
Een paar jaar terug schreef ik ook al eens over stellen waar het vuur uit de relatie is verdwenen. Waar de communicatie verdwijnt is naar mijn mening eigenlijk alles verdwenen. Nu zijn wij in huize Meninggever nogal praterig ingesteld en delen we wellicht wel eens wat te veel kleine en grote emoties. Je moet het ook niet overvoeren natuurlijk, maar echt zwijgzaam door het leven gaan, waarbij je ziet dat mensen langs mekaar heen kijken als ze net als wij op terras zitten, en dat gewoon 30-50 minuten vol houden, ik snap er weinig van. Tuurlijk wil je wel eens even ‘niks’ maar na een kwartier is die stilte te schouder drukkend. Waar komt die zwijgzaamheid dan toch door? Is dat een zekere vermoeidheid? Is het iets van de oudere generaties? Is de lol er na pakweg 25 jaar samen vanaf, de kinderen volwassen en de deur uit, de doelen bereikt en de liefde uitgeblust??
Ík ken voldoende voorbeelden van mensen waar dit niet zo is. Waar het vuur soms oversloeg in explosieve discussies of zo, maar dat is dan toch wel beter dan die zwijgzaamheid die wellicht voortkomt uit een totaal gebrek aan interesse voor de ander. Ik observeer het zo vaak als ik ergens zit te eten of een bakkie doe. Dit soort stellen. Mensen die me een saai leven lijken te leiden. Wat doe je nog samen, wat bindt je dan nog!? Of zijn er mensen die me kunnen claimen dat ook zwijgende partners gelukkig zijn samen?! Wat ik zie is dat met name jonge mensen vaak heel veel babbelen. Die dromen nog en geloven dat het leven met die ene (..) geweldig gaat worden. Maar hoe weet je dat? Nergens garanties te verkrijgen hoor. Wat nu zo leuk lijkt is over een paar jaar wellicht dood- en doodsaai. Of de versierder van ooit blijkt later een gedegen praatjesmaker die zijn verhalen vooral deelt in de kroeg of op het sportveld. Alles is mogelijk. Een timide meisje nu kan later dodelijk saai blijken, die meid die voor zichzelf opkomt later een feeks. Probeer het midden maar te vinden bij die bewerkingen. Hoe dan ook, ik zie het vaak voorbij komen. En verbaas me. En praat of schrijf erover. Opdat we tot in lengte van jaren iets hebben om over te communiceren. Want dat laatste moet! Zo staat het in de wetten van de Meninggever beschreven…. (Beelden: Yellowbird/Internet)

Onlangs in goed gesprek met een andere oudere jongere hadden we het over hoe wij in de jeugd bepaalde zaken hadden aangepakt. Hij zat vooral in zijn maag met wat relationele zaken die hij al dan niet goed had opgelost. Maar er bleven bij hem vooral vragen bestaan over zijn eigen rol. Voor mij zitten die dingen vaak wat meer in het werk wat ik heb gedaan. Daar vind ik zelf best weleens wat steken te hebben laten vallen. Niet op mijn vakgebied van dat moment, dat ging meestal wel volkomen correct en goed. Nee, aan vakkennis ontbrak of ontbreekt het me niet, maar om bepaalde doelen te bereiken wilde ik weleens door ‘roeien en ruiten’ gaan wat dan weer pijnlijk kon zijn voor hen die door mijn pijlen werden getroffen. Nu vond en vind ik dat nog steeds niet erg als het ‘omhooggevallen’ lieden betrof die zich vooral gewichtig gedroegen maar waarbij de vakkennis veelal ver te wensen over liet. Of mensen die altijd maar bezig waren om je onderuit te schoffelen om er zo zelf beter van te worden.
Die lui konden rekenen op een meedogenloze afrekening. Al duurde het jaren. Maar er zaten er ook tussen die mijn toenmalige ik wellicht wat te streng zijn behandeld en dat eigenlijk niet verdienden. Nou, dat blijkt toch ook een kwestie van persoonlijk karakter te zijn of wat je meekreeg in de genen. Vergevingsgezondheid zit bij mij redelijk diep weg gestopt en de andere wang toekeren als ik word geslagen is ook niet echt meegekomen met de katholieke opvoeding van vele jaren her. Dit houdt in dat ik mijn spijtige gevoelens slechts kan richten op hen waarvan ik wel weet dat ik ze niet zo netjes heb behandeld. Omdat het moment van toen er om vroeg. Omdat er een klus klaar moest of een ander oogmerk prevaleerde. Omgekeerd hoor ik regelmatig van mensen dat ze mij juist zagen als zachtaardig en vriendelijk maar wel enorm gedreven.
