
Je zult maar een fraai gevormde en ruime stationcar zijn van een gerenommeerd en oud merk, elke dag je ding moeten doen, in weer en wind, door storm en regen, sneeuw, pekel en alles op je huidje krijgen maar het gevoel hebben dat je helemaal wordt verwaarloosd door die ‘baas’ die je weliswaar bij anderen ophemelt maar verder vergeet. Je staat klaar, je doet je ding, maar jouw flanken slaan bruinwit uit van de pekel en modderresten waaraan je in december en januari werd blootgesteld. Bloot als je bent oog je blauw van de kou. Tot die ene dag dat het ineens 12 graden en zonnig werd. De ‘baas’ keek uit het raam en schaamde zich. Was nodig ook. Net als jouw voorgangers werd je bij beter weer altijd lekker vertroeteld, gemasseerd, opgepoetst, voorzien van die drankjes die nodig zijn voor een beetje auto om zich lekker te voelen.

Maar o wee als het winter wordt…dan vrees je voor je hagje. En dus was het een traktatie om meegenomen te worden naar het industriegebied van Amsterdam waar die enorme hal een poedel-, knuffel-, en poetsbehandeling garandeert. Waar wellness voor auto’s hoogtij viert en je jubelt uit je uitlaat als je hoort dat de ‘baas’ de duurste behandeling ‘showroom’ bestelt. Je wordt met warme stralen ingespoten, krijgt warm blauwgroen gekleurd sop over je heen, borstels, je buik wordt schoongemaakt, een waslaag over je blauwe huid, elke rand en hoek schoongespoten. Je krijgt een speciale laag over je ruiten heen, daarna door de baas zelf van binnen helemaal schoongemaakt, afgesponst, en als afsluiting wordt jouw chroom in de was gezet en mag je nog even uitdruppelen. Als de baas dan tevreden naast je staat te kijken en nog wat plekjes heeft bijgewerkt biedt je tevreden je diensten aan. En rijden jullie samen naar huis. Je motor knort als nooit eerder, je voelt je weer nieuw, net als toen je een paar jaar terug uit die fabriek daar in het verre Tsjechie rolde…. En voor de deur glim je als nooit tevoren. Je kunt er weer even tegen. Nu maar hopen dat die verrekte sneeuw en die pijnlijk jeukende zoutlaag weg blijven. Intussen ga je weer in galop. Tot de volgende vertroetelbeurt…. Die jij meer dan wie ook verdient…. (Beelden: Archief)















Hittegolf-temperaturen zijn vaak lastig om mee om te gaan. Zeker als je onderweg bent van punt A naar B en onderweg een plek wilt vinden om het gezelschap op te splitsen dat een paar dagen intensief met elkaar rond trok door Brabant en Belgie. Maar op enig moment jammer genoeg toch de eigen weg huiswaarts weer moet aanvaarden. Onze keuze viel dit keer op het plaatsje Goirle dat net ten noorden van de Belgische grens gelegen is en vlak onder Tilburg op de landkaart staat. Aardig plaatsje met de nodige voorzieningen en een aardig aanbod in horeca. Maar dan moet je niet zoals wij dat wilden, iets ‘kleins’ willen eten en vooral het nodige drinken om de vochtreserves aan te vullen bij een tropische temperatuur van 35 graden. Het bleek lastig. En in Goirle zijn sommige zaken op dit gebied echt aan de prijs. Een nieuwe trend in de horeca is om prijzen op de kaart te zetten in enkele cijfers. Dus niet E. 6,99 of zelfs E. 7,00, maar gewoon 7! Het blijft bijzonder.
Na wat rondlopen en proberen op andere terrassen (druk, weinig schaduw, geen plek) kozen we voor Mozes. Meteen al leuk doordat men er aan de Bergstraat een kei voor de deur heeft staan die wordt vastgehouden door twee metalen staanders. Leuker was natuurlijk een opengemaakte zee of zo, maar daar zal men geen vergunning voor hebben gekregen. Die steen staat vermoedelijk voor het Stenen verbond uit de Bijbel of die ene steen die uiteindelijk de tien geboden bevatte volgens dat heilige boek. Hoe dan ook, het terras lag aan de westkant van het pand en daar was nog wat plek. Ondergaande zon, beetje wind, gezellige sfeer.
Het was er goed uit te houden. De drankjes stonden snel op tafel, net als het in potten opgediende ijs, maar de bestelde snacks kwamen niet. Was men vergeten! Dat viel wat tegen, want verder had men de zaken aardig voor mekaar met leuke meiden die hard werkten in dat warme weer en die fraaie ambiance. Toiletruimte was hier bescheiden maar netjes. Kortom, Mozes verdiende uiteindelijk een rapportcijfer 8.0! Keurige zaak, goede keuze als je hier in de buurt bent.
