Auto wassen…

Auto wassen…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: la-3-kombi.jpg

In onze vroegere woonstraat was ome Jaap een fenomeen. Hij had een sigarenwinkel, een jongere vrouw, maakte van zijn winkel een mini-supermarkt toen de kruidenierswinkel naast hem de ondernemerspijp aan Maarten gaf maar ook omdat hij een auto bezat. Dat was in die tijd nog niet zo normaal als tegenwoordig. En anders dan veel Nederlanders in die tijd koos hij voor een bijzonder merk, Lloyd. Dat bouwde vooral kleine wagentjes die zuinig omsprongen met brandstof maar toch een soort van comfort en ruimte verzorgden. Niet dat ome Jaap overigens vaak reed in zijn bolide.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: triumph-mayflower-grey.jpg

Dat was vooral in het weekend het geval en dan wisten we al dat hij dit weekend ging rijden omdat dan op zaterdag middag een emmer naar buiten werd gehaald met gekookt water en zeepsop. De kleine Lloyd kreeg een verwenbeurt opdat hij op die zondag glimmend en wel kon afreizen naar het Gooi of Zandvoort. Ome Jaap was zuinig op zijn auto, net als veel andere mensen die toen een auto bezaten. Immers, het vertegenwoordigde best een kapitaal allemaal en je verhief je toch wat boven de toenmalige middelmaat uit. Veel gezinnen bezaten net aan een brommer of scooter, maar een auto was iets voor de middenstand.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: img-1872.png

Grappig was dat de snoepjeswinkelier een eind verderop in de straat ook een auto bezat. Een opvallende Triumph Mayflower. En ook die werd op zaterdag uitgebreid gewassen of gepoetst voor de zondagse ritten. Die laatste figuur had een reeks kinderen en die hielpen allemaal mee. Daar kon ome Jaap niet op rekenen, hij bleef kinderloos. Dat maakte hem overigens nooit verbitterd, het was een vrolijke vent. Bij ons voor de deur stonden ook altijd auto’s. Ik verhaalde al dat mijn lease-pa ‘er in deed’ en dat hij de handel glimmend en wel voor de woonstede neerzette. Adverteren hoefde nauwelijks of nooit, klanten genoeg. De gezinsauto van dienst kwam vaak uit die handel voort.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: studebaker-commander-1953.jpg

Even testen in het weekend of gewoon omdat mijn moeder zo’n auto leuk vond of zelfs een soort trots uitstraalde als we er weer eens mee op stap gingen. Maar het werd pas link als die gezinsauto vooraf werd gepoetst. Dan wisten we bijna zeker dat ‘pa’ er een klantje voor wist. Zo herinner ik me een Skoda 438 in een fraaie bruine laktint met een licht gekleurd dak. Mijn moeder vond dat prachtig en noemde de Skoda ‘haar chocolaatje’. Had ze beter niet kunnen doen. Twee dagen later was de Skoda weg. Of ‘Pa’ het er om deed weet ik niet maar wassen was wel altijd een dingetje. Ik zelf ben uiterst zuinig op ons vervoer. Niet voor de handel, gewoon omdat ik door al die jaren in het vak vind dat je in een schone en opgeruimde auto moet rondrijden. Smerig is niet mijn ding. Dus was en poets ik het voiture voor de eigen huisdeur. Ruim alles daarna netjes op opdat de groene goegemeente er geen scheve ogen van krijgt. En opvallend, je hebt altijd aanspraak als je er mee bezig bent. Zou ome Jaap dat indertijd ook zo hebben gehad? Vast wel. Hij was er slim genoeg voor….. (foto’s: archief)

Klussen…

Klussen…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: trap-1-img_1465.jpg

Ik heb hier al eens eerder beschreven dat ik geen echte klusser ben. Ik maak me drukker over de wereld om ons heen, geniet van de liefhebberijen, vind musea van belang, vrienden nog meer, familie zelfs nog een stapje meer, maar hamer en kwast niet mijn geliefde gereedschappen. Dus hebben we het meeste wat in of rond het huis moest gebeuren laten doen door mensen die wel verstand van zaken hadden of hebben. Maar soms…. En dus vond ik het bij de trap naar mijn mancave op enig moment wel van belang dat de daar door professionals een jaar of 40 geleden aangebrachte vloerbedekking eens werd vervangen door iets anders.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: trap-5-plamuur-en-grond-randen-img_1509.jpg

