
Ik ben stemgevoelig. Mannen en vrouwen…hun stemgeluid kan me bekoren of juist afwenden van de betreffende persoon. In het verleden vaak meegemaakt dat ik iemand aan de lijn kreeg (ja lieve lezers, vroeger belden we mekaar met een telefoonapparaat waarop je met een schijf nummers moest draaien die via een draad en centrale verbinding legde met de rest van de wereld..) die me direct inpalmde qua stemgeluid. De verwachtingen dan gewekt.

Kwam daar nou een Miss Nederland van achter die vreemde lijn vandaan of een mannelijke filmster waarvoor vrouwen in onmacht kunnen raken? Vaak bleek het een niet met het ander te matchen. Geldt ook voor accenten. In het hele land spreken mensen met een zeker accent. Van plat Rotterdams tot onverstaanbaar Achterhoeks, van Grunings tot Mastreegs. En altijd zit ik met het zelfde beeld voor me, hoe zou die persoon er uit zien? Het viel me wel eens mee, soms tegen, en gek genoeg was de combinatie van stem en beeld reden om wel of geen zaken te willen doen.

Ook op de radio maak je dit mee. Een vent met een geweldige stem als DJ bleek in beeld een wat dikkige vette man met een vies bezweet T-shirt. En vrouw met een geweldig mooie spreekstijl bleek maatje 55plus. Het kan verkeren en het is een observatie om veel van te leren. Althans voor mij. Anderen zal het weinig interesseren. Die kijken naar dat uiterlijk en nemen de stem (of inhoud) op de koop toe. Kan ook omgekeerd natuurlijk. Opvallend vind ik ook de mensen die bijzonder apart praten maar tegelijk geweldig kunnen zingen.

Dan verandert hun stem, verdwijnt hun accent en blijkt er een schitterende emotie in die creatieve uitingen te zitten. Opvallend vond ik ooit ook die prachtige blonde dame van ABBA, Agneta. Die zong zo op het oor meer dan behoorlijk in het Engels, maar zodra ze werd geinterviewd bleek ze die taal maar net aan machtig en dan ook nog met een enorm Zweeds accent. Viel me toch wat tegen. Heb ik ook met onze aangetrouwde koningin, Maxima. Prachtige vrouw, stijlvol, lekker in de kleren, maar als ze praat krijg ik kromme tenen. Dat accent en die stemhoogte doet elk verlangen naar een langer samenzijn met een goed glas (desnoods Argentijnse) wijn van mijn kant snel verdwijnen. Best jammer…. Kortom, jullie meninggever heeft het soms best zwaar. Intussen lees ik dit stukje met een licht Mokums accent even terug en knik tevreden. In alle streken van ons land kan dit er mee door. Vast heel herkenbaar….en zo niet, dan lees ik het wel…..(beelden: archief)


































