KlemTOON!

KlemTOON!

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: duivel-1.jpg

Op deze dag van de arbeid voor veel (semi)socialisten zet ik maar eens iets neer wat me meer dan stoort in de huidige media…. En nee dat is niet alleen het eenzijdige politieke geluid wat daar wordt verkondigd. (Trump is stom, Wilders is erg, Faber kan niks, Israel pleegt genocide..) Nee, dit keer gaat het om het volkomen verbasteren van de Nederlandse taal. Alsof er een revolutie plaatsvindt van op dit gebied domme en onopgeleide types. Men kent het taalkundige verschil niet tussen TT en VT en houdt het dan voor het gemak maar op het eerste, ook al speelde iets zich vorige week af. Daarnaast zijn vervormingen als ‘hij viel’ ineens verworden tot ‘hij valde’ of ‘hij loopte’ ipv liep. En daarvan zijn nog tientallen voorbeelden te geven. Alsof opleiding er minder toe doet op dit gebied dan een politieke kleur die je wilt bekennen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: laptop-3.jpg

Maar ook erg is het volkomen verbasteren van namen via een verkeerd gelegde klemtoon. Waarbij ik hier wat voorbeelden geef zoals in de kop. Zoals ik onlangs hoorde dat iemand woonde in KlaZINAveen ipv Klazinaveen. GouDA vind ik ook zoiets of RotterDAM. Is die opleiding ook op dit punt zo slecht geworden dat we nu de 5jes en 6jes zien opduiken in de media?? Het lijkt er wel op. En dus wordt de Nederlandse taal die toch al wordt vergiftigd met vele Engelse termen, (pleasen, shinen, performen…) nog eens verder uitgekleed. De grote schrijvers in dit land draaien zich om in hun graf. Ik stam nog uit de tijd dat je op dit gebied zoveel streng onderwijs genoot dat je het wel uit je hoofd haalde om het KofSCHIP te verGETEN en absoLUUT wist waar de klemTOON moest worden benut naast die verleden-tijds-vormen. Het grote nivelleren is dus ook in de taal doorgebroken. En dat stemt droevig. Vandaar op deze speciale dag even aandacht voor een echt probleem. Verder wens ik de ware arBEIDER een pleZIERIGE dag vanDAAG. Moge de InterNATIONALE in de vele groenrode bollen klinken als een volksLIED. Maar mee zingen doeT ik niet! (Beelden: Algemeen)

Amsterdamse brommers…

Amsterdamse brommers…

Toen ik het in mijn verhaal over bromfietsen uit de tijd van vader of zoon een tijdje geleden in relatie bracht tot twee van die mij ooit als vervoer dienende pruttelende fietsen met hulpmotor, noemde ik al het merk Locomotief. Immers tussen andere bekendere merken was dit toch een buitenbeentje, ook al leek dat spul op van alles en nog wat dat door andere fabrikanten in die jaren werd uitgebracht en was de krachtbron vaak afkomstig van Sachs uit Duitsland. Maar de oorsprong van het merk lag in Amsterdam. Vandaar dus dat ik indertijd mijn beide exemplaren van dit bromfietsenmerk kocht bij het bedrijf van de broer van de ook al eens beschreven ‘Ome Leo’ die een bromfietsenzaak exploiteerde aan de Vinkenstraat in de Amsterdamse Jordaan.

In die volksbuurt was de brommer tot ver in de jaren 60 zeer populair, een auto voor de meeste bewoners van die smalle straten daar vaak veel te duur. Dus Locomotief viel wel in het potje. Het historische Amsterdamse merk was vooral fietsenfabrikant en startte daarmee in 1929, de exemplaren met hulpmotor volgden in 1955. Ergens in de jaren zestig stopte men er mee. De productie ging naar Simplex, wat later fuseerde met Juncker en verplaatst naar Apeldoorn. Weg Amsterdamse tintje.

