Dierenvriend(in)…

Dierenvriend(in)…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: sunshine.jpg

Het was in augustus 2008 dat we medeblogster Petra ontmoetten. Bij haar thuis tijdens de eerste weblogmeeting die wij (vrouwlief ging met me mee als belangstellende..) bezochten. Enthousiast schrijvend aan 4 verschillende blogs op dat moment vond ik dat ik de intussen bekende bloggers van toen toch eens in de ogen wilde kijken. Petra uit Gorinchem meldde zich als organisator. Zij had dat in zich, want was ooit voor zover ik me herinner, actief geweest op cruiseschepen als gastvrouw. Het was dus puik geregeld bij haar. In de tuin, tussen diverse hokken waarin ze dieren opving die een slecht leven hadden moeten ondergaan. Het maakte haar niets uit welke soort het was, alles werd met veel liefde opgevangen en verzorgd. Daarnaast was ze een gezellige kwek met een gulle lach. Of het haar nou altijd goed ging? We wisten het op dat moment niet. Later ontdekten we dat ze haar dierenliefde vaak duur bekocht en ontvangen gelden liever aan die dieren besteedde dan aan zichzelf.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: peet-en-zus-rommelmarkt20open20havend_208-5-102000005.jpg

En er was een gezondheidsprobleem. Samen met ex-blogster en nu lieve vriendin Thamara bezochten we haar later nog wel eens en namen dan wat lekkers voor de dieren (en haar) mee. Het werd zeer gewaardeerd. Het actieve bloggen was intussen gestopt. Op Facebook was ze nog wel actief en deelde dan vaak stevige meningen over mensen die dieren verwaarloosden of ze zocht mee als er weer eens een kat of hond in de omgeving van haar woonstek was weggelopen. Het contact bleef, zij het op afstand. Tot we onlangs ineens een kaart thuis kregen. Petra was overleden. Veel te jong, plotseling. Haar hart was gestopt…. Best confronterend! En al weet je dat het leven niet oneindig voortgaat, we hebben allemaal wel voorbeelden van onverwacht verdwenen familieleden, vrienden of kennissen, deze kwam best binnen. Hoe dan ook, Nederland mist een grote voorvechtster van dierenrechten en iemand die elk dier dat aandacht en warmte nodig had dat ook meteen aanbood. Soms ten koste van zichzelf. In de Hemel is vast een plekje voor haar ingericht. En weet ze zich opgevangen door al die dieren die haar voor gingen maar wel na een gekoesterd leventje in dat volle huis in Gorinchem. (*Beelden: Archief)

1 jaar Pepper…

1 jaar Pepper…

Toen wij de jongste telg aan onze poezenschare toevoegde was die net drie maanden oud. Klein, krulharig katertje, ondernemend, nergens bang voor. Onderweg naar huis (rit van 1.5 u) was hij relatief stil en gelaten, liet zich wel graag aaien in zijn reismand. Hier aangekomen keek hij op tegen de drie jong volwassen katten die in huize Meninggever al een paar jaar de dienst uitmaakten. En die vonden hem op hun beurt wel even wennen. De twee jeugdig volwassen katers sloten echter al snel vriendschap met de kleine rakker, voor de enige poes in huis, de ‘witte met karakter’ duurde dat wennen vrij lang.

Zij haalde uit naar de kleine nieuwkomer, blies en gromde en vond het diertje overduidelijk geen aanwinst. De aanvankelijke aanloopproblemen lagen gelukkig op enig moment achter ons en Pepper zoals we de ondernemende kleine kater hadden gedoopt, integreerde geweldig. Stoeien is zijn lust en leven en hij ging de drie keer grotere medehuisgenoten met gebrek aan enig ontzag te lijf of ze zijn formaat bezaten. Knorren hoort er ook bij net als gillen om aandacht. Als hij wil spelen, beter gezegd als zijn personeel hem moet vermaken, gaat hij vlak voor je zitten miauwen. Op dusdanige wijze dat je wel opstaat en aan de slag gaat. Niet dat het dan lang duurt want soms rent hij met een speeltje naar boven om het daar te verstoppen en je later weer te vragen om het even op te zoeken.

