Het Themapark Aviodrome moet je als ware luchtvaartgek eens in de zoveel tijd absoluut bezoeken, dus dat deden we onlangs op een aardig warme dag in juni toen de schoolvakanties nog niet waren begonnen. Met de Museum-Jaarkaart is de toegang er gratis, het parkeren kost je evenwel 7 euro. Ongeacht de duur van je verblijf. Best pittig! Hoe dan ook, wat men hier uitstalt binnen en buiten kan de toets der kritiek prima doorstaan. Je krijgt zeker als je niet zo thuis bent in de materie, een aardig beeld van hoe ver die luchtvaart eigenlijk is gekomen in de eerste 60 jaar van haar bestaan. Daar helpen buitengewoon doordachte audio-visuele presentaties ook bij. Leuk is ook dat men bepaalde thema’s met overtuigende beelden en geluid aan elkaar heeft geknoopt en dat de echte oude vliegtuigen tegenwoordig worden vergezeld van soortgelijke twee- of vierwielers.
Een museum waardig. Dat dit eigenlijk ook een pretpark is, merk je vooral buiten. Daar zijn een paar pretparkonderdelen voor de kleintjes rond wat vliegtuigen gemaakt. En je kunt een deel van die oude toestellen van binnen bekijken. Daarnaast is voor de echte liefhebber ook een technische hangar beschikbaar waar je ziet hoever men is met het werk aan o.a. de unieke DC-2, en op te bouwen Noorduyn Norseman. Maar ook de Fokker Four S11’s staan hier onderdak naast een stel lichte en wat grotere vliegtuigen. Zo is de vleugelloze romp van de DC-3 PH-DDZ te zien in de kleuren van Martinair. Of die ooit nog zal vliegen is maar zeer de vraag. Voor de deur van het gebouw staan ook nog wat vliegtuigen. Aardig is ook de expositie over het oude Schiphol, toch alweer een eeuw oud, in het nagebouwde en zo kenmerkende stationsgebouw van ons nationale vliegveld van voor de oorlog.
Neem daar ook eens de tijd voor. Want je krijgt een aardig beeld van hoever we tegenwoordig zijn gevorderd waar het de vliegerij betreft. Groter tegenstelling met de ook buiten geparkeerde Boeing 747 ikv KLM kan dan bijna niet zijn. De enorme ‘Jumbo’ is de trekpleister van het museum, je kunt er de omvang van zo’n toestel aardig ervaren. De ingang van de romp is verbonden met het museum, je moet er even voor omlopen, maar dat is gezien hetgeen hier te zien is geen echt bezwaar. De gidsen zijn intussen allemaal nog steeds gepensioneerde vrijwilligers.
Sommigen daarvan kunnen aardige verhalen vertellen en zijn over het algemeen vriendelijk. De shop van het museum heeft een redelijke keuze, maar is wel aan de prijs. Maakt niet uit als je echt een souvenir daar vandaan wilt meenemen. Voor de koffie en iets lekkers adviseer ik overigens liever het restaurant Mart-inn dat niet ver van de verkeerstoren op het vliegveld Lelystad te vinden is.
Met name het buitenterras (gelegen boven op de Martinair-Vliegschool) geeft een schitterend uitzicht. En de prijs voor koffie en thee zijn binnen de perken gehouden. Voor broodjes moet je omwille van de prijs even goed kijken wat je bestelt. En ik geef dat advies omdat de coffeeshop van het Museum even buiten dienst leek door een verbouwing en men je slechts heel beperkt kan helpen aan een versnapering. Kortom, een aardig museum wat ik zeker eens in de zoveel tijd zal blijven bezoeken. Al was het maar omdat je niet weet hoe lang het nog die provinciale sfeer zal kunnen bieden die een vliegveld als dit nu nog heeft. Aan de overkant van het museum zie je op enige afstand al de terminal verschijnen van het ‘overloopvliegveld’ Lelystad Airport dat in 2019 klaar moet zijn. Leuk voor de vakantievliegers en Schiphol, toch iets minder voor dat rustige tempo waarin momenteel alles hier zich afspeelt.

