Waar ik het in het verleden in een blogje nog wel eens had over asociaal gedrag van wielrenners in het normale leven, tijdens de Coronacrisis werd duidelijk dat zij die op zo’n ranke en lichte tweewieler kruipen of een of andere wijze worden aangetast door een egovirus. Maling aan regels, niks te maken met afstand houden, gewoon Tour-de-Franceje spelen. Met alle gevolgen van dien. Men ragt en rost door het verkeer heen, zoeft op decimeters afstand langs voetgangers, dwars door winkelstraten, neemt rotondes linksom vanwege de snelheid en vindt niet dat rechts voorrang heeft maar de man of vrouw in de strakke pakjes met een sponsorlogo op borst(en)of rug zonder dat die meebetaalt aan de dure hobby. Want beste mensen, dat wielrennen is duur. Een beetje fiets brengt je 2,5-4 mille achteruit, het bijbehorende uitrustingsniveau vraagt 500-1000 Euro extra. En dan krijg je geen elektrische trapondersteuning. Gewoon zelf fietsen. Met die bedragen raak je al snel overtuigd dat een Dumolin of vrouwelijke kampioene in jouw ranke of forse lijf schuilt.
Trappen dus, en gillen dat mensen op zij moeten. Aan handen uitsteken bij het afslaan doen we uiteraard niet, bellen op de fiets of verlichting praat ik maar niet over, vertraagt de luchtweerstand zeker. De glimmende zonnebrillen zodanig spiegelend dat ze kennelijk uitzicht op anderen beperken. Normaal niet zo erg, maar tijdens die periode van gedwongen afstand houden bleek dat voor al die fietsende snelheidsmaniakken ondoenlijk. Men rijdt in groepen, kwekt onderweg de oren van elkaars hoofden, rijdt over wegen en straten die daar niet voor geëigend zijn en verpest het daardoor voor de (ze bestaan) goedwillende eenlingen die lange afstanden overbruggen zonder enige overlast voor derden. Het feit dat ze (samen met motorrijders) speciaal door de overheid ter verantwoording moesten worden geroepen geeft te denken.
Het is een maatschappelijk probleem. En daar waar wegen werden afgesloten, mede door verkeersregelaars of Boa’s bewaakt, omzeilde men zelfs die obstakels om toch maar die recordtijden neer te zetten in het eigen dagboekje. Thuis stond vast de lease-Tesla werkeloos op hen te wachten. Ik ga er maar vanuit dat zij die door de week zo hard kunnen fietsen tijdens kantooruren, dezelfden zijn die zo’n dure leasebak voor de deur hebben staan omdat ze nu eenmaal geen cruciale beroepen uitoefenen. Maar goed ook, want ook bij die lieden in hun batterijauto’s is het gedrag vaak vergelijkbaar. Het moet haast zo zijn dat ze dezelfde mensen trekken. En mijn voorkeur hebben die niet. Olienoten zijn het! Asocialen! Analfabeten. En wie het beter weet mag het zeker even melden…:)

Of we het nu willen of niet, wij allemaal worden op een of andere wijze geconfronteerd of getroffen door dat verrekte Corona-virus. Wat eerst nog leek op een redelijk onbekende en matig schadelijke griepsoort is nu in staat om tienduizenden mensen om te leggen en ook om qua besmetting zo snel van mens op mens te laten springen dat het bijna science-fiction-achtig aan doet. Ware het niet zo realistisch en bloedserieus. Op het moment dat je dit leest is Nederland voor 50% op slot. De horeca is dicht, maar ook de musea, bijeenkomsten zijn afgelast, mensen moeten thuis werken, de luchtvaart staat eigenlijk stil, het OV draait op een ander schema en de supermarkten draaien overuren. Huh? Hoezo? Nou….net als elders in de wereld raken Nederlandse burgers van slecht nieuws zo van de leg dat zo acuut beginnen met hamsteren. Je weet maar nooit…. En dus slaan we massaal blikken met eetwaar in, pasta’s, voorverpakte maaltijden, water, bier, chips en……toiletpapier. Dat laatste is het meest verbazingwekkende. Want je kunt dat spul niet eten, en als je echt leegloopt door welke oorzaak ook is een krant of gewone doek die je desnoods daarna wast even effectief.