Die trap wordt regelmatig gebruikt, niet alleen door mij, maar ook door vrouwlief die onze washoek op die bovenste etage beheert, maar ook omdat de toiletgroep van de vierpoters daar te vinden is. En juist die vonden op die trap die toch wat in de jaren verslijtende vloerbedekking extra reden om daar de pootjes en nagels af en toe aan te wagen. Kortom, begin april keek ik nog even wat een professional zou rekenen voor iets anders als bedekking van al die treden. De prijs daarvan was zodanig dat ik besloot dan maar zelf aan de slag te gaan. Tegen alle principes in. Het losscheuren van de oude vloerbedekking was overigens nog wel te doen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: trap-in-glansverf-img_1736.jpg

Maar ja, daaronder zat een isoleerlaag en lijm. Veel lijm! En dat liet zich niet zo maar verwijderen. Dus een lijmoplosser gehaald, gewacht en dan trede voor trede schoonkrabben. Een berenklus. Daarna met plamuur en grondverf randjes en oneffenheden bijgewerkt. Het naakte hout had wat kleine plekjes die glad moesten. Schuren de volgende stap en dan gronden. Moest om en om, want we moesten ook nog op en neer kunnen natuurlijk. Volgende dag andere treden. En dat twee keer. Intussen waren wat van onze geliefde katten dwars door de barricades heen gebroken en liepen vrolijk over de natte treden….. Hun pootafdruk als teken van protest? Daarna dekkende verf. Maar die dekte niet. Twee keer, nog niet. Goede raad was duur, dan maar dekkende glansverf. En die werkte wel goed. Die trap kan er weer tegen. Intussen zijn de treden ook weer wat bekleed. Overigens moest ik ook de zijkanten van die trap schilderen en bleek de muur er naast ook wel een witbeurt te kunnen gebruiken. Het werd een heel project. Maar het oogt weer netjes. De katten vinden het prachtig, zij wel…. Maar nog steeds is het geen hobby voor me. Intussen wacht nog veel meer van dit werk op me. En ach, als het een dagje regent….dan maar aan de slag. Verf genoeg….Beter mee dan om verlegen…. (Beelden: Prive)

Teilgenoegen…

Teilgenoegen…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkujip-zinken-teil-img_1455.jpg

Ik stam nog uit de tijd dat je in het gemiddelde huis binnen onze woonbuurt geen badkamer of zelfs douche aan trof. Dat was voorbehouden aan huizen in wat duurdere wijken, maar in onze buurt met vooral arbeiders, burgers en mkb-ers was bij de schoonmaakbeurt vooral een rol weg gelegd voor een zinken teil die met ketels vol warm water en het nodige Sunlight zeepschuim veranderde in een plek waar je als kind het blote lijf zag opgloeien en na afloop glimmen van het gladde gevoel. Dan met een handdoek stevig afgedroogd, schone kleren aan, haartjes gekamd en klaar voor de nieuwe week.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkuip-2.jpg

In de meeste gezinnen werden de oudste kinderen als eersten en de kleinere als laatsten gedaan, in enkele gevallen in omgekeerde volgorde. Het bleef behelpen met al dat gewas. Want meer dan koud water kwam er niet uit de kraan, de douche en aanverwante gasgeiser was iets van pakweg begin jaren 60 van de vorige eeuw. In de tussenfase elk weekend op zaterdag naar het badhuis in de buurt, maar dat beschreef ik al eens. Welk een genoegen gaf die douche thuis, wat een schoon genot. Elke dag onder lauwwarm water. Het kon niet op…. Nou ja, dat kon het wel, want dat systeem baseerde in de typische huurwoningen van toen op een boilervat dat door de geiser opgewekte warm water opsloeg maar niet oneindig uiteraard.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkuip-4.jpg

