Op ieder potje past een dekseltje. Een gezegde dat soms hout snijdt, maar ook vaak niet. Zeker niet in de ogen van een observator als uw meninggever. Die er heel wat jaartjes ervaring bij heeft opgedaan om dit fenomeen te kunnen bestuderen. Zittend op een terras, een bankje in een park, of gewoon tijdens zijn werk. Waar ik het over heb? Over stellen. Die (naar mijn mening)al dan niet bij mekaar horen. Soms bijna uit een en het zelfde nest komend (of zo lijkt het) in andere gevallen oogt het alsof men ergens in de uitverkoop een partner heeft gevonden en aan zich verbonden. Niemand maakt zichzelf hoor, laat ik daar meteen duidelijk over zijn, en schoonheid is altijd aanwezig vanuit het oogpunt van diegene verblind door de liefde. Maar ik zie soms echt waar het op termijn mis zal gaan of wellicht al bezig is te gaan.
In veel culturen houdt men het liefst van relaties en vooral huwelijken tussen gelijkgestemden. Neef en nicht nog een milde vorm van verbinden. Herkenning het voornaamste punt. Lastiger is het als een ander dan het eigen geloof om de hoek komt kijken. Dat mixen leidt weer tot verwatering. Volgens de sociaal/cuturele omgeving van een potentieel stel. Zelfde geldt wat mij betreft ook voor lengte- en omvangsverschillen tussen partners. Ik heb er combi’s van gezien die me verbijsterden. Een piepkleine vrouw met een meer dan twee meter lange man, een vrouw van 150 kilo met een schriel mannetje, een hunk met een prachtige vrouw, die alleen al om haar uiterlijk ongeveer alle ogen van voorbijlopende mannen weet te vangen en de blikken beantwoordt met iets dat je niet kunt vertalen in nette woorden. Toch zoeken we natuurlijk als mens de juiste frequentie op bij de partner.
Al was het maar om die sociale druk. Want een oudere man met een jonge blom wordt nogal eens bespottelijk gemaakt, omgekeerd is dat helemaal het geval. Alsof onderling geluk leeftijdsgebonden zou zijn. Sommige jeugdigen hebben een oude geest, sommige ouderen zijn meer dan jong van geest. Liefde maakt ook op dat punt blind. Waarbij opvalt dat sommige mensen zelfs na drie huwelijken hun draai niet lijken te kunnen vinden. Afwisseling is fijn, maar de sleur maakt ze onzeker en altijd hongerig om het nog eens met een ander te proberen. Dat avontuurlijke en spontane uit het begin van een relatie dan ineens een probleem als de huwelijkse voorwaarden zijn voorgelezen. Of dat rustige uit de jeugd ineens saai bij het ouder worden.
De kinderwens kan ook een dingetje zijn, vooral als de een die sterker heeft dan de ander. Maar in de meeste gevallen blijft men toch lang bij elkaar en beleeft samen allerlei hoogte- en dieptepunten. Men vecht zich door het leven, laat verliefdheid uitdoven en liefde opbloeien, pakt elkaar bij de hand en zoekt het pad dat voor beiden het beste is en niet confronterend. Hoe meer strijd hoe sneller een jurist nodig is om te helpen uit elkaar te gaan. Partners moeten vooral dat zijn, op basis van gelijkheid en niet met een dominantie door de een en onderwerping van de ander. Mits je daar erotische gevoelens bij hebt, want dan kan het wellicht prima werken… Mensen zijn wonderlijk ingesteld op het punt van de relaties. Heel anders dan veel andere zoogdieren, die vooral bezig zijn met voortplanten en daarvoor steeds wisselende partners zoeken om dat doel te bereiken. Maar als mensen lang bij elkaar zijn en eigenlijk volledig vergroeid en ze vieren hun 75-jarig huwelijk of zo is dat wel weer aardig natuurlijk. Vaak is bij navraag het antwoord van soortgelijke oudere stellen dat je veel water bij de wijn moe(s)t doen. En dat je mekaar ruimte moet gunnen. Dan maakt het niet meer uit of de een twee meter in omvang is en de ander doorschijnend bij tegenlicht. Maar toch zijn dat de ware uitzonderingen en zijn die mensen die wat op elkaar lijken toch de meest succesvollen… (Beelden: Internet)

Ik schreef al eerder iets over de huidige Selfiecultuur. Het is en blijft verbazingwekkend dat we (algemeen bedoeld) als we ergens zijn waar het mooi, leuk of spannend is de smartphone of camera pakken en vooral ons zelf in beeld brengen. Alsof ons lijf en dat beetje hersens dat elk individu is gegeven, het centrale focuspunt in het heelal is. Opmerkelijk! Ik behoor er zelf niet zo toe. Als ik op de foto kom te staan is het bij toeval en in 90% van de gevallen door anderen.. Ik heb thuis een spiegel en die vertelt veel zo niet alles over waarom het handiger is niet steeds in beeld te staan. Kijk als je een prachtige jonge vrouw bent met alle pluspunten die daarbij horen of een vent met een sixpack en een filmsterrenkop moet je het vooral doen. Maar de rest van ons gewone schepselen (99,99%) moet m.i. vooral oog hebben voor alles wat zich om ons heen afspeelt. Bedenk maar eens dat die Aarde van ons naar menselijke maatstaven buitengewoon groot is, bijna 10 miljard mensen telt, en heel wat heeft te bieden voor de al dan niet getrainde hobby-fotograaf. Een beetje stad biedt je al de kans je Smartphone-camera volkomen te laten verslijten als je er oog voor hebt.
