In mijn vervolgverhaal over leven en werken met /voor de Vliegende Pijl beschreef ik al eens wat ik als dealer-vertegenwoordiger zoal meemaakte. En en-passant kwam er ook wel eens een klantje voorbij dat speciale indruk maakte. Maar er waren in mijn toenmalige leven veel mensen die de showroom of werkplaats bezochten die indruk maakten maar het opgeknipte verhaal indertijd niet haalden. Zoals veel vertegenwoordigers in dat prachtige vak valt er veel te vertellen over ervaringen met prospect-kopers of klanten die in een auto van een van onze merken gingen rijden. Zo herinner ik mij een cliente die uit Amstelveen afkomstig was en trouw was aan ons Tsjechische wondermerk. Maar de indruk maakte geestelijk niet alles op orde te hebben. Niet dat het een iets met het ander van doen had, maar dit was toch wel een bijzondere dame. Ze kwam soms binnen met een schaterlach, de volgende maal met een gezicht dat op donderen stond. Ze was vrijgezel en lonkte naar veel van onze technische lieden, maar die vonden haar denk ik een beetje ‘eng’. Hoe dan ook, op een dag stapte ze binnen met haar broer.
Was zij nog wel netjes gekleed en vaak naar de toenmalige mode opgemaakt, haar broer leek een type dat elke nacht ergens op een bankje in het park sliep. Maar daar mocht je mensen niet op beoordelen. De man had weinig geld, zijn zus hielp hem, want hij wilde een auto kopen. Tweedehands, liefst bijna nieuw voor pakweg 1500 gulden. Dat was ook indertijd een schijntje en geen garantie voor iets echt jongs. Gelukkig hadden wij wel wat staan. Achter op een als parkeerplek voor uitgedienden klein stukje land stonden de wagentjes die normaal richting ‘handel’ gingen en daar tussen stond een Skoda Coupe in een verkleurde rode lak die al wat zuchten en steunen achter zich had gelaten. Dat moest hem worden. Technisch was de sportieve Skoda goed in orde. Maar die lak was wel een dingetje. Toch kocht het stel de auto en verdwenen er blij lachend mee. Paar dagen later kwam de man alleen terug. Buiten stond een glimmende Skoda. Leek wel opnieuw gespoten. Daar had hij toch het geld niet voor? Nee! Maar een potje Jif had wonderen verricht. Wij keken elkaar maar even aan en wensten hem succes. De eerste de beste regenbui zou hem snel uit de droom helpen van zijn uitvinding wisten we!
Een ander voorbeeld van een bijzonder klant was een ontwerper die ergens op het terrein waar ons bedrijf gevestigd was zijn nering verdiende. Hij was bekend, want munten met betaalwaarde waren van zijn hand en ook de Amsterdamse musea hingen werk van hem neer. Hij kocht van een van zijn opbrengsten verkoop kunst een nieuwe Hyundai Pony. Prachtig bordeauxrood van kleur, speciale uitvoering en met grote achterklep waardoor hij beelden en schetsen makkelijk kon vervoeren. Na een jaar was de auto veranderd in een grote vieze rijdende bende. Buiten- en binnenkant onherkenbaar grijs geworden. Net als ‘s-mans overall. Toen de Hyundai voor grote service in de werkplaats kwam deed ik iets wat andere klanten vaak erg op prijs stelden. Even de auto laten wassen en de binnenkant reinigen. Er stond weer een prachtige Koreaan klaar voor ophalen. Maar de kunstenaar vond het allemaal maar niks. Hij moest dan weer teveel wennen aan dat schone interieur. Twee dagen later was de auto weer even vies van binnen en hij had vermoedelijk speciaal een paar modderpoelen opgezocht om doorheen te raggen om dat grijze weer terug te krijgen op de flanken. Een Pietje smeerpoets dus, maar ach, het was zijn smaak en eigendom en wij waren vermoedelijk te naief geweest…..(Beelden: Yellowbird/Internet)