Waren andere huisgenoten eerst gaan douchen bleef er maar verrekte weinig water over voor de types die als laatsten naar school of kantoor moesten. Behelpen, maar met een zeker luxe element. Ik ben nadien (ging al vroeg het huis uit) nooit meer verstoken geweest van het warm water wascomfort, en voel me nog steeds het meest senang in een heerlijk bad waar ik best een half uur of zo in kan liggen terwijl ik geniet van een boek, blad, glaasje of wat ook.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkuip-6.jpg

Jammer dat we in de moderne tijd weer zien dat bepaalde groepen willen dat we minder douchen, minder zeep gebruiken, ja dat we eigenlijk terug gaan naar de Middeleeuwen en die teil maar weer van stal halen. Nu kwam ik er onlangs bij een Kringloopwinkel eentje tegen. Er zat geen ‘lekgarantie’ op en hij verdiende wat onderhoud, maar in het kader van de voorbereiding op de nodige crises kon dat wel eens een goede investering zijn. En indien niet nodig zullen er ongetwijfeld ook geraniums of viooltjes in kunnen bloeien. Altijd leuk om daar dan een studie van hun groei aan te wijden… Maar intussen geniet ik van de badgeneugten anno 2025. Die nemen ze me niet meer af…. (Beelden: Prive/internet)

Bodemloos….

Bodemloos….

In de oude tijden sprong men nog wel eens wat zorgeloos om met alles wat met hygiene van doen had. Anders dan de oude Romeinen voor wie naaktheid en reinheid eigenlijk met elkaar verweven waren bleken de volken die daarna onze Europese gebieden bevolkten bijna barbaars als je ziet hoe men met dat thema van wassen, scheren en reinigen om ging. Zo ontdekte ik onlangs nog eens dat vrouwen tot ver in de jaren van de 18e eeuw onder hun kleding geen ondergoed droegen zoals wij dat nu normaal vinden.

Men had hooguit een soort onderrok aan om bij spontane ontlading van blaas en darmen geen vervuilde bovenkleding te veroorzaken, maar echt aan afdekken van die bodem bij het eigen lijf deed men niet. Ook de boezem werd nog wel eens half ontbloot tentoongesteld, maar bij gebrek aan deodorant was het in die contreien van het vrouwenlichaam ook niet altijd geurend als een kamerroos wat de klok sloeg. Nee, men nam het ruim en smeerde de nodige poeders en parfums over zich heen om al die onvermijdelijke geuren te bedekken.

Later kwam de (laat ik het maar zo noemen) kruisloze onderbroek in zwang. Onder de veelal wijde en zeer lange rokken (een blote enkel was een toppunt van sensualiteit) droeg men kruisloze lange onderbroeken. Praktisch. In het paleis van Versailles kon je de sporen van urine op de trappen nog herkennen, men liet het zo lopen als het zo uitkwam en dan was dat kruisloze wel handig. Pas aan het einde van de 18e en begin 19e eeuw gingen vrouwen dragen wat wij nu de ‘slip’ zouden noemen. Zo kon je van alles opvangen wat anders maar wegliep en ongemak veroorzaakte. En die slips hadden allerlei formaten.

Soms met strikjes, dan wel met andere versierselen. In onze tijd zien we vooral dat het formaat (van omatype tot string) nogal eens verschilt per model of trend al zijn er een paar wel blijven hangen in het heden. Maar het doel is los van het verleidelijk zijn voor mannen (of vrouwen die vallen op hetzelfde geslacht wellicht) hetzelfde als al die lappen en andere todden die men vroeger onder de kleding aantrok. Toch als je de geschiedenis bekijkt zie je dat we ver zijn gekomen op dit gebied. Ook al zakken we nu weer wat terug door de vertrutting en verandering van de maatschappij naar vooral duurzaam en wat minder sexy, we wassen ons meer dan ooit, scheren wat overdadig of overbodig is en smeren of spuiten deo op plekken die anders anderen de adem benemen. En met dit weetje tijdens deze zomermaand sluit ik dit blog vandaag weer af. Vergeet niet te genieten en denk maar eens terug aan die dames in hun hoepeljurken, hun bodemloze bestaan, hun geur en hun kleur…. En prijs de dag dat je dat niet meer hoeft te dragen als vrouw. Overigens waren de mannenkleren ook niet meteen toonbeelden van gemak of hygiene, maar dat is een ander verhaal…..(Beeld: Internet)

Badhuis….

