Ach, dacht het jonge stel, laten we eens een kind maken. Dat moet kunnen en past bij de verwachting die mensen van ons hebben. Daarbij was het maakproces uiterst plezierig en soms verdween daardoor het beoogde doel wat buiten beeld als het ging om het genoegen elkaar het leven plezieriger te maken. Maar op enig moment was er dan toch resultaat. Een blozend rond en blond kereltje dat vanaf moment een zijn keel aardig roerde en zijn maag goed vulde met alles wat hem werd aangeboden. Intussen had het stel ook een leuk klein poesje ontdekt bij het dierenasiel. Een kitten van een paar weken oud. Mooi gekleurd en goed gezond. Ook die kwam in huis en hij kreeg de verzorging die het diertje verdiende. Al snel was het gezin gelukkig. Het kind groeide op tot een kruipende peuter, de kitten werd een grote en gecastreerde kater. De jaren vlogen voorbij, het leven gaat nu eenmaal snel. Na de oudste zoon werd het stel gezegend met nog twee kinderen, meisjes dit keer. De kater bekeek die schreeuwerds met enige argwaan en bleef uit de buurt als ze hem al kruipend en later lopend te dicht bij kwamen.
Kinderen zijn leuk, maar niet voor katers die houden van jagen en hun rust op zijn tijd. Toen zoonlief tien jaar oud werd was de kater nog in goede conditie. Hij scharrelde in de woonbuurt rond en stond bekend als een lieverd, maar ook een kat die kleine vogeltjes het leven zuur maakte en af en toe een insluipingspoging deed bij de buren. Bij sommigen daarvan was hij vaste gast. Hij hield er van een dutje te doen, de drukte thuis gaf hem dat recht zo leek hij te denken. Het jonge stel was intussen druk met opvoeden, maar ook keihard werken om het nog zo jonge gezin een goed inkomen te verzorgen. De kater leek voor zichzelf te kunnen zorgen al was hij gaarne bereid zijn bak vol te stoppen met dat wat een kat nu eenmaal achterlaat als dank voor het aangenaam verpozen. De jaren gleden bijna ongemerkt voorbij. De oudste zoon werd al zestien. Stond aan het begin van zijn eigen liefdesleven. Was veel weg, de meiden plaagden hem daarmee.
Zochten uit met wie hij nu weer verkering had. Hij deed het goed op school en zou vermoedelijk door kunnen om te gaan studeren. De kater was intussen ruim middelbaar. Hij werd wat dik, ging minder frequent naar buiten, liep moeizamer de trappen op en af en vond het heerlijk in zijn mandje voor de CV. Op een dag was iedereen druk. Examens vroegen de aandacht, op het werk moest er ook van alles en nog wat worden gedaan en de meiden hadden zo hun eigen besognes. Niemand keek meer om naar de kater. Die leek te slapen, tot ze eens goed keken of hij nog wel ademde. Dat deed hij niet meer. Ingeslapen. Weg van deze wereld. Het gezin verlatend waar hij al die jaren te gast was geweest en wiens dienstbaarheid hem gelukkig had gemaakt tijdens zijn zo snel verlopen leven. 17 jaar oud was hij geworden. Vele tranen werden er geplengd over zijn verscheiden. Hij werd keurig begraven in de tuin van het huis waar de jongelui met hem waren opgegroeid. Hij kreeg een eigen tegen boven zijn grafje. Beschreven met vetvrij krijt. Daarna ging men over tot de orde van de dag. De plicht en zo. Het gezin was nog steeds jong en dynamisch, de ouders hielden nog steeds enorm van elkaar en de passie spatte er soms nog best vanaf. Alleen die kater misten ze. En dus haalden ze op een dag een nieuw exemplaar uit het asiel. Weer een kleintje….Als die net zo oud zou worden als zijn voorganger zouden ze zelf middelbaar zijn als diens leven ook weer eindigde. Ze vonden dat best een confronterende gedachte……

Neem van mij maar aan, imago is iets dat hangt aan mensen en merken vanuit het perspectief dat wij zelf of anderen er aan toe dichten. De bekende hokjesgeest waarin met name Nederlanders anderen stoppen, zorgt voor veel misverstanden of wonderlijke verwijten. Maar in autoland is imago iets wat onuitroeibaar lijkt te zijn verbonden aan ervaringen uit het verleden. Waarbij een deel van die ervaringen in de huidige tijd nog steeds op lijken te gaan. Bedenk maar eens dat wij in ons land Duitse automerken zien als oerdegelijk, daarbij voorbij gaand aan het feit dat een deel van de individuele merken en modellen helemaal niet afkomstig zijn uit dat zo gekoesterde buurland. Een merk als Opel bijvoorbeeld (nu onderdeel van Peugeot/Citroen) was jarenlang een samenraapsel van Koreaanse, Japanse, Italiaanse en Amerikaanse modellen. Op zich niks mis mee, maar liet je mensen de vergelijkbare modellen zien met de naam van de oorspronkelijke bouwer er op, schatte men die wagens meteen wat lager in.
