
In bepaalde kringen kom je de nodige (wereldvreemde) dromers tegen. Zo heb je mensen die het liefst teruggaan naar de Middeleeuwen. Anderen willen nog verder terug om zo een bepaalde religieuze orde dominant te maken en ons terug te voeren naar de tijden waarin toenmalige Nederlanders nog in dierenhuiden leefden en huizen bouwden van leem en boomstammen. Die huiden bijvoorbeeld afkomstig van wolven. Elk nadeel heb so ze voordeel. En die specifieke groep heeft het nu al zo ver geschopt dat die wolf opnieuw in Nederland is binnengehaald als een verworvenheid voor de natuur en onze samenleving.

Die dieren vallen in steeds grotere aantallen vee aan, kleine paarden, honden en als ze de kans krijgen ook mensen. Maar die ‘moeten dan maar niet in de weg lopen’ volgens de veelal uit de Grachtengordel van de grote steden stammende ‘experts’. Boeren en mensen met bospercelen onder hun beheer zaten en zitten helemaal niet op die wolven te wachten. Die hebben al last van een reeks andere (semi)roofdieren als de vos of het wilde zwijn. Die wolven hebben blijkbaar hun voortplanting aardig voor mekaar en zo lopen er nu al roedels van die dieren rond op de Veluwe.

Wie ze niet wil tegenkomen moet daar dan maar niet naartoe gaan om te wandelen, fietsen, kamperen of zelfs wonen. Zo het advies van de ‘experts’ die bijna jubelen over het succes van die dieren t.o.v. ons mensen en die verrekte boeren. Want een linkse afkeer van agrariers is die experts niet vreemd. Gaan we zelf terug in de tijd en bedenken we hoe ons land er uitzag in pakweg het jaar 100 na Christus moeten we dus binnenkort ook de wilde bruine beer verwelkomen, de krokodil en uit een nog wat verder verleden de dinosaurissen. Immers niets is die ‘experts’ te gek om ons land om te vormen tot het paradijs van hun dromen.

Dat er ook nog eens 18 miljoen mensen wonen, deels doordat geloofsgenoten van die grachtengordeltypes de massa-immigratie omarmen, is hen een gruwel.. Nee, een leeg land, een toendra, jungle of oerbos/heide zonder mensen, maar met al die grote rovers, een meer dan orgastische droom…. Maar voor ons als normale mensen uiteraard een nachtmerrie. Let dus op uw (klein)vee, huisdieren en kinderen. Voor je het weet is het hier een en al wildernis, een bloederige zelfs…. (beelden: Internet/Wiki)















Terwijl ik dit tik is het zweten geblazen. Warm! Juni is echt zomers begonnen en zet ook zo door. Het maakt de dagen plezieriger, de kansen om ergens heen te gaan om daar nieuwe zaken te ontdekken, groter en de lol van de lange dagen groter. Zomers weer maakt mensen ook vrolijker. Je ziet dat in de manier waarop ze zich kleden, gedragen, praten. Al ben ik dan weer niet zo enthousiast over al die barbecue-fans die zorgen dat je soms de tuindeuren moet sluiten omdat anders jouw huis blauw van de rook staat zonder dat je er om hebt gevraagd. Minder leuk is ook dat mensen tot diep in de nacht in de tuin of op hun tuinbankjes voor de deur gaan zitten kleppen. Ik misgun uiteraard niemand iets, maar laat me wel slapen als mijn fysiek daarom vraagt. Maar als ik het af zet tegen de zonnewarmte en het genoegen van zomerse taferelen ben ik zelfs op dat punt van die nadelen, mild. Je moet het maar accepteren. Zien dat we er mee leven.
Ik merk ook ik in de zon zitten nog leuk vind ook. Nou ja, een minuutje of tien. Als het me te heet op de botten wordt vlucht ik naar de schaduw, maar toch. Ik was nooit zo’n zonaanbidder en eigenlijk is dat nog zo. Ooit, in het zuiden van Portugal, daar genoot ik er wel van en werd zo bruin als een Portugese Adonis. Maar daar hadden we dan ook zo’n fijne bungalow met dakterras en zwembad voor gasten en een volstrekt leeg strand op 100 meter afstand van het complex waar we zaten. We wandelden er in Adam-kostuum de zee in en werden zo egaal bruin zonder verbranden. Hetzelfde trucje een paar jaar later op Cran Canaria zorgde voor brandwonden van de redelijk ernstige soort. Dus nee, dat beviel niet. Maar zo’n Nederlandse zomer is echt iets voor me. Af en toe even een graad of 20 met wat wolken, wellicht een buitje en dan de volgende dagen weer lekker zonnig. Zo is het lekker. En ik hoop dat we er met zijn allen nog een tijdje van mogen genieten. (Beeld: Internet)
Aan de zuidkant van de grote stad waar ik woon, werk en leef, bevindt zich een paar enorm uitgebreide groene zones die bij mensen van buiten onze stad nauwelijks bekend zijn. Zoals het Amsterdamse Bos dat in basis werd opgezet om niet alleen bleekneusjes uit de grote stad van de jaren twintig/dertig in de vorige eeuw van wat frisse lucht te voorzien, maar ook om de massale werkloosheid die toen heerste te helpen onderdrukken. Ergens in 1932 werd het project in fase 1 afgerond, daarna kwamen er nog wat stukken bij en zelfs na de oorlog legde men een nieuw deel aan ten zuidwesten van de toenmalige verbindingsweg tussen Amstelveen en Schiphol. Het Amsterdamse Bos is intussen verworden tot een flink groot woud vol spontane of aangestuurde natuur. Er zijn vennen en grote waterplassen te vinden, strandjes, wandelpaden en fietswegen, je kunt er via de zgn. Bosbaanweg met de auto in en wij zijn er dan ook al vele jaren lang regelmatig te vinden. Heerlijk wandelen bij het geluid van de vogels, het ritselen van de bladeren en het geblaf van de altijd in dubbele zin van het begrip uitgelaten honden.
En wie houdt van dynamiek, kom dan bij stevige westenwind eens langs, dan landen de vliegtuigen op de zgn. Buitenveldertbaan en dan lijkt het wel of ze midden in het bos de landing willen inzetten. Ik kijk er als liefhebber altijd met veel plezier naar. Stukje verderop, aan de rand van de chique wijk Buitenveldert en begrenst door de Amstel ligt nog een prachtig gebied. Ik beschreef het al eens eerder. Het Amstelpark. Ooit onderdeel van de opzet voor de begin jaren zeventig gehouden Floriade-expositie. Die tentoonstelling verdween, het park bleef. Prachtig, rustig en interessant. Voor hen die er oog voor hebben. Beide groengebieden zijn voor ons simpel te bereiken. Met de auto, fiets of als het moet lopend. Je kunt er heerlijk vertoeven en waant je zeker niet in de grote stad. En wellicht maakt dat Amsterdam wel extra zo’n aantrekkelijke stad om in te wonen. Of voor toeristen om te bezoeken. Niet allemaal komen ze voor de Wallen, musea of Coffeeshops. Als ik de talen hoor die hier in die bos- en parkgebieden worden gesproken heeft het nieuws over al dat groen ook mensen van elders bereikt. En dat is goed. In de winter is het allemaal weer voor de Amsterdammers. En voor hen is het natuurlijk ooit bedoeld geweest. Als Oase in de drukke omgeving van een enorme stad. De hoofdstad!