We werken graag, we genieten van onze vrije tijd, ons gezin, de vrienden, de dieren. We kunnen eindeloos kakelen over politiek, over het voetballen of de prestaties van een of andere plotseling in de belangstelling staande volksheld, maar verder trekken we ons net als slakken terug in onze huisjes. En nu we het daarover hebben, onze huisjes hebben we ook op wielen beschikbaar en dan toch het liefst in een tamelijk zakelijke en opvallende kleur; grijs! 34% van de Nederlandse automobilisten kiest voor die kleur. En daarmee bekennen we meteen mijn stelling. Die Nederlander is geen opvallend menstype. Want de volgende kleur op het voorkeurlijstje is zwart (24%), gevolgd door blauw (15%). Bij de meer opvallende kleuren zien we geel staan met maar 1% van de Nederlanders die dat als voorkeur geeft. Of Beige waar evenveel mensen voor gaan. Blijft toch bijzonder. En juist die mensen zetten zich weer af tegen hen die gaan voor dat grijze gemiddelde. Ze willen opvallen, aandacht, laten zien dat zij zich niets aantrekken van de buitenwacht. Of ze dat dan ook thuis stringent doorvoeren is de vraag. Je moet het niet overdrijven natuurlijk. We blijven Nederlanders tenslotte.
En o ja, als we dan kiezen voor een grijze of zwarte auto is die in bijna 38% van de gevallen van Duitse herkomst. Op afstand gevolgd door Franse liefhebbers met dik 19% en Japan waar 15,5% van de mensen voor gaan. De toch altijd voor levensstijl staande Italianen zijn nog maar bij 2,1% van de Nederlanders in trek. Liefst in opvallend rood wellicht. Wat bij kleurkeuze nu net weer niet meer dan 7% van ons Nederlanders trekt. Kortom, hoeveel selfies je ook maakt, in wezen zijn we gewoon maar gemiddelde mensen met een standaard smaak. En o ja, voor u denkt, die mening gever is dat dan een uitzondering? Nou…ik ga nog steeds voor Tsjechisch (4,2%) en koos de laatste keer voor blauw. Beetje een twijfelgevalletje dus… (Beelden: Yellowbird/Audi/smart/Skoda)


Zoals elk jaar reisden we ook dit keer weer met onze Soester vrienden richting een van de Duitse steden om daar van de altijd aardige Kerstmarkten te genieten. De aankleding van die steden is ook altijd warmer en leuker dan waar ook in Nederland en de combinatie met de altijd goed gevulde winkels maakt die trips het onthouden waard. Dit jaar viel de keuze op Keulen. Prachtig gelegen aan de Rijn, gezellig, en met diverse kerstmarkten die verspreid over deze stad te vinden zijn. Ons hotel lag wat buiten het centrum aan de andere kant van de Rijn, dus waren we aangewezen op het Openbaar Vervoer. En dat functioneert in Keulen toch wat anders dan in andere steden die we bezochten. Het was vrijwel ondoenlijk om een kaartje voor vier personen uit de automaten te halen die in de voertuigen te vinden zijn.
Het menu bleek onbegrijpelijk. Maar met wat hulp (..) van een controleur van dat OV lukte het ons om een kaartje te kopen. Daarna moesten we dat kaartje op vier plekken afstempelen. Onze oude strippenkaart in het kwadraat. Na zes halten waren we dan in het centrum, stonden op de Neumarkt en waren meteen in het kerstgewoel. Want op de Neumarkt staat een van die genoemde kerstmarkten. En meteen ook een leuke. Het centrum van Keulen bruist er omheen. Alle bekende grote winkels zijn er te vinden, er zijn diverse overdekte promenades, en er is de Dom. Wie in Keulen is moet daar even gaan kijken.
