
Ik stel me wel eens voor dat ik in mijn jeugdjaren een ouderpaar had gehad dat streng in de leer was (waren ze niet), een kruidenierswinkel hadden bestierd (deden ze niet) of pakweg gek op tennissen waren geweest (niet sportief), hoe zou mijn eigen leven dan zijn verlopen? Totaal anders dan nu vrees ik. Immers veel kinderen hebben hun ouders als richtpunt voor hun eigen carriere of toekomst en beoefenen vaak het zelfde beroep als de ouders of streven een zelfde sportieve invulling van de vrije tijd na.

In mijn toenmalige gecompliceerde jeugdsituatie was een gemene deler wel heel dominant, auto’s en alles wat daarmee van doen had. Naamgevende vader zat in dat vak, mijn stiefpa ook actief in de vierwielers, de vrienden waar ik mee omging hadden ook vaders die met vierwielers hun brood verdienden en onze straat vergeven van de verwante automobiele bedrijven. Is het dan gek dat je die richting bijna krijgt opgedrongen? Toch koos ik in eerste instantie voor de financiele wereld van de banken, later de luchtvaart (waar ook weer veel te doen was met/voor auto’s..) en pas na een jaar of 15 voor het autodealerschap waar ik vele jaren zou vertoeven. Daarbij speelde natuurlijk dat ene Tsjechische merk een rol dat ik in mijn jeugd zo goed had leren kennen, dus die lijm zat al in de bol en verbond losse eindjes aan elkaar.

De optelsom van ervaringen maakte dat ik in dat autoland op mijn eigen specifieke manier rondliep. Wat ik elders had geleerd aan theoretische en praktische kennis paste ik toe tijdens mijn dealerjaren. Het bedrijf werd er niet slechter van. Later als stafmedewerker bij een importeur en weer later in mijn eigen adviesbedrijf speelden al die opgedane ervaring een dominante rol. Je bent immers niet zo maar een twee drie al je vroegere kennis kwijt.

Was het altijd goed? Vast niet. Mensen moeten ook fouten maken in hun (bedrijfsmatige) leven. Zo verging het mij, maar dat gold ook voor anderen die weer andere keuzes maakten. Wat wel bleef was die liefde en voorkeur voor dat Tsjechische merk dat tegenwoordig zo dominant is op onze straten. In Duitsland in de top 3 van best verkochte merken intussen en ook in Nederland niet meer uit de top 10 weg te denken. Ik verbeeld me dan maar dat ik daaraan toch mijn steentjes heb bijgedragen. Waren mijn ouders dus kruideniers geweest en was dat vak aantrekkelijk voor me geworden zou ik nu vermoedelijk trots een grote keten van winkels hebben overgedragen aan het nageslacht. Je weet maar nooit waar een harde kop, trots, eigenzinnigheid, klantvriendelijkheid en een goed inzicht in de materie toe zouden hebben geleid. Het blijft gissen. Het blijft dromen. Als ik dan in de file sta (rondom Amsterdam een constante factor) komt ook wel eens in me op dat ik wellicht ook wel goed terecht was gekomen als de ouders politiek actief waren geweest. Maar wellicht dat stad of land blij zijn dat ik dan toch maar in de sectoren bleef waar ik nu mijn successen koester…. (beelden: archief)






















