
Toen ik ooit het verhaal hoorde dat de fraaie bepoederde dames aan het Hof van Versailles hun ingewikkelde jurken en rokken met daaronder baleinen maar geen echt ondergoed, gewoon optilden als ze iets kwijt moesten uit blaas of darmen kreeg ik toch visioenen over hoe het in dat paleis moet hebben gestonken. Bij een bezoek aan dat Paleis een aantal jaren geleden zag ik wel op de trappen allerlei wonderlijke sporen, uitgebeten door…ja wat eigenlijk. Daarnaast kende men speciale stoelen op de eigen kamer waar je de darminhoud kwijt kon om daarna weer lekker te gaan slapen… De fantasie sloeg op hol. De geschiedenisboeken vertellen het verdere verhaal. Anders dan wij nu denken stonken mensen in die dagen van Louis een uur in de wind. Lekker badderen deden ze wel een keer in de fontein of zo, eens per jaar. De voeten werden nog wel door een bediende gewassen wellicht…maar verder..?. Intussen groeide en bloeide er van alles onder die op zich prachtig uitziende kleding. Men bepoederde zich, deed een pruik op de vol luizen zittende vette haren en zag er respectabel uit. Bij arbeiders was het in die tijd niet veel anders. Een toilet bestond nog niet, dus een houten emmer ergens in of achter het huis de plek om je te ontlasten. Stank en ongedierte zorgden voor een bijzondere atmosfeer, zeker bij warm weer. In sommige steden was men gewoon om die potten gewoon uit het raam leeg te mikken of desnoods in de aanwezige grachten. Het water sterk verontreinigd en wie daar van dronk wist dat zijn/haar einde snel in zicht zou zijn. Bier verving dat drinkwater dan en dat maakte na consumptie de boel niet schoner, maar de fysieke weerstand wellicht groter. Een stinkende massa mensen dus, ziekten sloegen dan ook heftig om zich heen en een wondje was al snel een heftige zweer. Pas ergens in de 19e eeuw ontdekten we dat persoonlijke hygiene wel eens van enig belang kon zijn. Zeep en tobbes warm water een keer per week luxe.

In de 20e eeuw kregen stedelingen de beschikking over badhuizen in hun eigen buurt. Voor een kwartje even douchen met heet water en alles een keer goed poedelen. Naaktheid kon weer. In de jaren zestig de echte kentering. Douches kwamen ook bij normale arbeidershuizen in zwang, aardgas maakte dat warm water geen luxe meer was, en de dagelijkse reiniging van lijf en leden een verplichting. Daarmee samenhangend toch ook een steeds langere levensduur. In ons huidige tijdsgewricht zie je weer de adviezen om ten behoeve van ‘het klimaat’ vooral minder te douchen, wassen bij sommigen weer een soort luxe die eens per week of maand zou moeten. Gas onbetaalbaar, de alternatieven niet in staat om een zekere mate van comfort te garanderen. Gaan we nu dus weer op weg naar die tijden van Louis? De wereld redden door onszelf te kort te doen en een uur in de wind te stinken. Als ik soms in winkels rondloop krijg ik wel de indruk. De geur van ongewassen oksels en meer hangt soms een meter om bepaalde mensen heen. Ingepakt, maar zelden uitgepakt laat staan gereinigd. En wie daarbij ook nog rookt maakt de stankkring nog wat groter. Ik vind het vies, vond het in Versailles al onvoorstelbaar dat iemand zo ooit wilde leven.

Maar anno 2022, bij een beetje warm weer….? Dus, hup, wassen die hap en schone kleding aan. En stop ook meteen eens met dat vreselijke gerook…. Zeker als ik in de buurt ben…. Zij die zich overigens omwille van wat ook ook maar een keer in de maand poedelen…laat maar weten. En zeker als je ook nog een ton voor de behoeften achter het huis hebt staan…… Ben benieuwd… (beelden: internet)