Dat is een schier onmogelijke opgave, want waar stopt zo’n dier een speeltje weg? Bij veeg- en stofzuigoefeningen vinden we gelukkig een halve dierenwinkel speelspullen terug. Intussen is de clown des huizes 1 jaar en drie maanden oud en ook precies een jaar bij ons in het gezin. De glimlach die hij dagelijks opwekt is het al waard geweest. Ook op voor ons wat mindere dagen zorgt hij voor leven, vermaakt niet alleen ons maar ook de andere katten en die rennen dan met hem mee op en neer of heen en weer. Slapen kan hij op de meest wonderlijke plekken, maar ook in bed wil hij graag aan het voeteneinde liggen. Dan hoor je hem van afstand knorren. Dus..geen spijt van de adoptie. Kost wat, krijg je ook iets voor. En hij is intussen ook goed bevriend geraakt met de grote trotse witte dame. Samen ravotten ze ook vaak en dat is koddig om te zien. Pepper is wat ons betreft dus een blijvertje. En past naadloos bij die andere drie katten die vrijwel een (h)echte familie vormen. Samen met ons. Onze kattenkinderen. En Pepper daarin de Benjamin…(Beelden: Prive)

Schaapjes tellen…

Schaapjes tellen…

Toen ik op 29 november vorig jaar berichtte over de komst van onze vierde kat in huis, Pepper, wisten we nog niet hoe leuk hij zou zijn. Zijn ras staat bekend als sociaal en speels. Nou, ik kan je verzekeren, dat is de kleine man. Binnen de kortste keren pakte hij de twee oudere katers en die ene poes inl. Hoewel dat in het geval van die poes wel ging met hangen en wurgen. Knokt(e) hij er met de twee grote katers op los vanuit zijn speelsheid, de witte poes Pebbles moest in eerste instantie niks van hem hebben en mepte af en toe van zich af.

Dat zat hem toch ook in het feit dat ze het kleine ding best wat eng vond. Daarbij stapte hij als een soort Dappere Dodo op al die grote katten af om kopjes te geven en af en toe in hun nek te springen. Onze grootste kater Pressley vond dat best. Prins Percy werd plotseling zo dartel dat hij mee ging bewegen en heerlijk lag te rollebollen met de kleinere nieuwkomer. Maar voor de poes was het allemaal te veel. Al die agressie… Wel opvallend, bleef ze normaal op een van de bovenetages liggen voor haar eigen ramen of om er wat te dommelen, sinds de komst van Selkirk Pepper kwam ze beneden liggen. We zouden haar eens mogen vergeten. Zo leek het. Dat zorgde er voor dat de kleine nieuwkomer na een tijdje toch in een boog om haar zit- of ligplek heenliep. ‘Als jij niet wilt spelen dan doe ik net of je er niet bent’ was kennelijk in de kleine katerhersentjes de boodschap. Het werkte prima want na een paar maanden (Pepper is nu bijna 5 maanden in huis) gaat zelfs de witte poes overstag. Wie weet is die als kool gegroeide grijze kater toch wel leuk…

Die vijf maanden zijn op de weegschaal goed terug te vinden. Pepper eet als een bootwerker, niet zo gek want hij is meer dan actief, groeide van net geen 2 kilo bij binnenkomst naar 3.3kilo nu. Zijn kenmerkende gekrulde vacht wordt steeds zachter. Hij heeft een relatief korte staart, miauwt keihard en een beetje schor als hij wenst te worden vermaakt. We hadden al een kapitaal aan speeltjes, mandjes, balletjes en zo meer in huis waar de andere katten af en toe nog gebruik van maakten, maar dat werd door geschenken en zelf gekochte uitbreiding van het assortiment nog wat breder en het wordt ook regelmatig benut. En je lacht je dan gek hoe zo’n dier als een clown met al dat speelgoed omgaat. Hij dartelt als een klein schaap door de kamer. Past dan wel weer bij zijn uiterlijk. En wat we extra leuk vinden, de andere katten doen met hem mee. Om onze Pressley met zijn 8.5 kilo grote lijf achter balletjes aan te zien rennen is een waar genoegen. Nee, het is een aanwinst die kleine Lekkerkerker…. Kost wat maar dan heb je ook iets leuks in huis. (Beelden: Prive)