In het eerder beschreven fort Vijfhuizen vierden we onlangs een trouwdag mee van zeer goede en al wat oudere vrienden van ons. In een niet te groot gezelschap. Bewust werd door hen voor deze locatie gekozen. Bij toeval hadden de uitbaters de (typische) ronde ruimten van het hier gevestigde lunch restaurant ingericht met tekeningen van Thijs Postma aan de wand. Een 84-jarige zeer begaafde tekenaar van alles wat met luchtvaart te maken had en heeft en wiens expositie zowel de jubilerende bruidegom als uw meninggever recht deed en plezier gaf. In die ambiance maakten we kennis met de even creatieve uitbaatster van Restaurant ’t Fort en haar man Radboud.
Zij afkomstig uit voormalig Macedonië, hij een blonde en blozende Hollandse man. Zij de gastvrouw, hij de kok. Geweldig team in dienst, super gastvrij, snel en heel lief voor de meevierende kleinkinderen die zich af en toe best verveelden tussen al die volwassenen. Het eten was van de meest lekkere soort. Geen enorme porties afgeblust met goedkope saus en veel friet, maar fijne gerechten met wat bijzondere verrassingen die de smaaksensatie aanwakkerden. Alles prachtig opgemaakt en opgediend met een glimlach. Van begin tot eind van het diner top geregeld. U kent me als lezer(es) ik let op de details.
Zo is er dat altijd weer belangrijke toilet. In dit geval vrij ver af gelegen van de zaal waarin men de georganiseerde diners opdient. Maar sfeervol verlicht. Dames en heren gescheiden, het invalidentoilet (slim) niet zo ver van de zaal als de ruimten voor meer validen. Lampjes in de vloer maakten de gang bijna romantisch leuk. Dat gold minder voor de toiletruimte van de heren. (Ik weiger om over genderneutraal of ‘het’ te spreken) Ik ben niet van die grote metalen plasbakken waar een man of tien naast mekaar kunnen gaan spetteren. Meer iets Brits dan Nederlands. Maar goed, het rook niet vies en oogde schoon.
Voor de rest niets dan lof voor dit restaurant dat zoals de uitbaatster ons verzekerde, weinig tot geen reclame maakte maar dit overliet aan de mensen die hun gastvrijheid hadden geproefd. Dan kwam het vanzelf goed. En dat is zo. Rapportcijfer 9,5 is hier van toepassing. En we komen zeker nog eens terug. In kleiner gezelschap. Zien of het dan nog net zo geweldig is als het nu in de herinnering zit. Dat halve puntje aftrek vanaf de verdiende tien geldt dan toch wel weer dat toilet. Het restaurant is ingericht op horeca overdag, maar biedt ook arrangementen voor gezelschappen in de avonduren. En verder… wens ik eenieder die dat viert een fijne Sinterklaasavond toe en hoop dat Sint en zijn (gitzwarte)Pieten u allen van de goede gaven laten genieten!
Vroeger, ik praat over mijn jeugd, was slapen in de toen beschikbare kamer die gelegen was aan een trappenhuis, met enkel glas aan de straatkant, ‘s-winters iets wat je deed met twee lagen nachtgoed aan. Onder dikke dekens, tegen eventuele winterse kou. Zo koud werd het in die jaren soms dat de vorstbloemen op de ramen stonden. Als we geluk hadden kregen we een hete kruik mee om de ruimte onder de dekens iets op te warmen. Een dikke pyjama was standaard, soms zelfs met extra sokken aan. In de zomer was die kamer relatief koel, ik herinner me geen overdreven warmte op dit punt, maar dat stond ook symbolisch voor de sfeer in huis…. Later, in andere omstandigheden en in comfortabeler behuizing, werd de nachtdracht steeds schaarser. Al was het maar omdat je intussen ook samen met je partner het bed deelde.
Dan werd ‘Less is more’ uitgangspunt. Al decennia lang draag of bezit ik geen pyjama meer. Wordt het koud trek ik nog net een T-shirt aan voor de nacht, maar als de temperaturen zijn zoals de afgelopen zomerse maanden is de huid mijn buitenste bescherming. Het is bewezen gezonder voor je en je slaapt er ook beter door. Toch zijn er mensen die zweren bij relatief omvangrijke of dikke nachtkleding. Het preutse Amerika laat ons bij zowat elke film of serie zien dat mensen zelfs na de meest hartstochtelijke liefdesscenes toch wakker worden in hun pyjame of flanellen nachthemd. Kennelijk is dat iets waaraan ze gewend zijn vanaf de jeugd en zonder dat de slaap niet wil komen. In vroeger tijden sliepen mensen in de meest wonderlijke outfits. Nachthemden voor mannen en vrouwen gelijk, gemaakt van dikke stof, gedragen over dik degelijk ondergoed, puntmuts op het hoofd en bedsokken aan. In een alkoof zodanig klein dat ze rechtop sliepen. Kinderen niet anders gewend.
Dus die namen deze gewoonte over. Maar hoe is dat nu? Zagen of zien ze nu dat onze ouders zich nog steeds helemaal bedekken met stof? Of slapen de ouders in hun nakende niksie en nemen ze dit dan over. Wat is nut of noodzaak van die nachtkleding?? Het is een raadsel wat me onlangs ineens in viel. De waaromvraag! Tuurlijk, als je in gezelschap bent met anderen is het wellicht te confronterend om je naakte wezen in gezelschap te tonen maar verder? Wat geeft die kleding aan comfort extra? Wat is het gevoel daarbij? Ik weet het niet. Maar dat geldt wel voor meer zaken. Dat ik het niet weet maar wel de nieuwsgierigheid op breng om het aan te kaarten. Opdat we in de winterse maanden die nu al weer snel op ons afkomen een beeld krijgen van snurkende lieden die zich wapenen tegen koude en eenzaamheid of juist uitpakken wat getoond mag worden in liefdevolle omstandigheden. Dus…medebloggers en lezertjes….naakt of flanel? Gewoonte of bewuste keuze? Kom maar op met de antwoorden…..