
Wie mij al wat langer volgt weet dat ik wel houd van een bezoekje aan kringloopwinkels. En dat ik dat intussen vrijwel overal in Nederland deed of doe waardoor een zeker inzicht is ontstaan over hoe die zaken functioneren. Een jaar of 15 geleden waren veel van die winkels nog echt adressen voor tweedehands spullen die vaak voor een prikkie de deur uitgingen. De meeste winkels van dit type met een beoogd goed doel als onderliggende strategie.

Dat kan een extern doel zijn maar soms ook de eigen organisatie die werk geeft aan mensen met ‘een achterstand tot de arbeidsmarkt’. Alleen dat al maakt het fenomeen interessant maar zeker ook het feit dat door sommige mensen afgedankte spullen bij anderen goed van pas komen. Met name zij die een klein inkomen bezitten vinden vaak meubels, verlichting, kleding of wat ook bij deze winkels en dat lijkt mij een prima systeem. Wat ik ook constateer dat die kringlopers zorgen voor duidelijk veranderde rommelmarkten of bijvoorbeeld het aanbod van de handel die je kunt kopen op het Amsterdamse Waterlooplein.

Dat was ooit de bakermat voor dit soort spul. Maar die verkopers (en inkopers) daar kunnen veelal nauwelijks meer aan de handel komen en gaan over op typisch toeristenspul. De charme van die oude vlooienmarkt meteen verdwenen. Maar nu is er iets gaande wat mij als trouw bezoeker zorgen baart. In de afgelopen jaren zijn veel kringloopwinkels (of hun bovenliggende ketens) overgestapt op een andere formule. Ze gaan echte winkel spelen. Verbouwen de boel, zetten vitrines neer, gaan veilingen organiseren en pikken inspirerende prijzen op van het internet.

Ineens is de vraagprijs op Marktplaats voor wat dan ook de nieuwe norm in het kringloopgebeuren. Resultaat; de verkoopprijzen van veel spullen zijn te hoog. De charme van het zoeken bij dit soort winkels verdwijnt en de kans op een ‘schat’ voor weinig, toch ook een beetje de lol, verdwijnt. Men haalt vaak ‘experts’ in huis die de waarde taxeren met een natte vinger en basiskennis van de te bekijken zaken. Ik heb al heel wat van die winkels zien veranderen. Ik zoek natuurlijk heel specifiek en merk aan den lijve dat wat ik wil vinden nu te koop staat voor prijzen waar je elders, neem de Action of Ikea, nieuwe spullen voor naar je toe haalt. Geldt ook voor boeken. Als je de enorme voorraad boeken ziet die men gratis binnen krijgt, snap je niet dat men die handel in de winkels neerlegt voor prijzen waar De Slegte zich niet voor zou schamen. Is dat de bedoeling? Vast niet. Want onze vaste adresjes laten zien dat men vaak lang met de spullen blijft zitten en op enig moment met fikse kortingen moet proberen van de overtallige zaken af te komen. Dat kan de bedoeling niet zijn. Veel adressen slaan wij tegenwoordig zelfs over. Prachtig uitgedost, aardig personeel nog steeds, maar compleet de weg kwijt qua prijzen. En ik wil niet alles in vitrines kunnen of hoeven bekijken. Bakken met leuke zaken die ik bijna moet omkeren zijn veel leuker. Maar ik vrees dat die gouden tijden niet meer terug zullen keren. De nieuwe managers die ook in de kringloopwereld veilingmeester spelen zullen dat voorkomen. En dat doet mij als liefhebber (..) best verdriet….. (afbeeldingen: archief)(Bij toeval zond RTL onlangs ook een item uit over die duurdere KLWs. Maar toen was mijn verhaal al geschreven….)
















