Fokker’s revolutie…

Fokker’s revolutie…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 30773-fokker-g1-x2-scan10160.jpg

Bedenk je maar eens dat in de jaren dertig van de vorige eeuw de dreiging die uitging van onze oosterburen zeer serieus was en door enkele landen ook werd opgemerkt. In Nederland stopte de toenmalige regering de vingers liever in de oren en wilde niks horen van bedreigingen door Nazi-Duitsland en al helemaal niet dat dit zou moeten leiden tot versterking van onze defensie. Die was aardig verwaarloosd door de jaren heen en men wilde de goudvoorraden niet ‘onnodig’ aanspreken voor tanks of zoiets als moderne vliegtuigen. Gelukkig sliep men bij vliegtuigbouwers als Fokker en Koolhoven niet en werden daar indrukwekkende ontwerpen op papier gezet die bij toestemming door diezelfde overheid snel zouden kunnen zorgen dat we de vijand tenminste konden weerstaan. Een daarvan was de indrukwekkende G1 met zijn dubbel staartbomen die uiteindelijk door de terughoudende regering alsnog werd besteld en bedoeld was om vijandelijke bommenwerpers uit de lucht te vagen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: scan10161.jpg

De machine had een voor zijn tijd zware bewapening en kreeg al snel de bijnaam ‘de Maaier’. Het toestel met zijn aansprekende vormgeving was voor de oorlog zeer populair bij schooljongens die iets hadden met vliegtuigen. Maar ook de militairen van onze strijdmacht konden niet wachten om met deze moderne machine te vliegen. En vliegen deed die G1. Met 640km/u was hij sneller dan alles wat wij zelf en veel omringende landen in de lucht brachten en in die landen om ons heen keek men met argusogen naar dit fantastische ontwerp. De eerste G1 beleefde zijn luchtdoop in maart 1937. De machine bestond uit een gemengde constructie van gelaste stalen buizen, bekleed met stof, de neus versterkt met metaal. De proefvluchten verliepen zo goed dat de regering uiteindelijk een order voor 36 toestellen uitdeelde voor de zgn. ‘A’ versie. Die machine kreeg acht mitrailleurs op rij van 7.9mm in de neus, en een beweegbare mitrailleur van hetzelfde kaliber in de staart.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: fokker-g1-in-flight-download.jpg

Daarnaast kon de G1 nog een reeks bommen meenemen en dat maakte dit tot een multifunctioneel toestel. De eerste exemplaren werden in 1938 geleverd, in 1939 volgden nog meer toestellen. Ook andere landen toonden belangstelling voor dit indrukwekkende vliegtuig en zo kwamen er orders binnen uit o.a. Finland en Spanje. Die laatste order ging overigens niet door vanwege de politieke gevoeligheid. Helaas kwamen de meeste G1’s niet aan vechten toe in Mei 1940. De machines stonden geconcentreerd op de grote vliegvelden die door de Luftwaffe direct werden aangevallen en zo werd een deel van de vloot al op voorhand uitgeschakeld. De machines die wel konden opstijgen vochten tegen de overmacht op die eerste dag van de Duitse invasie en schoten de nodige machines van de vijand af. Maar eenmaal geland op hun bases werden ze door de Duitsers weer gebombardeerd en vernield. Een enkel exemplaar steeg weer op en vocht mee met de rest van onze luchtmacht tegen de overmacht aan Duitse toestellen. De rest werd op enkele uitzonderingen na op de grond vernield, ook al omdat de toestellen keurig in rijtjes werden opgesteld en zo door de Duitse jagers konden worden vernietigd.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: fokker-g1-tekening.jpg

