen er in getraind. Verkopen valt vrijwel niet te leren aan hen die er geen talent of interesse voor bezitten. Je moet er ook plezier in hebben en zij die het talent bezitten kunnen alles verkopen. Ook dingen die niet echt makkelijk zijn te slijten. En in mijn carriere heb ik voldoende jonge lieden gezien die meenden dat ze door God gezonden waren om dit vak uit te oefenen maar al snel door gebrek aan inzicht of aanpak door de mand vielen. Nee, niet makkelijk en dus echt een vak.

Ook al heet dat tegenwoordig dan al snel ‘manager dit of dat’, het blijft gaan om het aan de man/vrouw brengen van artikelen, services of diensten. En onlangs waren wij weer eens aan de klantzijde van dat vakgebied actief. Meubels vroegen om vervanging vonden wij, dus ‘laten we eens rondkijken wat er zoal te koop is…’. Met een redelijk idee van wat we zochten, een lijstje dat voor ons van belang is, gingen we in de omgeving van de hoofdstad onderweg.

De eerste winkel die we bezochten was een grote in zijn soort. Bekend in en buiten de regio, met een aanbod wat je al snel duizelt. Los van de dame aan de balie die ons welkom heette bij de receptie van die firma werden we tijdens onze tocht door die enorme zaak heen verder compleet genegeerd. We kwamen heel wat ‘verkopers’ tegen. Jong, fris, kakelend met elkaar over het weekend of zo, leuk in een bedrijfs-outfitje gestoken, maar nul interesse in ons. Dan maar eens kijken aan de overkant. Zit een kleiner bedrijf waar we ooit jaren terug al eens eetkamerstoelen kochten. Meteen na betreden van die zaak welkom geheten door een verkoopster. Bezig met andere gasten, maar hield ook ons in het oog. Van het totale aanbod daar (al meer in ons straatje dan in die grote winkel van de buren..) vonden we twee meubels de moeite van het nader bekijken waard.

De verkoopster kwam ons achterop en vroeg wat we zochten. Liep mee, legde uit, vertelde wat allemaal kon en dat ‘we als we zeker wisten wat we zochten nog eens terug moesten komen’. OK…dus vroeg ik om een visitekaartje. Dat kreeg ik. Ze vergat wel haar naam er op te zetten, maar keek en vond ons wel in haar klantenbestand van een aantal jaren terug. Via via werden we later door een lieve vriendin getipt over een ketenwinkel die in heel Nederland te vinden was en waar de tipgeefster vanuit haar familie goede ervaringen mee had. Opgezocht. In de Bollenstreek zat er een filiaal. Dan maar een dagje die kant op. Leuke en smaakvol ingerichte winkel waar je naast keukens ook je hele huis verder kon (doen) inrichten. Door diverse mensen welkom geheten. ‘Kijk maar lekker rond en wij zijn er als…’. Dat deden we. Al snel hadden we een meubel of 6-7 gevonden die ons wel bevielen. De dame die de verkoop deed kwam naar ons toe, vroeg wat wij voor persoonlijk wensenlijstje hadden, vulde daarna in wat qua kleur en stof bij ons zou passen, liet ons overal twee, drie keer op proefzitten en gaf duidelijke adviezen. ‘Doe dit en wij bieden dat…, wij kunnen ook dit en dat voor u organiseren’. Met koffie en thee plus een koekje. In alle rust, en dus uiteindelijk daar de order laten opschrijven. Wat wij impulsief ook deden was dat we ook meteen een lekkere qua kleur bijpassende stoel met een goede prijs kochten die we zelf hebben meegenomen. Was in de aanbieding maar moest je dan wel zelf transporteren. Nou, met een beetje Tsjechische stationcar geen probleem natuurlijk. Kortom, een verkoopster die het snapte. Haar vak, ons genoegen. Nu maar hopen dat de levering net zo gaat als dat verkooptraject. Maar gek genoeg heb ik daar wel vertrouwen in. En dat laatste geeft mij bepaald niet elke ‘adviseur’. Integendeel. Verkopen is dus een echt vak en als je goed oplet zie je vaker hoe het niet moet dan wel. Hoe zijn jullie ervaringen op dat punt? Tevredenheid of ook verhalen over hoe mensen hun vak echt niet verstonden?? Ben benieuwd…. (Beelden: Archief/internet)