Badhuis….

In mijn prilste jeugd was ons huis van toen nog niet voorzien van een doucheruimte. Dat gold voor 98% van alle huizen in onze woonstraten die nog stamden uit de hoofdstedelijke stadsvernieuwing van de 19e eeuw. Toen bouwde men vooral snel, goedkoop en was een doucheruimte iets uit een andere wereld. Bedenk maar dat men in die periode zelfs nog huizenblokken neerzette voor de nieuwe arbeiders van toen zonder toiletten. Die stonden soms in de binnentuinen en waren voor iedereen uit een buurt of straat. Gelukkig was dat bij ons anders.

Maar die douche was echt bijna utopische luxe. Als kleine kinderen ging je nog in de wasteil, ik had het geluk dat ik maar e e n oudere broer boven mij had die voor mij in die teil met warm water werd gewassen. Scheelde toch een hoop vuil en zeepresten. Er waren kinderen op school en in de vriendenkring waar men als lijdend voorwerp nummer 4 tot 6 was in de rij. Dan rook het water toch anders. Hoe dan ook, om het voor latere pubers als wij uiteindelijk toch werden dragelijk te maken ons eens per week fiks te reinigen (..) bestonden er de Gemeentelijke Badhuizen.

Die waren door het verlichte stadsbestuur van toen neergezet in alle buurten na 1911. Veel werden er gebouwd in de bij de omgeving passende stijl van architectuur. Het badhuis waarop wij waren aangewezen stond in de zgn. Diamantbuurt een paar straten verderop en was een centraal punt in een hofje waaraan je aan de ene kant een schoolgebouw had staan en aan de andere een stel huizen. Beetje chique tussenbuurt tussen het Plan Zuid waar wij woonden en het plan Berlage dat uit de 20e eeuw stamde. De gedachte was dat je met je schone ondergoedjes naar binnen stapte, een handdoek en zeep betaalde en dan wachtte op je beurt om naar binnen te mogen in een van de toen beschikbare doucheruimtes voor mannen die daar werden aangeboden. In een andere ruimte deden de meiden en vrouwen hun poedeltje. Had ik geweten dat die bestond had ik wellicht…. maar ja, dat kon niet natuurlijk en de ambtenaren die hier de boel bestierden waren streng.

Te lang badderen was dan ook niet de bedoeling. Dus je moest efficient schrobben, je haar doen, afdrogen, je spullen keurig opbergen, de natte handdoek inleveren en naar buiten bewegen. Een hele strak geregelde reinigingsindustrie. Maar ook een die door de ontwikkelingen i n de buurt werd achterhaald. Veel van die badhuizen werden begin jaren 60 gesloten. Huurders kregen van hun huurbazen (net als wij) vaak een doucheruimte ingebouwd en hoefden dan niet meer wekelijks naar die gemeente-badhuizen. Tijdens de bouw van die prive-badruimte (veelal in de keukens van toen) en het gesloten worden van de bekende adressen, moest je dan op zoek naar een alternatief. Voor ons was dat dan de in de Pijp gelegen Albert Cuypstraat. Heel anders van inrichting, wel dezelfde opzet. Maar ook die faciliteit werd uiteindelijk gesloten. Gelukkig hadden wij toen die douche in huis. Welk een luxe. Met een geiser werd koud water in een boiler verwarmd, en dan kon je douchen. Maar ook weer niet te lang want dat vat bevatte naar ik meen 120 liter water en als je er dus te lang onder stond had de volgende bader geen warm water mee. Dat was op enig moment wel even zoeken naar de juiste verhoudingen. Letterlijk en figuurlijk. De Gemeentelijke Badhuizen werden intussen allemaal omgebouwd tot een ruimte met een volledig andere functie. Sommige zijn nu atelier, er zitten soms restaurants in, winkels en zo meer. De gebouwen en opschriften bestaan nog, de functie anno 2024 totaal anders. Maar de luxe van dat warme water en die zeep van toen staan me nog altijd bij. Net als die vrij grove handdoeken. Maar ja wat wilde je, kostte toen een kwartje of zo. Omgerekend naar nu nog geen 15 eurocenten. Daar valt tegenwoordig niet meer voor te douchen….Slechts de waterbesparing bleef. Passend bij de tijd dat wij als we niet te lang onder die douche staan de planeet zullen redden…. (Beelden: Internet/Amsterdam op de Kaart)