De grootste kerk van Duitsland en eenmaal binnen zie je pas hoe groot dat gebouw is. Alles is daar gratis te bezoeken, maar de bijbehorende schatkamer kost geld. Geen geld kost het om je heen kijken. Devotie komt in alle vormen, kleuren en maten zagen we, zeker in de buurt van het befaamde Maria-altaar, waar een zee van kaarsjes brandt. Wij deelden mee in die lichtopbrengst, want er zijn altijd mensen die het lastig hebben (gehad) en dan mag een extra prevelementje wel even. Naast de Dom ook weer een kerstmarkt. En zo bezochten we er meer. De sfeer is er top, de stalletjes gevuld met allerlei kunstzinnigheden en niet met braderiemeuk zoals we dat hier zo vaak zien. Keulen is een leuke stad. Druk ook. Heel anders dan we wel eens meemaakten in andere steden rond deze tijd. Er hangt een zekere chique zonder de protserigheid die Düsseldorf ons een paar keer bood. Leuke bestemming. Bedenk wel waar je wat wilt eten overigens, want de horeca is er bepaald niet voordelig. Een glas (goede) rode wijn voor bijna 10 euro schenkt men zo maar voor je in als je niet oplet. En dan dat OV….Maar verder?? Aanrader die stad aan de Rijn.
Als je in de oud-Hollandse tradities vandaag pakjesavond viert, al dan niet in aanwezigheid van de goede oude Sint en zijn zwart geschminkte assistent, hoop ik dat je dit vooral doet voor de kinderen of de gezelligheid. En dat je in staat bent om alle frustraties of schuldgevoelens van je af te werpen. Immers, de claims van al die gefrustreerden die menen dat Zwarte Piet een slavenrol vervult t.o.v. een knechten misbruikende schijnheilige heeft van ons feest niets begrepen. En benut dit feestje om eigen claims op schadevergoedingen vanwege een mogelijk slavernijverleden neer te kunnen leggen bij hen die weliswaar het feest vieren, maar in dat verre verleden zelden reden hadden voor feesten. Integendeel. Het merendeel van de geboren en getogen Nederlanders leefde in die jaren in grote armoede. Wie dat niet wil of kan geloven zou verplicht een rondje door de Amsterdamse Jordaan of andere toenmalige achterstandsbuurt in Nederland moeten maken. En zien waar soms enorme gezinnen werden ondergebracht in krotten, waar het water op de vloer en de wanden stond en de ratten af en toe een hapje namen uit de ledematen van de aanwezigen. Armoede troef dus.
En de rijke handelaren die mogelijk betrokken waren bij die slavenhandel hadden maar ook heel weinig op met die arme paupers in hun stad of dorp. Maar dit terzijde. Het fenomeen Zwarte Piet is een wonderlijke samenstelling van een beroet gezicht, en een pakje dat nog het meest doet denken aan wat nobelen aantrokken in de tijd van de Tachtigjarige oorlog. Zwierig, zelfverzekerd en helemaal niet in dienst van die oude man die zelfs niet in staat was om zijn ‘grote boek’, toch een equivalent van de Bijbel uit vroeger jaren, te dragen. Net zoals misdienaren dat doen tijdens de heilige katholieke missen. En ook die dragen bijzondere pakjes. Aankleding die niet meer van deze tijd is, maar dat geldt ook voor het geloof op zich. Wie dat nu weer wil invoeren overschrijdt grenzen van de persoonlijke vrijheid die ons volk nu eenmaal sinds de jaren zestig van de vorige eeuw heeft bevochten. Schijnvertoningen passen bij ons.