Beroepsdeformatie en negeren van klanten…

wp_20151014_006Het is een vorm van beroepsdeformatie. Ik geef dat direct toe. Maar als je je leven lang gewerkt hebt in branches waar de klant centraal stond (staat) en jij als aanbieder van goederen of diensten moe(s)t zorgen dat jij jouw doelstellingen behaalt door vanuit dat klantgerichte denken rendement te verzorgen, valt het op dat nog steeds veel mensen kennelijk voor dat fenomeen zijn geroepen,  maar slechts weinigen echt uitverkoren. Ze werken bij bedrijven die juist vanuit dat denken hun personeel zouden moeten screenen op geschiktheid. Maar het tegenovergestelde lijkt het geval. Een voorbeeld illustreert wellicht wat ik bedoel. Op de rand van zomer en winter knakte er iets in een van onze raambedekkers. Een mechaniekje, binnen in dat ding,  vertoonde metaalmoeheid, het hele geval kon worden afgeschreven. De totale oude balk was twee meter breed, het betrokken raam qua bedekking asymmetrisch in twee delen opgesplitst. We moesten dus aan de vervanging. Nou, dat viel me niet mee. Niet doordat het spul wellicht niet leverbaar is hoor, nee, het zat hem meer in de wijze waarop je geholpen wordt (of niet) bij de diverse zaken die we bezochten. Bij sommige daarvan wordt je gewoon helemaal niet opgemerkt.wp_20151212_005Lastig als blijkt dat ze jouw raambedekker niet hebben in de gewenste maat of kleur! Nee, men heeft wel iets anders. Maar dat was net niet de bedoeling. Bij goedkopere zaken (je wilt koste wat het kost slagen als je met een dergelijk pechgeval zit) is die servicegevoeligheid nog wat slechter dan bij de iets hoger gepositioneerde, maar de verschillen zijn minimaal. Na nog even nagedacht te hebben over een plan B, je moet kiezen of kabelen als blijkt dat Plan A toch een doodlopende weg is, besluiten we om dan maar twee balken van ieder 1.60mtr te kopen. Dan moest ik wel de hele boel qua ophanging ombouwen, maar dan werkt het tenminste weer. Ook dat viel nog niet zo mee. En ik moet zeggen, het was zeker niet met dank aan de medewerk(st)ers van die keten waar we uiteindelijk slaagden dat we onze keuze daar toch maar lieten vallen. Nee, je moest overal op zoek naar die mensen, ze kwamen soms steunend en klagend van hun werkplek (ze waren meestal ‘iets’ aan het uitpakken of neerzetten) en de kennis van zaken was matig tot slecht. Met dank aan de vestiging in Amstelveen waar we uiteindelijk deels slaagden, kregen we het voor elkaar dat in een Amsterdams filiaal een tweede balk werd gereserveerd.

wp_20160129_009En kon ik aan de slag. Het was net zo lastig als vooraf verwacht, maar daar konden die mensen in de winkels niets aan doen. Ik geef toe, het is klein ongemak in vergelijking met wat er zoal in de wereld speelt, maar toch. Werk je eenmaal in een winkel, doe dan je best om er een feestje van te maken. Dat helpt bij de verkoop, je dag verloopt er sneller door en klanten reageren domweg aardiger. Chagrijn, onwil, gebrek aan kennis, en (ik moet het toch stellen) geen benul van de Nederlandse taal soms, helpt niet bij het bereiken van persoonlijke of zakelijke doelstellingen. Daar mag best wat op getraind worden. Zoals men doet bij ketens als WoonXL. Daar krijg je antwoord, begeleiding en wil een verkoper er alles aan doen om je te helpen aan het gevraagde. Voor de rest zag ik alleen maar dat er nog veel werk is voor motivatietrainers en verkoopcoaches.