Ik ben een vliegtuigspotter. Iemand die vanaf zijn jeugd is gefascineerd door het fenomeen van de vliegende metalen vogels. Net als duizenden anderen die dit zien als een serieus te nemen hobby. Elk vliegtuigtype kunnen onderscheiden en ook de maatschappij of luchtmacht die het toestel gebruikt. In die zin had ik een rol kunnen spelen bij een heel bijzonder fenomeen dat na de Tweede Wereldoorlog werd ingezet als verdedigingslinie van ons met kwade bedoelingen bezoekende vliegtuigen uit het Oostblok. In 1950 startte men in ons land namelijk met de bouw van een keten van torens die waren bedoeld om laag vliegende (onder de radarketen van toen) Russische vliegtuigen te spotten, hun richting en bedoelingen in te schatten en dat door te bellen naar de luchtverdediging van toen. Gebouwd op heel wat verschillende plekken, verspreid over heen Nederland. Bemand door het Korps Luchtwachtdienst (KLD) en actief gebruikt tijdens de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw. In basis torens met een soort betonnen honingraatconstructie en wel op zodanige wijze uitgevoerd dat het niet te veel zou hoeven kosten.
Bovenop die torens een platform en dat was te bereiken met steile metalen of houten trappen. Het systeem heeft uiteraard nooit om het eggie hoeven dienen. De Russen kwamen niet, gelukkig maar, en onze radar- en afluisterapparatuur werd zodanig goed dat we de menselijke observaties niet meer nodig hadden. Van de oorspronkelijke 276 uitkijkposten (een deel was op bestaande hogere bebouwing gevestigd) bleven er maar weinig over. Naar verluid zijn er nog maar 19 zichtbaar in het landschap. Een daarvan bezochten we onlangs. In een plaatsje waar ik zelf nog nooit gehoord had zelfs, Strijensas, midden in de Mariapolder, aan het water niet te ver van de Moerdijkbruggen. Deze is gebouwd op een oude kazemat (1938) en heeft dus een behoorlijk fundament.
Tijdens de open dag die in de lokale krant werd aangekondigd en door een van onze lieve vrienden uit de omgeving opgepikt, beklommen we die toren (gevaar voor eigen leven..) en keken uit over de polder en de rivier. Voor mij is dat geen genoegen, want last van hoogtevrees, maar toch wel even een aardige indruk van hoe zoiets in de praktijk moet zijn gegaan. Kompas, verrekijker, op de rand van de toren aanduidingen van welke plaatsen in een bepaalde zichtrichting te vinden waren. Men houdt de boel hier in ere. Vrijwilligerswerk. En zo hoort het ook. De geschiedenis was mij onbekend. En ik vind het knap te bedenken dat al die lui die dat werk deden ook in dezelfde boekjes als ik indertijd hun basiskennis opdeden om al die Russische vliegtuigen te kunnen onderscheiden van de laagvliegers uit eigen gelederen. Ik ben blij dat ik dit heb gezien. Net als die polder, op de uiterste noordoostpunt van de Hoeksche Waard. Ik was verbaasd dat ook daar mensen wonen…maar dat is een andere discussie…
Ik ben in mijn hart nog van de ouderwetse uitverkoop. Van die acties bij winkelbedrijven waar de suggestie werd gewekt dat je met enorme voordelen op de gekochte artikelen de deur uitwandelde. Zo was er niet ver van ons vroegere woonhuis, ik refereer nu aan een periode uit mijn eerste jeugdjaren, een lampenwinkel in de belendende winkelstraat op de hoek waar vroeger mijn kleuterschool te vinden was. ‘Het Lampenpaleis’ heette die winkel. Normaal kon je daar het hele jaar door lampen en armaturen kopen tegen modale of bovenmodale prijzen, maar een keer per jaar hielden ze een super-uitverkoop. Lampen voor 1 gulden of zo. Wie het eerste kwam had de grootste kans zijn slag te slaan. En dat deden de mensen uit de buurt met liefde. Ze stonden halverwege de nacht al voor de deur. Het succes was groot. Maar op enig moment werd de concurrentie dat ook en was het gedaan met die lampenzaak. Failliet! Zo verging het V&D onlangs ook. Ondanks acties als het Prijzencircus en zo meer was het bedrijf niet in staat haar klantenkring vast te houden. De redenen vast bekend.
Een van die redenen het bestaan van zgn. ‘kortingsketens’ die met constante lage prijzen in staat blijken hele stromen klanten aan zich te binden. Denk maar eens aan de Action en soortgelijke bedrijven. Daarnaast zie je dat die uitverkoop niet meer zo is geregeld dat het een of twee keer per jaar plaatsvindt. Nee, bij sommige bedrijven is het een kwestie van altijd uitverkopen van die overbodige spullen en sommige ketens noemen dat dan ‘outlet’winkels. Altijd voordeel. Altijd uitverkoop. Het romantische overnachten voor de deur van een zaak is nu voorbehouden aan de verkooppunten van mobiele telefoons of Games. Daar wil men nog wel wat moeite voor doen, zeker als er iets nieuws verschijnt. Voor de rest is het een kwestie van uitzitten. Uitverkoop is het overal en kennelijk altijd. Van/voor. Maar wel goed opletten wat de oorspronkelijke prijs ook al weer was. Want als je soms goed kijkt zie je dat die bruto/verkoopprijs gewoon wordt opgeschroefd en dan daarna weer met een kortingspercentage afgewaardeerd.
Waardoor je uiteindelijk de normale prijs betaalt. Met een uitzondering. De Prijzenmepper. Dat is een keten die als een soort pop-up-store verschijnt in de winkelstraten door het hele land en dan uitverkoopt wat o.a. bij Kruidvat en Trekpleister in de schappen bleef liggen. Tegen ramprijzen. Waarover je aan de kassa nog eens korting krijgt. Is men eenmaal leeg verkocht is het weer over en uit en verdwijnt de winkel weer naar elders. Leuke formule. En toch…ik mis dat Lampenpaleis. Vast een nostalgisch trekje van me. (Foto’s: Internet/FlickR)