Een enkel exemplaar viel later vrijwel onbeschadigd in Duitse handen. Die sleepten die machine mee naar Duitsland voor uitgebreide tests, maar besloten uiteindelijk om er geen positieve conclusies aan te verbinden, al was het maar omdat men de Amerikaanse of Britse motoren (afhankelijk van de versie) niet kon evenaren en Duitse motoren niet zo goed zouden passen. Toch zijn er wel G1’s in Duitse dienst geweest, naar verluid betrof het de toestellen die voor Finland bestemd waren maar nooit werden geleverd. Hoe dan ook is die G1 een uniek vliegtuigtype geworden in onze vaderlandse luchtvaartgeschiedenis. Het Militaire Luchtvaart Museum had er een replica van staan (zeer indrukwekkend) en er zijn geruchten in omloop dat er een groep professionele enthousiastelingen bestaat die een vliegend exemplaar willen bouwen met de oude bouwtekeningen van Fokker in hun handen. Voorlopig hou ik het maar bij wat schaalmodellen, zoals ik er onlangs een van kreeg uit de nalatenschap van mijn broer Rob. Die ben ik nu wat aan het verbeteren qua opschriften om zo eer te bewijzen aan het Fokker-ontwerp en aan mijn broer uiteraard…. (Beelden: archief)

Terug naar het NMM..

Terug naar het NMM..

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-18-img_1187.jpg

Op de 23e maart jl schreef ik al over die vliegbasis Soesterberg in het midden van ons land en wat dat in het verleden persoonlijk met me deed en nu nog doet. Maar ik schreef ook even zijdelings over dat fraaie Nationaal Militair Museum dat juist dezer dagen het bezoeken zo waard is. Nou dat deed ik zelf dus in diezelfde week dat mijn vorige blog verscheen voor de vijfde keer. Ik wist dat er wat wijzigingen waren doorgevoerd in de expositie, dus reden te meer om er weer eens heen te gaan. Met de Museumpas is dat ook relatief simpel, want je hoeft daar niet eens voor langs de kassa als je zo’n kaartje bezit.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-10-img_0821.jpg

Hoe dan ook, nieuw in deze enorme grote hallen van het museum is de grote vliegende vrachtwagen van onze Luchtmacht, de Boeing CH-47D Chinook. Deze met twee turbinemotoren en grote rotoren uitgeruste heli kent wereldwijd heel wat gebruikers en onze strijdmacht heeft er flink wat missies mee uitgevoerd in binnen en (ver) buitenland.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-6-img_0824.jpg

Intussen vliegen we bij de krijgsmacht met veel modernere uitvoeringen van het zelfde werkpaard en worden de oudste machines van dit type, zoals deze, in een museum gestald of gesloopt. Van de Amerikaanse bijdrage aan onze verdediging was bij mijn recente bezoek trouwens niets meer te vinden. De fraaie F100 in USAF-kleuren die ik de vorige maal nog zo bewonderde was verdwenen. Alvast vooruitlopend op de politieke afstand tussen Amerika en Europa??

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-4-img_0843.jpg

Het buitenterrein liet dit keer twee oud gedienden zien, een in matige conditie verkerende Sabre-jager en een Spitfire die ook niet meteen in ‘ready to rumble’ staat verkeerde. Nu heeft het museum de nodige machines en voertuigen die men opknapt en wisselt met andere dus het kan zo maar dat we ook bij een volgend bezoek worden verrast. Wat dit museum trouwens goed doet is voorlichting geven over alle aspecten van de krijgsmacht.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-3-img_0857.jpg

Daarbij domineren de Koninklijke Land- en Luchtmachten, van de Marine is weinig terug te vinden. Overigens krijgt ook de Koninklijke Marechaussee de nodige aandacht en dat spreekt ook wat bezoekers aan zagen we. Wie wil weten hoe onze krijgsmacht er voor stond tijdens de Koude Oorlog zal meteen zien dat we er toen veel sterker in stonden dan nu.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-5-img_0828.jpg