Kwartet…

Kwartet…

Al een paar jaar hebben we nu drie katten in huis. En we prijzen ons gelukkig dat die alle drie van de sociale en uiterst lieve soort zijn. Zo vechten ze figuurlijk bijna om een plekje naast me in mijn mancave die uberhaupt al vol staat met zaken die mij persoonlijk beklijven, maar voor die katten is altijd een plekje ingeruimd op de vensterbank met uitzicht over de belendende straten. Je denkt dan dat alles goed is en we dus als tevreden oudere jongeren ons leven verder kunnen leven. Tot je via die tot zus verklaarde lieve vriendin uit het zuid-Zuid-Hollandse land opmerkzaam wordt gemaakt op haar gezinsuitbreidingswens. Ook zij had tot dusverre drie katten om zich heen maar wilde er nog een. En die vond ze ergens in het midden van het land bij een stel lieve meiden die werkten met een heel apart kattenras, de Selkirk Rex. Bijzondere soort omdat de huid van die dieren in krullen op de huid ligt en ze vooral heel sociaal en sterk zijn, eenmaal volwassen. ‘Willen jullie ook niet even kijken?’.

Nou dat wilden we wel maar ik weet dan al dat als je eenmaal tussen de kittens zit er altijd weer die verleiding is om er ook een…… Dus op een zonnige dag in september reden we naar de kraamkamer van al dat grut. Die van ‘zussie’ (een meisje) was echt prachtig en zat in een nestje dat in de uitleveringsfase verkeerde. Ze zou het diertje een paar dagen later mogen ophalen, maar nu gewoon nog even kijken en vasthouden was geen probleem. De rest van het jongere poezenspul krioelde over de grond.

Afgewisseld door ouders van verschillende rassen en kleuren. Een van de meest actieve kleintjes was een donkergrijze kater in de dop. Hij klauterde over zijn soortgenoten heen, at als een bootwerker en was echt de meest actieve. Ik voelde meteen dat vrouwlief verliefd was. En dat houdt dan veelal in dat we ‘voor de bijl gaan’. En zo gezegd zo gedaan. De grijze zou onze kant op moeten komen. Tuurlijk pas na alle medische tests, prikken, chip en stamboom. Want anders dan onze andere katten is dit er een van de officieel erkende soort en moet je dan voldoen aan allerlei regels om in aanmerking te komen voor zo’n certificaat. Begin deze maand mochten wij hem ophalen. En introduceren na een lange rit bij onze drie volwassen vierpotige huisgenoten. Nou, dat verliep niet meteen zo plezierig als we hadden gewenst. Juist de poes die hier als kitten ooit binnenliep en ons Prinsje meteen inpakte (zie 4-11 jl) was bijzonder onaardig, blies, en vertrok naar zolder om zich voorlopig niet meer te melden. Na een paar dagen liep de kleine dapper door het hele huis, deed alles wat je van zo’n klein jong mag verwachten en nog meer, pakte de twee grote katers compleet in en deed voorzichtig met de poes die nu eindelijk ook enige nieuwsgierigheid toonde zonder geblaas. Het kwam wel goed dus. De kleine krullenbol krijgt een bijpassende naam, Pepper, en mag wat ons betreft heel lang bij ons blijven. Een uiterst lief kwartet is nu compleet. Vrouwlief is nog steeds verliefd, heeft haar handen vol aan de kleine, maar geniet er ook van. Net als ik. En die andere katten. Want zo’n spring-in-het-veld brengt behoorlijk leven in de brouwerij. Tot hij moe moe geworden zo maar in slaap valt. En dat kan kennelijk overal op, aan of in. Blijft geweldig…Met blijdschap gaven wij kennis….(Beelden: Prive)

Jarig tweetal…

Jarig tweetal…

Ik zal er vast een keer eerder een stukje aan besteed hebben, maar precies 4 jaar geleden werden onze latere huisgenoten Pebbles en Pressley geboren. Katten die op het moment van geboorte nog niet wisten in welk Luilekkerland ze later terecht zouden komen. De geboorteplek was Ermelo bij een dame die piepklein behuisd wel goed wist hoe ze om moest gaan met katten van deze soort. Ze was gek op dieren. Had diverse katten, honden, een papegaai, paarden en ook nog een man. Maar dat ontdekten we allemaal pas later. Toen we door alle droeve gebeurtenissen met twee jonge huisgenoten van toen, katten die kort na elkaar op de leeftijd van 1,5 en 4,5 jaar oud om verschillende redenen ziek uit het leven geholpen moesten worden.