De waarheid ligt in het midden. Als altijd. Het zal dus een beetje zitten in die herinnering over toen en wat je daarvan zelf hebt waargenomen. Maar hoe zit dat nu met anderen. Mijn gesprekspartner waarmee ik deze vraagstelling startte zag echt dat zijn behandeling van mensen met wie hij op jeugdige leeftijd contact had gehad, niet helemaal juist was geweest en daar had hij nu echt spijt van. Kon dat niet meer overbrengen bij die mensen waarover het ging en dat maakte de spijt nog groter. Zeker als iemand niet meer op deze Aarde rondloopt kan dat best gaan knagen. En dat frustreert soms. Heb ik allemaal geen last van. Jij wel? Ik ben benieuwd wie op dezelfde wijze kijkt naar het verleden en/of nu nadenkt over zijn/haar rol in dat geheel. Doe eens openhartig en vertel……..
Hij dartelde van bloem naar bloem en genoot ten volle van het leven. Zij vleugels glansden in de zon en hij koesterde zich aan de aangename warmte. Zijn leven was hij lopend begonnen. Zich voedend ook. Hij had zijn langwerpige buik helemaal vol gegeten op plekken waar dat kon of mocht en dat had ertoe geleid dat hij nu zo groot en krachtig was. Hij kon vele kilometers afleggen zonder te hoeven rusten. Hij gebruikte daarbij zijn reserves maar kwam nooit echt te kort. Hij had kortstondig verkering gehad met een meisje van hetzelfde ras en dat had volgens haar geleid tot goed nageslacht, daarover hoefde hij zich geen zorgen te maken. Deed hij ook niet. Hij dartelde gewoon verder en keek omlaag naar de wereld van die andere bewoners die soms zo heerlijk rook maar ook zo gevaarlijk kon zijn. Hij moest goed opletten dat hij niet werd aangevallen door die grote terroristen die op hem loerden, of die geel/zwarte gifkikkers die hem al zoemend verjoegen als hij even een beetje nectar tot zich nam op een bloem. Dat spul verslaafde hem nog eens. Zo lekker… Op deze zonnige dag had hij weinig wat hem verdrietig kon maken.
Nee, hij leefde en genoot met volle teugen. Het werd anders toen de grote bol in de hemel langzaam zakte. Met dat verschijnsel voelde hij dat hij moe werd. Hij keek eens opzij en zag dat zijn mooie kleuren van overdag ook donkerder werden. En dat zijn vleugels begonnen te slijten. Tijd om eens een slaapplek op te zoeken. Ergens beneden waar het veilig was. Hij moest opschieten, zijn lijf werd koud en kil en hij zou het vliegen niet meer al te lang volhouden. Ergens in een hoekje onder een grote struik besloot hij om de nacht door te brengen. Een nacht waarvan hij geen idee had hoe lang die zou duren. Maar hij waagde de gok. Vouwde zijn vleugels na de landing op en nam de rusthouding aan. Daarbij had hij de grote rode kater over het hoofd gezien die met een oog open had liggen loeren naar alles wat in die tuin bewoog. Met een snelle sprong had hij het dier te pakken dat vlak voor hem op een takje was komen zitten. Met zijn scherpe klauwen scheurde hij de vleugels van het dier en stak het in zijn bek. Het bewoog nog wat, maar met een paar slikbewegingen was het diertje verdwenen. Weer een eendagsvlinder minder. En de kater liep voldaan terug naar zijn vrouwtje en liet zich de bemoedigende klopjes en aaien welgevallen. Tijd voor echt eten. Want van een vlinder alleen kon je niet leven…..(foto’s internet)
Ik ken sommige mensen die zijn zonder enige twijfel koopverslaafd. Ze kopen om het kopen, niet omdat ze iets echt nodig hebben. Dat is overigens iets wat anderen weer een gruwel is. Die beschreef ik al eens onder de G van Gierig. Maar die kooplustigen zijn precies het tegenovergestelde. Geld moet rollen en het genoegen van iets nieuws scoren is gelijkwaardig aan andere vormen van genot. Helaas duurt dat koopgenot vaak kort. Dat delen overigens al die genotsvormen met elkaar. Kijk maar eens naar een moment in je leven dat je echt naar iets verlangde. Je wilt het heel graag, je spaart of regelt op een of andere wijze dat je aan dat geliefde object kunt komen. Bezit je het dan, neemt het genoegen evenredig snel af. Handig om te weten en zeker reden genoeg om er dan geen leningen voor af te sluiten. Want schuld maken om iets te kopen wat eigenlijk buiten je bereik is, duurt qua gevolg vaak heel wat langer en zorgt ook voor allerlei vervelende bijverschijnselen.
