
Soms hebben we gewoon zo’n trek in echt Chinees eten dat we dan even op zoek gaan naar….. Voor dat eetwerk is bijvoorbeeld de Amsterdamse Zeedijk een aanrader voor een reeks van authentieke Chinese restaurants waar men niet de bij ons meer bekende Nasi Speciaal of zo op het menu heeft staan maar de meer uit de echte Chinese keuken afkomstige gerechten.

Bij toeval kregen wij onlangs van verre kennissen die we na vele jaren weer eens ontmoetten de tip om ook eens het Chinese restaurant Yu Woah aan te doen in Amstelveen. Aan de Kostverlorenhof daar vindt je een reeks aan uitheemse restaurants overigens, van Koreaans tot Thai, van India’s tot Grieks, en deze nu uitverkoren ‘Chinees’. De naam doet al vermoeden dat dit niet de bekende keuken uit Peking of Hong Kong op de kaart heeft staan. Nee, men baseert zich op de gerechten die in Sichuan (provincie in het westen van China met hoofdplaats Chengdu) gebruikelijk zijn en dat vraagt dus even navigeren door de menukaart. Het aardig grote restaurant zelf is keurig netjes ingericht, er zijn zeker Chinese elementen te vinden, maar je mist de bekende lampionnen, TL-buizen, doorgeefluikjes, of katten met zwaaiende linker-voorpoten.

Hier eet je beduidend meer op niveau. De bediening is vriendelijk, efficient en het eten meer dan smakelijk. Het voorgerecht (Siu Mai) bestaat uit heerlijke vlees gevulde balletjes met een beetje groenten er bij. Het hoofdgerecht kozen we volgens de Tipan-keuken, wordt bloedheet opgediend en warm gehouden op de bekende plateaus met een warmhoud-element er onder. Het was meer dan smakelijk, en vulde onze magen langzaam maar zeker. Het restaurant was op de door ons uitverkoren tijd (we moesten omrijden voor files, dus ach..we waren er aan de vroege kant) tamelijk rustig, maar bij de afhaalafdeling was het aardig druk.

Dat veroorzaakte verder geen stress bij het hier actieve team. Men bleef voorkomend, netjes en efficient. Alles wat je in een goed restaurant verwacht was hier aanwezig. En ik had meteen ook uitzicht op de landende vliegtuigen die weer gebruik konden maken van de compleet gerenoveerde Buitenveldertbaan op Schiphol wat mijn vermaak extra groot maakte. Hoe dan ook, alles opgeteld aten en dronken we buitengewoon lekker in een goed Chinees restaurant met schone toiletten, meer dan keurig gedekte tafels (keuze uit eetstokjes of normaal Europees bestek) voor precies 30 euro p.p.

Dat is pas een aanrader en ik geef deze Sichuan-Chinese ondernemer en zijn team dan ook een dikke 10. En dat lukt me bij veel andere restaurants van deze strekking vaak slechts na veel plussen en minnen. Hier was alles dik voor mekaar. Aanrader! En wij komen hier als het kan zeker nog eens terug. (Beelden; Prive)


































Voor Amsterdam is de Amstel niet zomaar een watertje dat ergens in het zuidoosten de stad binnenkomt, nee het is de naamgevende rivier van de stad. Immers het was de Amstel die in zijn oervorm de omgeving vormde tot wat het nu is maar ook verbindingen mogelijk maakte met het achterland van de stad. De Amstel die bovenstrooms aansloot op de (Oude)Rijn, en uitmondde in het IJgebied en de Zuiderzee. De veengebieden rond de stad werden deels afgegraven en voorzien van dwarsvaarten en boerensloten, het poldergebied naast de rivier met molens droog gemaakt. In de oertijd was dat gebied rond Amsterdam vooral nat. Erg nat. Je had er grote meren, stromen, sloten en zo meer.