Maar nee, we leren niets van de armen onder ons, zoeken het comfort en laden ons huis vol met rollen wc-papier. Wat er ook gebeurt in die wereld om ons heen, we moeten wel met een goed schoongemaakt achterste overleven. En echt. lege vakken bij de supers zijn het gevolg. Soms al dagen lang. Ondanks alle geruststellingen van Rutte en c.s. bleven die schappen ook soms dagen lang leeg. Waardoor de amateur-plunderaars gelijk kregen. Zie je wel…’ze’ hebben de logistiek niet onder controle! Goed dat we ons voorbereidden. Hoe dan ook, het blijft asociaal en bespottelijk. Nu ken ik het fenomeen wel hoor. Vroegere generaties die de oorlog hadden meegemaakt wisten wat honger was. De eerste de beste dreiging in de wereld zorgde voor een versnelde tred richting toenmalige winkels waar men dan blikken groenten en fruit insloeg, maar ook beschuit of scheepsbiscuit. Alles om als de oorlog kwam wel te kunnen eten. Men had tussen 1940-45 al zo geleden. De generaties daarna leefden in overvloed. Die maakten geen crises mee. Nou ja, 9/11 wellicht, maar dat was toch van een andere orde. Toch zijn er mensen die zich al jaren voorbereiden op het onvermijdelijke en ongeveer alles in huis halen wat een onafhankelijk leven van voorzieningen mogelijk kan maken.
Van accu’s tot waterzuiveringspillen, van helmen tot witte bonen in tomatensaus. Schuren en zolders volgepakt. Een enkeling bouwde op voorhand al een kelder onder de tuin waarin het overleven een nieuwe dimensie zou kunnen krijgen. De laatste generaties kiezen voor toiletpapier. En Paracetamol zo zag ik. Met hele armen vol pakjes pillen uit de Kruidvat of Trekpleister gehaald. Want ‘je weet maar nooit’. Opvallend, toen ik onlangs zelf mijn normale boodschappen deed, je moet ook in Coronatijden toch een hapje kunnen eten, stonden twee Eritreese of Ethiopische mannen (Ik houd ze niet zo uit elkaar..) een heel vak met pakken bakmeel leeg te ruimen. In hun karretje er mee en hup naar de kassa. Voorraad van de winkel daarna ‘nul’. Maar zij konden bakken…..Net zo geschuffeld als dat WC-Papier en even asociaal. Al is maar de vraag wat nog wel sociaal is als deze crisis nog een tijdje doorgaat. De besmetting- en overlijdenscijfers stijgen met de dag. Straks mag je niet meer naar buiten. Toch blij dat ik zoveel oude kranten heb liggen. Vast handig. En je hoeft er niet voor te hamsteren. (Beelden: Internet)
Het was mooi voorjaarsweer, die wonderlijk verlopen maandag in maart toen wij besloten om ergens tijdens een lange wandeling door onze mooie maar drukke stad, op een terrasje in een wijk aan de rand van het centrum neer te strijken en te genieten van thee en zon. Dat terrasje lag uit de wind en dat scheelde veel. Ware het niet dat naast ons net een wat gezette en middelbare dame in discussie ging met een wat vettig ogende oudere heer die naast haar ging zitten en meteen een sigaret opstak. De ellende van terrassen tegenwoordig. Binnen in de horeca mag niet gerookt worden, dus zitten die notoire rokers buiten. En blazen hun uitlaatgassen vrolijk richting de al dan niet rokende mede-genieters van dat terras. Hij bleek een kettingroker van de ergste soort. De ene na de andere sigaret stak hij aan, zelfs tijdens het drinken van zijn koffie en eten van zijn broodje hield hij een brandende sigaret tussen zijn vingers. De dame wond zich daar flink over op. ‘Snapte hij dan niet dat anderen er last van hadden? En wist hij niet dat roken schadelijk was?!’ Nou hij had het antwoord daarop paraat. ‘Een kwartier in de uitlaatgassen van het verkeer en je kon wel een half jaar stevig roken!’ Zo was zijn luid verkondigde en ongetwijfeld zelf bedachte stelling. Die van geen meter klopt uiteraard maar de dame deed zuchten, opstaan en op een andere plek neerstrijken. De man keek triomfantelijk rond of er nog meer mensen in discussie wilden.