Schaapjes tellen…

Schaapjes tellen…

Toen ik op 29 november vorig jaar berichtte over de komst van onze vierde kat in huis, Pepper, wisten we nog niet hoe leuk hij zou zijn. Zijn ras staat bekend als sociaal en speels. Nou, ik kan je verzekeren, dat is de kleine man. Binnen de kortste keren pakte hij de twee oudere katers en die ene poes inl. Hoewel dat in het geval van die poes wel ging met hangen en wurgen. Knokt(e) hij er met de twee grote katers op los vanuit zijn speelsheid, de witte poes Pebbles moest in eerste instantie niks van hem hebben en mepte af en toe van zich af.

Dat zat hem toch ook in het feit dat ze het kleine ding best wat eng vond. Daarbij stapte hij als een soort Dappere Dodo op al die grote katten af om kopjes te geven en af en toe in hun nek te springen. Onze grootste kater Pressley vond dat best. Prins Percy werd plotseling zo dartel dat hij mee ging bewegen en heerlijk lag te rollebollen met de kleinere nieuwkomer. Maar voor de poes was het allemaal te veel. Al die agressie… Wel opvallend, bleef ze normaal op een van de bovenetages liggen voor haar eigen ramen of om er wat te dommelen, sinds de komst van Selkirk Pepper kwam ze beneden liggen. We zouden haar eens mogen vergeten. Zo leek het. Dat zorgde er voor dat de kleine nieuwkomer na een tijdje toch in een boog om haar zit- of ligplek heenliep. ‘Als jij niet wilt spelen dan doe ik net of je er niet bent’ was kennelijk in de kleine katerhersentjes de boodschap. Het werkte prima want na een paar maanden (Pepper is nu bijna 5 maanden in huis) gaat zelfs de witte poes overstag. Wie weet is die als kool gegroeide grijze kater toch wel leuk…

Die vijf maanden zijn op de weegschaal goed terug te vinden. Pepper eet als een bootwerker, niet zo gek want hij is meer dan actief, groeide van net geen 2 kilo bij binnenkomst naar 3.3kilo nu. Zijn kenmerkende gekrulde vacht wordt steeds zachter. Hij heeft een relatief korte staart, miauwt keihard en een beetje schor als hij wenst te worden vermaakt. We hadden al een kapitaal aan speeltjes, mandjes, balletjes en zo meer in huis waar de andere katten af en toe nog gebruik van maakten, maar dat werd door geschenken en zelf gekochte uitbreiding van het assortiment nog wat breder en het wordt ook regelmatig benut. En je lacht je dan gek hoe zo’n dier als een clown met al dat speelgoed omgaat. Hij dartelt als een klein schaap door de kamer. Past dan wel weer bij zijn uiterlijk. En wat we extra leuk vinden, de andere katten doen met hem mee. Om onze Pressley met zijn 8.5 kilo grote lijf achter balletjes aan te zien rennen is een waar genoegen. Nee, het is een aanwinst die kleine Lekkerkerker…. Kost wat maar dan heb je ook iets leuks in huis. (Beelden: Prive)