En dat was zeker bij de Japanse productie onterecht. Japanse auto’s zijn per definitie loeibetrouwbaar en gaan ook lang mee. Japanners kunnen echt auto’s bouwen en zijn razend innovatief. Maar dat sterke imago geldt ook voor wagens die dezelfde Aziaten tegenwoordig laten bouwen in Portugal, Frankrijk, Engeland, Turkije of waar ook. En dat soort landen staat als het om eigen merken gaat meteen op een heel ander niveau. Onlangs las ik een Duits onderzoek naar hoe men bepaalde auto’s ervoer na pakweg 2 jaar rij-ervaring. Dan ging het om zaken als betrouwbaarheid, evt. storingen, reparaties etc. Zeer opvallend, van de identieke drieling (en in Tsjechie gebouwde) Toyota Aygo, Citroen C1 en Peugeot 108, scoorde de Toyota veel beter dan de Franse zusjes. Toyotarijders vonden hun compacte auto kwalitatief veel beter dan mensen die voor zo’n Franse versie gingen. Wat vreemd is want ze zijn echt volkomen en tot de laatsche technische bout en moer identiek!!
Diezelfde situatie zie je bij de in Slowakije gebouwde VW UP!, Skoda Citigo en Seat Mii. VW rijders zijn veel kritischer op hun UP! dan de vaak zeer merktrouwe Skoda- en Seatrijders. Het vooroordeel is soms hardnekkig. Net als voldoende kennis van zaken. In een globaliserende wereld is niets meer wat het lijkt. En dat wordt niet beter. Nu zijn veel merken nog uitgerust met redelijk unieke technieken. Maar als je kijkt naar elektrische auto’s is straks de aandrijflijn bij alle merken ongeveer gelijk. Je krijgt een pakket accu’s, een elektromotor en wat elektronica. Het imago zal er zeker onder lijden. Al zijn er altijd mensen die menen dat een in China gebouwde Volvo toch een superieure auto is aan een door Duitse arbeiders gebouwde Audi. Snappen doe ik het niet, maar dat zal vast komen door de beroepsdeformatie die mijn deel is na een decennium of vier in die handel. Hoe dan ook, imago zit tussen de oren, en heeft meestal weinig van doen met de werkelijkheid. Als je dat maar weet….
Volgens een ooit geraadpleegde (ex)collega van het toenmalige werk waar ik van wist dat hij ‘speciale gaven’ bezat, was mijn beschermengel een wat oudere Chinese man die mij weerhield van al te bruuske stappen in het leven en me net beetpakte als het weer eens dreigde fout te gaan. De betreffende collega ‘zag’ die man achter me staan. En eerlijk gezegd gaf me dat wel een prettig gevoel. Immers je wilt graag beschermd worden. Als kind door je ouders, in een relatie door je partner(s), en als je later het tijdelijke voor het eeuwige verwisselt hoop je dat al die beschermers op je staan te wachten. Al dan niet uitgerust met vleugels en een warme glimlach. Het oude katholieke denken is toch niet helemaal verloren gegaan bij me. Want in die godsdienst is er altijd wel ergens een of andere engel of heilige te vinden die iets voor de gelovigen doet. Overigens komt dit dan weer voort uit veel andere geloven waar men voor ieder doel wel een of andere god bedacht die je kon helpen op het gebied van de strijd, liefde of zelfs de oogst.
Toch ben ik wel overtuigd dat ik af en toe een engeltje op de schouder heb gehad. Ik beschreef al eerder dat ik onlangs van de trap kegelde. Pijnlijk, alles bont en blauw, maar zonder al te veel ernstige gevolgschade. Ik ben trouwens als kind zijnde al een paar maal aan de dood ontsnapt. Avontuurlijk kind als ik was liep ik nog wel eens in een sloot of wat tegelijk. Figuurlijk, maar zeker ook letterlijk. Drijfzand was twee keer in mijn jonge leven een ernstige bedreiging voor mijn voortbestaan en gelukkig werd ik er in beide gevallen op het laatste moment uitgehaald. De omgeslagen kano in het Almeerse Weerwater en de zwemtocht voor het leven die daarop volgde is bij mijn omgeving sinds de jaren tachtig waarin dat speelde, een bekend en huiveringwekkend verhaal. De dood in de ogen kijkend kwam ik toch net op tijd aan de kant nadat ik echt dacht dat het nu dan zo maar over was. Ik heb op mijn toenmalige fietsen en brommers dingen meegemaakt die achteraf gezien best heftig waren en hadden kunnen leiden tot veel ernstiger schade dan dat van het jeugdig trotse maar ook gedeukte imago.