Eind jaren zestig ging men weer over in andere handen en verdween het Mokumse gebeuren van weleer in het grote Gazelle. De brommers waren toen al lang uit de catalogus verdwenen. De door mij bereden exemplaren waren taai, betrouwbaar en met wat kunst- en vliegwerk aardig snel. Ik reed er ook best grote afstanden mee. Een ritje naar Scheveningen staat me nog goed bij, die rit, met latere vrouwlief achterop, diende een goed doel. Een op sluiten staande speelgoedwinkel aan de Neptunusstraat daar deed zijn laatste voorraden weg, en precies wat wij zochten stond er nog in de winkel. Voor zover het budget en de beperkte bagageruimte het toeliet namen wij dat spul mee terug. De Locomotief denderde toch maar mooi een kilometertje of 100 die dag met twee man op de buddyseat. Ook een ritje op en neer naar Nunspeet staat me nog goed bij. Omdat de ‘buikschuiver’ die ik toen bereed weliswaar zorgde voor plezierig fysiek contact met de achterop zittende passagiere, mijn nieuwe imago van toen vroeg toch om een ander soortig vervoer. Een nieuwe Puch was daarvoor het beoogde antwoord. In dit geval was het oude vertrouwde adres van Ome Leo de leverancier. Wat was ik er trots mee. De naam Locomotief verdween uit mijn persoonlijke vloot. En om te vermijden dat hij uit ons collectief geheugen verdwijnt schreef ik er nog even een stukje over. Doe er mee wat je wilt, maar vergeet dus niet dat het een typische Mokums merk was….Net zoals uw meninggever een oprechte en nog echte Amsterdammer is… (Beelden: Archief)

Jennen…

Jennen…

Voor hen die niet zoals ik uit Amsterdam komen of er zijn geboren en getogen zal het begrip jennen, ik beschreef het hier al eens eerder in het verleden, niet veel bellen doen rinkelen. Maar de echte Mokummer herkent het meteen. Het is immers een hoofdstedelijke volkssport. Snelle en scherpe opmerkingen, mensen op het verkeerde been zetten, je zelf relativeren en al te serieuze types even op hun nummer zetten. Vooral zij die zichzelf zien als het centrum van de schepping of samenleving kunnen aardig van de leg raken als ze met het fenomeen in aanraking komen. En schieten dan meteen in een of andere kramp. Immers, zij voelen zich aangevallen. Terwijl het voor de ware Amsterdammer gewoon een vorm van humor is die hem/haar het gevoel geeft dat het van de andere kant wel een ‘tandje minder mag’. Wie mij echt leerde kennen weet dat ik er (on)bewust regelmatig gebruik van maak. Zelfs op momenten dat het wellicht minder gepast lijkt kan ik het niet laten.

Een zeker ironie is daarbij niet vreemd. Daarnaast is het zodanig ingeburgerd bij die echte Amsterdammers dat ze zo bij gebrek aan humor of acceptatie van de andere kant weinig begrip hoeven te verwachten. Zeker in de provincie zijn Amsterdammers door hun rechte humor en eerlijkheid vaak niet zo geliefd. Daar praat men liever recht wat krom is of om de hete brei heen. Ik merk dat ook vaak bij import-Amsterdammers die vanuit de provincie komend maar niet kunnen wennen aan dat gebruik om kritiek te leveren op…. Nee, dan was het in hun geboorteplaats toch plezieriger. Daar hield men de mond en wees achter de ramen naar hen die de regels overtraden/treden. Amsterdammers in het zakenleven zijn ook vaak aardig direct.

Doelgericht en stop dus maar met alle flauwekul. Even doorbijten en we maken een zaak goed en voor ons beiden plezierig af. De eeuwenoude handel met verre gebieden in de wereld is ons in de genen doorgegeven. En anders dan de altijd mekkerende lieden die denken dat we als steedse samenleving rijk werden van de handel in of het vervoer van slaven, is er nieuws. Eeuwen daarvoor voeren de handelsschepen vanuit Amsterdam al naar de Baltische Staten en Scandinavie. Wie zijn geschiedenis niet kent heeft in de toekomst niets te zoeken. Dat jennen is dus een verhaal van een mengelmoes van de oer-Amsterdammer en de beste joodse tradities. Opgeteld valt er veel bij en om te lachen. En zag ik dat ooit ook bij Marokkaanse kooplieden met een Amsterdams accent op een van de stadsmarkten in West. Amsterdammers geworden, handelaren en uiterst bedreven in jennen. Het kan echt…als je er voor open staat…..zeker in onze stad! En voor hen die dat niet kunnen, wellicht dat je er na deze uitleg van… mee mee kunt leren leven?? Dankjewel…Je bent te goed…(Beelden: prive)

V.V.T.