Laten we wel zijn, 50 jaar geleden was een kerstboom in bepaalde kringen verboden. Heidens gebruik. Nu overal in zwang. De befaamde pakjesavond werd min of meer vervangen door surprise-party’s onder vrienden of collega’s. En dan elkaar maar gedichten schrijven met de meest vreselijke inhoud. Om daarna een cadeautje te krijgen waar je helemaal niet op zat of zit te wachten. Dat was vroeger wel anders. Wij zaten om de kachel, toen nog op kolen gestookt, zongen ons de blubber aan die oude smartlappen die rond dit feest hangen en kregen dan een hartverzakking als er ineens op de deur werd geramd. In de gang stond dan een wasteil (die van ons zelf..) vol pakjes. Net als we dan op het gemakje aan het uitpakken van deze vele presentjes begonnen, stapte ‘pa’ dan binnen. Die was altijd net even sigaretten wezen halen…jaja. In de door de Sint gebrachte pakjes zelden wat je had gevraagd…wel sokken, ondergoed, een bootje dat niet wilde blijven drijven, een auto van een gulden etc. etc. Veel gedoe voor weinig. Maar je was er apentrots op. Een feestje voor de kinderen. Tegenwoordig gekaapt door een kleine groep volwassenen die nog steeds meent dat alles wat in onze samenleving plaats vindt hen kwetst. Op hun tenen wordt gestaan omdat ze er anders uit zien. Maar vaak komt dat eerder door hun eigen afwijkende gedrag. Als men daar nu eens mee ophoudt wordt het wellicht weer een echt leuke samenleving. Pas je gewoon aan en wacht op dat bonzen op de deur. Wie weet zit er wel een pakje in die teil. Ook voor jou. Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe. Ik wens alle lieve bloglezertjes een fijne Sinterklaasavond toe! (Beelden: Internet)
Noem het een groot ego, een stevig karakter, eigenwijsheid of wat ook, maar feit blijft dat ik in mijn leven zelden afstand deed van de bij mij bekende waarheid. Blauw is blauw, groen groen en rood rood. Ik ben niet zo van de nuances en wie me wel eens tegenkwam in discussies zal dit direct onderkennen. Waar het vandaan komt? Vermoedelijk een genenkwestie, want ook bij de directe familie zat of zit dit in het bloed. Van vaders en moederskant. Stevige meningen, uitspraken en daarbij aardig vast in de schoenen staan. Het bepaalde voor een deel het verloop van de carrière. Voor mij was niveau van denken, kennis, ervaring bijvoorbeeld veel belangrijker dan allerlei theoretische verhalen van mensen die zaken oreerden die mij compleet vreemd waren. Ingewikkelde analyses? Ook niet voor mijn manier van denken voorbestemd.
Geen daden maar woorden?! Kon rekenen op stevige kritiek en vermaningen. In mijn vervolgverhaal over dat (grote) deel van mijn professionele carrière komt dat regelmatig voorbij. Het is wat het is en niets is wat het lijkt. Keep it stupid simple en maak het niet ingewikkelder dan het is. Mijn en dein, je blijft af van mijn verantwoordingsgebied. Werkt voor je zelf prima. Tot je natuurlijk een muur van beton tracht te slechten met je blote handen of niet in de gaten hebt dat meepraters plotseling messen in je rug steken. Symbolisch, maar toch. Het overkwam me allemaal. Zelfs in hoeken waar je het niet verwachtte. Onlangs had ik hierover een gesprek. Met iemand die zelf aangaf ‘het niet zo belangrijk te vinden wat zij zelf of anderen over bepaalde dingen dachten’. Geen zin om discussies te voeren, gewoon meebuigen en toegeven.