Immers, niemand reed zo goed op die tweewielers als ik. Maar de vele crashes die ik meemaakte gaven toch te denken. Gek genoeg heb ik dat met vierwielers zelden of nooit meegemaakt. Al stond ik nog een keer achterstevoren op de snelweg toen een van de remmen van mijn toenmalige Oldsmobile aan een kant vastsloeg en de auto 180 graden deed draaien. We vlogen tussen het omringende drukke verkeer door en eindigden naast de vangrail zonder ook maar een enkel schrammetje. Die oude Chinees had het er maar druk mee. En als je dat lijstje zo ziet verdient hij dus ook een compliment. En een oprecht bedankje. En moge hij nog maar niet met pensioen gaan voorlopig…
Als eerste bewijs van de verhuizing van kennis, achtergrond en interesse vanuit mijn tien jaar lang bijgehouden autoblog naar dit toch meer algemene mening blog deel ik vandaag informatie met u over een buitengewoon bijzondere auto; de Shelby Daytona. De wat?? Zult u wellicht denken. En dus even wat achtergrondinformatie. Carroll Shelby was een Amerikaanse tuner die zich vooral richtte op modellen van Ford. Zo verbouwde hij de vermaarde Mustangs uit de eerste periode om tot meer dan respectabele sport- of circuitwagens en dat sloeg in de VS enorm aan. Maar Shelby kreeg pas echt een eigen naam en faam toen hij een Engels sportwagenontwerp overnam van AC en daar een werkelijk schitterend presterende open en zeer aansprekende auto wist te maken. De Shelby Cobra was geboren en zijn brullende motorgeluid en de zwarte strepen op straat bij vol gas wegrijden waren legendarisch.
Voor het echte racewerk waren die Cobra’s ook wel geschikt, maar bij de echte grote wedstrijden kwamen ze net niet voldoende uit de voeten. Dus besloot Shelby een bijzondere reeks auto’s te bouwen die op zouden kunnen tegen de vooral Europese concurrentie. En zo werd de Daytona Coupe geboren. Gemaakt in 1964 en 1965 en voorzien van de basistechniek die ook al bij de Cobra Roadster dienstdeed. De prachtig vormgegeven auto’s kwamen wereldwijd in actie en deden het bijzonder goed. Shelby verhuurde zijn wagens aan teams die er goed mee uit de voeten konden en zo won hij niet alleen prijzen maar kreeg ook extra vermaardheid. Aardig is dat deze racewagens van het begin af aan prima deden.
Met name toen een ontwerper bij vliegtuigbouwer Convair de achterkant van de Daytona nog eens opnieuw uitvond en de wagen daardoor langer werd en aerodynamisch verbeterd. De Daytona’s deden een paar jaar lang prima zaken voor de autobouwer die Shelby uiteindelijk toch was. Er werden in totaal zes van deze supersnelle en fraaie auto’s gebouwd. Een groot deel daarvan bestaat nog steeds en staat in musea of privécollecties uitgestald. Als eerbetoon aan een man voor wie ‘normaal’ niet goed genoeg was. Het kon altijd sneller, beter, vooruitstrevender. Zijn naam leeft voort in de vele auto’s die hij (ver)bouwde en nog steeds hoog op verlanglijstjes staan van petrolheads die niets moeten hebben van batterijauto’s. Nee een Shelby is bijzonder…de Daytona de eredivisie van bijzonder! (Beelden: Internet)
Ik kan mij nog goed die vroegere edities herinneren van het jarig zijn. Feestjes waar je als kind aardig door van de leg kon raken. Immers, in die vroegere jaren was verwennen geen normaal gedrag binnen hard werkende gezinnen waar geld verdienen nog wat meer voor de toekomst was weggelegd. Maar die verjaardagen waren feestjes. Je kon er meestal ‘s-nachts slecht van slapen. Hoopte op een stukje extra aandacht, op een taartje of een erg aardige cadeautje. Want ook dat was natuurlijk niet zo maar een vaststaand gegeven. Kinderen van nu menen al snel dat zij recht hebben op de inhoud van een half filiaal van Bart Smit of Intertoys, maar in onze jonge jaren was je al blij met een enkele Dinky Toy. En gelukkig kwamen die er ook altijd. Gekoesterde modellen die ik in veel gevallen nog steeds bezit. Hoe fraaier dat model, hoe meer je te melden had als later op die dag de familie voorbij kwam. In ons gezin was die familie niet zo groot, maar wel gretig waar het ging om informatie inwinnen over hoe het ons verging.