Hij was overigens de enige roker op dat moment en die plek. Maar stak er nog maar weer snel eentje op. Het zij hem gegund. Maar ook wij hadden last van zijn rook. Gelukkig konden al wij al snel verder met de wandeling. We keken nog eens naar hem om. Een oudere man, in een vettige regenjas, gehoorapparaat in zijn rechter oor, ongekamd haar. Vermoedelijk alleen thuis en nu op het terras lekker aan het genieten van wat hij de ultieme vrijheid zou benoemen. Maar zich nauwelijks of bewust niet bezighoudend met wat anderen van zijn gedrag vonden dan wel dat zij er last van hadden. Wonderlijke types toch. En helaas zo regelmatig voorkomend. Altijd met een excuus, dat het met de schadelijke gevolgen wel meeviel, dat andere vormen van vervuiling ook zo heftig waren etc. En compleet voorbij gaande aan het feit dat juist rokers door de meest vreselijke ziekten worden getroffen omdat die gewoonte (of verslaving) nu eenmaal bewezen levensverkortend werkt. Wij liepen verder. In marstempo. Die dag meer dan 16km. Dwars door de mooie stad die de onze is. Met al zijn uitlaatgassen. Maar we genoten toch. En hadden weer een nieuwe stelling gehoord die leidde tot dit blogverhaaltje…
Ooit, lang geleden, waren auto’s simpele dingen. Ze hadden (meestal) vier wielen, een motor, een paar stoelen en als je geluk had een dakje. Daarmee bewogen automobilisten zich door het verkeer dat indertijd veelal rustig was en waar je als berijder van zo’n kuchend apparaat al van kilometers ver kon worden gehoord. Dus was het nauwelijks of niet nodig om achteruitkijkspiegels mee te leveren, aan richtingaanwijzers deed men al helemaal niet. Wie zich een beetje netjes gedroeg stak zijn of haar hand uit. Dat werd na de Tweede W.O. anders. Toeters werden gemeengoed op de naoorlogse modellen, maar ook echte richtingaanwijzers (dat waren elektrisch bediende pijlen die uit de carrosserie kwamen zetten als je een schakelaar naar links of rechts draaide). Een spiegel zat vaak op een van de voorschermen. Je zag beperkt wat er achter je gebeurde. Door de decennia heen ontwikkelde de auto zich tot een meer dan volwassen en veilig bedoeld vervoermiddel.
Tegenwoordig is het mogelijk met camera’s een beeld op te roepen van het verkeer om je heen, een beetje auto heeft een automatisch noodstopsysteem aan boord dat vooral in steden handig en veiliger is, maar er zitten ook drie spiegels bij en aan al die wagens en die zijn zodanig in te stellen dat je vele meters breed kunt zien wat er achter je gebeurt. Daarnaast worden auto’s voorzien van een hele reeks richtingaanwijzers. Allemaal het gevolg van de wens van overheden het drukke verkeer steeds veiliger te maken. Helaas is die wens niet die van de in veel die auto’s rondrijdende figuren die in veel gevallen geen van die attributen gebruiken. Men komt bij een baanwissel naar links zonder te kijken, geeft daarbij geen richting aan en snijdt waar men denkt dat het handig is. Afslaan doet men ook vaak zonder acht te slaan op rechtdoor gaande fietsers (die overigens bij het afslaan ook zelden een vinger uitsteken..) en wie zich aan de verkeersregels houdt wordt door deze lieden vaak beticht van tuttig rijden.