Al die verhalen over uitbreiding van de dreiging en de kosten die te maken zijn om ons tegen ‘de vijand’ te kunnen verdedigen verbloemen het feit dat met name de VVD de afgelopen 20 jaar heeft bijgedragen aan een ontstellend grote ontmanteling van ons militaire apparaat. En dat met ernstige gevolgen. We hadden de wapens, de mensen en de mentaliteit. Maar die zijn met dat links-liberale denken grotendeels verdwenen. Hoe dan ook, ik blijf dit relatief nieuwe museum een warm hart toedragen. Omdat feiten hier in woord en beeld maar zeker in materiele zin realistisch worden gepresenteerd.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-12-img_0826.jpg

De mensen die namens het museum rondlopen zijn vriendelijk, de toiletten goed bereikbaar en schoon en de atmosfeer plezierig. Nu troffen wij het dat een relatief rustige dag betrof, het kan hier door schoolbezoek of wat ook soms best druk zijn. Maar dat was dit keer niet het geval. Ik kijk nu alweer uit naar een volgend bezoek. Eens zien wat men nu weer gaat bieden dan… (Beelden: Yellowbird collectie)

Britse schoonheid…

Britse schoonheid…

Onlangs keken we weer eens naar een van de best gemaakte TV-series ooit die het Verenigd Koninkrijk heeft voortgebracht; Downton Abbey. Wie de reeks ook heeft gezien zal met mij onderschrijven dat in alle geledingen van dat verhaal wordt geacteerd op het hoogste niveau. Natuurlijk is het script ijzersterk maar het acteerwerk steekt toch als altijd een divisie boven die in ons land uit.

Als je na een enkele aflevering alle karakters al hebt leren kennen en ook de karaktertrekken van het personage al dan niet fijn vindt of vergeten bent dat een acteur/trice dit neer zet heeft die serie je in de greep. Overkomt me zelden maar deze reeks is een voorbeeld. Bij het opnieuw bekijken van de serie ontdekte ik opnieuw de actrice die gestalte geeft aan Lady Mary Crawley. Oudste dochter van het paar dat het kasteel in dit verhaal bestiert en soms wanhopig op zoek naar de ware liefde dan wel een kandidaat die haar erfenis (het kasteel) mede kan veiligstellen. Die rol is op het lijf geschreven een een typische Britse schoonheid; Michelle Dockery. Blank van huid, brunette en naast actrice ook een begenadigde jazz-zangeres. Haar gezicht is dat van een fraaie pop, de uitdrukkingen van verdriet tot boosheid worden daardoor extra sterk doorgegeven.

Haar stem mooi laag, geen al te grote schreeuwpartijen, nee, alles passend bij een karakter in een wereld van een eeuw geleden. Michelle Dockery werd in 1981 geboren in Londen en werd in 2004 pas actief als actrice. Maar daar zat een stevige opleiding aan prestigieuze toneelscholen voor waar ze al opviel door haar talent en zelfs prijzen won op jeugdige leeftijd. Uiteraard ging ze daarna naar het Britse toneel en speelde oa. Ophelia in Hamlet (2010). Daarna kwam ze ook terecht in de tv-wereld waar ze via bij ons minder bekende reeksen uiteindelijk terecht kwam in de cast van Downton Abbey als de genoemde dochter binnen de familie Crawley. Na die reeks op TV was ze ook te zien in de twee speelfilms waarin dat kasteel decor was van een ijzersterk verhaal. De laatste daarvan kwam pas in 2022 uit.