V.V.T.

Let eens op als je dat wilt (of doe het voor mij..) in al die media die je ziet op tv, bij het volgen van de sociale media, of zelfs in geschreven uitingen. Dan zie of hoor je vaak dan dat we steeds meer de verleden-tijds-vorm uit de Nederlandse taal verliezen en men bij redacties of presentatoren gemakshalve kiest voor de moderne tijd.

Ook al speelde een nieuwsfeit zich een paar dagen of zelfs maanden tot jaren geleden af! Wat daaraan ten grondslag ligt kan slechts worden verklaard uit gemakzucht of een matige beheersing van de taal waardoor je de verleden-tijds-vormen van een werkwoord niet meer beheerst. ‘De agent ziet de verdachte en schiet hem neer. Toch loopt de verdachte door, springt achterop een brommer en verdwijnt. De agent schiet nog eens gericht maar mist de verdachte. Heeft u meer informatie over de verdachte bel dan met………’. Als ik dan lees of hoor dat dit feit zich 6 maanden geleden afspeelde ben ik al afgehaakt. Ergernis maakt plaats voor vervangende schaamte. Ik heb genoeg teksten, boeken en bladen gemaakt om te weten dat bijvoorbeeld een beetje redactie ook een taalkundig eindredacteur in huis heeft die eventuele taal/schrijffouten kan corrigeren. Opdat de presentatie van het geheel op 99.9% juiste wijze zal plaatsvinden. En dat dit nodig is blijkt wel uit het feit dat men lastige woorden die men naar de VT-vorm moet omvormen waar het dan nog wel redelijk goed gaat (vaak bij ondertiteling) ook weer naar een andere benadering weet om te buigen. Loopten i.p.v. liepen heb ik al gezien en ook spreekten als men spraken bedoelt. Is het taalonderwijs dan zo afgedreven naar een #iq80-niveau of aangepast aan het algemeen gemiddelde in dit land? Jeminee, een beetje bekend schrijver van boeken zou zich schamen over zoveel verval. En ja, ik mopper daarover, u wilt me wel vergeven. Wat in het verleden vergaf is als u dat deed en door mij in warmte geaccepteerd als u dit met verve doet…of deed…of is deet beter? Ik lees het wel….

Zinloze forten…

Ooit besloot men om de vijand van toen buiten de poort te houden van de hoofdstad. Toen en nu toch het financieel en zakelijk centrum van ons land. En in die periode (19e eeuw)begon men net te experimenteren met een nieuw bouwmateriaal; beton! De nieuwe waterlinie moest worden opgebouwd. Kostte een paar miljoen maar dan kreeg je ook wat. En zo bouwde men 42 forten en 4 geschut batterijen rondom Amsterdam, allemaal op schootsafstand gelegen (15-20km) en baserend op de oudere Hollandse Waterlinie. Die forten zijn nu nog terug te vinden in de omgeving van Amsterdam. Sommige in gebruik als museum of restaurant, anderen overwoekerd en niet meer in beste staat.

Een van de bekendste daarvan is Forteiland Pampus. Maar echt, de ring van die gebouwen en constructies rondom Amsterdam is op diverse plekken terug te vinden. Vaak gebouwd van dat nieuwe beton. Twee meter dik, met alles in huis om het voor de mensen die daar dienstdeden of zouden moeten schuilen voor de vijand een half jaar op eigen houtje vol te houden gedurende een conflict of belegering. Boven dat beton een laag van 1,5 meter duinzand en wat begroeiing. 10,5cm geschut zodanig gericht dat men kruisvuur kon geven tussen twee forten waardoor de vijand van alle kanten werd bestookt.

En in die bouwperiode was het landschap vlak en leeg en kon je met andere forten via vlaggen communiceren. Dijken en grachten om de forten heen, vele nog te zien, sluizen om het omliggende land onder water te zetten. Voor voetvolk niet te nemen die linie. Maar ja, toen dat miljoenen verslindende project klaar was en de soldaten gelegerd (1914-1918 tijdens WO1) bleek dat men met de toen net ontwikkelde vliegtuigen zo over die dingen heen vloog. Forten waardeloos geworden en alleen nog maar dienend als eventuele verdediging tegen grondtroepen. Maar die kwamen niet gelukkig. Dus bleven het monumenten. In 1940-45 door de Duitsers gebruikt om luchtafweergeschut op te monteren waarmee men vaak succesvol geallieerde toestellen uit de lucht schoot.