Ja beste lezers, na dat verhaal over het hebben van vooroordelen van een paar dagen geleden was er nog een feit dat hier de aandacht behoeft. Wie mij na tien jaar bloggen en invullen van socials nog niet kent heeft niet goed gelezen of opgelet. Maar je zou dan hebben kunnen weten dat ik een deel van het politieke spectrum niet in het hart heb gesloten. Zeker zij die menen dat ze buskruit, dan wel wit garen, maar zeker het schone milieu of politieke correctheid hebben uitgevonden komen wat mijn mening betreft van een koude kermis thuis. Mijn blogserie heeft niet voor niets die titel rond mijn persoonlijke mening. Ik moet dus niets hebben van mensen die constant anderen de maat nemen maar zelf inconsequent zijn qua principes of gedrag. Denk aan de mensen bij de stroming D66 die altijd bezig zijn anderen onderuit te schoffelen maar als het er op aankomt elk principe van de partij overboord mikken omwille van de politieke of persoonlijke macht. Dat geldt ook voor GroenLinks, een stroming die ooit ontstond door samenvoegen van de enige echte socialistische partij die Nederland vroeger kende, de CPN, de pacifistische PSP en het PPR dat ooit werd opgezet door Bas de Gaaij-Fortman. Dat GroenLinks is tegenwoordig echter vooral groen.
Het linkse aspect moet je denk ik vooral zoeken in hun vluchtelingen(lees grenzeloze immigratie)agenda. Met mensen van buiten ons land moeten we volgens de groen stroming loyaal en sociaal zijn, maar voor de geboren Nederlanders geldt kennelijk slechts de milieuaccijns, tolheffing of het aankijken tegen windmolens en vechten tegen de armoedegrens. Mijn afkeer van die partij kwam deels door de opstelling van een van haar voorvrouwen, Femke Halsema. Haar manier van in het debat staan was mij een doorn in het oog. Kom me nu niet aan met Wilders of zo, deze dame vond het scherpe debat uit. Ze wist naar mijn waarneming soms helemaal niet waar het over ging, maar wilde hoe dan ook haar politieke of persoonlijke punt maken. Ik was blij dat ze weg ging. Helaas voor GL was haar opvolgster, Jolande Sap, vooral een lieve brekebeen. Qua optreden een verademing met kennis van zaken, maar geen vertrouwen van de partij- of fractieleden. De eigen partijgenoten staken haar zoals dat gaat een mes in de rug en het lieve kind koos ook nog eens verkeerd toen het over een omstreden militaire missie naar Kunduz ging. Terecht werd GroenLinks afgestraft bij de verkiezingen en kwam de Partij voor de Dieren over links om nog even dat deel van de GL-kiezers binnen te hengelen die echt wilden dat er iets gebeurde aan bijvoorbeeld het altijd aanwezige dierenleed. GroenLinks groeit nu weer iets. Mede dankzij een ineenstortende PvdA. Maar waarom hier en nu zoveel aandacht voor een stroming die ik uit mijn genen verafschuw.?