Het grote verdriet maakte dat we voor onze toen nog piepjonge Prins Percy soortgenoten zochten. Door een dringend maar ook goed bedoeld advies van onze zoon gingen we op zoek naar een adres waar men een bepaalde soort kitten zou kunnen aanbieden voor een redelijke prijs in topconditie. En precies op mijn verjaardag (later..) bekeken we de kater waarover we telefonisch contact hadden gehad. Een schat van een kitten, met een heel zachtaardig karakter, leuke tekening in zijn gezichtje en de garantie dat die zou uitgroeien tot een meer dan stevige kat. We waren er diep van onder de indruk en namen met moeite afscheid. Nou ja, afscheid, de dame in kwestie had nog een kleine expositie in de aanbieding. De broertjes en zusjes van de door ons uitgezochte kater. En die waren allemaal ‘om op te vreten’ zo leuk. Met name een spierwit zusje, met een ander, pittiger karakter, trok de aandacht. Klauterde zo klein als ze was meteen op mijn schouders en liet zien dat ze van een ander hout gesneden was.

‘Doe die ook maar’ zei ik in een opwelling zonder overleg met vrouwlief. Maar ja, het was tenslotte binnenkort mijn verjaardag. Na dokterskeuring en de eerst prikken tegen dit en dat werden we gebeld. Ze waren klaar voor transport naar hun nieuwe thuis. Eenmaal hier bleek het tweetal prima in de smaak te vallen bij ons Prinsje. Al snel werden ze maatjes en groeiden de twee kittens als kool. Eh dan bedoel ik stevige kolen…bloemkolen… Want het ras is van de grote soort en met name de kater laat dat goed zien. Nooit spijt gehad. De karakters heel verschillend, maar even lief in de omgang en een waar genoegen om ze al dan niet op schoot dan wel naast me op de kussen die ik speciaal voor ze heb aangebracht in mijn mancave. Knorren, kroelen, vrijen (nette wijze) het hoort er allemaal bij. En ze richten zich naar de Koninklijke Hoogheid die hier ondanks zijn wat kleinere postuur de dienst uitmaakt. Vandaar zijn ze jarig. Vier jaar alweer. Gaat dat toch snel. Maar vieren zullen we het. Want dat verdienen ze wel. Net als wij…..(beelden: Prive archief)

Missing men…

Missing men…

Als er iets is wat we als mensen te weinig doen is dat koesteren wat je hebt in het hier en nu. Slechts diepgelovigen neigen er naar te denken dat als het hier op aarde afgelopen is, er nog een heel lang (eeuwig) leven na ons fysiek verscheiden voor ons ligt. In andere geloven denken ze dat je dan als man 40 maagden aangeboden krijgt. Nou leuk dan, ben je net 85 geworden, is het leven op aarde over, moet je daar ‘boven’ ergens aan de slag om die eeuwigheid leuker te maken. Maar met wat dan?

Hoe dan ook ik ga er maar vanuit dat ons aardse bestaan is wat we nu bezitten en niet zo maar kunnen inruilen voor iets anders. En in dat heden passen de mensen die er toe doen, de dieren waar je van houdt of gehecht aan bent, je vrienden, de al dan niet lieve buren, en je thuisplek die door heel wat mensen is ingericht om het zo leuk mogelijk te hebben. Pas als het evenwicht wordt verstoord en er mensen wegvallen uit die naastenkring, dan wel een van de dieren gaat hemelen raken we van de leg. Los van alle enorme emoties die een rol gaan spelen bij verlies van een naaste is ook iemand die je misschien wat meer op afstand had zitten maar wel goed leerde kennen, best een persoon om door verstoord te raken qua emoties. Geldt ook voor hen die je al jaren kent via deze media waarop we als bloggers, Facebookers of Twitteraars zo actief zijn.

Ik merk dat juist dit jaar een optelsom van mensen die er toe deden of doen, die besloten dat het genoeg was (ik chargeer nu omwille van het verhaal..), mijn humeur en evenwicht toch wat onderuit haalden. Mensen die je of heel goed kende, zakelijk & prive liet behoren tot best gewaardeerden dan wel zo lang al in de sociale contacten dagelijks aan de lijn dat hun verscheiden een lege plek achterlaat. Op zich is dat ook een erkenning van hun belang in het echte leven voor een gemiddelde meninggever die ook maar een mens is van vlees en bloed, ook al denken sommigen soms wel eens van niet. Zelfs ik heb gevoelens en uit die soms maar eens via verhalen als deze. Zo was er die dappere vrouw die op mijn sociale berichten vrijwel altijd als eerste reageerde. Ze was leuk in de omgang, ongelukkig qua gezondheid, maar bleef altijd positief. Eenmaal verdwenen is er toch dat gat. Je wacht op die reactie. En die komt dan niet. Nooit meer!