Zodra er een treffen is van oldtimers, en dan bedoel ik niet ouderen met een rollator, maar meer de gemotoriseerde vervoermiddelen die we als zodanig erkennen, is de publieke belangstelling vaak groot. Wie daar dan achter zo’n draaiende auto gaat staan weet dat de uitlaatgassen in vergelijking met de moderne varianten nogal stinken. Ze komen ook zowat ongezuiverd naar buiten en dat is een reden voor de milieumaffia om allerlei restrictieve maatregelen af te dwingen bij een Groenlinkse en D66-gedicteerde overheid. Milieuzones moeten er komen en de mensen die deze wagens rijden moeten extra belasting betalen en nog meer. Men haalt er allerlei argumenten bij, maar weinig feiten of cijfers. En als je die cijfers er wel bij pakt zie je dat van de 140 miljard jaarlijkse personenwagenkilometers die wij allemaal afleggen slechts 0,2% voor rekening komt van die gekoesterde oldtimers.
Daarnaast is onlangs gebleken dat alle milieumaatregelen die de landelijke en lokale overheden samen namen niet meer soelaas boden dan een soortgelijke percentage aan vermindering van uitstoot. 0,2%!! Verwaarloosbaar. Een enkele cruiseboot met vakantie vierende passagiers in de haven van Amsterdam of Rotterdam stoot even veel uit als een miljoen personenwagens! Dus die oldtimers stinken wel, ze dragen niets bij aan de uitstoot die door zo veel mensen en media wordt gezien als een grotere bedreiging voor ons leven dan aan de knoppen van atoomwapens zittende malloten, extremisten die ons leven aan willen vallen of de constante volksverhuizingen tussen landen en continenten.
Nee, de auto is de vijand van de groenlinkse mens. Jaja. Juist die oldtimers laten ons zien hoever we zijn gekomen met onze speurtocht naar beter, veiliger, schoner. Maar ook naar hoe ontwerp en styling van toen ons nu nog steeds kunnen ontroeren. Waarom we dat leuk vinden is vaak terug te voeren naar de jeugd. Een normaal kind observeerde zijn omgeving. Een jongen speelde met auto’s en vliegtuigen, een meisje had haar poppenhuizen en af en toe kwamen er ook kruisbestuivingen voor.
Maar wat je toen oppikte en meemaakte werd opgeslagen in het lange-termijn-geheugen en is nu bron van nieuwsgierigheid naar hoe het vroeger was en waar we al dan niet thuis in reden. Voor mij was en is het nog steeds een belangrjk onderdeel van mijn bestaan. Mijn carriere werd er door bepaald. Net als mijn interesses. Vandaar dat ik die oldtimers graag mag zien. En als ze stinken zie ik dat als lekkere lucht. Een lucht die ik weer vertaal naar die vrijwel lege straten van toen waarin je heerlijk kon doen waar je zin in had.
En waar je wist dat veel mensen die uberhaupt een auto bezaten deze koesterden om er dan slechts in het weekend mee op stap te gaan. En dat is nu met die oldtimer-bezitters ook zo. Kortom, zoveel is er niet veranderd! Behalve als je meent dat we terug moeten naar paard en wagen en zeilschepen. Verzuurde fanatici die ons zelfs onze industriele geschiedenis willen ontnemen. Mag niet zo ver komen. Tot dan moeten we gewoon koesteren wat was en is. En die oldtimers behoren daar bij! Op de weg en in de lucht.
Als meninggever van het eerste uur loop je altijd het risico tegen bepaalde zaken (of mensen) aan te lopen die je doen omdraaien van walging of zwijgen uit een soort van gedeelde schaamte. Dat heb ik altijd gehad. Ook en misschien wel meer in het irl. Soms knap(te) ik af omdat mensen me enorm tegenvielen of omdat je het in de rug te steken mes al in het donker zag glinsteren. Maar een van de ‘belangrijker zaken’ in dit verband is voor mij toch ook wel lichamelijke verzorging. Lijfgeuren en onverwachte graspollen op plekken waar ik ze niet verwacht maken dat mijn verwachtingspatroon direct wordt bijgesteld. Want iemand die zichzelf niet goed verzorgt kan toch nauwelijks in staat zijn om voor anderen aardig of professioneel op te treden zou ik denken? Ook roken waar anderen er last van kunnen hebben is mij een kwelling. Zo herinner ik me die lieve nieuwe vrouwelijke collega die in een van mijn vorige levens het bedrijf kwam versterken waar ik toen voor mocht werken. Meteen na haar aantreden werd duidelijk dat er een penetrante zweetlucht om haar heen hing en die vulde al snel de ruimte(n) waar wij allemaal samen zaten voor onze resp. jobs. Pas na een paar dagen durfden we er iets van te zeggen. Ze bleek geen deodorant te gebruiken. Daarna wel kan ik jullie verzekeren!
Ook iemand met enorme zweetvoeten kan de atmosfeer aardig bederven voor mij, letterlijk en figuurlijk. Of versleten kleding (niet dat wat je tegenwoordig zo vaak ziet met die bewuste gaten in jeans of zo), egoïstisch gedrag (wel koffie halen voor jezelf maar niet voor een ander…) pure arrogantie of wellicht nog erger gebrek aan een redelijke algemene kennis van de wereld om ons heen. Allemaal zaken die in meer of mindere mate afknappend werken. Dat doet ook een verkeerde reclamecampagne, waarbij blijkt dat de marketingmensen het leuke idee voor lieten gaan op de juiste positionering van het product of merk. Nog erger taalfouten in een zgn. bodycopy, zoals ik onlangs weer hoorde, een verkeerde meervoudsvorm. Vreselijk! Een website die het niet doet is ook zo iets. Zeker als er veel wervende public relations voor wordt bedreven. Ik maakte dat in de loop van de achter mij liggende jaren allemaal mee en dat is dan niet van harte soms.
En nog steeds een grote afknapper voor mij zijn bloggers of deelnemers aan andere sociale media die geen commentaren toestaan. Nu is het niet zo erg als het gaat over de kat van de buren of hoe snel de goudvis door het aquarium zwemt, maar als je politieke statements maakt en o.a. ‘tegenstanders’ aanvalt, moet je ook commentaren toestaan. Maar nee, dat mag niet. Vooral zij die een politieke mening uiten die niet zo past bij de mijne willen nog wel eens kiezen voor ongewenste resultaten. Je zou eens kritiek kunnen krijgen van anders denkenden. Vaak toch te vinden bij de meer zelf verklaarde ‘politiek correcten’. Doof en blind voor wat anderen vinden van zijn/haar opvattingen. Via een mail heb ik in het verleden nog wel eens keurig gevraagd waarom ze deze mogelijkheid niet toestaan, maar u raadt het vast al, tot nu toe geen antwoord gekregen! Dat is pas echt een afknapper! (foto’s internet/YB )