Terwijl ik dit tik is het zweten geblazen. Warm! Juni is echt zomers begonnen en zet ook zo door. Het maakt de dagen plezieriger, de kansen om ergens heen te gaan om daar nieuwe zaken te ontdekken, groter en de lol van de lange dagen groter. Zomers weer maakt mensen ook vrolijker. Je ziet dat in de manier waarop ze zich kleden, gedragen, praten. Al ben ik dan weer niet zo enthousiast over al die barbecue-fans die zorgen dat je soms de tuindeuren moet sluiten omdat anders jouw huis blauw van de rook staat zonder dat je er om hebt gevraagd. Minder leuk is ook dat mensen tot diep in de nacht in de tuin of op hun tuinbankjes voor de deur gaan zitten kleppen. Ik misgun uiteraard niemand iets, maar laat me wel slapen als mijn fysiek daarom vraagt. Maar als ik het af zet tegen de zonnewarmte en het genoegen van zomerse taferelen ben ik zelfs op dat punt van die nadelen, mild. Je moet het maar accepteren. Zien dat we er mee leven.
Ik merk ook ik in de zon zitten nog leuk vind ook. Nou ja, een minuutje of tien. Als het me te heet op de botten wordt vlucht ik naar de schaduw, maar toch. Ik was nooit zo’n zonaanbidder en eigenlijk is dat nog zo. Ooit, in het zuiden van Portugal, daar genoot ik er wel van en werd zo bruin als een Portugese Adonis. Maar daar hadden we dan ook zo’n fijne bungalow met dakterras en zwembad voor gasten en een volstrekt leeg strand op 100 meter afstand van het complex waar we zaten. We wandelden er in Adam-kostuum de zee in en werden zo egaal bruin zonder verbranden. Hetzelfde trucje een paar jaar later op Cran Canaria zorgde voor brandwonden van de redelijk ernstige soort. Dus nee, dat beviel niet. Maar zo’n Nederlandse zomer is echt iets voor me. Af en toe even een graad of 20 met wat wolken, wellicht een buitje en dan de volgende dagen weer lekker zonnig. Zo is het lekker. En ik hoop dat we er met zijn allen nog een tijdje van mogen genieten. (Beeld: Internet)
Als je de meestal linkse en fanatieke milieupartijen moet geloven staat de wereld op dit moment de ene ramp na de andere te wachten. Omdat we maar niet willen betalen voor onze vervuiling, (men bedoelt eigenlijk dat we gewoon een alsmaar oplopende boete betalen voor ons bestaan, een boete die na ontvangst kan worden ingezet om andere leuke dingen van te doen, maar zelden om het milieu daadwerkelijk te redden) smelten de Polen af en komt al dat waardevolle ijs van bijvoorbeeld Antarctica in het omringende zeewater terecht. En dat zou slechts heel slecht nieuws zijn volgens die altijd luid schreeuwende lobby. Maar dan lees ik een artikel in het toch redelijk bij de les zijnde tijdschrift Quest van een jaar of wat geleden. Het fenomeen smeltend ijs wordt daar niet alleen gezien als een soort ramp, maar vooral als een zegen voor veel dieren in de oceaan.
Het waarom zit hem in de binnen de ijsmassa’s opgesloten voedingsstoffen als nitraten en ijzer. Smelten die ijsbergen lost dat spul in de zee op en vormt een voedingsbodem voor het plankton. Dat fytoplankton is weer een maaltje voor kleine diertjes die wij als krill kennen. Maar ook walvissen en dolfijnen kennen dat krill en eten daar tonnen van. Ook pinguins, albatrossen en andere grote dieren in de oceanen zijn er gek op. Je reinste kringloopsysteem dus. En niet alleen maar slecht nieuws. Daarbij blijkt uit dat artikel ook dat ijsbergen op zich broeikasgassen uit de lucht halen doordat het eerder beschreven effect van die omzetting van voedselstoffen naar krill een groene drap veroorzaakt die net als bossen en struiken fotosynthese veroorzaakt wat o.a. CO2 op vangt. Gaat plankton dood, zakt het naar de bodem, inclusief die kooldioxide.