Of die man met wie ik mijn hondje deelde omdat hij het zusje van de onze had binnengehaald en zijn dochter ons op het spoor zette van onze toen nog jonge puppie uit hetzelfde nestje. De rijafstand was groot maar toch zocht ik hem en zijn familie nog wel eens op. Bijkletsen over van alles. We maakten zijn gevecht mee op zakelijk terrein en ook qua gezondheid zagen we wel dat het niet helemaal goed ging. En dan toch is de dood erg onverbiddelijk. Weg is weg, maar nooit vergeten. Een jonge vent die in bloei van zijn leven werd geknakt door die verrekte rotziekte en waarover ik al eens uitgebreid schreef was voor onze zoon de broer die hij nooit had… Een bijzondere gast, maar ontzettend aardig en zeer geliefd. Als vele tientallen vrienden via diverse bijeenkomsten jouw afscheid herdenken en koesteren wie je was doe je er toe. En zo is het. Geldt ook voor mijn oudere broer die alweer dik 1,5 jaar geleden de strijd op moest geven. Welk een verlies. Met name omdat je vroeger zoveel deelde met elkaar. Goed, slecht, de jeugd, de lastige situaties soms. We liepen de deur bepaald niet plat bij elkaar, maar als dat wel het geval was, dan was het goed. We pasten bij elkaar als ying en yang. Met respect voor elkaars ervaringen en meningen. En als dat dan ineens niet meer beschikbaar is, dan ga je het pas missen. Dus koesteren maar mensen. Zolang het kan. Niet laten verwijderen om niks. Mensen maken zich vaak zo druk om futiliteiten. En niet mailen of appen, maar praten met elkaar. Voor je het weet is het over. En dat is echt niet leeftijd gebonden. Ziekten en kwalen kiezen naar willekeur hun slachtoffers uit. En dan blijkt dat die gezonde periode van voorheen nooit meer terugkomt. Bedenk dat maar eens in tijden dat het je wellicht nu nog goed gaat. Dit is waar het echt om gaat. De rest al snel bijzaak! (Beelden: Yellowbird archief)

Kittenrealisme…

Kittenrealisme…

Ondeugend, lief, aansprekend, liefdevol, zo kijken we vanuit menselijk oogpunt naar kleine kittens of ook puppies. Klein is zeker leuk, maar als alles gaat zoals je wilt dat het gaat, groeien die kleintjes al snel uit tot volwassen dieren. Krijg je veel onbaatzuchtige liefde van, warmte als je dat wilt, maar vraagt ook aandacht. Een dier haal je niet voor de lol even in huis als je een beetje normaal denkt, maar voor het leven. Wie kan rekenen weet dat een mens meestal langer zal leven dan een gemiddeld dier als een hond of kat, maar ze maken toch een belangrijk onderdeel van je leven uit. Een beetje hond haalt de 12 jaar levensduur wel, een kat zit toch al snel 16-20 jaar in je raamkozijn….En die beesten vragen intussen ook de nodige aandacht, verzorging, onderhoud, en zo meer van je. In de afgelopen Corona-periode bleken heel wat medeburgers zich thuis zo te vervelen dat ze besloten om een klein diertje in huis te halen. Hond of kat, konijn of ander knaagdier en waar de ruimte groter was een pony of veulen.

Na een jaar bleken al die dieren ‘dat schattige’ verloren te zijn en moesten de ‘baasjes’ ook weer naar werkgever of klanten. En zaten die dieren in de weg. Resultaat, de vele dierenasiels raakten overbevolkt met teruggebrachte of ingeleverde dan wel afgedankte dieren. Als iets frustrerend is voor die dieren dan dat. Net gewend aan die nieuwe baasjes ga je de deur weer uit als ‘ding’ en wordt je ingeleverd als een oude klok bij de kringloop. Herplaatsen bleek en blijkt nog best een dingetje. In andere gevallen is er natuurlijk een boom in het bos om een hond aan vast te binden en katten zet je gewoon buiten de deur in de tuin of waar ook en gaat er vanuit dat die zijn/haar eigen weg wel vindt. Ongechipt natuurlijk zodat herkomst baasje niet te achterhalen valt. Het kille berekenende van dat handelen stuit mij meer dan tegen de borst. Oudere dieren van wie de baasjes ineens worden opgenomen in een verzorgingshuis of erger krijgen het nog lastiger.

