
Alles wat ik zoal de wereld in stuur qua blogs en verhalen doe ik via mijn laptop. Een Acer die mijn zoon me ooit beschikbaar stelde toen mijn vorige lapper het begaf. Het ding is razendsnel, doet alles wat ik er van verwacht zonder gekreun of gesteun, heeft schijfruimte voor wel tien musea aan afbeeldingen of verhalen (ik sla het meeste overigens extern op,..) en ik ben er dus domweg gelukkig mee. Ik ben ook geen digifan die allerlei bijzondere functies met dat ding uitspookt. Ik heb een iPhone waarmee ik allerlei andere zaken beheer, maar de laptop geeft me de ruimte om goed en duidelijk te communiceren.

Het ding is dubbelop beveiligd, dat wordt allemaal door softwarelieden opgewaardeerd en gecontroleerd. Maar nu kreeg ik onlangs toch even de zenuwen toen Windows me duidelijk maakte dat ik over moet (..) naar Windows 11 omdat men de ondersteuning van de huidige versie van hun software na die en die datum ging stopzetten. Resultaat, je moest een test doen om te zien of de huidige lapper wel dat Windows 11 aan zou kunnen. Nou, na 5 seconden wist ik al dat Windows vond dat dit niet zo was en ik een nieuwe laptop moet aanschaffen. Doe ik dat niet loop ik risico op allerlei bedreigingen. Mij viel dat zeer tegen, want ik weet dat deze laptop een supersnelle en grote processor aan boord heeft. Ook de opslag is deels ongebruikt. En de beveiliging is optimaal. Moet kunnen zou ik denken.

Dus maar even advies gevraagd aan zoonlief die er meer verstand van heeft dan ik. Die meent dat het zal gaan leiden tot 1) een nieuwe laptop 2) vervangen van de huidige processor door een nieuwe. Doe ik dat niet en zet ik alsnog WIN.11 op deze laptop wordt deze een stuk trager dan ik gewend ben. Reden, dat nieuwe Windows mag dan van alles kunnen, het vreet ook energie van de hardware. Kortom….Het gaat geld kosten. Schatting 750-1000 euro afhankelijk van wat ik ga doen of kopen. Dat vind ik toch wel wat bizar. Kijk, als zoals bij mijn vorige laptop de machine vol loopt en gewoon de updates niet meer aankan (vreet geheugencapaciteit) snap ik het nog wel. Nu niet. Ruimte zat, het ding functioneert uitstekend, maar moet ik door dit soort onzin nu gaan vervangen? Ik zoek nog even naar een second opinion. Wellicht dat die soelaas biedt. Hielp me al eerder met een vastgelopen harde externe schijf. Zo’n techneut die overal wel een oplossing voor heeft. Maar of dat in dit geval ook zo is?? We gaan het zien…. Intussen meldde de printer van Canon zich ook. ‘Ik zit vol’…. Houdt in dat er een afvaltank vol zit. Valt niet te legen zonder hoge kosten. Resultaat, moet ook vervangen worden. Het belooft een hete zomer te worden…… (beelden: Internet)