Maakte haar heel gelukkig. Onderdanig, niet zo van het egocentrische en ook heel gelukkig in het leven. Dat is naar mijn idee vrij vrouwelijk. Dames doen dat ook om leuk en lief gevonden te worden, een eigenschap die mij aardig vreemd was en is. De hork komt eerst, de leraar daarna en de wat botte manager op de koop toe. Daarbij heb ik de eigenschap snel te leren, te snappen waar zaken over gaan en direct te kunnen reageren. Ik bestudeer slechts belangrijke geachte contracten goed, maar verder zijn daarbij vaak een paar zinnen relevant. Zo lees ik ook boeken uit de opgebouwde bibliotheek en kan ik daardoor meestal snel bepaalde items terugvinden. Zij die mij echt goed kennen (veel mensen menen me te kennen zonder iets over me te weten…zoals ik onlangs op Linkedin en bij dit bloggen weer eens ervoer) weten wel dat veel van wat ik zoal oreer ook is doordrenkt van mijn Amsterdamse ironie, mijn ook ingebakken gevoel voor humor en dat niet alles zo sterk is bedoeld als het eruit komt. Net als de inhoud van dit blogje. Eigenlijk vooral lezen met een glimlach om de mond s.v.p. Gewoon even een Selfieverhaal met een knipoog. Of toch….?! (Beelden: Internet/archief)
Voordat ik chronologisch nog even verder ga met beschrijven van al die Skoda’s die mijn leven beheersten (..) wellicht even goed om aan te geven waaraan die eerste auto moest voldoen en wat er zoal mee werd gedaan. Natuurlijk diende hij voor het woon-werkverkeer dat in die dagen nog vooral plaatsvond tussen de nieuwe Amsterdamse wijk Bijlmermeer en mijn werkplek op Schiphol. Maar we deden er flink meer mee. Ritjes naar en in Duitsland waren in die jaren ook al regelmatig aan de orde van de dag, week of maand. We hadden er familie wonen van mijn vrouw en die zetelden allemaal in het Ruhrgebied. Dus we gingen nog al eens op en neer. Maar ook een vakantietripje naar Moezel en Rijnland werd met de rode Tsjech keurig, zuinig en veilig uitgevoerd. Hellingen waren soms best een uitdaging, maar met vier man en een pak bagage kwamen we altijd boven en vertraagden ons op de motor en het gescheiden remsysteem ook weer veilig een weg naar beneden. Ook al was de auto in die jaren gevoelig voor onderhoud, ging er van alles en nog wat aan stuk (niks bijzonders in die dagen, want de meeste wat goedkopere auto’s waren zo in elkaar gestoken dat je bijna constant bij de garage stond..), als het er op aan kwam deed de ‘rode’ wat ik er van verwachtte. (Foto: De gele Skoda S100 die ik gebruikte van 1973-76 was van een heel andere orde dan zijn rode voorganger)
Twee keer stond ik er in de 2,5 jaar gebruik onderweg mee stil. Een keer vlak bij Amstelveen toen een klein palletje van de rotor in het ontstekingssysteem afgebroken was. Precies halverwege werk en thuis. De wegenwacht kwam en repareerde het onderdeeltje met plakband. Ik kwam er mee thuis en de volgende dag naar de dealer. Onderweg in Duitsland staakte op enig moment het gaspedaal elke functie. De gaskabel (jaja, toen ging dat nog zo..) was precies bij het mechaniek achter het pedaal los geschoten. Met wat moeite en gevloek kon ik dat zelf repareren. Verder deed ik met de rode Skoda nog het een en ander voor het werk. We hadden indertijd nog wel eens wat te doen in Maastricht en dan reed ik met de rode Tsjech even op en neer. Er stond een aardige onkostenvergoeding tegenover, en dan kwam je met die Tsjechische auto’s aardig uit. Met de tweede Skoda, een okergele, die ik vanaf de zomer van 1973 tot mijn beschikking kreeg na inruilen van de rode, ging het eigenlijk precies hetzelfde als bij die eerdere S-100. Met een verschil. Of het nu in de kleur zat of in verbeterde kwaliteitszorg in het Tsjechische Mlada Boleslav, die gele auto was bijna een klasse beter. Hij reed fijner, was absoluut pechvrij, roestte minder en was op een of andere manier veiliger. (Op de foto met de rode Skoda in 1972 samen met de opa van mijn vrouw met wie ik een prima band had. Samen in Bottrop (D))