Want wie neemt een hondje op dat tien jaar bij zijn/haar baasje leefde of een kat met dezelfde leeftijd en herkomst? Er is op dat punt best veel leed. En dieren verdienen een tweede kans. Mocht je dus die impuls voelen om een dier in huis te nemen, kijk dan eens bij die herplaatsers ipv dat op het oog aantrekkelijke nestje vol piepkleine en jonge kittens of pups. Vermoedelijk krijg je dan nog veel meer van wat je zoekt dan vooraf bedacht. Een dier in huis is ook warmte en gezelligheid, de wandelingen met de eventuele hond vaak goed voor de gezondheid en ook als je op zoek bent naar sociale contacten. Toen wij ons hondje nog mochten bezitten (honden hebben een baas, katten personeel…) kwekten we met heel wat mensen uit de buurt over van alles en nog wat. Dat is toch weg na het verscheiden van die trouwe viervoeter al weer zoveel jaren geleden. Nu zeggen we de mensen nog wel gedag maar is het contact toch anders. Overigens zijn veel eigenaren van toen nu ook weer dierloos of verhuisd…. Hoe dan ook, wij zijn gek op die dieren en genieten er van. We wensen dat jullie allemaal ook toe, mede namens onze eigen schare…. (Beelden: Prive-archief)

Hond of kat??

Hond of kat??

En nu ik het in een vorig blog toch al over dieren had, dan maar even doorvragen. Ben je van huis uit een honden- of kattenmens?

Het schijnt veel over je karakter te zeggen als je kiest voor het een of het ander. Mensen die vallen op een hond hebben iets dominants in zich, willen de baas spelen en een dier zoals een hond is blijkt dan een gewillig slachtoffer. De meeste honden zijn onderdanig (ja, er zijn altijd uitzonderingen), houden van de roedelvorming in huis, zien jou als de baas van die roedel en volgen je op de voet. Een beetje hond kan je ook beschermen en er zijn heel wat hulphonden in dienst die allerlei trucjes kregen aangeleerd die niet meteen behoren tot hun natuurlijke gedrag. Een hond is er in diverse soorten en maten, net als katten, En om het daar eens over te hebben, katten is weinig aan te leren. Zij leren ons juist bepaald gedrag aan. Personeel als we zijn dienen mensen op bepaalde tijden eten of drinken te verstrekken, moeten we deuren en ramen voor ze openen opdat zij zich daar doorheen kunnen verplaatsen.

Er dienen ook lekkere plekjes in huis te worden opgeofferd als slaapplek en krabpalen zijn niet interessant genoeg als er ook banken, stoelen en andere krabbare meubels te vinden zijn. Een kat (poes) is de baas, jij mag bedienen. Grote verschillen dus. Ik zelf kom uit een gezin waarin we vroeger vrijwel altijd beide dieren in huis hadden. Honden en katten, die laatsten werden door de huissituatie aan het begin van ons huwelijk vanzelf ook ons gezelschap. Een hond had toen helemaal niet gepast. Daarbij, als je geen huis met tuin of een groene omgeving bezit mag je het een hond niet aandoen te moeten wonen in een huis zonder buitenlucht of een straat die alleen bestaat uit stenen. Katten zijn prima binnen te houden, en eenmaal gewend is de kattenbak voor hen voldoende, mits je maar wel regelmatig met ze speelt. Het raseigen gedrag moeten wel worden gestimuleerd natuurlijk. Sinds de jeugd dus altijd katten om me heen gehad.