Reinheid…

Reinheid…

Toen ik ooit het verhaal hoorde dat de fraaie bepoederde dames aan het Hof van Versailles hun ingewikkelde jurken en rokken met daaronder baleinen maar geen echt ondergoed, gewoon optilden als ze iets kwijt moesten uit blaas of darmen kreeg ik toch visioenen over hoe het in dat paleis moet hebben gestonken. Bij een bezoek aan dat Paleis een aantal jaren geleden zag ik wel op de trappen allerlei wonderlijke sporen, uitgebeten door…ja wat eigenlijk. Daarnaast kende men speciale stoelen op de eigen kamer waar je de darminhoud kwijt kon om daarna weer lekker te gaan slapen… De fantasie sloeg op hol. De geschiedenisboeken vertellen het verdere verhaal. Anders dan wij nu denken stonken mensen in die dagen van Louis een uur in de wind. Lekker badderen deden ze wel een keer in de fontein of zo, eens per jaar. De voeten werden nog wel door een bediende gewassen wellicht…maar verder..?. Intussen groeide en bloeide er van alles onder die op zich prachtig uitziende kleding. Men bepoederde zich, deed een pruik op de vol luizen zittende vette haren en zag er respectabel uit. Bij arbeiders was het in die tijd niet veel anders. Een toilet bestond nog niet, dus een houten emmer ergens in of achter het huis de plek om je te ontlasten. Stank en ongedierte zorgden voor een bijzondere atmosfeer, zeker bij warm weer. In sommige steden was men gewoon om die potten gewoon uit het raam leeg te mikken of desnoods in de aanwezige grachten. Het water sterk verontreinigd en wie daar van dronk wist dat zijn/haar einde snel in zicht zou zijn. Bier verving dat drinkwater dan en dat maakte na consumptie de boel niet schoner, maar de fysieke weerstand wellicht groter. Een stinkende massa mensen dus, ziekten sloegen dan ook heftig om zich heen en een wondje was al snel een heftige zweer. Pas ergens in de 19e eeuw ontdekten we dat persoonlijke hygiene wel eens van enig belang kon zijn. Zeep en tobbes warm water een keer per week luxe.

In de 20e eeuw kregen stedelingen de beschikking over badhuizen in hun eigen buurt. Voor een kwartje even douchen met heet water en alles een keer goed poedelen. Naaktheid kon weer. In de jaren zestig de echte kentering. Douches kwamen ook bij normale arbeidershuizen in zwang, aardgas maakte dat warm water geen luxe meer was, en de dagelijkse reiniging van lijf en leden een verplichting. Daarmee samenhangend toch ook een steeds langere levensduur. In ons huidige tijdsgewricht zie je weer de adviezen om ten behoeve van ‘het klimaat’ vooral minder te douchen, wassen bij sommigen weer een soort luxe die eens per week of maand zou moeten. Gas onbetaalbaar, de alternatieven niet in staat om een zekere mate van comfort te garanderen. Gaan we nu dus weer op weg naar die tijden van Louis? De wereld redden door onszelf te kort te doen en een uur in de wind te stinken. Als ik soms in winkels rondloop krijg ik wel de indruk. De geur van ongewassen oksels en meer hangt soms een meter om bepaalde mensen heen. Ingepakt, maar zelden uitgepakt laat staan gereinigd. En wie daarbij ook nog rookt maakt de stankkring nog wat groter. Ik vind het vies, vond het in Versailles al onvoorstelbaar dat iemand zo ooit wilde leven.

Maar anno 2022, bij een beetje warm weer….? Dus, hup, wassen die hap en schone kleding aan. En stop ook meteen eens met dat vreselijke gerook…. Zeker als ik in de buurt ben…. Zij die zich overigens omwille van wat ook ook maar een keer in de maand poedelen…laat maar weten. En zeker als je ook nog een ton voor de behoeften achter het huis hebt staan…… Ben benieuwd… (beelden: internet)

