Leven met de Vliegende Pijl – 62 – Gesjoemel…

Toen ik met het schrijven van dit verhaal begon, ergens in 2013, had ik geen idee dat de zaken binnen de Volkswagen-Groep zo zouden veranderen. Aan het eind van het jaar 2015 kwam namelijk ineens een fenomeen aan het licht dat ook ‘mijn merk’ Skoda raakte. Volkswagen bleek te hebben gesjoemeld met de software van haar Amerikaanse dieselmodellen. En gaf dit, opvallend genoeg, ook nog eens ruiterlijk toe. Het merk had haar auto’s uitgerust met een buitengewoon slimme boord-computer die herkende als er op de weg of in een testomgeving werd gekeken naar de uitstoot van ‘schadelijke stoffen’. En het schandaal dat volgde bleef niet beperkt tot Amerika. Ook in Europa waren diesels geleverd met soortgelijke ‘problemen’. Ook door Audi, Seat, Porsche en Skoda. Een euvel dat je krijgt wanneer diverse auto’s en merken op dezelfde technische platforms leunen.

En zo werd het probleem van moeder VW ook bij de dochters een feit om rekenschap voor af te leggen. De diesels in de Octavia’s bleken het meest getroffen al beperkte het zich tot een gering aantal auto’s. Maar dan nog. Geleverd krijgen uit de keuken van ‘moeder’ bleek niet alleen maar leuk. Er zaten ook wat mindere kantjes aan. Dat gold al eerder voor problemen met distributiekettingen voor de Tsi modellen of kleinere zaken als een schakelaartje in de achterklep van de Octavia Combi van de eerste generatie. Waar VW problemen kent, zullen die bij de andere merken niet ongemerkt voorbij gaan. Maar de Tsjechische autobouwer heeft zoveel kwaliteitszorg in huis dat een Skoda-rijder weinig problemen meer hoeft te verwachten. Daarbij heeft het concern waartoe Skoda al een kwart eeuw behoort, zoveel kracht op technologisch gebied dat het tussen nu en pakweg drie tot vijf jaar kan overschakelen op totaal andere auto’s met volstrekt afwijkende aandrijflijnen.

Denk aan hybrides, of zelfs volledige elektrische auto’s. Een voorbeeld daarvan werd begin 2017 getoond tijdens een autobeurs, de Vision-E. Daarnaast heeft Skoda sinds kort de elektrische Citigo in huis en dat is voor stadsrijders een aardig alternatief voor veel duurdere batterijauto’s van andere merken. Skoda kent intussen al langer een reeks milieuvriendelijke en/of zuinige modellen die als Greenline en GreenTech bekend staan. Uit Tsjechie komt vast op korte termijn nog wel iets anders dan het gebruikelijke benzine/diesel werk. Daarvan ben ik overtuigd. Maar dat gesjoemel deed meer. Het versnelde ook bij andere merken de controle op uitstoot en daarbij bleek dat heel wat meer merken rommelden met hun uitstootwaarden. In Frankrijk, Italie, Duitsland, ja zelfs in Korea wist men hoe het spel gespeeld werd. Boetes en importbeperkingen werden doorgevoerd, de autobranche raakte daardoor totaal in de war. Wat voorheen nog zo logisch was of vanzelfsprekend bleek dat ineens niet meer. Men moest in de hele wereld uit een ander vaatje tappen om de kritischer klandizie te blijven trekken. Overigens is het in sommige markten totaal geen probleem om vervuilende auto’s in te zetten. Daar wil men slechts kunnen rijden en telt die uitstoot veel minder. Daarbij is het merkimago vaak zo sterk dat een auto van Mercedes, BMW, VW of Skoda zonder problemen verkocht blijft, ook al zijn wij door milieugroepen gek gemaakte westerlingen dan overmatig en onnodig kritisch. Wat deze affaire ook deed was de bredere versnelling doorzetten van elektrisch aangedreven wagens. Of zelfs auto’s die op waterstof kunnen rijden. Peperduur vaak, nauwelijks actieradius maar een handreiking aan die milieubewegingen die menen dat alles wat zich in een auto verplaatst per definitie fout bezig is. Dat raakt alle merken, ook Skoda! (Beelden: Yellowbird/Skoda/VW)