Het Vrachtgebouw waarin wij indertijd zetelden was negen etages hoog en alle kantoren waren gesitueerd rond een centraal lift/trappenhuis. Op die manier kon men er per etage een twintigtal kantoren aanbieden. Sommige bedrijven (zoals het onze) nam een aantal aaneengesloten kantoren af waardoor men wat ruimer in de jas zat, andere bedrijven hadden slechts een relatief bescheiden kantoortje op een van die etages. Een wat grotere huurder was begin jaren zeventig ook het Japanse bedrijf Ricoh. Dat zocht en vond een markt in Nederland (en Europa) en startte bescheiden in dat Vrachtgebouw op dezelfde etage als waar wij zaten. Binnen de kortste keren zat chef Breems bij die lui binnen en regelde dat wij hun in/uitvoer en entrepot-opslag mochten verzorgen. Een slimme set. Al was de communicatie met die Japanners best ingewikkeld. Soms hadden ze de documentatie voor hun zendingen gewoon niet voor mekaar, maar bleek dit door de lastige communicatie niet uit te leggen. 
Het leek een verslaving. Kwam ook omdat het gebouw werd bevolkt door mannen en vrouwen, veelal van niet al te gevorderde leeftijd en het leek dat sommige wel wat oudere lui een soort geestelijke tik hadden voor ze in die luchtvaartwereld waren toegetreden. Uitsloverij leidde nog wel eens tot schade. Zowel in de relationele als fysieke sfeer. Daarbij was men graag op de hoogte van wat de concurrentie nu weer voor klanten had binnengetrokken en werden op het oog ‘spontane vriendschappen’ soms benut om informatie los te krijgen ten bate van het eigen bedrijf. Vertegenwoordigers van airlines die nu wel regelmatig over de vloer kwamen waren soms geweldige bronnen voor dit nieuws, al wist je wel dat wat zij jou toevertrouwden soms wel met een korreltje zout te nemen was, terwijl je ook besefte dat ze nieuws over jouw handel graag weer met anderen zouden delen. Ik had daarom alleen al met sommigen echt een mindere band dan met anderen.
Maar dat had ook andere redenen. In mijn luchtvaartperiode dronk ik niet. Nooit gedaan, geen behoefte. Maar was daarmee een witte duif onder de zwarte eksters. Die kroeg beneden was een magneet voor sommigen en soms kwamen vaak heel wat lieden lichtelijk beschonken van beneden om hun werkdag min of meer af te maken. En dat was soms best frustrerend. En omdat ik als ‘saai’ door het leven ging was elke roddel die mijn persoon betrof natuurlijk interessant. Ik heb er best wel eens last van gehad. Overigens was ik zelf op dit punt zeker niet heilig, al had ik de neiging net de verkeerde dingen te geloven en dan met open ogen in een val te trappen die door anderen was opgezet. Misschien had ik dan toch meer moeten drinken. Was het me vast vergeven. Want achteraf is me gebleken dat onder de toenmalige drinkebroers dat gedrag nog steeds normaal is. (Beelden: Yellowbird archief/internet)
Mij werd onlangs gevraagd om toch eens iets te schrijven over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van automotive, opdat we wellicht met zijn allen kunnen besluiten over te stappen op alternatieve vervoersmogelijkheden dan wel aandrijflijnen voor ons vervoer. Ik schreef daar tien laar lang over op het internet, maar dat was aan de betreffende waarnemer vast voorbijgegaan. Welllicht omdat ik niet meteen stond of sta te springen van enthousiasme bij de toekomst met elektrische of zelfs zelfrijdende auto’s. Het antwoord zit besloten in de techniek. Stel je eens voor dat de huidige vloot van 9,5 miljoen Nederlandse voertuigen ineens elektrisch zouden moeten gaan rijden. Weet je wat er dan met ons elektriciteitsnet moet gebeuren? Dat moet dan verdrievoudigd worden qua capaciteit. De huidige centrales kunnen deze vraag niet aan. Windmolens al helemaal niet en je auto volplakken met zonnecellen is ook geen optie. Nee, dan gaan we richting kernenergie of moeten we elektriciteit gaan kopen bij de buurlanden.
Waar zich een soortgelijk probleem voor doet. En over die buurlanden gesproken, ons land staat na Portugal en Denemarken op de derde plek van schoonste landen als het gaat om de uitstoot van CO2. En dan alleen gemeten langs de meetlat van het personenwagenpark. Wij kopen en rijden schone auto’s. Heel iets anders dan bij de omringende landen. Waar naast de laag geplaatste Baltische staten, Engeland en Duitsland tot de meest vervuilende naties behoren. En die vervuiling blijft niet in eigen land hangen. Die waait met heersende winden ook bij ons binnen. Hoezo zuivere metingen? De gemiddelde Nederlander rijdt 13.000 km per jaar. Haal je daar de leaserijders uit, zal dit getal nog wat omlaaggaan. Maar in die kilometrage zit dan wel weer de jaarlijkse vakantietrip die Nederlanders graag in Frankrijk of Italië beleven, met een caravan achter hun familievervoer. En daar zit meteen een extra probleem voor die elektrische wagens.
Je kunt er niet echt mee over de grens vanwege de extreem korte actieradius en trekken van een caravan of klapwagen helpt daar bepaald niet bij. Kortom er is veel af te dingen op die toekomstige auto’s, zeker in het licht van de historie. Want ruim een eeuw geleden reden er ook al elektrische auto’s en die deden het qua prestaties nauwelijks slechter dan hun huidige soortgenoten. Maar die conclusie zal wel weer als zuur en conservatief worden ervaren. Voor dat doel heb ik even een praktijktest uit oktober jl. voor de dag gehaald. Door het Duitse autoblad Autobild uitgevoerd. Met vergelijkbare auto’s die draaiden op Diesel, benzine, waterstof, aardgas, een hybride en een puur elektrisch rijdende Tesla. Over een afstand van 2000km, op een dag rijdend van Hamburg naar München. Net of je voor een afspraak die kant op moet, zoals veel Duitse zakenlieden doen. Welke brandstof of aandrijving is daarbij het efficiëntst. Waarmee verlies je de minste tijd onderweg? Wel, de resultaten spraken boekdelen. De Diesel was veruit de meest efficiënte brandstof en de auto die er op reed ook het snelst van de testvloot. Hij verbruikte over deze lange rit, met wat tussenstops voor eten en drinken, slechts 60 liter brandstof.
Na ruim 6 uur was hij in reeds in München. En de gebruikte auto zelf voldeed aan de laatste nieuwe Euro6d normen qua uitstoot. Schoon dus! 17 minuten later is de tweede auto in München. De benzineauto, die duidelijk meer brandstof verbruikte maar ook aardig snel zijn doel bereikte. Als derde de auto die op aardgas reed. Deed er door het zoeken naar tankstations toch 45 minuten langer over. Hij versloeg daarbij wel de Waterstof-auto die er nog eens twintig minuten langer over deed. Ook al door de zoektocht naar schaarse distributiestations voor dat spul. Best een dingetje. Maar is daarmee toch sneller dan de Toyota-hybride die er nog eens 50 minuten langer over deed. Als absolute hekkensluiter komt de Tesla binnen. Vier uur (!!) later dan de dieselauto. Door het onderweg telkens moeten bijladen. Noem dat maar toekomstgericht dan. Tot we nieuwe accu’s krijgen en een veel grotere betaalbaarheid voor die wagens zie ik nog weinig toekomst voor de elektrische auto. Of het moet in of rond de stad zijn. Want dan komt deze techniek echt nog wel tot zijn recht. Voor de rest een aardige gimmick waarvoor met name de ‘progressieven’ uit de grachtengordel dik gesubsideerd wel willen gaan. Ik blijf voorlopig dan maar conservatief. Want ik rijd zelf meer dan het landelijk gemiddelde en daarbij ook heel wat keertjes op en neer naar Duitsland. En om dan constant aan de laadpaal te verkeren? Mijn ongeduldige karakter kan dat niet opbrengen. (Foto’s: Yellowbird archief)