
Zelfs voor hen die niet meteen zo bezig zijn met verzamelen van miniatuurautomodellen als ik dat doe is de naam Dinky Toys wellicht toch ook een bekende. Corgi Toys en Matchbox zullen ook nog wel een belletje doen rinkelen, maar als ik zeg dat er ook een merk als Lion Toys/Cars heeft bestaan en nog steeds bestaat zullen velen van mijn lezers vast de wenkbrauwen optrekken. Toch is dat best een grootheid in modellenland. Al was het maar omdat dit al in 1946 opgerichte merk op enig moment een deal sloot met autofabrikant DAF en vanaf dat moment vrijwel elke automobiel of truck, dan wel bus van dat Eindhovense bedrijf omzette in schaalmodellen, in grootte varierend van 1:43 tot 1:50. Al maakte dat Brabantse modelbedrijf ook nog heel andere modellen, zoals die toen zo kenmerkende Commer bestelauto in de kleuren van Van Gend & Loos, een VW Kever, Renault Dauphine, Opel Record of een gestroomlijnde DKW.

De hoofdmoot van de productie was echter gericht op DAF en ik weet nog goed dat ik als jong mens bijna jaloers keek naar vriendjes op school die geen Dinky Toys maar juist deze Lion Toys op hun verjaardag vroegen en kregen. Degelijke modellen en anders dan de Dinky Leylands of AEC’s elke dag om ons heen op de straten en wegen van ons land te zien. Lion Toys dankt zijn naam aan oprichter Arie van Leeuwen (Lion) en zijn dochter Sija. Die bouwden in Brabant dit bedrijfje van de grond af op en bedachten steeds weer nieuwe manieren om de productie nog efficienter te maken, maar zeker ook de kwaliteit van de geleverde modellen steeds weer te verbeteren.

Bij de ware verzamelaars zoals ik zijn die Lion Toys modellen geliefd. En ik heb er ook een stel die ik in latere jaren wist te vinden, aan te kopen en uit te stallen. En over juist dit modelmerk vond ik een verrekte aardig boekwerk van 136 pagina’s in hardcover, dat anno 2001 is uitgegeven ivm het 55 jarig bestaan van het bedrijf waar door de jaren heen zoveel verzamelaars plezier aan beleven en waarmee DAF een positief imago kon opbouwen door o.a. dit soort modellen te gebruiken als promotiemateriaal voor haar klanten. Het boek werd geschreven door J.Wouters en Th. van Oort die beiden uiteraard enthousiast zijn over de door hen verzamelde modellen. Getuige de vele, vele, kleurenfoto’s en zeer gedetailleerde informatie die men in dit boek geeft, hebben ze er ook een studie van gemaakt. Een leuk boek voor mensen zoals ik, de echte verzamelaars. Ik vond het voor een klein prijsje in puike staat bij een Aalsmeerde kringloopwinkel, maar ik kan me voorstellen dat ook in de tweedehands boekhandels nog wel te vinden is. Het ISBN-nummer is 90-288-3556-3. (Beelden: Prive-verzameling)













Oh wat heb ik warme herinneringen aan tv-programma’s als ‘Showroom’, ‘Het Pakhuis’ of soortgelijke. Het waarom ligt hem in het feit dat ik als verzamelaar en liefhebber van wat ik steeds weer zie als leuk en (be)waardevol daarbij bevestiging vond van mijn gelijk. Het is leuk om er een serieuze hobby op na te houden en ‘later’ zou ik wel zien wat er dan met al dat spul zou gebeuren. De uitstalling van al dat verzamelde spul nam al snel een paar kamers in beslag en daar gingen we altijd vrij slim mee om. Later werd het vooral een kwestie van stapelen en was tussen de diverse kasten en vitrines doorlopen een tamelijk hachelijke onderneming. Maar ook huiskatten zijn een redelijk slechte toevoeging aan in kasten opgestelde modellen. En het begon ooit zo simpel. Een plank boven mijn (opklap)bed in het ouderlijk huis herbergde de eerste zelf gebouwde vliegtuigmodellen. In een aantal kastjes lagen mijn luchtvaartbladen en boeken.
Toen ik ging trouwen en verhuisde naar ons eigen piepkleine woninkje werd er voor de hobbyspullen ook een ruimte gebouwd, in een gangkast bovenaan de toen vrij steile trap. Maar al snel woonden we ruimer en kregen de liefhebberijen meer ruimte. En begon de grote expansie. Een jaar of tien geleden, voorafgaand aan de verbouwingen in en aan ons huis die extra ruimte moest bieden, had ik de meeste zaken weer eens in de handen. Het was onvoorstelbaar veel. Alleen al het parkeren en opslaan van al die dozen vol mooie zaken bracht een hele logistieke operatie met zich mee. Toen de boel klaar was en de herinrichting begon van vooralsnog alleen mijn hobbymuseum bleek al snel dat het heel lastig zou zijn om alles weer terug te plaatsen. Het paste niet meer zo goed. Een jaar lang heb ik staan passen en meten. Velen om mij heen zuchtten dat het wellicht handiger was om wat zaken te verkopen, dingen weg te doen of me zelfs te specialiseren.
Klinkt leuk, maar wie eenmaal besmet is met een verzamelaarvirus kan dit dus niet. Als ik al zwakten heb zitten in mijn karakter, dan deze wel. We zijn nu een aantal jaren verder, en warempel, het past nog steeds. Veel van de uitgestalde waren zijn goed te bekijken. Het papieren archief heeft een plekje gekregen en zaken die ik niet kwijt kan keurig netjes opgeslagen. Vol is vol, dat is zeker, en ik heb al eens verhaald dat het hier voor enkele bezoekers claustrofobisch aandoet. Maar de ware liefhebber vindt het hier schitterend. En daar gaat het me om. Liever een huis vol hobbyspullen waaraan wij (vrouwlief heeft zo haar eigen verzamelingen) plezier beleven dan een vol geraniums waarachter we ons zouden moeten vervelen. Hoe kom ik nu (weer) op dit onderwerp?
Wel in Oost-Nederland is ooit door een Provinciaal bestuur ruim een miljoen Euro betaald om een collectie van een ‘alles-verzamelaar’ op leeftijd over te nemen die anders dreigde uit elkaar te vallen. De collectie is zo groot dat de man nauwelijks meer kon leven in zijn woonhuis en schuur. Er is dus nog hoop, ik kan gewoon doorgaan met verzamelen, de Provincie of de Gemeente ziet het wellicht straks allemaal als echt museaal en van lokaal of regionaal belang en is er toch nog hoop voor zoonlief. Die dreigde al dat na mijn onverhoopte verscheiden de hele boel in de ‘container’ zou worden gesmeten. Zou wel zonde zijn van al die potentiele waarde natuurlijk. Hoewel de jongere generatie gemakkelijker met geld smijt dan de oudere….Maar een miljoen Euro? Gelukkig is alles hier wel gecatalogiseerd. Dat had die man in het oosten des lands niet gedaan. Ik maak het mijn opvolger(s) ook veel te gemakkelijk en voor de goede orde, het is lang niet zoveel waard!