Ach, we hadden Keulen wel gezien na een volle dag rondlopen, er dreigden volgens de media regen en wind, dus ‘weet je wat, we stoppen op de terugweg naar Nederland even in Oberhausen Centro’. Bleek een goed plan. Nog beter zelfs toen ons na een uurtje rijden vanuit Keulen bleek dat Centro intussen is verworden tot een gigantische shopping-mall van allure. Anders dan wij uit de beginjaren van dit centrum buiten het echte van Oberhausen konden herinneren is alles hier op niveau. Elke winkel van enige importantie zit er. Van goedkoop tot exclusief, maar ook fan shops van de grote Duitse voetbalclubs. En dwars door elkaar ook nog. Zie je dat hier al voor je? Ajax en Feyenoord vlak bij elkaar? Verder is het hier etages vol, vleugels van het enorme complex vol, soms peperdure zaken. Overdaad schaadt er bijna. En alles prachtig en zeker sfeervol aangekleed.
Het leidt ertoe dat mensen van heinde en verre deze plek opzoeken. Nederlanders maken zeker voor 40% de klandizie uit. Al was het maar omdat parkeren in de zeven parkeergarages gratis bleek. Dat scheelt veel. Maar toen waren we nog niet buiten geweest. Even een luchtje scheppen in de door regen en wind intussen herfstachtige ambiance buiten maakte dat we een kerstmarkt ontdekten van een paar honderd stallen. Ongekend. En weer met heel andere zaken in de aanbieding dan we een dag eerder in Keulen zagen. En ook hier, ondanks het weer, geweldige sfeer en best gezellig druk. Dat Centro staat min of meer model voor de vele shopping-centra die je tegenwoordig in veel Duitse steden tegenkomt.
Alles onder een dak, beschermt tegen de weergoden, maar niet tegen de verleiding van al die artikelen en dat eten of drinken dat je wordt aangeboden. Een gevulde betaalrekening is wel handig. We genoten vooral van de sfeer en de mensen. Men genoot van deze ambiance en terecht. Dat Oberhausen zelf ligt op een uurtje rijden vanaf Arnhem of Venlo. Je kunt gewoon de navigatie aanzetten, want die kent het adres, en anders even op de borden letten in die omgeving. Voor ons was het een aardige aanvulling op het Keulse aanbod een dag eerder. Totaal anders dan die klassieke Duitse stad, maar daardoor bepaald niet minder leuk. Het maakte onze trip extra gedenkwaardig. De regen en wind die we later over ons heen kregen, net voor de Nederlandse grens en daarna tot thuis, spoelden die herinneringen niet weg…integendeel. We hadden het naar de zin gehad. Net als elk jaar. En ook elk jaar anders. Volgend jaar is alweer een nieuwe bestemming in de planning gezet. Heel andere kant op, maar vast ook leuk.
Je kent ze vast wel. Machochauffeurs. Mensen die weliswaar ooit een rijbewijs haalden en daar wat regels leerden rond hoe zich te gedragen in het verkeer. Maar eenmaal in het bezit van dat rode kaartje menen dat de hypotheek die zij op hun huis namen ook van toepassing is op de door hen gebruikte rijbaan. Vooral de linker rijstrook kent veel van die lieden. Zij rijden daar en gaan ook niet meer naar rechts. Bij vijf banen (veel nieuwe rijkswegen kennen dat tegenwordig) blijven ze ook graag halstarrig in het midden rijden. Mochten ze al van hun baan afwijken dan toch vooral omdat ze ineens ontdekken dat ze de afslag naar rechts moeten nemen. Richtingaanwijzers noch spiegels worden daarbij benut en wat rechts van hen rijdt moet maar even op de remmen gaan staan. Zij gaan voor! Want ze zijn toch tenminste Mister Selfie (of Mrs) en heel belangrijk in hun eigen leven. Al die andere weggebruikers zijn decor, obstakels, in de weg zitters. Aan de kant aan de kant, want Mister IK kom er aan. Die snelheidsregels gelden ook niet voor hen. Wie niet snapt wat ik bedoel moet zich maar eens aan die regels houden.
En dan zien of ervaren hoeveel bestelwagens en SUV’s zich het liefst door je heen zouden rijden op weg naar hun veel belangrijker afspraak of supermarkt. Opzij, opzij, opzij, ik kom er aan! Het is echt opmerkelijk hoe dat gedrag vaak is toe te schrijven aan mensen in bepaalde typen auto’s. Die SUV is geen goede keuze als je lontje al wat kort is. En als je te laat bent voor een afspraak dan is dat vaak niet de schuld van medeweggebruikers. Maar die moet het wel ontgelden. Ook in steden is de macho in zijn element. Knalt met 80km/u door hofjes waar je 30 mag en kunt, rijdt tegen de rijrichting in, liefst met een bonkiebonkie-geluidsinstallatie aan en een super-coole zonnebril op de neus opdat je er ook als macho uitziet. Opvallend is ook dat dit gedrag zelden wordt opgemerkt door de dienstdoende agenten. Sterker nog, die geven soms het slechte voorbeeld. Zoals ik onlangs meemaakte. Vlak voor de Amsterdam Arena (uh…de Johan Cruyff-Arena) zag ik in de spiegels een VW Passat aan komen denderen in de kleuren van de Politie. Opvallend want die rijden normaal toch in Tourans en dat soort spul? Maar deze had haast.
Rotterdam bracht een stel grootheden voort in de muziekwereld, waarvan Anita Meijer en Lee Towers wel de meest aansprekende zijn. Lee Towers had het geluk dat hij enorm werd gepromoot door wijlen Willem Duys. De zingende kraandrijver en zo meer. Imago is vaak iets anders dan realiteit. Maar Rotterdam kende nog een paar grootheden op muzikaal gebied. Een daarvan is de inmiddels al weer zes jaar geleden overleden Wim Koopmans. Een zanger die je het beste zou kunnen omschrijven als een echte crooner. Een man die de grote Amerikaanse zangers van toen als voorbeeld nam en daar en echt eigen tintje aan toevoegde. Opvallend doordat hij zijn repertoire zong met een duidelijk slissende S. Man uit een bekend gezin, want volle neef van Corrie van Gorp en achterneef van Rudi Koopmans. Daar deelde hij niet alleen zijn artistieke talent mee, maar zeker ook zijn passie voor boksen. Deed hij 25 jaar lang. Man uit een muzikaal gezin ook. Leerde het vak niet alleen van zijn vader, maar ook bij de oer-Amsterdammer, Willy Alberti. Koopmans zag zijn inspiratie vooral in grote namen als Tony Bennett en Frank Sinatra en kon zich qua timbre aardig meten met die lui. En toch…In ons land veel minder bekend dan die zingende kraandrijver. Verschil in aanpak, en daardoor minder erkend. Waarbij hij toch niet bepaald met de verkeerde mensen omging.