De locatie is meer dan geweldig. Langs de boorden van de Amstel, net voor de grote bocht van de voormalige naamgevende rivier de stad in. Waar tot en met 1965 een gasfabriek de wijken in de omgeving voorzag van energie. Die gasfabriek was tot de komst van de zgn. Utrechtsebrug die Amsterdam-Zuid met de nieuwe A2 verbond, bereikbaar met een Gemeentepont. Kortom historische grond. Een van de nog bestaande panden van die gesloopte fabriek was het zgn. ‘Ingenieurshuis’ dat werd bewoond door de directie van de er achter staande gasfabriek. Daarna werd de woning in gebruik genomen door een kunstenaar die het historische pand tot en met 2008 bewoonde. Daarna kreeg het een andere bestemming, de meest recente een fraai en klassiek ingericht restaurant. Met de bijpassende naam tHuis aan de Amstel.
Een onderdeel van de keuken bevindt zich in het hokje van de vroegere portiers, het hek om het terras doet ook historische links vermoeden. Kortom, met die lokatie is weinig mis. Maar waar het bij horecazaken om gaat is toch ook de service, ofwel de bediening. En die was tijdens ons bezoek op een zonnige junidag buitengewoon ineffecient. Een man van een jaar of 45 en een jonge dame bedienden de (vele) gasten op de diverse terrassen. Dat je dan even geduld moet hebben is logisch, maar exact 15 minuten wachten op iemand die een bestelling op komt nemen?? Daarna bleek dat de betreffende man niet goed had geluisterd, zelfs diverse malen op en neer moest lopen om correcties uit te voeren op zijn oorspronkelijke werk. Jeminee, je moet wel vergevingsgezind zijn om daar een goed cijfer op los te laten. De jongedame (zijn collega) bleek daarbij flink slimmer.
Die deed alles met een (zoals dat tegenwoordig gaat) mobiel computertje en liep ook echt een teentje sneller. Al met al geen beste eerste indruk. Maar dat uitzicht, de sfeer, het idee dat je hier buiten zit maar toch ook gewoon binnen de Ring. Een lokatie die je alleen daarom al met een 10 zou moeten beoordelen. Maar door die gebrekkige bediening niet boven de 7 uitkomt. Daar doen de klassiek ingerichte toiletten (brandschoon) niets aan af of voegen er helaas niets aan toe. Want als ik slechts voor het pand zou komen zou ik eerder naar een museum gaan. Nog even oefenen daar aan de Amsteloever, maar een aanrader is het wel…Zeker voor mensen die even een zakelijke meet-and-greet willen organiseren of op het gemakkie willen werken aan een rapport dat morgen klaar moet zonder gedoe met collega’s. Daar heeft men in dit fraaie pand meer dan voldoende ruimten voor beschikbaar. En je hoeft niet bang te zijn dat men je snel weg zal werken. Dat lukt hier gewoon niet.,..(Foto’s: Yellowbird/Photo)
Hoewel ik soms wellicht de indruk wek dat de stad Amsterdam minder mooi is dan ik hem echt dagelijks voor ogen heb, ik blijf er toch zeer van houden. Daar helpt geen rood/groen afbraakbeleid tegen. En toch wandelen we vaker door een stad als pakweg Weesp of Sassenheim dan door de eigen geboorteplaats. Dat anti-autobeleid van de huidige linkse stadsbestuurders is daar zeker debet aan. Want om nu een harinkje te halen bij de favoriete visboer en dan daarvoor eerst tussen de 4 en 7 euro te betalen aan parkeergeld is me echt te overdreven. En zo verlegden we in het verleden onze winkel- en wandeltochten naar plekken buiten de eigen mooie stad. Maar soms trekt het toch te erg en doen we precies wat de milieufreaks graag van ons zien, we gaan per metro naar het centrum van Mokum en lopen vandaar uit dwars door de stad heen in redelijk marstempo en intussen toch lekker ontspannen terug naar het oorspronkelijke uitgangspunt.