Neem je een professionele camera mee zijn duizenden foto’s te maken die je later eventueel met veel plezier met anderen kunt delen. Zelfs de veestapel thuis is een lolliger onderwerp dan steeds weer jezelf in beeld te brengen met een namaakgrijns veroorzaakt door die uitgestrekte arm waarmee we die ‘ene’ foto moeten maken van ons zelf voor……..ja wat eigenlijk? Doen die mensen dat ook thuis in bed? Vast wel. Jonge mensen komen niet voor niets vaak in de problemen. Ze leggen bijna analytisch vast hoe hun lichaam er uit ziet in die en die pose. En vallen die beelden na het delen op digitale wijze in handen van kwaad willende lieden ben je in de aap gelogeerd. Of je bent zo overtuigd van de schoonheid van het eigen lijf dat je het ziet als reclame. Kan! Op mijn leeftijd is dat selfiegedoe eerder vermakelijk dan boos makend hoor. Daar niet van.
Maar ik kijk er met verbazing naar. Dat je thuis honderden foto’s van jezelf gaat zitten bekijken, het heeft iets vreemds. Maar ieder voor zich en de camera voor ons allen hoor. Doe wat je wilt, maar zie je iemand met opgekrulde lippen naar je kijken wordt dan niet boos. Zoals mij onlangs overkwam toen ik in de paskamer van een bekende kledingketen zat te wachten op hoe vrouwlief haar te passen kledingstukken aan mij zou showen. Een jong grietje van wellicht Surinaamse herkomst kwam uit een belendend hokje en bekeek zichzelf met welbehagen in de spiegel. Zij had een broek aan die haar gegoten zat. Met overal scheuren enzo.
Hoort er bij kennelijk. Het zelfbeeld beviel haar zo dat ze er een foto van maakte. Zichzelf als middelpunt van de sessie makend. En toen ineens mij ziend. Boos keek ze me aan. Hoe ik het kennelijk waagde naar haar te kijken. Ik trok de wenkbrauwen op en deed ook een poging te glimlachen. Zij nog bozer kijken. Ik had haar vermoedelijk in een intiem moment geobserveerd. Ze slenterde heupwiegend terug haar pashokje in. En ik schaterde in mijzelf. Wat een wicht. Aan wie zou ze die foto sturen? Aan vriendinnen? Waarschijnlijk sta ik er dan ook op. En zal ze terugdenken aan dat moment dat uw meninggever, toch een soort van bekende Nederlander, achter haar observeerde hoe zij haar passessie aan het wereldwijde web toevertrouwde. Of zoiets….Hoe dan ook, alleen dit jaar al zijn diverse mensen van rotsen gevallen, van balcons, van de kant in het water of van hun paard omdat ze zo nodig een selfie moesten maken. Het is maar dat je dit als lezer weet….. Risky business…. (Beelden: Internet)
En als ik dan toch bezig ben met observaties tijdens de vakantieperiode; ik verbaas me er over hoe divers wij ons kleden als het buiten echt eens zomers warm is. Je ziet dan veel mensen in korte broeken, blote topjes, maar net zo vaak mensen die kennelijk verwachten dat het weer ineens kan omslaan van zomers naar hartje winter. Het is en blijft Nederland tenslotte! Vesten of truien, zelfs jassen worden gedragen. Lange wollen broeken zijn ook in. Dat snap ik echt niet. Al hoef ik veel van die korte broekendragers ook niet meteen dagelijks op mijn observatiemenu te zien hoor. Ik hoef trouwens maar in de spiegel te kijken en ik mag zeggen te weten waar ik in dit geval op doel. Zelfs na zes weken intensieve bruining zijn mijn stelten nog steeds wit. Noem het een harde huid of zo.
De enige plaats waar zelfs ik bruin werd was de Algarve, jaren geleden. Maar verder? Een paar rode knieen wil nog net lukken. Hoe dan ook, korte broeken zijn voor mensen met mooie lijven en dito benen. Voor mensen ook met niet te veel haar op die benen, en al helemaal niet voor hen die gewoon kantoorsokken combineren met sportschoenen of sandalen. Hou dan je lange zomerbroek gewoon aan. Het is vreselijk om naar te kijken…. Dames met de behoefte zich te ontkleden zijn welkom uiteraard, ik berichtte er al eerder over, maar verzorg je intussen dan wel een beetje. Zweetplekken in de oksels zijn een beetje genant, uitstekende haren links en rechts ook. En als niet meer pront is wat pront moet zijn, draag dan een goede beha of desnoods bikinitop onder je luchtige zomerse outfit. Het is echt afzien soms in bepaalde hoeken van het land waar het om uiterlijke schoonheid gaat. Alsof we naast stukken van onze beschaving ook alle spiegels de deur uit hebben gedaan.
Nu pleit ik zeker niet voor de boerkalook, verre van dat zelfs, zeker niet als onder die bedekking de uitvinding van de deodorant nog niet is doorgedrongen, maar af en toe moet je echt denken om de psychische schade die een willekeurige toeschouwer kan oplopen als je niet nadenkt over de aankleding (of ontkleding) op zomerse dagen. Maar verder…wens ik iedereen heel plezierige vakantiedagen toe hoor. Bedenk alleen wel dat ik op mijn reisjes en tripjes zal opletten wie zich wel en niet aan de normen en waarden van dit land houdt. En omgekeerd mag dat ook. Vandaar dat ik niet verklap waar ik zoal mijn blogs van inspiratie zal voorzien in de komende dagen en weken.