Meneer L en de nieuwe Sgoda…

Folder S-105 serie 1983 Scan10151Het boek waar ik nu aan werk, soms duurt zo´n schrijfproject langer dan je van tevoren kunt inschatten, vertelt het verhaal over mijn overstap van de luchtvaartsector waar ik een jaartje of 12-13 had rondgelopen naar die van de auto´s. Dat hield direct in dat je van b/to/b naar b/to/c ging, oftewel, van de zakelijke verkoop van service aan bedrijven naar directe verkoop aan particulieren. Ook dat heb ik een jaar of 13 gedaan. En met de merken die wij als dealer voerden in dat Amsterdamse garagebedrijf waar ik voor werkte kregen we heel wat klanten binnen die vielen in het hoofdstuk ‘bijzonder’. Ook al waren sommige heel aardig en leuk, er zaten er toch ook tussen die je liever kwijt dan rijk was. Dat zat soms in karakter, of de manier waarop mensen omgingen met ons als verkopers of onze werkplaatsmedewerkers. Tot de eerste categorie behoorde een zeer oude heer die zich ergens halverwege de jaren tachtig meldde voor een nieuwe telg uit ons gamma Tsjechische modellen. Ik vond het al een wonder dat de man nog liep, hij bleek later 91 jaar oud te zijn en was naar eigen zeggen ‘belangrijk geweest bij de organisatie van de World Press Photo tentoonstellingen’. Hij kwam van oorsprong uit Oostenrijk en had daardoor wel iets met de auto’s uit dat hedendaagse ‘zusterland’ Tsjecho-Slowakije, dat vroeger immers onderdeel was geweest van het Astro-Hongaarse Keizerrijk.

Skoda 105 S wit Heto 1985 Scan10586Het bleek een beminnelijk mens, al nam hij heel veel tijd in beslag. Zijn verhalen waren buitengewoon breed en wij hadden omwille van de tijd beschikbaar en de andere klanten die zich ook nog wel eens in onze showroom oriënteerden, een beperkt gevoel van geduld. Een deal sloot je normaal in 20-30 minuten was het credo. Dat ging bij de Heer L. niet lukken. Zijn vrouw, lieve oude dame, hemelde haar man uitgebreid op. Hoe belangrijk hij was geweest en hoeveel kilometers ervaring hij wel niet had. Nu was dat laatste meestal een reden om geen proefrit aan te bieden in het beoogde model, vaak was het juist die ‘uitgebreide ervaring’ die zorgde voor de meest stressvolle proefritten. Toch wilde meneer L wel even voelen hoe die ‘Sgoda’s’ reden. En dus werd er een demowagen voor de deur gezet en reed ik zelf even met de familie richting het Amsterdamse bos om daar in alle rust even wat rondjes te draaien. Dat beviel de man goed. Hij reed ronduit beroerd, de voet op de koppeling wilde maar niet omhoog komen en zijn gasvoet ging veel te zwaar omlaag. De arme demonstratieauto loeide en kreunde. Maar Meneer L en zijn vrouw waren overtuigd.

MB04Dit was een leuke auto voor ze en toen we weer terugkwamen in de showroom kocht hij uiteindelijk een nieuwe auto in de kleur lever-beige die Skoda indertijd in het gamma had maar vrijwel niemand wilde hebben. Een paar weken later kwam de heer L zijn nieuwe vervoer ophalen. Weer werd het een langdurige toestand. Afleveringen werden door ons uitgebreid gedaan, we legden graag uit waar de verlichting zat, we schonken koffie en zetten er een bloemetje bij voor de partner. Nadat de oude auto was ingenomen, een echt half overleden Austin Allegro uit het jaar kruik, kwam het moment dat de heer L met al zijn rijervaring vertrok. Gillend zette de nieuwe Skoda zich in beweging. We roken buiten staand zowat de koppelingsplaten. Hielpen hem de uitrit van de altijd drukke weg waar langs we gevestigd waren, veilig te nemen. Zwaaiden nog even en stapten weer naar binnen. De volgende aflevering wachtte. Slechts een minuut later hoorden we de klap. ‘Nee he’ spotten we nog. Maar het bleek ja. De heer L had ergens halverwege de weg waar hij op was gereden, besloten om te keren. Nerveus, natuurlijk. Maar daar kon je niet keren. Toen hij het toch deed kon een busje dat aan kwam snellen hem niet meer ontwijken. En dat was einde oefening. De mensen kwamen er goed uit, de Skoda was zodanig beschadigd dat die niet meer gerepareerd kon worden. Voor de werkplaats was dat jammer, weer een klant minder erbij. Maar voor de heer L was ook net zo jammer. Zijn rijbewijs werd ingenomen. Hij mocht niet meer autorijden. Wij hebben hem nooit meer gezien. Bijzondere klanten, net wat ik zeg….