Wel, los van het feit dat deze stroming staat voor afbouw van economische sectoren waarin ik mijn geld verdien(de) is het ook een partij die in haar bestaan bijna meer schandalen kende dan de op dit punt vermaarde VVD of PVV. En dan een moreel uitgestreken gezicht overeind houden. Onlangs gaf ik op Twitter mijn ongezouten mening over die vroegere voorvrouw, Halsema, die een of ander boekwerk heeft uitgebracht om haar gelijk te halen. Mijn scherpe afwijzing kon rekenen op veel kritiek. Niet alleen van de dame zelf, zij vond mij ‘minderwaardig’ zelfs, maar ook van een oude zakenrelatie. Iemand die vond dat hij ‘uit fatsoen’ mijn recht op een eigen mening moest afdoen als ‘Tokkiegedrag’. Einde oefening samenwerking natuurlijk. Mijn mening laat ik me echt niet afnemen. En scherpte hoort bij dat debat. Ook in de sociale media. Overigens heb ik haar daar toen ook inhoudelijk beoordeeld, geen nood. En omwille van haar persoonlijke gemoedsrust ook nog excuus gemaakt over de evt. persoonlijke noten. Maar of ik daarmee mijn mening over die stroming zal veranderen? Nee! Want ook daar zie ik niets terug waarin ik ook maar een moment zou kunnen geloven. Te veel aannames, leugens, dat tolbeleid en zo meer. Een stroming om te mijden. Nog liever stem ik op de PvdD. Daar zijn ze even scherp als ik zelf ben. Maar ook met een zekere charme en absoluut een echte passie voor dieren. En dat maakt veel verschil.
Als ik dan toch aan het mekkeren ben….laat ik het dan maar eens hebben over het gedrag van ouders die met de auto hun kinderen halen en brengen van/naar school. Een landelijk probleem dat steeds idiotere vormen aanneemt. Kijk, ik snap wel dat je die kleine schapen niet alleen wilt laten in een wereld waarin juist kinderen prooi zijn voor allerlei engerds of waar ze wegen tegen komen die door mafkezen worden benut om hun autovermogens te testen. Maar dat je eenmaal bij of voor die school zelf verandert in een wezen zonder normaal denkproces…nee, dat snap ik niet. En wie wel eens langs een schoolgebouw komt waar die instelling net de poorten opent voor die kleine vermeende prinsjes of prinsesjes, weet wat er dan verkeerstechnisch ontstaat. Chaos! Immers, niet de straat en wat daar beweegt telt meer, nee, dat kind dat moet worden afgezet of opgehaald. Desnoods driedubbel geparkeerd en liefst op zodanige afstand van die school dat er niemand meer langs kan. Bij mijn schoonma is onlangs een nieuwe school gebouwd. Prachtig ding, leuke hekjes en bosjes er omheen, maar de parkeerruimte in de buurt werd niet aangepast. En dat parkeergebied, ik schreef er al eerder iets over, is van de betaalde soort.
Als het kleine verwende nest maar niet ver hoeft te lopen. Ik maakte er onlangs toch maar eens wat plaatjes van. Vanaf tien hoog krijg je dan wel een aardig overzicht. Niet dat dit uniek is hoor, bij zowat elke school in ons land is de situatie vrijwel gelijk. Hoe welvarender de woonomgeving, hoe meer verkeer. In de grote stad zie je meer van die verlengde bakfietsen. Niet dat die dingen geen overlast verzorgen hoor. Ook daar zie je dat elke verkeersregel gewoon niet bestaat als het kroost moet worden ingeladen. Of vervoerd. Want dan is het voetpad ineens ook voor de fietsers zo lijkt het en met een vol beladen bakfiets blijkt aangeven van richting niet meer mogelijk. Kortom, er is heel wat aan te merken op het gedrag van ouders en grootouders die bezig zijn met het verwennen van hun kleine urkies door ze te halen en te brengen van/naar die plekken van culturele bijspijkering. Handhaving zou veel kunnen helpen, maar anders dan in mijn vorig blog aangeroerd, is hier in geen velden of wegen een controleur te vinden. Te veel kans op ellende of weerstanden vermoedelijk. Want ouders met kinderen, het zijn ineens heel andere menssoorten. Daar moet veel voor wijken, zelfs de medemens. Maar asociaal blijft het.