Tussendoor was ze ook nog te zien als Alice Fletcher in de Netflixreeks Godless en vanaf 2022 in een nieuwe reeks van Netflix Anatomy of a Scandal waarin ze een Officier van Justitie vertolkt. Haar persoonlijke leven kende een waar drama toen haar partner John Dineen op 34 jarige leeftijd stierf aan een niet te genezen vorm van kanker. Dat was een heftige klap voor haar. Gelukkig vond ze vier jaar later een nieuwe liefde in Jasper Waller-Bridge die ze via via had leren kennen. Afgelopen september zijn ze samen ook in het huwelijk getreden. Wat Mary Crawley moeizaam lukte is haar alter ego dus wel gelukkig geworden en dat is maar goed ook. En mocht je de serie die ik beschreef nog niet hebben gezien, zoek hem op en kijk er naar. Je wordt er binnen de kortst mogelijke tijd in meegezogen. Al was het maar door actrices als deze Michelle Dockery…. (Beelden: Internet)

Van rood naar blauw…

Van rood naar blauw…

Jawel beste lezers van dit blog. Ons persoonlijk vervoer heeft sinds kort weer een andere lakkleur. Niet omdat we ontevreden waren over de best nog recente compacte en felrode Tsjech die ons sinds de aankoop bijna 50.000km veilig vervoerde. Integendeel! Maar er ontstond door allerlei oorzaken toch de behoefte aan een wat grotere auto met wat meer ruimte voor te vervoeren spullen maar ook een wat andere zit en in/uitstap. Terug dus weer naar een autotype waar we ooit jarenlang in hebben gereden maar dan in de vorm van een gelijk genaamde auto uit de meer recente generaties. En ook naar een lakkleur die ik door de jaren heen nog wel eens de mijne (onze) mocht noemen.

Nee, nog steeds geen elektrische auto. Het is niet aan mij besteed en daarbij ik heb geen zin om tientallen duizenden Euri uit te geven aan een wagen waarin ik tijdens elke rit moet nadenken over hoe ver we kunnen komen met de aanwezige energie in de Witte-Kat-batterijen onder de achterbank. Daarbij betwijfel ik alle claims op het zgn. ‘klimaatgebied-verbetering’ zoals zo vaak over die elektrische karren ook hier geuit. Nee, gewoon een spaarzame benzine dus, die als het goed is de verbruikscijfers van de kleine rode kan evenaren, ook al zal dat bij een hoger gewicht en mijn rijstijl nog wat moeite kosten. De nieuwe Tsjechische auto heeft al enige (weinig) levenservaring, maar had flink minder gedraaid dan de rode die we met een bijna schuldgevoel glimmend en wel achter lieten bij de dealer die ons intussen door de jaren heen al een auto of 7 heeft geleverd.

De nieuwe Combi viel me bij een zoektocht voorafgaand aan de eerste proefrit, meteen op door zijn kleur. Blauw metallic, en hij sprong er uit tussen soortgenoten die zoals dat tegenwoordig gaat allemaal zwart, grijs of wit gekleurd stonden te wachten op een nieuwe gebruiker. De blauwe werd het na een overtuigende proefrit. Alles wat ik belangrijk vind aan dagelijks vervoer en genoegen zat er in op en aan, zelfs een medischerm waar je kunt swipen en de iPhone koppelen. Nieuwe banden van de soort die mij bevallen en praktischer zijn dan wat ik voorheen benutte werden na bestelling gemonteerd, de auto tot de puntjes verzorgd, gepoetst en afgeleverd aan het einde van vorige maand. Intussen hebben we alweer de nodige afstanden afgelegd. Je moet toch wennen natuurlijk. Maar deze gaat ons bevallen… Al was het maar door die echoput van een kofferbak die we nu weer ter beschikking hebben. Niet meer passen en meten, maar gewoon inladen maar…. Handig voor de Duitse trips en als we hobbyspullen naar een museum of kringloop moeten brengen. De auto zal als werkpaard gaan dienen. Net zoals zijn voorgangers. Maar wel verwend door een baasje dat nu al van hem houdt….Kijk, dat is nou merkliefde….En o ja, aan die kleine rode rakker denken we vol warmte en merkliefde terug. Was een puike auto ondanks zijn compacte afmetingen. We wensen hem/haar een geweldig nieuw leven toe bij een even gepassioneerde eigenaar….(Beelden: Prive)