Rammelgevoelig

1044759_403165286467631_2147198073_nZet mij in een of ander vervoermiddel en ik hoor altijd wel ergens een rammeltje, piepje of kraakje. Beroepsdeformatie, zeker,  al had ik dat vroeger ook al. Ik kan er niet tegen dat een met zorg in elkaar gestoken vervoermiddel ineens aan doet als een door een stel malloten afgebouwde wasmachine te keer gaat. Wellicht iets wat ik van thuis mee kreeg. Mijn stiefvader was een techneut van de bovenste plank en die hoorde als het er op aan kwam elke rammel in de carrosserie of motor snel en wist meteen waar het zat. Die gave nam ik over. Ik hoorde dingen die hij niet hoorde. Zoals versleten spoorstangen of knikjes in schokdemperbenen. Rammels in het dashboard zijn mij geen gruwel. Maar vooral die in het rijdende huis van een auto, daar waar de inzittenden verblijven, storen me mateloos. Ik had dan ook, toen ik nog beroepsmatig in het ‘vak’ zat, veel begrip voor klanten die ‘gek werden van een rammel’. Waarbij het me opviel dat juist monteurs die rammels niet hoorden. Ook een vorm van deformatie, selectieve doofheid. En men vond mij een zeurpiet. Immers, een auto die rammelt ‘leeft’. Jaja, mar als je daar al je spaargeld aan hebt besteed wil je echt een rammelvrije auto. Nu waren de toleranties van toenmalige auto’s bepaald minder streng bepaald. Dus er rammelden heel wat auto’s. De een wat meer dan de ander maar toch. Soms kostte het tien proefritten over klinkerwegen om de klacht weg te werken. Kostte veel tijd, maar de klant was koning. Waarbij die techneuten mij, als commercieel ingesteld type, maar weinig vertrouwden op mijn woord of waarneming.

Model Renault 4 Fourgonette altAkASJFAzzNvVQTUMv9j9HnsDPzzV_0hsSYPiwv5jvS94Nee, men ging vaak zelfstandig aan de slag om het euvel te verklaren en evt. op te lossen. Soms lukte dat, vaak niet. Luisteren naar een klant is vaak een weinig voorkomend talent van graag met hun handen werkende ambachtslieden. En dus kreeg je een bepaalde auto soms drie, vier keer terug in de werkplaats en werd er veel geklaagd. Is dat veranderd? Nee! Ook nu nog blijkt het lastig te zijn om een rammelklacht te duiden. Terwijl de moderne auto geen rammelbak meer is. Veel van die carrosserieen worden gemaakt met behulp van robots, die kennen geen ‘maandagochtenden’ of afleiding door het kijken naar leuke vrouwelijke collega’s. Nee, een auto hoeft niet meer te rammelen en als je naar de aanschafprijzen kijkt zou het zelfs gewoon ‘verboden moeten worden’. Toch is er af en toe een moment van twijfel. Zoals ik onlangs had. Een resonantie ergens vanonder de auto vandaan die zich alleen voordoet op extreem ongelijke wegen. Op elke andere straat of weg hoor je niks. Maar toch….. Al een keer na laten kijken, men ‘had het gevonden’. Maar op de terugweg naar huis bleek die rammel er nog steeds te zijn. Vervelend, maar vooral omdat je dan niet helemaal serieus wordt genomen. Dus we gaan nog een keer langs bij de dealer die verder zijn werk naadloos doet waar het vraag en aanbod betreft. Hoor ik een paar dagen later van een goede vriend in een soortgelijk model een bijna gelijk verhaal. Rammeltje, vooral op hobbels, onderkant auto, terug geweest en zonder resultaat. Is dat niet toevallig? Zit 200 kilometer tussen die dealerbedrijven en de merken (sub van een groter Duits)verschillen ook. Toch familie?  Rammels, het kan vervelend zijn.. Vooral als ze niet worden gevonden…..Ik ga even fietsen…..zit trouwens een tik in….ook zoiets…..