Daarna verlaten en vaak verloederd geraakt. Tijdens de ‘moderne jaren’ 60/70 leeggehaald voor alle kostbare materialen als metaal en zo meer. Gelukkig nu weer in gebruik of onder restauratie. Grote ruimten, ideaal voor restaurants of lokale scouting. Onlangs bezochten we het (ons vooraf verder niet bekende) Kunstfort bij Vijfhuizen.

Een prachtig ding vol rond lopende gangen, met kunstzinnige uitingen binnen of buiten, en voetpaden gemaakt van grafzerken (van geruimde graven) om aan te geven dat hergebruik ook hiervan goed mogelijk is. En opnieuw een voorbeeld van hoe je ook kunt omgaan met ons cultureel erfgoed. Vijfhuizen is een plaats ten Noordwesten van Hoofddorp en niet ver van de Ringvaart rond de Haarlemmermeer. In de buurt? Toch eens gaan kijken. En op dat restaurant daar kom ik later nog even terug…(beelden: Meninggever)

Spookespakkespeakyou Englishhh??

Als men mij vraagt welke talen ik zoal beheers refereer ik direct aan mijn eigen taal waar ik nog steeds trots op ben, maar zeker ook aan het Engels een gradatie minder Duits en ook nog wat woorden Tsjechisch. Dat ik gedag kan zeggen in het Fins, weet wat een vliegtuig is in het Russisch of drie zinnen in het Frans neem ik maar niet serieus mee in de overwegingen. Voor je het weet zit je vast in een gesprek dat door een overijverige Rus of Fransoos met je wordt gevoerd in zijn/haar eigen taal, maar waarvan je dan al snel geen snars meer snapt. Toch moet je met die talenkennis best een beetje oppassen. Ook al leerde ik al Engels op de lagere school, verrijkte ik mijn kennis van die taal door het lezen van bladen en boeken of het kijken naar films en zo meer, pikte ik vooral veel op tijdens mijn werkzame periode op Schiphol en later in het autovak, native speaker ben ik niet.

Geldt ook voor het Duits. Ik kan het goed lezen, snappen als men tegen me spreekt, maar moet soms wel even nadenken over bepaalde zinnen als ik daar weer eens vertoef. Ik merk ook dat je naar mate je deze talen niet dagelijks gebruikt toch wat gaten krijgt in de zo gekoesterde kennis. Dat bleek me onlangs toen ik in gesprek raakte met een van oorsprong Amerikaanse dame die in Engeland woonachtig vooral op het vasteland van Europa trainingen verzorgt. Zij sprak nauwelijks Nederlands dus dan zet je als ridder in de nood een schakelaar om en begint met een gesprek in de haar eigen voertaal. Dat verliep prima hoor, en we konden vaak heerlijk lachen als we het hadden over de internationale politiek of de vreemde gewoonten van Duitsers en Nederlanders. En toch voelde ik dat er soms even in een bijna verroest stukje van de hersenpan moest worden gezocht naar de juiste uitdrukking voor een bepaald begrip.

Oefening baart kunst natuurlijk, maar ik oefen tegenwoordig na het werkzame leven dan toch weer net even te weinig merkte ik. Met dat Duits ligt dat toch wat anders want daar komen we zo regelmatig dat je wel in die taal moet spreken omdat men je anders domweg niet begrijpt. Bij ons laatste bezoek aan het Duitse land tijdens de recente augustusmaand zagen we weer eens hoe een Nederlandse dame van iets gevorderde leeftijd meende dat Nederlands een internationale taal is en wel zal worden begrepen door de Duitse winkelmedewerkers als je maar hard genoeg spreekt. De service-gerichtheid van die beroepsgroep maakte dat ze kreeg wat ze wilde, maar het blijft toch een beetje genant dat gedrag. Ooit zag ik bij dat geweldige programma ‘We zijn er bijna’ van MAX hoe een van de caravanners op een markt trachtte om een Nederlandse groente te bestellen in een land waar men nauwelijks weet waar Nederland ligt. Zij sprak Nederlands op de markt en de kooplieden uiteraard hun eigen taal. En het mooiste was de quote van de dame achteraf: ‘ze spreken hier ook echt geen woord over de grens!’. Wat ze nog meende ook. Kijk, dan heb ik mijn punt wel gemaakt. Oefening, kunst, kennis, instelling, begrip. Daarmee kom je een eind. Met puur Nederlands niet. En dat begint al kort na de grens….