Praag – de Gouden Stad die blijft ontroeren…

In de verhalen over mijn werkkringen in luchtvaart en auto’s komen nog wel eens verwijzingen voorbij naar trips die ik al dan niet mocht maken (of moest). Een daarvan was een door de toenmalige Skoda-importeur Englebert georganiseerde dealertrip naar Praag. Najaar 1978! Met de eigen auto. Een Skoda. Tuurlijk. Voor het eerst naar dat mysterieuze land dat me zo na aan het hart ging, zeker na de gebeurtenissen van 1968 toen de ‘Praagse Lente’ wreed werd veranderd in een nieuwe Russische winter. Opgevoed met het merk Skoda, op Schiphol veel zaken gedaan met CSA, de KLM van Tsjecho-Slowakije, zelf rijdend in het merk vanaf 1971, ik had en heb iets met dat land en die stad. Dus toen ik er in 1978 voor het eerst was vond ik alles bijzonder interessant.

Maar was ook verbaasd over de vele historische wijken en gebouwen die weliswaar door de communistische leiders niet meteen elke dag werden onderhouden, maar nog wel de nodige grandeur uitstraalden. Grandeur die Praag nog steeds deelt met zustersteden als Wenen. Want ook deze stad was ooit onderdeel van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk. Een niet te onderschatten periode in de geschiedenis van het land en de stad. De Moldau stroomt gestaag door de stad, al is die naam dan de Duitse variant en noemen de Tsjechen zelf deze stroom Vltva. Praag kent een oeroud centrum, straatjes waar ooit alchemisten werkten aan het maken van goud, samen met schrijvers die in alle armoede wel fraaie werken afleverden.

Je hebt er de Karelsbrug in het centrum, waarvan de geschiedenis werd aangepast om het mooier te maken, en wiens fundamenten leunen op eierschalen. Een brug waar je indertijd nog gewoon met de auto overheen kon rijden, tegenwoordig is het een flaneerbrug geworden, met schitterende ornamenten en veel (namaak)kunstenaars. Praag is ook de stad van Jan Pallach, een student die zich uit protest tegen de Sovjet-invasie en nieuwe bezetting na 1968, zelf in brand stak. Hij deed dat op het Wenceslasplein, wat eigenlijk een boulevard is, waar ook in 1989  de omwenteling plaats vond waarbij de communisten alsnog het landsbestuur moesten afgeven.

In de keren (36 in totaal) dat ik er nadien te gast was bezochten we allerlei zaken die van interesse waren. Zoals de fraaie Burcht, waar de regering zetelt, boven de stad uit stekend naast de St.Vituskathedraal waarover men bij de bouw honderden jaren deed. Maar wat een pracht en als je even de tijd neemt, welk een uitzicht over de stad en de Moldau. Nog fraaier als je dat doet vanaf een stukje stroomafwaarts en de heuvel beklimt bij het oude kerkhof Vizegrad van de stad waar veel bekende Tsjechen begraven liggen. De nabij gelegen heuvel geeft je een uitzicht dat adembenemend is. Tien bruggen in beeld, die Burght en St.Vitus op afstand, echt schitterend. Praag kent een puik metronetwerk, maar er rijden ook voldoende trams. Wandelen is er een genoegen, al was het er dan vaak flink druk. Winkelen kan er ook naar hartelust. Er zijn grote en kleine winkels, marktjes en ook de nodige straathandel en artiesten. Hotels in overvloed, van keurig netjes tot super-luxe. Met de bijbehorende prijzen. Met de auto zelf door het centrum rijden is avontuurlijk. De straten zijn soms onoverzichtelijk in het centrum, parkeren een crime, dus ik raad dat zelf af. Maar wat een stad mensen. Zeer aan te bevelen.