Alle soorten, maten, formaten en kleuren. Nu nog steeds en we genieten van het gezelschap. Deden we ook toen we in een opwelling anno 1993 onze boerenfox Purdy ophaalden uit Limburg en daar 16,5 jaar van mochten genieten. Wat een schat van een hond was dat en sterk als een beer. Lief en aanhankelijk, maar een ellende om in de auto mee te nemen. Was niks voor hem (was eigenlijke een ‘haar’ maar we noemden hem zo omdat het gedrag zo anders was..). Toen Purdy er niet meer was bleven de katten. En die losten elkaar om wat voor reden ook af. Ouderdom, ziekte, wie aan een huisdier begint moet naast de voordelen ook de nadelen willen zien. En daartoe behoort ook het verdriet van afscheid. En dat is niet fijn. Zeker niet als je die beesten niet ziet als decor in huis maar als een soort ‘kinderen’. Zij die honden kiezen hebben veelal minder met katten en omgekeerd. Twee werelden. Maar er zijn er ook die beiden in huis halen en die samenleving zien als het meest prettig. Tot welke soort behoor jij??? Laat eens weten als je zin hebt……En mocht je een voorkeur hebben voor totaal andere huisdieren, paarden, ezels, vogels, vissen, olifanten of wat ook, gewoon benoemen hoor! (Beelden: Archief)

Spoedkliniek – tegen een prijs…

Als je echt op zoek gaat (of moet) naar een spoedkliniek voor dieren kom je zonder het te willen letterlijk en figuurlijk in een wat andere wereld terecht. Een wereld waarin je maar weinig van die voorzieningen zult vinden. Wij mogen blij zijn dat in onze omgeving een tweetal van deze klinieken te vinden is. Een daarvan benutten we net aan het begin van de corona-ellende voor een probleem met onze grote en trotse maar nog zo jonge kater Presley. Doorgestuurd door de dierenarts die er geen heil in zag zelf echt onderzoek te doen. Het kostte ons uiteindelijk 700 Euro om het diertje te kunnen laten behandelen, maar de uitkomst was dat men eigenlijk niet wist wat er loos was. Dier knapte op, we namen ons verlies en gingen verder met ons leven. Gelukkig deed Presley dat ook. Een andere kliniek zit in Amsterdam-Sloterdijk. Zat vroeger aan de Weesperzijde in onze stad en heeft een aantal ‘experts’ in huis op diverse terreinen.

Komt de gewone dierenarts er niet uit, of wordt jouw dier net ziek in het weekend dat de jou bekende dierartsenkliniek niet open is, ‘mag je’ naar de spoedkliniek. En dan is het te hopen dat je saldo op de rekening toereikend is. Zo niet? Jammer maar helaas. Onlangs maakten wij iets soortgelijks mee met een kat van een familielid. In de nacht ziek geworden, de dierenarts pas om 9 uur beschikbaar voor een afspraak (ben je nog niet binnen want afspraak maken) dus verwezen naar de dierenkliniek in Amsterdam. De woonplaats van het familielid is Almere, je zou toch verwachten dat men daar ook zo’n voorziening heeft intussen, maar nee, dus ik diende als spoedambulance in de vroege ochtend die door alle perikelen in het verkeer (Almere en files, het blijft een dingetje) lang deed over de weg heen en weer naar de hoofdstad. Eenmaal daar werd het dier aangenomen, een rapportje opgemaakt over de conditie van het (jonge) diertje en de kat meegenomen.

De baasjes mochten door de corona-protocollen niet mee naar binnen. Maar hopen dat men goed had begrepen wat er loos was. Wij konden vertrekken. In de middag belde een internist. Moest nog aan het onderzoek begonnen en wilde even weten wat er loos was. Geen rapport gelezen. Leek wel een mensenziekenhuis. Lang verhaal kort, volgende dag (diertje moest overblijven) mocht de trotse kater weer worden opgehaald. Men had van alles en nog wat gedaan, maar een echte conclusie over oorzaak en gevolg bleef uit. De hoogte van de rekening zodanig dat je daar een aardige tweedehandsauto van kunt kopen, zij het zonder garantie. Geen persoonlijk gesprek, vragen stellen moet via mail.

Dat laatste was nodig, omdat het dier eigenlijk nog steeds het euvel vertoonde waarvoor hij eerder al eens bij deze kliniek was geweest. Maar de mailvragen bleven lang onbeantwoord. Ach…voor dat geld… Het is jammer dat er zo weinig van deze klinieken bestaan. Ook dat dit allemaal zo peperduur moet zijn. Want laten we wel zijn, niet iedereen is bij machte deze goede vorm van zorg voor huisdieren te betalen. En zal wellicht besluiten om een ziek dier dan maar niet te laten nakijken met alle gevolgen van dien. Maar een gemiddeld maandsalaris besteden aan een kat, hond of ander klein huisdier is best een beslissing. En omdat er weinig van deze klinieken bestaan is er ook geen concurrentie. Kortom, het was even een dingetje allemaal. En iets om goed over na te denken. Wellicht dat dierenartsen zelf de boel eens wat kunnen opwaarderen en niet alleen meer onderzoeken zelf gaan doen, maar ook de openingstijden wat kunnen verbreden waardoor je als ‘baasje’ van huisdieren niet meteen wordt veroordeeld door de gang naar zo’n duur en exclusief instituut. Zelf ook ervaringen op dit punt? Ik ben benieuwd. (Beelden: Yellowbird archief)