Ik erger mij zelden……maar stoor me des te meer..

Over het algemeen kan ik me gek ergeren aan die wonderlijke mensen in de politiek die van alles en nog wat oreren, veelal zonder feitelijke onderbouwing. Het zal wel bekend zijn bij de lezers die me al die jaren volg(d)en. Ik zal tot vervelens toe wijzen op die fouten, omdat het populisme zich nu eenmaal niet beperkt tot mensen aan de rechterkant van het politieke spectrum, maar ook over links van alles wordt georeerd wat bewezen onwaar is. Maar in het dagelijks leven van alle dag erger (of stoor) ik me minder aan andere mensen. Nou ja…behalve als je op beurzen of tentoonstellingen rondloopt. Het gedrag van mensen is dan van een ongekende idioterie. Men sloft, schiet links of rechtsaf zonder na te denken en nog erger blijft plotseling stokstijf staan om iets na te kijken op de smartphone. Resultaat…opstopping en waar het extreem druk is een kettingbotsing. Nu is dat niet zo erg als je achterop een mooie dame botst die zelf oorzaak is van die botsing, maar voor je het weet heb je weer met #Me2 activisten van doen omdat bepaalde onderdelen van het fysiek elkaar raakten.

Ik zou dus willen pleiten voor gebruik van richtingaanwijzers en stoplichten voor lopende mensen. En ook voor een wandelbewijs als het mensen betreft die zo nodig een of andere boodschappentrolley mee sleuren om alle gratis zaken die ze onderweg oppikken in mee te nemen. Blauwe schenen zijn nog het minste gevolg van totaal ontbrekende stuurmanskunsten van dit soort types. Maar ook op straat kom je dit gedrag tegen hoor. Men loopt zonder plan, als het kan dwars tegen de looprichting in, steekt over waar het niet kan, blijft plotsklaps staan en ook daarbij is vaak die smartphone reden of oorzaak. Moet je eens in het centrum van onze mooie stad gaan wandelen wat wij zo vaak doen. Toeristen zijn daar compleet van de wereld soms en schijnen elke vorm van normaal denken te ontberen zodra ze weer een grachtje zien of een of ander historisch pand.

Ook dan wringen anderen zich door de mensenstromen heen of moeten verplicht wachten tot de veelal in groepen lopende toeristen zich weer in beweging zetten. Met name Italianen en Spanjaarden vertonen dit gedrag. En dat doen ze niet alleen in Amsterdam hoor. Overal waar je komt zijn het altijd dezelfde. Daarbij ook nog eens i.p.v. die trolleys rolkoffers meezeulend alsof die dingen niet breed of zwaar kunnen zijn. Je bent van harte welkom hier (of daar) maar leer sturen! Japanners en Koreanen zijn veel netter op dit punt. Erg aardige lieden. Net als Chinezen, al ben ik wel eens in een groep terechtgekomen die me omsloot als een handschoen, toen zij massaal besloten uit een bus te stappen en de gids te volgen. Wat ik niet was! Maar dat was een uitzondering. Hoe dan ook, ergeren of storen doe ik me zelden zoals u allemaal kunt lezen. Maar ben ik daarin de enige en zijn onder mijn lezers wel mopperpotten te vinden die zich enorm kunnen ergeren aan…….ja wat eigenlijk??