Net als het eigen Tsjechische bier en de andere drankjes van eigen bodem die men je graag schenkt en verkoopt. Zoals Bergerovka dat zorgt dat je na een paar glaasjes (ijskoud)een zeer rooskleurige kijk op de wereld ontwikkelt. Of het nog heftiger Slivovitsj dat menig reisgenoot indertijd aardig de das om deed na consumptie. Goed voor plaatselijke verdoving van mond, keel en maag…dat wel. Praag, heerlijke stad in het centrum van Europa. Mooie mensen, lastige taal, maar door de ontwikkeling van de bevolking kom je met Duits en Engels ook ver. Aanrader van jewelste. (beelden: Yellowbird archief)

Tuinen van Appeltern

Wie mij een beetje volgt door de loop der tijd weet dat ik met tuinen en groen niet zo heel veel heb. Nou ja, wel om in te zitten en te genieten, maar niet om er ddw iets aan te doen om al dat groen te verzorgen. Eens per jaar scheer ik de heg, ik trek wat onkruid uit de grond als vrouwlief me het verschil uitlegt tussen wat moet blijven en gaan, maar daar houdt het wel op. Zowel voor als achter het huis zit ik graag in de open ruimte waar wij over beschikken, maar dan vooral om te lezen of iets te drinken. En tegelijkertijd kijken naar de overvliegende metalen vogels. Het was dus een grote verrassing toen ik tegen de lieve vriendjes die me uitnodigden om mee te gaan naar De Tuinen van Appeltern, gelegen in het land van Maas en Waal, bevestigend antwoordde. Ach, je moet iets doen voor het onderhoud van die vriendschappen….

Maar ik kom op mijn evt. scepsis van vooraf graag terug. Die Tuinen zijn prachtig en de bestemming meer dan de moeite waard. Ook als je zoals ik niets hebt met groene vingers of zo. Los van al dat groen of de gekleurde variantie van de begroeiing in de vorm van fraaie bloemen, zijn er ruim 200 tuinpartijen met huisjes, kunst, steenformaties, watervallen etc. Je loopt je een kriek, maar je weet soms echt niet waar je kijken moet. Volgens verklaring van het bedrijf zelf is het Europa’s mooiste en grootste tuinexpositie en ik geloof dat direct. Men heeft ook aan de kinderen gedacht, er is een soort speeltuintje, open velden met ‘wilde vogels’, een zelf te bedienen pontveer, je kunt er op twee locaties lekker eten en drinken en er is een shop voor hen die kruiden willen gaan telen of bijvoorbeeld boeken over tuinieren mee naar huis willen nemen.

Overal wordt informatie verstrekt, er bestaat een mogelijkheid om bij de kassa draagbare apparatuur mee te nemen die je bij elke uitstalling informatie geven over de planten en gebruikte materialen. Dat inspreken gebeurde op fluisterniveau, je veroorzaakt er geen last mee bij de medebezoekers. Een handige plattegrond helpt je de weg te vinden in dit doolhof vol fraais, en je moet een beetje aardig ter been zijn om alles te kunnen bekijken. Dat je nog wat zitplekken kunt vinden, zelfs koffieautomaten en water-tappunten is allemaal een pre.

Ook toiletten voldoende, niemand hoeft de route met gekruiste knietjes af te lopen. Ik was ervan onder de indruk. En dat wil iets zeggen. Geen liefhebber en toch….. Ben je gek op groen, bloemen en tuinen is dit een must. Je weet dan niet wat je ziet en het geeft je vast veel inspiratie. Entree is officieel E. 13,50 voor volwassenen, met drie Euro korting als je boven de 65 jaar oud bent. Maar er zijn ook allerlei kortingkaarten of acties te vinden als je even je best doet. Parkeren, wel op enige afstand van de ingang, kost je 3 euro per auto. Maar echt, je krijgt er iets voor terug en de echte liefhebbers zijn hier een hele dag zoet. Wij niet, wij reisden door. Maar dat hadden we dan ook van tevoren zo afgesproken. Vanuit Amsterdam was het 1u15minuten rijden om in Appeltern te komen. Goed te doen voor een leuk dagje uit.