Dat kan soms een afstand zijn van vijf, acht of tien of meer kilometers. Uiteraard met een camera om de nek of een smartphone in de hand en ook genietend van alle mooie plekjes die Amsterdam nu eenmaal te bieden heeft. Net als toeristen, maar dan met de wetenschap en kennis rond alle straten, stegen en buurten die een Amsterdammer nu eenmaal heeft. Om telkens weer te ontdekken dat er grote culturele verschillen zijn tussen Nieuw-Zuid, Oud-West of Oost. Zeker veroorzaakt door de verschillende culturen die zich in de afgelopen decennia in Amsterdam vestigden en daarmee een stempel zetten op de wijze van leven en de uitmonstering van o.a. winkels. Als je probeert om de grote en bijna onherstelbare schade door de megalomane bouwprojecten te vermijden, is er nog heel veel stadschoon te zien in mijn stad aan de Amstel.
En we hebben in de loop van de jaren ook heel wat vriendjes meegenomen en soms blaren op de voeten bezorgd als het weer eens te lang wandelen was voor hen. Als de gelegenheid zich voordoet gaan we zelf elke week wel een keer aan de wandel. Niet voor de boodschappen, maar gewoon voor het genieten. Bij redelijk wandelweer en met het plan om weer dwars door de stad heen te snijden om te zien wat er nu weer is veranderd, of wellicht nog leuker werd. Of hetzelfde is gebleven als je het vergelijkt met vroeger. De Westermarkt, Jordaan, Leidseplein, P.C. Hooft, Zuid, De Pijp, Amstel, Oost. Want wat men in het Kremlin aan de Amstel ook met die mooie stad aan IJ en Amstel uitspookt, hij blijft ons trekken als nostalgische katalysator van herinneringen. Daarbij, echte Amsterdammers zijn leuk in de omgang en het taaltje dat men bezigt uiterst herkenbaar. Als je de goede plekjes maar weet te vinden. Binnenkort dus weer op zoek…..genieten!!
Alweer een tijdje terug dat ik een review kon schrijven over ervaringen in de vaderlandse horeca. Komt toch vooral omdat we er relatief weinig gebruik van maken en ook omdat we een deel van die bezoekjes dan niet vermelden omdat we terugvallen op bekende adressen. Wat bevalt moet je koesteren. Maar eenmaal onderweg, zoals hiervoor beschreven in mijn verhaaltje over Den Bosch en Nijmegen, strijken we op de gok neer bij een lokale uitbater om daar dan te ondergaan wat gastvrijheid of kwaliteit/prijs-verhoudingen zoal doen met onze meninggever. Zo ook in Den Bosch waar we dus aan de Markt bij ’t Opkikkertje plaats namen op het in de zon gelegen en met leuke planten ingerichte terras.
De parasols waren bij onze komst nog niet uitgeklapt maar er stond voldoende ochtendwind om het in de zon vol te kunnen houden. De gastvrouw was vriendelijk en efficient, de cappuccino (tweede kop gratis..) werd geserveerd in wel erg kleine kopjes. De thee bood een tea-for-one pot, met een uitleg over hoe je met de aangeboden Earl Grey (waarom is Breakfast tea vaak zo lastig te bestellen…?!) thee moest omgaan. De Jan de Groot Bossche Bol was vers en kwam met bestek. Kijk, zo hoort het. Dat geldt ook voor het toilet. Is dat schoon moet je constateren dat men proper is van zichzelf, zo niet…opletten in de keuken. Maar bij ’t Opkikkertje was alles voor mekaar. Binnen is het een klein zaakje, voral waar de kassa staat is ook meteen een trappenhuis gesitueerd en komen mensen elkaar ongewild nog wel eens tegen. Afrekenen bracht wel aan het licht dat men hier weet dat er veel toeristen komen. Maar goed, het terras was geweldig, de service goed en de sfeer vriendelijk/gezellig. Rapportcijfer: 8.0