Contra-evolutie

In de afgelopen periode waren er weer wat selfiedames in de media te vinden die meenden dat het tijd werd om de klok terug te draaien naar de tijden van voor de verzorgingsevolutie. Omwille van aandacht of ecologische gekte besloten zij dat wat de Schepper had bedoeld als bescherming van oksels en overige delen van het menselijk lichaam, niet meer te verzorgen of te verwijderen maar er juist weer flink mee te koop te lopen. Tegen de modetrends in. Maar je valt er wel mee op en dat lijkt me, ondanks de aandacht die de dames zochten, toch een tamelijk slecht signaal. Beharing die overal uitsteekt, onverzorgd is en bijdraagt aan het simpele feit dat bepaalde bijna uitgestorven diersoorten als schaamluizen weer in de pootjes wrijven van genoegen lijkt mij niet passen in een modebeeld anno 2019. Ik ben er niet van, ik heb dat in het verleden nooit onder stoelen of banken gestoken. Voor sommigen is het ultieme uitingsbeeld van ‘volwassen zijn’ dat je de jungle onverzorgd toont aan de goegemeende om je heen. Sommige culturen vinden dat wellicht prachtig, ik niet. En gezien het aantal lasersalons waar je ook terecht kunt voor wax/harsbehandelingen ben ik kennelijk en gelukkig niet de enige. Tuurlijk, als je valt op oermensen heeft het nog iets. Vroeger was de geur van ongewassen lijven voor beide sexen vaak ook een groot genoegen.

Maar we leerden sindsdien dat esthetiek iets anders anders is dan struiken of stoppels op zichtbare plekken. Kaal op veel plekken staat er tegenover, ik snap dat niet iedereen daar van is, maar onverzorgd door het leven? Toch ook niks? Ik gun de meiden die de oksels en meer zwart begroeid laten hun lolletje hoor. Ze vinden vast partners die als Tarzan of Jane door het leven gaan en van liaan tot liaan een weg banen naar ultiem geluk. Maar ik ben er (nogmaals) niet van en zal er verder geen blik meer op richten. Zoals ik in mijn vorige blogverhaal al aangaf ben ik ook niet van het bakken. Maar uitgegroeide haarbossen zouden me zelfs misselijk maken als ik dat op het strand of elders tegenkom. Hou de boel binnenboord, show er niet mee en we blijven vrienden. Heus! En die 95% van de mensheid die wel iets snapt van tonderen, ontharen en verzorgen….ik ondersteun die evolutie. En dank u voor het inzicht richting uw medemens…..:) (Beelden: Internet)

Hygiene

Douchen......Kijk, soms ben je verbijsterd. Maar dat ligt vooral aan mij omdat ik nogal gevoelig ben op dit punt. Ik gruw van luchtjes, vieze luchtjes wel te verstaan, en dat bepaalt zeker mede of ik mensen al dan niet accepteer of een bepaald soort eten lust. Wie of wat stinkt, krijgt van mij geen positieve aandacht. En reken maar dat je in de moderne tijd nog steeds mensen tegenkomt voor wie het gebruik van zeep of deodorant kennelijk onbekend is en douchen iets voor de domme. Onlangs las ik er nog een stukje over op MSN. Mannengedrag, waarbij een van de items was dat veel mannen het douchen gewoon overslaan. Zeker als de kans groot is dat ze dit in hun eentje moeten doen en er niet ineens een naakte Doutzen Kroes naast ze opduikt of zo. Overslaan van wassen of douchen, en wellicht ook vergeten om met zeep bepaalde onderdelen eens lekker te poedelen.

Penislengte metenBrrrr. Ik moet er niet aan denken. Mijn discipline op dit punt komt voort uit de jeugd. Wassen in een keuken, niks douche, warm water eerst even in een ketel verzorgen en dan klooien. Toen we eindelijk een douche kregen stond ik er elke dag langdurig onder, tot groot ongenoegen van mijn ouders. Later is het badderen en schoonhouden een dagelijks ritueel geworden. Het oermensgedrag is mij vreemd. Ga ik ergens naar een hotel of zo moet er een badkamer zijn die er niet om liegt. Liefst met bad, 65cm grote douchekop en spiegels waarin je kunt zien wat je zoal aan stoppels moet wegwerken. Ik ben dus niet van de tenten en caravans, in mijn eigen stank leven is niet mijn ding. Net zo min als de geur van zweetsokken, ranzige oksels en zo meer. Toch kom ik ze nog steeds tegen. En….ook vrouwen die niet lekker ruiken! Niet een beetje vers zweet, nee van die geuren die je doen denken aan een soort hel vol ongewassen types. Geen zeep, deo of parfum tegen aan gegaan, gewoon oud zweet.