Ouderen rijden meer dan ooit…

Feiten zijn soms buitengewoon interessant als je even de tijd neemt om ze tot je te nemen. Zoals het feit dat wij met zijn allen als particuliere weggebruikers steeds meer rijden op onze vaderlandse wegen. 6% meer zelfs (2015) bij een totale kilometrage van 91 miljard. Dat zijn grote getallen. Zeker als je bedenkt dat de automotive-industrie zich vooral richt op jongere mensen (het meest optimale imago voor een bepaald model is toch het jonge gezin, al dan niet met hond zo lijkt het wel eens…) terwijl juist die groep veel minder is gaan rijden. Met name de verregaande verstedelijking en de hoge kosten van een auto t.o.v. het gezinsbudget zorgen voor veranderde gebruikscijfers. Het blijken vooral de wat ouderen die steeds meer gaan rijden. Op zichzelf logisch, immers een auto is voor die mensen toch het voorbeeld van de ultieme vrijheid en de mogelijkheid nog overal heen te kunnen zonder betutteling. De auto is voor die generatie ook een statussymbool vanuit een tijdperk toen dat ook nog echt zo was.

Ook ik behoor tot de generatie die het brede gebruik van de auto nog heeft zien ontstaan. In de periode daar voor zag je op plaatjes van de oude woonstraten vooral leegten, en wie met het gezin nog ergens naar toe wilde was al een hele pief als hij er een scooter met zijspan of zo op na kon houden. Pas in de jaren zestig werden auto’s gemeengoed en kochten veel jonge gezinnen indertijd een tweede tot vijfdehands brik waarmee ze dan op stap konden gaan. Die mobiliteit was een manier om de vleugels uit te slaan naar oorden (net)buiten de stad zoals bos en strand, waardoor de bleekneusjes die indertijd nog opgroeiden in die weinig gezonde steden, extra frisse lucht binnenkregen. Ook ik stam uit die periode en ben zowat op de achterbank van een auto opgegroeid. Bij ons was er altijd een auto, maar ja, mijn leasepa kwam uit een gezin van automensen dus dat was allemaal niet zo vreemd.

En dat gevoel van ‘moeten kunnen rijden’ als je volwassen (i.e.18 jaar oud) was werd er snel ingestampt. Een rijbewijs op de 18e, een auto zodra het kon. En daarna rijden, rijden, en nog eens rijden. En dat zo lang mogelijk. Hele generaties houden dat principe aan. Vandaar die langzaam aan veranderende cijfers. Vanaf 50 jaar stijgen de cijfers voor wat betreft het zelfstandig rijden. En boven de 75 jaar zelfs met het ongekende percentage van 39 bij een stijgend autobezit in die groep met 36%. We moeten langer doorwerken van onze neo-liberale bestuurders, dan is het niet vreemd dat we ook steeds langer en meer gaan rijden. Overigens is een deel van dat autobezit bij de echt wat ouderen ook wel toe te schrijven aan het gebruik van 45km/u voertuigen die met name in de provincie aardig populair zijn geworden. Kortom, het jonge gezin is niet meer primair de grootste doelgroep, al lijkt dat soms zo. Maar hoe richt je je op de echte autokopers zonder direct imagoschade op te lopen. Het vraagt inventieve campagnes en ook veranderend denken bij die diverse autofabrikanten. Maar die zijn dat wel gewend….

Expositie met een toeslag…

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Wij hebben een Museumjaarkaart. Al een reeks van jaren! En dat op zich bevalt goed hoor.  Al wordt die kaart met het jaar duurder, een gevolg van het grote succes in ons land. Je betaalt een vast bedrag en kunt in principe 70% van de landelijke musea verder gratis naar binnen. Bij sommige musea hanteert men zelfs een voorkeursbehandeling ten aanzien van mensen met zo’n kaartje. Je hoeft dan niet in de wachtrijen te gaan staan. Musea, sommige althans, zijn zeer in trek geraakt en dat zorgt soms voor enorm lange rijen. Ook de Hermitage in de hoofdstad bezoeken we graag, ik deed daar al wat keren verslag van. Nu lopen er op dit moment maar liefst drie losse exposities, een met Hollandse, de andere met Spaanse meesters. En er is nog iets met buitenkunst. Omdat die exposities met die meesters in mei afloopt was het onlangs weer eens nodig het gebouw aan de Amstel te bezoeken. Samen met hele groepen binnen- en buitenlandse bezoekers zo bleek al snel bij de ingang.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Was het voorheen een kwestie van je kaartje bij een automaat houden en dan een geprint toegangsbewijs ontvangen waarvan de barcode zorgt voor openen van de glazen toegangsdeuren, in dit geval was dat niet mogelijk. Nee, we moesten aansluiten in de rijen. Dat duurde even, tot vrouwlief, altijd goed in het ontdekken van een kassa met minder aanbod van klungelende mensen, bij de kassa stond. Wat zij niet, ik wel had gelezen, voor die exposities die men nu hield was een toeslag vereist van 2,50E p.p. p.e. Kijk, en dat is wel wat erg duur als je ook al rekent wat die MJK al kost. We besloten de expositie te laten voor wat het was. Het moet niet te gek worden natuurlijk. Minder service, meer betalen? Nee, dat bevalt ons niet. Gaat ook om het principe. Maar dat kan ook aan ons liggen natuurlijk.