Onderweg in Nijmegen vielen we ook zonder echt na te denken neer op het fraai opgestelde terras van Wijncafe Pinot aan de Grote Markt in die stad aan de Waal. Om ons heen wat zitjes en alles voorzien van kussens. Ook hier weer in de zon, en vriendelijke gastvrouw die ondanks de drukte oog had voor haar klantjes. De lunch die we bestelden (met oerbrood) was buitengewoon smakelijk en mooi opgemaakt. Dit keer dronken we een glaasje wijn en wat bier, en zaten we echt een uurtje heerlijk te genieten. Dat terras ligt aan een drukke wandelroute, maar ook komen alle stadsbussen van Nijmegen er voorbij. Opmerkelijk beslissing in en stad die zo links wordt bestuurd. Maar het restaurant kan daar niks aan doen. Ook hier weinig kritiekpunten. Alles netjes, smakelijk en voor elkaar. Rapportcijfer: 8.0
Onlangs waren we voor de twee keer dit jaar onderweg met de gele rupsen. AH was de leverancier van onze dagtripkaartjes en omdat je daarvoor een bepaalde prijs betaalt is het handig om dan niet te dichtbij in de buurt van de hoofdstad een bestemming te kiezen. Vaak, zoals nu, stappen we dan in een trein die ‘ergens’ heen gaat en besluiten onderweg wat te doen. We kunnen overstappen in Utrecht, maar ook doorreizen naar Venlo, of,of, of. Het werd Den Bosch. Vaker geweest, maar altijd gezellig en daarnaast voorzien van een paar aantrekkelijkheden. Zoals de bijster fraaie St.Jan-kathedraal of de geweldige horeca. Mijn ooit zo favoriete modelwinkel Ottens nog even bezocht, maar die sla ik voortaan over. Weinig over van het geweldige aanbod van vroeger en een zeer chagrijnige verkoopster ontnamen de lust daar Euro’s te besteden. Deden we wel op een terrasje aan de Markt.
Met een drankje en de onvermijdelijke Bossche Bol van Jan de Groot. Wie niet weet wat dat is, moet maar even Googlen op de naam van deze landelijk bekende banketbakker. Waar altijd mensen in de rij staan (soms tot ver buiten de winkel) om iets van hun lekkere-trek-gading te vinden. Opvallend bij die bezoekjes en dat even zitten is dat je uit heel Nederland mensen tegenkomt die hetzelfde doen als wij, een ‘dagje Den Bosch’. Maastrichtenaren en Groningers. Allemaal op zoek naar die gezelligheid. En wie zoekt zal dat vinden. Wij maakten een wandelronde, en togen toen weer naar het station voor vervolg van onze reis. Dat werd (eerste trein die vertrok) Nijmegen. Een fraaie nieuwe Sprintertrein.
Die wel 12 keer of zo stopte onderweg, maar veel goed maakt met een fraai interieur, uitschuifbare treeplanken, een oplaadpunt onder je zetel voor mobiele telefoon etcetc. Nijmegen is een stad die rondom het station bijna onherkenbaar is veranderd. Alles is nieuwbouw daar en dat oogt niet onprettig moet ik zeggen. Het centrum is nog steeds zoals ik het me van een paar jaar geleden herinner. Mix van modern en historisch. De verloedering van voorheen aardig stopgezet en de stad opgewaardeerd. Lekker eten deden we bij Pinot in het centrum aan de Grote Markt. In het zonnetje tussen veel (jonge) gezellige mensen maakte de maaltijd extra goed te verteren.
Ook in deze stad aan het water maakten we weer een wandelrondje en liepen toen weer heuvelaf richting station. Met die kortingkaartjes moet je voor 4 uur inchecken, of anders wachten tot half 7 en dat vonden we toch wat laat. Dus weer op weg naar huis. Via Arnhem en Utrecht, die trein deed dat in 1,5 uur. Prima tripje, twee leuke steden gezien, nodige beelden geschoten en weer even genoeg voor deze periode van het jaar. Treinen is leuk maar ook vermoeiend….Maar wat een leuke mensen ontmoet je op zo’n dag….