Bojo maaltijd RamesStank! Wat zijn dat voor types die dat zo doen? Hebben die helemaal geen idee wat ze hun omgeving aan doen dan? Hebben die geen familie of vrienden die er wellicht iets van kunnen zeggen? Stank is stank, vies is vies en je bent bijna asociaal als je zo leeft. Maar misschien past dit wel bij elkaar ook. Kan best. Niet iedereen heeft die manie van mij. Intussen ga ik binnenkort maar weer eens lekker naar een hotel met al die verwenelementen bij elkaar opgeteld. Waar? Geen idee, kan me minder schelen, zolang ik er maar schoon kan rondlopen……En, lieve lezer, hoe kijk jij hiernaar? Ook een douche-overslaand type??? Of net zo als ik gek op schoon en verzorgd? Heb je een afkeer van bepaald eten door de daarbij behorende geuren? Laat het me eens weten dan? Voel me nu zo vaak alleen…….in mijn mening… (foto’s: MSN e.a.)

Hatishjoehaaaaa

Verkouden....2319538916_faf4ed8523_mWas een aardige vrouw die ik onlangs tegenkwam in een modewinkel waar ik even zat te wachten voor de pashokjes waarin vrouwlief was verdwenen met de potentiele aankopen van haar keuze op die dag. Nou ja, tegenkwam, ze liep me bijna voorbij. Maar omdat alles aan beschikbare hokjes bezet was bleef ze even vlakbij me staan met haar potentieel nieuwe jeansbroek en bijpassend shirt (of zo) over haar armen. Door die houding kon ze wat haar overkwam niet tegenhouden, ik snapte dat wel, maar toch…. Ze moest namelijk niezen, en dat werd een heel stevige. Zo een die oplucht, maar ook de neus van binnen reinigt. Tienduizenden bacteriën vlogen in het rond, want ze deed geen poging die neusinhoud tegen te houden. Kon ook niet, want haar handen vol, en geen kans meer om even naar de zakdoek te grijpen. Ik wenste haar met afgewend gezicht (bang voor een van die vliegende ziektekiemen) ‘gezondheid’ toe. Het bleek niet te helpen, er volgden nog twee enorme niesorgasmes die zijn met een opgelucht ‘he he’ afrondde. Als je daar de griep niet mee verspreidde dan niets. Ze verdween al snel in een van de pashokjes. Ik ging maar even naar buiten.

SpuitJe weet tegenwoordig maar nooit waarmee je aangestoken wordt. Een paar dagen later zat ik op mijn knieën bij een bak vol potentiele aanwinsten voor mijn minimuseum in een rommelwinkel. Een tweede verzamelaar wilde in dezelfde bak kijken, we deelden onze eventuele aanwinsten. Aardige vent, dus waarom niet. Kostte weinig en op een bak zo vol geladen mist men een, twee modellen niet. We spraken wat over de specialisaties en meer. Gewoon prietpraat. Tot ook hij ineens een niesbui kreeg. Hij bleek verkouden, had hij me vooraf niet gezegd en ik ontdekte ook geen echte neusklank bij het praten. Maar de klodders vlogen wel in het rond. Jemig de peemig, had ik dat?!  Als door een adder gebeten stond ik op, en ging een half metertje opzij. Was voor hem het teken om nog een extra duik te nemen in de door mij los gelaten bak. Was dit strategie, kon hij een niesaanvaL gepland op een concurrent los laten? Al eerder schreef ik over het onhygiënische gedrag van veel mensen op dit punt. Geen zakdoek gebruiken, geen rekening houden met anderen, de handen niet wassen. Het is ook logisch dat we met zijn allen griep krijgen of andere besmettelijkheden aan elkaar doorgeven. Is weinig meer voor nodig dan maling hebben aan je medeburgers. Voorlopig blijf ik uit de buurt van verkouden exemplaren. Of zal ik een pakje papieren zakdoekjes meebrengen voor iedereen die zo’n aanval krijgt. Altijd beter dan zelf met een Japans monddoekje om door het leven te moeten. Toch?