Zo zijn die gratis (..) telefoons bij diverse aanbieders zelden gratis, integendeel, je financiert in feite het gebruik en blijkt achteraf bezien vaak datzelfde toestel dik te hebben betaald. Als iets te mooi lijkt om waar te zijn, is het dat vaak ook. Ben ik zelf vrij van die gevoelens rond de ‘heb’? Nee hoor. Ook ik ken dat gevoel van verlangen naar…, al ben ik dan meer een spaarder en zeker geen lener. Soms kan ik echt uitkijken naar een nieuwe aanvulling op mijn collectie. Groot is de opwinding vooraf, of het nu een boek, model of wat ook betreft. Ik lees alles vooraf over het begeerde object, kijk nog eens en bestel of koop het dan als het beschikbaar blijkt. Bij ontvangst is de opwinding nog steeds groot. Maar ook ik ontdek dat na een tijdje dat nieuwe en opwindende er af is. Het wordt wel een zeer gewaardeerd onderdeel van de totale collectie.
Weet je wat zo mooi is als je jong bent? Dat je nog glanst van schoonheid, dat je geest nog niet zo vervuild is met ervaringen die niet meteen behoren tot de meest positieve en dat je nog gelooft in een betere wereld dan de leefomgeving waar je zelf nu in verkeert. Altijd als ik met jongere mensen omga zie ik datzelfde. Je ziet dan ook het verlangen, de passie, de leergierigheid. Ook het eigenwijze wat kenmerkend is voor jeugdigen, naast hun gevoel voor alles onkwetsbaar te zijn. Op de leeftijd der wijzen aangekomen weet je dat veel relatief is, dat lief en leed leuk is in theorie, vaak wat minder in de praktijk, dat de glans vanzelf verdwijnt en de zwaartekracht op enige leeftijd zijn tol eist. Hoe fijn als je dan kunt omkijken naar een leven waarin vooral geluk jouw deel was en je genoot van dat wat de jeugd ons allen per definitie biedt.
Of je daar dan gebruik van hebt gemaakt is meer je eigen ding of verantwoordelijkheid dan dat van anderen.
Dan ontwikkel je een volwassen leven dat tegenvallers kent, lichamelijke ongemakken, een partner met een zelfde lastige achtergrond waardoor je al snel blijft steken in het moeras van drank, ongezondheid of armoede. Stigmatiserend voor jezelf of je nakomelingen. Je gunt het niemand, maar er zijn er best wel te vinden die van hun jeugd weinig tot niets weten te bakken. Mensen die niet uit hun pubertijd ontwaken, die denken dat het geluk vooral moet worden langs gebracht en niet hoeft te worden opgezocht of bevochten. Die denken dat liefde iets is dat bij de Action in het goedkope vak ligt naast de tandpasta. Nee, helaas, dat is niet zo. Die jeugdige glans moet je zelf oppoetsen, bewerken, onderhouden, en uitbouwen. Voor je het weet is die glans er af en moet je constateren dat je die ene kans op dat jolige jong zijn hebt verprutst. Een tegenslag ligt zo op je pad en de gevolgen voor je latere leeftijd merkbaar aanwezig.
Als ik dus rond kijk naar al die jongelui hoop ik dat het hen allen goed zal gaan. Dat ze later ook mooi oud en wijs worden, en hun weg in geluk en liefde zullen vinden. Geen idee hoe de kansen daarop liggen in de huidige tijd. Je hebt een voordeel, het aantal mensen dat echt als dubbeltje geboren wordt daalt, de kwartjes zijn in de meerderheid, waardoor je straks anders dan wat wij vaak meemaakten in onze generaties, geen excuus meer hebt dat relateert aan opvoeding of zoiets, behorende bij je afkomst. Kijk in de spiegel, poets op wat extra moet glanzen en geniet. Ieder mens is mooi, jonge mensen nog eens extra! Fletsheid hoort bij ouderen met een frustratie. Zorg tenminste dat je niet zo wordt….Het leven is veel te leuk! Maar kijk wel om je heen en niet alleen naar jezelf. Hoe glanzend dat zelfbeeld ook is. (Beelden: Internet)




