Aan het einde van een kalenderjaar inventariseer ik altijd mijn collecties en zie dan wat ik kocht, verkocht of ruilde met medeverzamelaars. En het batig saldo blijft me altijd verbazen. En ik weet vrijwel zeker dat dit geldt voor elke verzamelaar in de breedste zin des woords. Of het nu gaat om automodellen of sigarenbandjes of beeldjes van engelen, die laatste nieuwe of net onbereikbaar geachte is altijd het meest bijzonder. Is natuurlijk niet zo, maar voelt vaak wel zo. Echte verzamelaars weten wat er te koop is, wat nieuw uitkomt en ook welk stuk ze perse willen toevoegen aan hun al dan niet grote verzameling. Elk TV-programma dat gaat over het fenomeen neem ik natuurlijk tot me. Al was het maar om te zien dat het ‘altijd nog erger of gekker kan’. En echt, dat kan het! In mijn eigen verzamelgebied ben ik weliswaar een breedverzamelaar, maar numeriek echt geen grote als ik soms zie wat anderen bij mekaar harkten door de jaren heen.
Mensen met 25.000 stuks automodellen van een enkel merk zijn geen uitzondering meer. Nou, ik kom daar echt niet bij in de buurt. En bij de meeste verzamelaars van dit specifieke spul komt het vaak voort uit een verlangen naar vroeger. Iets bewaren van wat we vroeger zoal meemaakten. Denk maar eens aan de auto van Pa, of het merk dat hij altijd reed. Anderen verzamelen op schaal alles wat ze zelf ook reden en dan bouwt het zich al snel uit. Ik heb Ferrari-liefhebbers leren kennen, maar ook mensen die gek zijn op Opel, Toyota, Morris of wat ook. En allemaal met die blik in hun ogen als er weer iets van de gading op het zoekpad komt. Zelf doe ik dan ook nog aan de vliegende metalen vrienden. Vanaf de prilste jeugd al.
En dan natuurlijk elk boek of tijdschift dan wel foto bij mekaar halen opdat je nog wat na te lezen hebt over de feiten die de verzamelingen kunnen ondersteunen. Want ook dat typeert ons verzamelaars, zonder kennis geen macht en dus… Wat me vanaf mijn prille jeugd ook steeds weer opvalt….die laatste nieuwe aanwinsten zijn snel vergeten als er weer iets nieuws te behalen valt. Dan komt het zoekinstinct op gang. Want dat ‘is toch wel heel bijzonder en ook aan die of die heb ik nog een geweldige herinnering’. Soms overkomt het me zo maar dat ik iets vind waaraan de nodige herinneringen zijn te koppelen. Zo vond ik vorig jaar in de zomer tijdens een jaarlijks bezochte zomermarkt in het Zeeuwse een schaalmodel van een Ford Vedette.
Een Franse auto uit de jaren 40/50 waarin mijn vader ooit rond reed. Lastig te vinden maar deze had ik ineens te pakken. In vitrine, nieuwstaat en voor een nette prijs. Kijk, die ging mee. Af en toe kijk ik er even naar. Terug naar de jeugd. Zal velen met deze hobby bekend voor komen. En dan heb ik de pech dat veel familieleden ‘in de auto’s’ zaten en er dus veel herinneringen zijn. Dus u wilt me wel vergeven. De ware verzamelaar stopt nooit. Nou ja, als de laatste adem wordt uitgeblazen wellicht. Voor de erfgenamen een lastige klus om dan alles in kannen en kruiken te krijgen. Maar ook dat zal bekend voorkomen vrees ik. Ben wel benieuwd wie van de lezers herkent wat ik zo schreef in dit nieuwe jaar. Waarin de kansen weer groot zijn dat er weer iets op het pad komt dat onweerstaanbaar is. Onderdeel van de beste wensen…..U wilt me wel vergeven…

Terwijl al snel duidelijk was dat er in Tsjecho-Slowakije bij ons oudste merk iets aan de gang was wat zou kunnen leiden tot een compleet nieuwe reeks personenwagens, sleutelde men daar intussen nog eens driftig aan de bestaande reeks. Vanaf bouwjaar 1987 kregen alle modellen, ook de goedkoopste, tandheugelbesturing, wat de spoorgevoeligheid ook bij de budgetmodellen sterk verbeterde. Daarnaast deed men het nodige aan geluidsisolatie, werkte het interieur bij en voegde een paar voor de fabrikant belangrijke nieuwe reeksen toe aan het gamma. Zo kwam de 120L nu met een standaard vijf-versnellingsbak wat veel scheelde in geluid en verbruik. De 130GLS kwam in de showrooms van ons dealers, een auto met een ruim 60pk leverende 1300cc motor die ook een vijfversnellingsbak kende. Dat lagere verbruik was belangrijk, ook toen al, ook al kostte dat goedje in vergelijking met de moderne tijd een luttel bedrag. Bij die meest luxe versie kreeg je ook een toerenteller en nog wat aardige zaken die de wagen duidelijk luxer en comfortabeler maakten. In feite zette men nu de sedan technisch op hetzelfde niveau als de duurdere en wat exclusievere Rapid Coupe.
De prijzen waren ook wat wel steviger voor een Skoda in die dagen en erg veel van die meest luxe wagens zouden wij niet meer verkopen. De goedkopere Skoda’s deden het in die zin nog best goed, al was het maar omdat ze nu ook meer uitgerijpt bleken en best plezierig om mee te rijden. Maar het concept van die motor achterin was intussen echt wel neo-klassiek en overleefd. Hoe zeer men bij importeur De Binckhorst ook inventief omging met reclame en promotie. In die jaren zette men ook in ons land een rallyteam in om met een door de fabriek geleverde Skoda 130LR deel te nemen aan wat landelijke kampioenschappen. En het was met verve dat men zich in die wereld stortte. Aangestuurd door Dick van Yperen, in feite de technische manager bij De Binckhorst, maar zeer thuis in de wereld van het sportieve. Het deed veel goed voor het imago, al wilden veel anti-Skoda-‘kenners’ nog wel eens badinerend doen over al die successen. Men kon het vaak niet zo goed verwerken dat die snelle Tsjechen binnen de eigen klasse op sportief gebied in staat bleken zo’n beetje alles te winnen wat er te winnen viel.
In een auto die toch door de zelf benoemde ‘echte’ journalisten een paar jaar eerder nog met de grond gelijk was gemaakt. Bleek dat ding ineens hard en goed te rijden. Lastig accepteren. Reken maar dat die successen werden uitgemeten in die zelfde pers. De importeur deed er ook het nodige mee en trok intussen alles uit de kast om de laatste achterwielaandrijvers op de markt te zetten. We moesten nog even geduld hebben, men wist dat er in Tsjecho-Slowakije grootse dingen gebeurden. Dingen waar ik al het een en ander over wist, ik had er wat correspondentievrienden zitten die me al jaren lang op de hoogte hielden van al het nieuws dat daar wel en hier niet bekend was. En een specifiek nieuwtje sprak mij bijzonder aan. Daarover in een volgend hoofdstuk meer. Intussen bewerkte men bij De Binckhorst de markt nog eens extra met actiemodellen. Een vaal groene 105S kreeg een lichtgroene onderkant en vreselijke wieldoppen en moest als actiemodel nieuwe klanten trekken. Men overtuigde ons van de noodzaak er een voor in de showroom aan te schaffen, maar die wagen was zelfs mij te lelijk voor woorden. Het duurde maanden voor we een koper konden vinden die de smaak van de uitvinder bij de importeur deelde. Wordt vervolgd (Beelden: Yellowbird Photo/archief/Skoda)