Meubelkeuze

WP_20151011_003In mijn vorige blog schreef ik al over mijn aloude digitale HP Camera en diens (voortijdige)einde. Ik realiseerde me tijdens het schrijven van dat verhaaltje dat ik iemand ben die niet eenvoudig afstand doet van nog goed functionerende zaken. Als het niet echt stuk of defect is vind ik het eigenlijk zonde om iets te vervangen. Dus meubelen of apparatuur weg doen omdat de moderne tijd daarom zou vragen? Niks voor mij. Als een radio of ander apparaat gewoon functioneert, blijft hij nog even in huis en moet zijn werk doen. Tafels en stoelen, een bankstel, allemaal ooit nieuw gekocht en nog steeds in prima staat, ik zie er weinig heil in om die te vervangen omdat de kleur ineens niet meer bevalt of de mode daarom vraagt. Nu ben ik ook weer niet zo van de uitgesproken stijlen hoor. Dus jaren zestig stoelen met wonderlijke strakke lijnen zijn niet mijn ding.

Ikea store_99CCFFBrabantse meubels met van die bombastische houten ornamenten en enorm veel stof ook weer niet. Ik wil er vooral goed in kunnen zitten, het moet duurzaam zijn van materiaal en de kleur liefst een beetje neutraal. Voor vrouwlief een rampenplan, want om mij mee te krijgen naar een meubelhal om te kijken naar een andere bank of zo is een lastige opgave. In mijn idee is onze huidige bank nog gewoon nieuw al staat hij er dan al een jaartje of 10-12. Maar ja, stijl en ‘ik wil wel eens iets anders’ nopen soms tot oriëntering op iets nieuws. Nu is dat voor mij relatief simpel. Ik loop dan zo’n winkel in, kijk rond, ga zitten en weet of wij een langdurige relatie aan kunnen gaan of niet. Prijs komt dan op de tweede plek. Ook van belang, valt er op zo’n bank te slapen en in hoeverre is hij in staat weerstand te bieden aan scherpe kattennagels.

WP_20151007_003Leder is dat wat minder hebben we intussen wel weer door schade en schande ontdekt. Althans het leder dat komt uit Zweedse bossen. Een van onze bankdelen is intussen aardig ‘bewerkt’ geraakt door ons kattenvolk. Dus dan is er een lichte neiging overstag te gaan voor….. Onlangs was het zover. Onverwacht, we zochten naar iets simpels, een krabbertje om verf van de fris geschilderde kozijnen te halen of zo. Even kijken bij een vlakbij gevestigde meubelzaak deed me daar uit eigen beweging op een goed uitziend bankstel plaats nemen. Prachtig, hoekig, dikke leuningen, strak design. Leverbaar in 50plus tinten grijs en zo meer maar ook tientallen verschillende bekledingssoorten. Kijk, die zou ons kunnen bevallen de komende halve eeuw… We werden direct aardig geholpen door een verkoper. Beladen met informatie togen we naar huis. Maar daar bleek dat dit bankstel gewoon niet ging passen. Nou ja, wel als we een van de boekenkasten zouden opgeven, een hoektafel weg zouden doen en de inhoud van beiden ‘ergens’ zouden weg werken. Daar moeten we dan toch nog eens over nadenken. Of gewoon uitkijken naar een andere bank. Maar die zit vast niet zo lekker. Wat een keuzes en dilemma’s toch weer allemaal…..Wordt vervolgd!