De V van Verzamelen (reprise)

Oh wat heb ik warme herinneringen aan tv-programma’s als ‘Showroom’, ‘Het Pakhuis’ of soortgelijke. Het waarom ligt hem in het feit dat ik als verzamelaar en liefhebber van wat ik steeds weer zie als leuk en (be)waardevol daarbij bevestiging vond van mijn gelijk. Het is leuk om er een serieuze hobby op na te houden en ‘later’ zou ik wel zien wat er dan met al dat spul zou gebeuren. De uitstalling van al dat verzamelde spul nam al snel een paar kamers in beslag en daar gingen we altijd vrij slim mee om. Later werd het vooral een kwestie van stapelen en was tussen de diverse kasten en vitrines doorlopen een tamelijk hachelijke onderneming. Maar ook huiskatten zijn een redelijk slechte toevoeging aan in kasten opgestelde modellen. En het begon ooit zo simpel. Een plank boven mijn (opklap)bed in het ouderlijk huis herbergde de eerste zelf gebouwde vliegtuigmodellen. In een aantal kastjes lagen mijn luchtvaartbladen en boeken.

Toen ik ging trouwen en verhuisde naar ons eigen piepkleine woninkje werd er voor de hobbyspullen ook een ruimte gebouwd, in een gangkast bovenaan de toen vrij steile  trap. Maar al snel woonden we ruimer en kregen de liefhebberijen meer ruimte. En begon de grote expansie. Een jaar of tien geleden, voorafgaand aan de verbouwingen in en aan ons huis die extra ruimte moest bieden, had ik de meeste zaken weer eens in de handen. Het was onvoorstelbaar veel. Alleen al het parkeren en opslaan van al die dozen vol mooie zaken bracht een hele logistieke operatie met zich mee. Toen de boel klaar was en de herinrichting begon van vooralsnog alleen mijn hobbymuseum bleek al snel dat het heel lastig zou zijn om alles weer terug te plaatsen. Het paste niet meer zo goed. Een jaar lang heb ik staan passen en meten. Velen om mij heen zuchtten dat het wellicht handiger was om wat zaken te verkopen, dingen weg te doen of me zelfs te specialiseren.

Klinkt leuk, maar wie eenmaal besmet is met een verzamelaarvirus kan dit dus niet. Als ik al zwakten heb zitten in mijn karakter, dan deze wel. We zijn nu een aantal jaren verder, en warempel, het past nog steeds. Veel van de uitgestalde waren zijn goed te bekijken. Het papieren archief heeft een plekje gekregen en zaken die ik niet kwijt kan keurig netjes opgeslagen. Vol is vol, dat is zeker, en ik heb al eens verhaald dat het hier voor enkele bezoekers claustrofobisch aandoet. Maar de ware liefhebber vindt het hier schitterend. En daar gaat het me om. Liever een huis vol hobbyspullen waaraan wij (vrouwlief heeft zo haar eigen verzamelingen) plezier beleven dan een vol geraniums waarachter we ons zouden moeten vervelen. Hoe kom ik nu (weer) op dit onderwerp?

Wel in Oost-Nederland is ooit door een Provinciaal bestuur ruim een miljoen Euro betaald om een collectie van een ‘alles-verzamelaar’ op leeftijd over te nemen die anders dreigde uit elkaar te vallen. De collectie is zo groot dat de man nauwelijks meer kon leven in zijn woonhuis en schuur. Er is dus nog hoop, ik kan gewoon doorgaan met verzamelen, de Provincie of de Gemeente ziet het wellicht straks allemaal als echt museaal en van lokaal of regionaal belang en is er toch nog hoop voor zoonlief. Die dreigde al dat na mijn onverhoopte verscheiden de hele boel in de ‘container’ zou worden gesmeten. Zou wel zonde zijn van al die potentiele waarde natuurlijk. Hoewel de jongere generatie gemakkelijker met geld smijt dan de oudere….Maar een miljoen Euro? Gelukkig is alles hier wel gecatalogiseerd. Dat had die man in het oosten des lands niet gedaan. Ik maak het mijn opvolger(s) ook veel te gemakkelijk en voor de goede orde, het is lang niet zoveel waard!