Toch ging ook hierbij de kilometerstand vrij hard omhoog, zodanig zelfs dat ik na een jaar of 2,5 weer dacht aan opvolging. Nu moest er maar eens een luxe en snelle versie komen. Skoda had die in huis met de S-110LS, een auto met een 1100cc motor die men wat had opgepept en die extra luxe was uitgerust. In de neus zat o.a. extra verlichting, die vooral goed was om anderen even een signaal te geven dat je er met de Skoda langs wilde. De auto bezat zelfs interval op de ruitenwissers……Kortom, een aantrekkelijk auto voor een Skodafreak zoals ik. Nieuw was hij wel wat boven budget, maar met wat steun van links en rechts uit de familie en het nodige gespaarde eigen geld kwam de nieuwe okergele LS medio 1976 in gebruik. Het was precies een jaar voor de opvolger van deze reeks zou worden verkocht, maar dat wist ik toen nog niet. Met de LS voelde ik me King-of-the-road en gedroeg me ook zo. De auto was vlot genoeg om er mensen mee te jennen die in langzamere modellen voortbewogen en de kleur opvallend genoeg om anderen te irriteren. Toch bleek het een prima wagen, die nog eens extra was uitgerust met een geweldige radio en zelfs bij bestelde mistlampen onder de voorbumper. (Foto: De S110LS uit 1976 was een lekker opgetuigd exemplaar dat buitengewoon goed reed)
Vrouwlief vertelde onlangs een kleine anekdote over ervaringen tijdens haar voorjaarstrip naar Hong Kong. Een stad die haar veel plezier verschafte en haar echt het gevoel gaf in een andere wereld te vertoeven. Wat ook zo was natuurlijk. Haar herinnering ging over het fenomeen straatverkoop daar. En die behelst niet alleen eten, drinken of de bekende prullaria die toeristen graag mee terug nemen als bewijs van hun verblijf daar. Nee, Hong Kong kent een heel specifiek soort verkoop, de klaar-terwijl-u-wacht kleermakers. Een fenoneem dat al decennia lang bestaat. De dames trapten er niet in, mijn toenmalige chef ‘Ruud’ wel! Die ging ergens in de jaren zeventig die kant op om onze agent in die streken eens persoonlijk te ontmoeten en tot grotere handelsdaden te bewegen. Nu was dit voor Ruud geen echt probleem. De man kon verkopen dat het een lieve lust was en hij was daarnaast van de meer dan gezellige Mokumse soort dus kon zaken doen in elke kroeg over de hele wereld.
Hij ging voor minstens een week die kant op en kreeg een aardige vrijbrief mee plus het nodige kasgeld. Het bedrijf op Schiphol draaide intussen onder mijn persoonlijk aansturing vrolijk verder. Het waren drukke tijden toen. Hoe dan ook, toen hij terugkwam uit Hong Kong had hij niet alleen een dikke koffer vol contracten bij zich, de Hong-Kong-agent had zich kennelijk extra uitgesloofd, maar hij droeg ook een nieuw kostuum. Iets waarop je hem zelden kon betrappen. Hij had iets ‘goors’ over zich normaal. Poerde met pennen in zijn oren en veegde dat dan af aan zijn sokken. Zo iemand. Een nieuw pak was dus echt apart. Maar dat bleek ook zijn indertijd uitverkoren kleur. Een blauwe kleur die je in die jaren alleen zag bij de Sovjet-Russische luchtvaartmaatschappij Aeroflot. Communistisch blauw. En ook nog met een glans in de stof. Hij zelf vond het prachtig.
Wij keken er met een zekere ingehouden glimlach naar. Ik hield me in, want hij had voor mij een reeks nieuwe contacten bij zich waarmee ik mijn afdeling aardig kon ophogen in de vaart der volkeren. Hij paradeerde intussen in dat nieuwe pak in de rondte en liet overal en iedereen weten hoe dat was gegaan. Mannetje in zijn hotel, speciaal aanbod, op de hotelkamer even een maatsessie gedaan, volgende dag was het pak klaar. Helemaal in zijn maat en stijl. Hij was er verguld mee. Zeker voor die prijs. Toen ik het verhaal van vrouwlief aanhoorde moest ik weer glimlachen. Aeroflot-blauw kwam weer even voorbij. Het pak was nog van behoorlijke kwaliteit ook. Hij droeg het regelmatig en vele jaren lang. Dus eigenlijk was hij slimmer dan wij hadden ingeschat. Maar die smaak….nee, dat zat niet zo best…