Het was mooi voorjaarsweer, die wonderlijk verlopen maandag in maart toen wij besloten om ergens tijdens een lange wandeling door onze mooie maar drukke stad, op een terrasje in een wijk aan de rand van het centrum neer te strijken en te genieten van thee en zon. Dat terrasje lag uit de wind en dat scheelde veel. Ware het niet dat naast ons net een wat gezette en middelbare dame in discussie ging met een wat vettig ogende oudere heer die naast haar ging zitten en meteen een sigaret opstak. De ellende van terrassen tegenwoordig. Binnen in de horeca mag niet gerookt worden, dus zitten die notoire rokers buiten. En blazen hun uitlaatgassen vrolijk richting de al dan niet rokende mede-genieters van dat terras. Hij bleek een kettingroker van de ergste soort. De ene na de andere sigaret stak hij aan, zelfs tijdens het drinken van zijn koffie en eten van zijn broodje hield hij een brandende sigaret tussen zijn vingers. De dame wond zich daar flink over op. ‘Snapte hij dan niet dat anderen er last van hadden? En wist hij niet dat roken schadelijk was?!’ Nou hij had het antwoord daarop paraat. ‘Een kwartier in de uitlaatgassen van het verkeer en je kon wel een half jaar stevig roken!’ Zo was zijn luid verkondigde en ongetwijfeld zelf bedachte stelling. Die van geen meter klopt uiteraard maar de dame deed zuchten, opstaan en op een andere plek neerstrijken. De man keek triomfantelijk rond of er nog meer mensen in discussie wilden.
Hij was overigens de enige roker op dat moment en die plek. Maar stak er nog maar weer snel eentje op. Het zij hem gegund. Maar ook wij hadden last van zijn rook. Gelukkig konden al wij al snel verder met de wandeling. We keken nog eens naar hem om. Een oudere man, in een vettige regenjas, gehoorapparaat in zijn rechter oor, ongekamd haar. Vermoedelijk alleen thuis en nu op het terras lekker aan het genieten van wat hij de ultieme vrijheid zou benoemen. Maar zich nauwelijks of bewust niet bezighoudend met wat anderen van zijn gedrag vonden dan wel dat zij er last van hadden. Wonderlijke types toch. En helaas zo regelmatig voorkomend. Altijd met een excuus, dat het met de schadelijke gevolgen wel meeviel, dat andere vormen van vervuiling ook zo heftig waren etc. En compleet voorbij gaande aan het feit dat juist rokers door de meest vreselijke ziekten worden getroffen omdat die gewoonte (of verslaving) nu eenmaal bewezen levensverkortend werkt. Wij liepen verder. In marstempo. Die dag meer dan 16km. Dwars door de mooie stad die de onze is. Met al zijn uitlaatgassen. Maar we genoten toch. En hadden weer een nieuwe stelling gehoord die leidde tot dit blogverhaaltje…
Op het grote plein voor de O.L.Vrouwetoren van Amersfoort zitten heel wat horecazaken. Een daarvan was onze keuze voor het afsluitende dinertje met de vriendjes na een prima dagje vertoeven in Amersfoort. Bistro ’t Kannetje zorgde voor onze inwendig mens en deed dit met veel plezier en goede kwaliteit. Buiten op het terras, dat heel wat tafels omvat, net als de omringende horecazaken dat doen. En het was echt de moeite waard om daar de spijzen naar binnen te werken. Betaalbaar ook, zonder overdreven goedkoop te zijn. Maar daar krijg je ook echt lekker eten voor. Zuigbaar vlees in het gerecht wat ik samen met twee anderen uit het gezelschap koos. Met frietjes en salade voor een luttel bedrag. Het voorgerecht uit het altijd door mij gekozen Carpaccio wat in kwaliteit nog weleens wil verschillen. Niet bij ’t Kannetje, gewoon goed. De dames en heren die in verschillende rolverdeling hun ding deden waren allemaal vriendelijk, humorvol en servicegericht. Alles klopte en wat ook lekker was, je hoefde geen uren te wachten op het bestelde, maar men had ook geen haast. Precies zoals je in gezelschap op prijs stelt. Minpuntjes? Ja, het toilet. Dat was echt van een mindere soort. Het stonk er ook en het was niet echt schoon. Dat kan beter. Maar kan ook komen door de grote drukte van deze dag. Hoe dan ook, een rapportcijfer van 8,7 is meer dan verdiend daar in Amersfoort. En we komen er graag nog eens terug. (foto: Internet)
