
En als ik het dan toch over onze opdrachtgevers op vier poten heb, moet ik ook even vermelden dat we in dat kwartet slechts een poes hebben zitten. En dat die ons indertijd als kitten werd gegund met de mededeling dat zij er een ‘met een pittig karakter’ was. Dat zag je er nog niet meteen aan af, maar in vergelijking met haar flink grotere broer is zij inderdaad wel een poes om met asbest handschoenen aan te pakken als er iets moet gebeuren wat zij niet wenst. In de normale omgang is zij uiterst lief, ze praat met ons, ligt luid knorrend op voor haar aantrekkelijke plaatsen, heeft vanaf moment een een grote bewondering voor en vriendschap met onze oudste, Prins Percy (overigens slechts ruim 1 jaar ouder dan de witte poes Pebbles). So far so good dus.

Het spul leeft verder in harmonie al zijn broer en zus soms water en vuur en wil die relatie nog wel eens ontaarden in een heftige matpartij waarbij de vlokken haren in de rondte vliegen en vooral zij, met haar dikke vacht, de haarverliesgevende partij is. Beide katten zijn groot en in hun soort opvallend. Dus twee van die grote jongens die knokken, dat is (en klinkt)best angstaanjagend. Maar ooit legde een dierenarts ons uit dat als er geen bloed vloeit er weinig aan de hand is. Nou daarover gaat dit verhaal eigenlijk. Pebbles heeft een zomers probleem. Haar enorm dikke vacht gaat dan klitten. Niet als bij een meer normale kat, maar in haar geval echt heftig.

Net of er kauwgum in die haren zit. Dus doen we ons best om dat te bestrijden. Liefst samen. Maar dat is wel een linke oefening. Ze laat het even toe, maar als we net toekomen aan wegknippen van die enorm dikke plekken haalt ze al gillend uit. En dat is zonder aanziens des persoons. Dus de laatste keer was ik de pineut. Fikse halen via haar achterpoten omdat ze wilde ontsnappen aan ons. Bloed stroomde, de dierenarts zou er versteld van staan. Totaal anders dan haar broer. Die laat alles toe. Diverse malen meegemaakt omdat hij af en toe wat zaken vertoont die aandacht behoeven. Hij heeft een speciaal plekje in de harten van die mensen van de dierenkliniek. Zo lief. En we zeggen dan vaak, het is oprecht te hopen dat zijn zus hier nooit terecht komt. Want dan maak je iets anders mee… En dus duimen we maar dat het ook zo zal blijven. Want dat ik wordt beschadigd door een op zich lief diertje is nog tot daar aan toe. Als ze vanuit haar angst de leuke assistentes van de dierenarts te lijf gaat wordt dat wellicht een klacht wegens aanranding of zo… Intussen doet de Duitse wonderzalf zijn werk en genezen de krabwonden langzaam maar zeker. Het bloed stroomt niet meer naar buiten en deze blogs schrijvende macho kan weer verder…… Als vrouwlief me roept om de lieve witte poes even vast te houden lijd ik ineens aan Oostindische doofheid… U wilt me wel vergeven… (Beelden: archief)
















