
In het verre verleden, ik spreek nu over de periode na WO2 maar wel voor de echte economische groei die we in de jaren 60/70 meemaakten, was het bezit van een auto voor de gemiddelde hard werkende huisvader/moeder een droom die veelal net zo lastig bereikbaar leek als het nu oogt voor hen die een eigen huis zouden willen bezitten of desnoods huren. In Nederland fietsten we, we reden op brommers of scooters en de wat rijkeren bezaten een ‘Amerikaan’ of ‘Brit’ van enige omvang. Dat vond ook in de landen om ons heen plaats en dat leidde op enig moment tot een ware vlucht in micro-autootjes op drie of misschien net aan vier kleine wielen.

Achterin bij die karretjes zat vaak het tweetakt-motorblokje van zeer bescheiden omvang en met een heel gezin in zo’n ding stappen was best een oefening. Bekend werd de Messerschmitt Kabinenroller die op zijn gemak onder vrachtwagens door kon rijden. Niet zo handig als je hield van veiligheid want die kleine driewieler had een perspex-vliegtuigkapje boven de twee achter elkaar zittende berijders. Ook de BMW Isetta was zo’n karretje. Daar was de hele opbouw van metaal, maar de enige deur zat van voren en daar hing ook het dashboard en stuurwiel aan…

Bij een aanrijding kon men je meteen in het restant van dat voertuig begraven. Heinkel had ook zo’n autootje, net als nu verdwenen merken als Fulda, Trojan en Zundapp. De een wat ruimer dan de ander maar allemaal in onze huidige tijd bekeken miniatuur van formaat naast zelfs een Fiat 500 van de oudste generatie. Lloyd was een iets ruimer geschapen automobiel op vier wielen.

De Alexander van dat merk een bijna volwassen voertuig op zakformaat maar met volle last en met een 2 cilinder blokje van 700cc moest je nou ook weer niet overdrijven qua verwachtingen. Een fabrikant die het ook snapte was het Duitse Glas met haar Goggomobil. Door de jaren heen uitgerust met motoren van 250, 300 of bijna 400cc hield deze wagen het nog vrij lang vol. Dat Glas als fabrikant bouwde ook nog een ‘sportief’ aandoende variant die als Coupe werd verkocht.

Maar bij 90km/u was het bij al dat spul wel over met de pret…Toen fabrikanten als Fiat de 500 en Austin de Mini uitbrachten was het plezier van die dwergmobielen er wel af. En langzaam aan was men ook die auto’s met hun ‘brommermotoren’ wel zat. Dat gold nog niet voor de meeste mkb-ers die een driewielige Tempo of Goliath hadden aangeschaft.

Ze hoefden zo niet meer met hun handelswaren door de straten te fietsen of over bruggen heen te beulen. Met de simpele gemotoriseerde driewielers ging dat net even beter. En je zag ze overal in stedelijk gebied rondrijden. Toen die winkeliers en handelaren wat meer verdienden kochten ze later overigens vaak een VW Bus of een Ford besteller. En waren de tijden van die nostalgische knetterkarretjes voorbij. Ze verdwenen heel snel uit het straatbeeld. In Duitsland houdt men ze vaak nog in ere via allerlei clubs en van sommige van die wagentjes bestaan nog aardige voorraden onderdelen. Rijdend over rustige landweggetjes zijn het prima wegwijzers naar een andere tijd. Toen alles nog simpel en duidelijk was. Misschien dat men ze daarom in ere houdt en bewaart??? Heb je zelf ook nog herinneringen aan dit soort voertuigen?? Of heb je iets van mijn verhaal opgestoken?? Dat was de bedoeling…(beelden: Archief)






Als alles volgens plan gaat krijgen we aan het einde van deze maand een ploeg professionals in huis die de bestaande ramen en deuren zullen verwijderen en vervangen door milieuvriendelijk en isolerende kunststof met HR++ glas. Rib uit het lijf zo’n operatie, maar goed daar krijgen we dan best iets voor terug. Als de leveranciers hun werk goed doen betalen wij de rekening. Maar voordien moet er veel gebeuren. Wij zijn lieden met een geschiedenis. Een bibliotheek zou zich niet schamen voor onze verzameling boeken op velerlei terreinen en verder zijn we goed voor hobby’s en huisdieren. Dus dat moet allemaal van de kant. Minstens een meter volgens opgave van de installateurs. En dat dagen lang. Men begint aan de achterkant, de tuinkant bij ons, dus wat daar in die kamers staat (en de keuken) moet opgeschoven naar de kern van het huis. Maar wel op zodanige wijze dat we nog wel kunnen leven in dat huis van ons. Andere zaken moeten afgedekt. Logeerbed naar zolder, stel je voor dat er een gast komt slapen moet die ook ergens heen.
We moeten een schema maken voor de drie katten. Razend nieuwsgierig en ook zeer geinteresseerd in het verboden buitengebied. Daar moet dus in huis een safe-room voor gevonden worden waar in- en uitlopende werklieden ze niet uit kunnen laten ontsnappen. Kortom, het wordt spannend in de komende weken.
Mocht je af en toe merken dat we even minder actief zijn op dit blog of de sociale media, het is niet anders, maar heeft geen andere reden dan deze. Zo’n 10 jaar geleden hadden we een soortgelijke situatie. De grote verbouwing van keuken en tweede etage zorgde voor het nodige geimproviseer. We maakten een kleine tijdelijke keuken in de huiskamer zodat we nog wel iets konden eten. De reguliere keuken bestond niet meer, helemaal kaal gesloopt door de aannemer. Dat gold ook voor de meterkast en de gang. Was best confronterend. Op de tweede etage werd de boel een paar maanden later helemaal gesloopt en aangepast aan de gewenste nieuwe situatie.