Hoe beter het gezinsinkomen aan onze kant ontwikkelde hoe zuurder er aan de andere kant van de familie werd gekeken. En wij waren zodanig geindoctrineerd dat we dan in ons kindervuistje lachten om die afgunst. Immers, in de rest van het jaar was het bepaald geen overbodige luxe allemaal. Maar dat ophouden van het imago was altijd belangrijk. Later werden de verjaardagen minder belangrijk. Ik zag zelfs een aantal jaren af van viering, omdat we dan mensen op bezoek kregen die net als vroeger alleen maar kwamen kijken hoe het ging en of we niet te veel kapsones hadden ontwikkeld. In onze families een doodzonde. Doe maar gewoon en zo. Maar de vrienden die we ook toen al koesterden waren veelal meer dan welkom. De cadeau’s daarbij minder belangrijk dan in mijn jeugd. Toen we iets ouder werden werd de verjaardagviering een blijmoedig onderdeel van de vrije tijd.
Die schaars was geworden door het vele en harde werken. En nam ik meestal een drankje om het feit te vieren dat ik er nog was. Zeker na rampjaren (zoals in 1988 toen we met veel narigheid te maken kregen) koester je toch het feit dat je weer een jaartje ouder mocht worden en de gezondheid jou niet in de steek liet. Ook als je iets meemaakt wat heftig is (zo viel ik net voor de Kerst van de trap die onze derde met de tweede verdieping verbindt en ik daarbij alle dertien treden pijnlijk beroerde en en-passant ook nog een leuning sloopte) bedenk je je wel dat het nooit zeker is dat je die volgende verjaardag zo maar automatisch mag meemaken. Kortom, als je dan jarig bent moet het gevierd. En dat doen we morgen. Op de zesde! Het aantal kaarsjes wordt telkens groter, maar mij hoor je niet klagen. Ik vrees wel dat die Dinky Toys er niet meer inzitten dit keer. Zijn andere dingen voor in de plaats gekomen en ach….die modellen koop ik tegenwoordig zelf. In veel te grote aantallen, de familie zou er van opkijken!!
Tja, bekende goede voornemens gaan ook aan mij niet voorbij natuurlijk. Beetje letten op de eterij, wat minder stress, trachten nog meer te genieten, uitkijken naar hoe de toekomst ook dit jaar weer vorm gegeven moet worden. Maar ook op bloggebied zien dat ik de zaken wat in elkaar schuif. Zoals ik een jaar eerder ook al deed toen ik mijn Belgische schaduwblog, waar vooral horeca-ervaringen werden gedeeld, stopte en hier integreerde. De regelmaat van die specifieke berichten nam wel af, maar als het voor komt zal ik het zeker niet laten. Ook ga ik kijken of ik af en toe wat autonieuws hier kan integreren. Het autoblog kreeg het aan het einde van het afgelopen jaar lastig. Althans de overkoepelende organisatie die de vele blogs jarenlang online zette waaronder het door mij verzorgde. Helaas bleek dat men op een of andere wijze ineens problemen kende met de financiering en staakten vele bloggers daarop hun tekstaanbod. Waaronder ik. Afspraak is afspraak. Maar er zijn voldoende verhalen te vertellen over die automobiele wereld.
Goed voornemen om dat zo te houden. En dus wat intensiever te schrijven af en toe. Ik neem me ook voor om zaken eens op te ruimen. Of het er van komt? Ik was dat in 2017 ook al van plan. Kwam niet zo veel van terecht. Maar goed je weet nooit hoe het gaat en wellicht verras ik mijzelf wel op dit punt. Afwikkeling van een bedrijfje zoals ik dat toch een kwart eeuw voerde zorgt ook voor veel administratie en het wordt tijd om die nu eens op te ruimen. Allemaal overbodige ballast. Kortom, mijn voornemens zijn weer goed en nuttig. Hoe zit dat met mijn lezers??? Ook al bezig met wat je jezelf op die 1e dag van het nieuwe jaar had of hebt voorgenomen?? Vertellen hoor!!
Gezondheid, geluk, liefde, mazzel, succes, vrijheid, geduld en zo meer wens ik u allen toe voor dit fris gestarte jaar 2018! Laten we nou met zijn allen eens zorgen dat we wat meer naar mekaar luisteren, niet meteen veroordelen, ook niet trachten om de eigen overtuiging op te leggen aan anderen. Bekeren is leuk voor hen die daar om vragen, maar 99,9% van de mensen wil dat niet. Kortom, hou het leuk en maak er een lekker jaar van. Dan komt het wellicht allemaal goed met onze kleine en ook de grote wereld……