Al zie je wel steeds meer dure huizen verschijnen tegen de Amsteldijken aan, the rich and famous willen er graag wonen. Zeker aan Amstelveense kant kom je nog wel wat opstallen tegen van BN-ers. De Amstel, ik ben er mee opgegroeid. Nooit heel ver van die rivier weg gewoond. Herinneringen vermengd met de moderne tijd. Van vroegere bootverbindingen tussen Amsterdam en Ouderkerk of zelfs Uithoorn, tot een dicht gevroren rivier begin jaren zestig. Van kolenboten aan de kade in Amsterdam Zuid tot de vele roeiverenigingen die door de jaren heen hun domicilie aan en op de Amstel vonden. Amsterdam zonder Amstel is ondenkbaar. Net als Rotterdam zonder Rotte of Maastricht zonder Maas. En wie er van wil genieten moet er eens langs gaan lopen. Zo prachtig, dat je als je enig talent bezit al snel staat te schilderen of fotograferen op zeer fraaie plekken. Ik doe dat regelmatig…. Aan te bevelen….(Beelden: Eigen archief)
Toen de auto dus bij de dealer stond voor die onlangs beschreven schade door derden en de bijbehorende expertise van de verzekeraar, maakten wij van de gelegenheid gebruik om vanaf de garage (Amstelveen-Centrum) naar Amsterdam te wandelen. Het paste in ons loopritme en de wens om weer wat meer te bewegen en wandelen daarbij een zeer goede manier van doen is. Dus daar gingen we. De aanloop in Amstelveen langs fraaie vaarten en schitterende huizen. Het is en blijft een rijke buurgemeente van de hoofdstad. Dan bij de overgang naar Amsterdam (Kalfjeslaan) langs de bebouwing daar die nog stamt uit de 19e/begin 20e eeuw en het drukke Buitenveldert. Ongekend wat een mensen daar in die wijk tegenwoordig werken.
Het forensenverkeer is daardoor zeer druk, allerlei stromen komen hier bij elkaar. Teslarijders en OV-gebruikers om het zo maar eens aan te duiden. Het giga-complex van het AMC/VU tegenover waar ooit de dealergarage stond waar ik zelf jaren professioneel mocht werken en waarover ik in mijn eerdere vervolgverhaal berichtte. Op die plek figureren nu allerlei kantoorgebouwen. Vanaf die plek loop je langzaam aan de relatieve rust in van Amsterdam-Zuid. Langs het Stadionplein dat tegenwoordig gewoon bebouwd is geraakt, het voormalige Citroen gebouw dat deels van vroegere werkgever Pon is tegenwoordig en waar ook andere kantoren in zetelen. Totaal nieuwe woonwijken naast het Stadion en dan hup, de oude Amstelveenseweg op. Daar vernieuwbouwt men, renoveert er ook de straatweg en dan via het fraaie en grote Vondelpark afbuigen naar het echte centrum.
Dat Vondelpark is zo rond 9 uur in de ochtend een doorgangsroute voor fietsers op weg naar school en kantoor, maar er lopen ook heel wat mensen hun rondjes in al dan niet (te)strakke trimpakjes. Bij de Stadhouderskade het park weer uit, doorsteken via het Max Euweplein, Leidsestraat, Heiligeweg naar La Place in de Kalverstraat. Daar hadden we er intussen 8,5 km opzitten. Even thee. Door de matige service, lauwe thee en koffie i.c.m. wel een hoge rekening verder maar gelaten voor wat het is en door naar de Bijenkorf en Primark (Plaspauze), waarop we besloten naar de Jordaan door te steken voor de maandagmarkten daar.
Die liepen we helemaal af. Dan weer terug, dwars door de Jordaan naar de Rozengracht, en weer afbuigen naar de Nieuwendijk voor een kleine versnapering bij de Hema. Altijd lekker de Surinaamse kipbroodjes daar. En dan weer verder met lopen. Via de Kalverstraat, Heiligeweg, terug naar het zuidwesten. De garage had intussen gebeld. Expert geweest. Dus ook weer richting Amstelveen. Via het chique Amsterdam-Zuid, langs de Zuidas en WTC dwars door Buitenveldert en dan weer Amstelveen. Uiteindelijk hadden we er 21 km opzitten en 30.000 stappen. Paar spieren deden zeer, maar het was wel een leuke oefening geweest. Moeten we meer doen. Maar wel even op adem komen. Dat wel…(Beelden: Yellowbird)
Om aan de vraag, of beter gesteld, de dwingende eis van Daihatsu te voldoen werd door ons alsnog actief gezocht naar expansiemogelijkheden elders in de stad. Op onze zoektocht keken we zelfs naar het aloude pand van J.Leonard Lang in buurgemeente Duivendrecht. Dat was de vroegere Fiat-importeur, die door de Italiaanse fabrikant aan de kant was gezet en nu zat opgescheept met een enorm complex aan gebouwen, waar zelfs spoorbanen naartoe liepen en men indertijd jaarlijks gewend was om na haar importeursrol als dealer een zeshonderd tot meer dan duizend nieuwe wagens te verkopen. Het was als filiaal een schaal of wat te groot voor ons bedrijf, maar we hielden aan dat bezoek wel een container vol dynamo’s en startmotoren en wat oude kantoormeubelen over. De dealerdirecteur was