Op een vrijdagmiddag laat ging de telefoon. Bij toeval was ik nog op de zaak en nam die centrale telefoon aan. Het bleek de secretaresse van de Heer H. R.* te zijn. Nu was dat voor mij iemand op grote afstand, maar hij was indertijd wel de grote baas van het autohuis van Pon waar men VW en Audi verkocht. De dame in kwestie vroeg me of ik verantwoordelijk was voor die Service-Mobielen en het persbericht. ‘Ja’ antwoordde ik oprecht. ‘Wilt u dan als de bliksem zorgen dat er een correctie op het persbericht uitgaat?! En ook dat de logo’s van VW en Audi van die door u geleverde servicewagens worden gehaald!?’. Mijn antwoord was dat ik dit toch wel even eerst met mijn ‘baas’ wilde overleggen. Dat het echter ‘nu vrijdag was en ik de man niet kon bereiken‘. ‘Ik geef u namens de heer R. de waarschuwing en opdracht om dit alsnog NU te doen’…dreigde de dame. Ik nam het verder maar even ter kennisgeving aan. Maandag was vroeg genoeg. Het bleek in dit geval te laat. Hoewel mijn directe chef Jaap van Rij er na horen van dit verhaal niets voor voelde om die logo’s van de auto’s te laten halen en al helemaal niet om het persbericht te herzien had deze affaire voor mij persoonlijk een paar vervelende gevolgen. Dat bleek op enig moment tijdens de Bedrijfsauto-RAI 1996.
Waar Skoda voor het eerst weer eens acte-de-presence gaf en voor een prikkie in een bescheiden stand Felicia PickUp’s en VanPLussen uitstalde. Op enig moment bleek er een rel te zijn uitgebroken waarbij de heren R*. en Van Rij over die Service-Mobiel-affaire kibbelden en R*. mijn ‘hoofd wilde laten rollen’. Ik had immers zijn expliciete via zijn secretaresse gegeven opdracht naast me neergelegd. ‘Ja zeg, het moet niet gekker worden’, was mijn antwoord toen ik hoorde wat ‘die malloot uit Leusden’ over mij afriep. Wilde men echt van mij af omdat ik niet bereid was geweest mijn baan op het spel te zetten door tegen de wil van mijn eigen directeur in te gaan? Hoe moest ik dan functioneren als Verkoopleider? Ik mocht dus kiezen uit twee kwaden? Ontslag of ontslag! Prima, maar dan zou het ook hard tegen hard gaan. Het eerste telefoontje naar mijn toenmalige advocaat bracht uitkomst. Er was geen grond voor ontslag, ik was immers loyaal naar mijn eigen directie en het zou toch te gek zijn als een andere directeur dan de mijne me een dergelijke sanctie zou kunnen opleggen. En ik stond strak en stijf achter ons merkbelang.
Goed voor mijn stemming of gemoedsrust van dat moment was het allemaal niet. Het leek wel een wespennest waarin wij ons bewogen en mijn PON-gevoel, voor zover al aanwezig, was compleet verdwenen. Het liep ogenschijnlijk met een sisser af allemaal, de partijen kwamen tot een compromis. Maar R*. vergat mijn naam nooit meer en toen hij later zelf verder klom in de hiërarchie van Pon nam hij op subtiele wijze wraak. Zijn wil was wet in de bubbel waarin hij toen qua mentaliteit verkeerde. Het gaf eens te meer aan dat wij met Skoda wel erg veel strijd moesten leveren. Zelfs intern bij Pon. En van een familiegevoel was dus weinig te merken. Dat kwam later pas, stukje bij beetje. Overigens scoorden we tijdens de bewuste BedrijfautoRAI nog best goed ook. O.a. het bekende hoofdstedelijke autoverhuurbedrijf Ouke Baas kocht met dank aan mijn persoonlijke relatie met de eigenaar/directeur van dat bedrijf, een aardig aantal Felicia PickUp’s en die werden jarenlang probleemloos door de Gemeente Amsterdam gebruikt. Dat compenseerde het negatieve gevoel dat PON me persoonlijk indertijd bezorgde tenminste nog een beetje. Wordt vervolgd! (Beelden: Yellowbird archief/Skoda/Pon Mobiel – *)naam omwille van privacy weggelaten)