Veelvraat…

Sinds januari, ik heb u als lezer indertijd meegenomen in onze wereld van kattenliefde en verdrijven van toenmalig heftig verdriet, hebben wij twee jonge gasten in huis. Broer en zus, Main Coon katten van de leuke en (gelukkig meestal)gezonde soort. In de tussenliggende maanden groeiden die twee in rap tempo op. De socialisering werd deels door onze iets oudere (2 jaar) Ragdollkater Prins Percy gedaan, de rest probeerden wij als butler en dienstmeisje die twee bij te brengen. Met een kattenervaring die toch al een dikke halve eeuw teruggaat weet je dan wel wat je in de poezenkuip aantreft zou ik denken. Maar in dit geval pakt(e) dat toch iets anders uit. Het groeiproces van deze twee gaat zo rap dat ze als 8 maanden oude kittens op enig moment 4 resp. 5 kilo wogen. Het hoort bij het ras en dat verschil in gewicht zit ook in geslachtsonderscheid. Vrouwtjes bij deze kattensoort lichter dan de mannetjes. Maar er is nog iets wat ons toch wat parten speelt.

Het mannetje, door ons Presley genaamd, eet als een bootwerker en heeft kennelijk nooit genoeg. Want wat je ook op de mensentafel zet, als hij de kans heeft steelt hij het onder je handen vandaan. Worst, kaas, groenten, aardappels, maar ook verpakkingen, servetten, het moet allemaal meegesleurd. Alsof we een wilde boskat in huis hebben. En hij is nergens bang voor. Nou ja voor echte bedreiging, maar dat willen we nou ook niet steeds doen. Kortom, we zijn er constant mee bezig. De keuken moet dicht blijven, de kamer als we aan het eten zijn, altijd is er wel een reden om bang te zijn voor de acties van deze panterachtige rover. Opvallend genoeg werkt hij soms samen met zijn zus. Die is ook erg ingesteld op eten, maar heeft nog een extra slimmigheidje aangeleerd. Vanaf moment 1 dat ze hier binnen stapten weet die kleine alles open te maken. Van kasten tot ritsluitingen op tassen, ze rommelt even en hup. En wat open is wordt dan door broerlief grommend doorzocht op etenswaar. Je zou bijna denken bij het lezen van e.e.a. dat wij die dieren slecht verzorgen, maar de waarheid is juist dat we er altijd extra goed voor zorgen.

En we ons daarbij aan de maatbekers houden, het juiste voedsel kopen (grotere brokken voor deze katten opdat ze goed leren kauwen..). Afstemming met de dierenarts leerde ons het advies om als dit gedrag zich voor doet de kat af te leiden met een speeltje. Geprobeerd….werkte echt niet. Eten gaat voor alles. Op de fora en Facebook-groepen die deze katten tot onderwerp hebben lees je wel dat ze vaak zijn geobsedeerd door alles wat eetbaat is, maar zo erg dat je er voor dwars door roeien en ruiten gaat komen we dan weer niet tegen. We overwegen nog wat we moeten op het moment dat ik dit schrijf. Het moet afgeleerd worden zoals het diertje het ook zichzelf heeft aangeleerd. Gek genoeg is alles rustig en vooral aanhalig lief als het eten buiten beeld is. Dan is die grote lummel een van de liefste en meest aanhalige katten denkbaar. Nooit vechterig, maar juist knuffelig. Tot hij het idee heeft dat er iets te halen valt. Opmerkelijk. En wij kennen het, ik herhaal mezelf daarin, niet van eerdere katten die we als personeel dienden. Hebben we dan toch een roofridder in huis gehaald? We gaan het nog even aankijken en dan Doctor Phil maar eens benaderen. Zou dat helpen??? Wie het weet mag het zeggen (of schrijven)….(foto’s: Prive-archief)