Een klein deel van de opwarming van de aarde wordt zo teniet gedaan. Het is dus absoluut niet alleen maar kommer en kwel op milieugebied. Ook al zijn de onheilsprofeten dan vaak zo eenduidig in hun verslaggeving. Ik noem het maar propaganda met als doel om ons te ontdoen van een moderne leefstijl. Een leefstijl die overigens best iets mag worden gematigd hoor, daar niet van. Maar met lastenverhogingen zoals men in die linkse kringen altijd schermt krijg je het milieu echt niet schoon. Met belonen van goed gedag mogelijk wel. Blijf dus weg bij partijen die u dat eenzijdige verhaal maar blijven vertellen. Vaak hebben die een groen logo! (Foto: Internet/BMA)
Valt het jullie ook op dat zodra er zicht is op een beetje afwijkend weer ergens een ‘weeralarm’ met kleuren wordt afgegeven? 2 cm sneeuw is goed voor code geel, oranje of rood. Dreigend onweer of storm zorgen voor dito aanduidingen. Alsof we ineens zijn veranderd in watjes die niet meer weten hoe om te gaan met dat soort bijzonder weer. Nu was het deze eerste maand van het nieuwe jaar 2017 wel zo dat bijna 500 ongelukken en aanrijdingen plaatsvonden toen we voor het eerst in lange tijd weer eens een dagje sneeuw en ijzel in ons land meemaakten. Men gleed van de weg, schaarde, draaide om de as of schoot in een sloot. Vaak veroorzaakt door datgene wat ons Nederlanders veelal parten speelt; zelfoverschatting en gladde of verkeerde banden. Wij fietsen ook bij ijzel gewoon door. Niet verstandig.
Misschien is het wel zo dat die waarschuwingen zijn gericht aan hen die maling hebben aan elke vorm van voorzichtigheid. De Selfie in de sneeuw belangrijker dan opletten op de weg. Het kan allemaal. Maar ik heb zelf in mijn leven heel wat echt zwaar weer meegemaakt en reed ook altijd door. Zoals die keer in de jaren tachtig dat Nederland echt compleet vast liep en de files enorme vertragingen veroorzaakten. Ik werkte in die tijd in Amsterdam en zat qua verantwoordelijkheid op een dealerbedrijf voor mijn favoriete merk. We woonden in die periode in Almere en moesten die avond als altijd terug naar huis. De sneeuw lag echt heel dik op straat en er werd minder geveegd of gepekeld dan nu.
Mijn toenmalige bedrijfsvoertuig was een Skoda Rapid Coupe, een heel fijne wagen, motor achterin. Volgens de fabrikant (en mijn verkoophandleiding) een groot voordeel omdat de motor op de aangedreven wielen stond. Klopt zeker, want de sportief ogende Skoda ging als de brandweer dwars door al die sneeuw heen waar anderen met doorslaande wielen moeizaam vooruit glibberden. In de polder werd het een stuk lastiger. Daar was de berg sneeuw nauwelijks ingereden, de polder was toen nog niet zo in trek als nu het geval is. We waren laat en ik stuurde de intussen door een intense sneeuwval zelf ook wit geworden auto die daardoor langzaam aan een soort rijdende sneeuwpop was veranderd, richting ons huis. Een straat voor de afslag naar onze buurt stond daar toen de enige postbus uit de omgeving en wij hadden een hele stapel enveloppen met inhoud bij ons die echt weg moest. Dus ik draaide gewoontegetrouw de straat in waar die bussen stonden en…..liep muurvast. Er lag iets van een meter sneeuw en de Skoda kon niet meer voor- of achteruit. We knokten ons door de portieren naar buiten. Deden eerst de post in de bus, die net nog maar net boven de opgewaaide sneeuw uitstak en begonnen met graven. Na een kwartiertje noeste arbeid was het gedaan en waren we weer vrij. Dat waren nog eens sneeuwbuien. Eenmaal thuis lag er een meter sneeuw tegen de garage- en huisdeur. Weer graven. Kortom….Code rood? Watjes…..! (Beelden: Internet)
De winter is als ik dit opschrijf net op de terugweg en de temperaturen lopen onder invloed van een zuidwestelijke stroming in onze omgeving weer op tot flink hoge waarden. We hadden een week waarbij de vorst even liet voelen hoe het kan zijn in januari en in sommige streken bleek zelfs schaatsbaar ijs te ontstaan. Aan mij is dat niet besteed overigens, ik ben niet zo van dat gladde gedoe op 1,5 centimeter bevroren water. Het doet me wel terugdenken aan winters die ons mensen overspoelden met de ongemakken die bij dit seizoen behoren. Sneeuw, gladheid, dik ijs. Zoals begin jaren zestig toen we een winter kenden die nu als horror te boek staat. Ongeveer alles wat normaal water was vroor dicht. De Amstel achter ons huis, de Zuiderzee, en de Elfstedentocht bleek een rampenplan. Zo koud, zo heftig. Met huizen die slechts op kolenkachels draaiden v.w.b. de verwarming en een steeds schaarser wordende anthracietvoorraad was het ook spannend hoe de boel een beetje gangbaar bleef.