en bleef nu eenmaal ook een handelaar.. Uiteindelijk vonden we na wat speurwerk in het Autogebied van Amsterdam Z.O. toch een pand dat geschikt leek voor het gestelde doel. Een oude Peugeotdealer was daar door de Franse fabrikant in dat Zuidoost opgezegd en moest het pand met zijn merk verlaten. Maar hij bleef wel eigenaar van het toen leegstaande gebouw. Het was een keurig, ooit als nieuwbouw, neergezet pandje met een styling die leek op ons nieuwe pand elders in de stad. Waar je met enige moeite een mooie showroom kon verwezenlijken, wat kantoorruimte en een redelijk beperkte werkplaats. Het bleek te huur met optie op eerste kooprecht en dat leek ons als MT wel iets. In overleg met Daihatsu werd het pand uiteindelijk verkozen tot tweede vestiging van ons dealerschap. Waarmee wij de altijd gretige concullega v.d.Weide uit onze buurt konden houden. De toenmalige werkplaatschef van ons dealerbedrijf, tevens ‘bedrijfsleider techniek‘, en naaste vertrouweling van de directeur/aandeelhouder, werd de nieuwe man in het te huren nieuwe pand. Dat paste ook meer bij hem, hij was altijd al tegen Skoda als merk geweest, vond Daihatsu meer passen bij zijn persoonlijke imago, zeker toen hij daarbij ook nog eens in een ‘dikke’ Daihatsu Rocky-demo mocht gaan rijden. Met Skoda konden we overigens toch niks in dat nieuwe pand, 50 meter verderop in die straat zat daar de concullegadealer die zich er als een van de eerste autobedrijven ooit in het toen nog lege gebied had gevestigd. Hij was ooit, lang geleden, een pionier in de omgeving geweest toen niemand er nog wilde zitten.
Maar zijn aandeel in de Skoda-verkopen was op dat moment ook nog zodanig dat De Binckhorst ons niet zag als vervanger. Een totaal andere doelgroep dan onze eigen Skoda-klantenkring voelde zich er senang. De structuur van onze zaak werd nu zo dat het ‘oude’ filiaal aan de doorgaande weg in Zuid mijn volle verantwoordelijkheid zou worden qua activiteiten, en dat de zoon van de baas dus aan mij zou moeten rapporteren. Maar die constructie werkte op papier prima, in de praktijk vrijwel niet. De jonge telg was namelijk ook erfgenaam en toekomstig aandeelhouder van het bedrijf, zag mij als sta-in-de-weg en had net als zijn nu verhuisde collega in Zuid-Oost weinig meer op met Skoda als merk. Dat hield in dat ik zowat elke maandag na een weekenddienst van hem ontdekte dat de showroom vol stond met Japans spul en de Tsjechen ergens bij of in de werkplaats waren uitgestald. En dan ruimde ik het spul weer om door de week. Je moest de importeurs allebei te vriend houden. Viel niet mee in zo’n bijna onwerkbare situatie. En het was op den duur wel erg vermoeiend allemaal.
Met twee panden die volop draaiden qua nieuwverkopen kwamen we er wel achter dat het tweedehands spul bleef ‘hangen’. We hadden er domweg de tijd niet voor om er veel werk aan te doen. Dus stond binnen de kortste keren een rij van 25 occasions om elk van de panden heen in allerlei staten van dienst. Daar moesten we ook iets aan zien te gaan doen. En dus werd ook daarvoor een oplossing gezocht en na ruim een jaar zoeken ook gevonden. In Amstelveen kwam een pandje leeg met een redelijk ruime parkeerplaats waar ooit een vrij bijzondere en tamelijk onbetrouwbare autohandelaar had gezeten. Met de eigenaar van het pand, een in deze omgeving bekende en financieel gevulde banketbakker die er lokaal flink wat onroerend goed op na hield, kwamen we al snel overeen dat we het toch leegstaande spulletje zouden huren. We zetten er een man in uit onze organisatie die met tweedehands prima uit de voeten kon, en zo was een nieuwe, vierde, poot aan het bedrijf toegevoegd. We waren gegroeid naar een bedrijf met drie vestigingen en ook nog een als een speer apart van de dealerbedrijven draaiende gespecialiseerde elektrische afdeling. Al snel werden de ingeruilde auto’s van de twee dealerbedrijven naar Amstelveen gebracht voor evt. opknap en verkoop, maar een echt groot succes werd dat toch niet. Vooral niet omdat er tussen de verschillende vertegenwoordigers in de eigen vestigingen weinig overleg bleek te bestaan rond de inruil van aangeboden wagens. Expertise op dat punt was ook niet zo heel groot en zo kon het dus voorkomen dat de dealerbedrijven winst maakten op de Verkoop nieuw, maar het occasionbedrijf zwaar in de rode cijfers terecht kwam door de veel te hoge intern doorberekende prijzen. Een verkeerde structuur die in mijn dagen daar, ook door de steeds gebrekkiger wordende samenwerking binnen het managementteam, niet op te lossen was. Het zou ons nog opbreken. – Wordt vervolgd (Beelden: Yellowbird Photo archief)