We reden er eigenlijk bij toeval langs. Op weg naar een adres dat we niet zo snel konden vinden..Aan een erg aardig plein gelegen (..) viel ons het redelijk gevulde terras van deze gelegenheid op. En eerlijk is eerlijk, we hadden wel trek in iets te eten en te drinken. We waren al even onderweg geweest in de fraaie omgeving rond Austerlitz. De auto konden we op 10mtr afstand van deze zaak goed kwijt. Vrouwlief was geblesseerd aan haar enkel, dus hoe korter we moesten lopen hoe beter. Het weer was een beetje op het randje, maar we vonden een plekje in de zon dus was het goed uit te houden. De bediening had ons wel in de gaten gekregen maar kwam pas wat later in actie. Op tafel niets van een kaart of zo, het was raden wat men zoal te bieden had, behalve dan cocktails en sorbets. Blijft me steeds weer verbazen bij sommige van deze zaken. Waarom geen kaart die past bij het tijdstip van de dag? De dame die onze bestelling op nam gaf ook geen enkele indicatie. We namen iets te drinken. Het meer normale ‘had u ook nog iets willen eten/gebruiken?’ bleef uit. Dus wij keken intussen toe hoe bij andere gasten kleine en grote gerechten werden uitgeserveerd, maar weigerden zelf te gaan vragen om die kaart. De drankjes stonden snel op tafel en wij lieten het maar zoals het was. De toiletten bleken netjes, de afrekening verliep wat chaotisch, maar uiteindelijk lukte dat toch nog. Later nog eens op hun website gekeken. Het bleek dat ze een restaurant, bar en cafetaria exploiteerden op dit adres.. En ook dat je hier terecht kunt voor van alles en nog wat aan evenementen. Keurige agenda, beetje vlakke website. Maar ik kon wel vinden dat een Sate’tje 17,50 moest kosten en een Varkenshaas met stamppot (..) 19.50. Geen budgetprijzen, maar men claimt ook op wat hoger niveau te koken. Dat mag zo zijn, waarom niet even wat reclame maken voor dat fenomeen als je de mensen aan tafel hebt zitten. De ambiance is top! De bediening redelijk tot goed, maar die ontbrekende kaart op tafel is echt een misser. Rapportcijfer: 7,5
We moesten even zoeken, horeca in Utrecht is er genoeg, maar zoals zo vaak in grote steden zijn de prijskaartjes daar vaak net even te hoog. Maar gelukkig was mijn slimme ‘zus uit de polder’ zo gis om toch nog even door te lopen waar ik er al snel genoeg van had. En vonden we een erg aardig adresje waar het terras gelegen aan het water van de Oudegracht mooi combineerde met een aantrekkelijk aanbod van eet- en drinkbare zaken. Men bood namelijk een drie-gangen-menu met allerlei keuzemogelijkheden voor net geen tientje p.p. Wat mag je daarvoor nog verwachten zou je denken, nou dat viel bepaald niet tegen. Van voorgerecht tot toetje, men maakte er werk van en omdat we in gezelschap van vier personen ook wat verschillende keuzes maakten, was goed te zien dat het restaurant zichzelf niet voor niets Grand noemt. Dat slaat ook op de totale omvang van deze zaak. Het buitenterras is pakweg 20 stoelen groot, in Utrecht is dat wellicht klein, maar binnen kunnen zo op het oog ruim 100 mensen heerlijk eten. De toiletruimte is netjes maar wat klein voor al die mensen zou ik denken, maar nu was het restaurant niet vol bezet, dus prima te doen. Meer dan prima was de bediening. Heel klantgerichte jonge meiden die vriendelijk lachend de boel onder controle hielden en mensen ook echt stuurden als ze iets anders wilden dan zij zelf in hun bol hadden. Zo mocht een echtpaar niet gaan zitten aan een tafel voor vier personen, wat op zich logisch lijkt, maar je zelden tegen komt. Het eten was zeer warm tot heet, daar houd ik zelf erg van. Goede keuze en een mooi cijfer 8,5 voor Grand Restaurant Le Connaisseur aan de Oudegracht 59 in Utrecht. En een extra compliment voor die meiden in de bediening.

