
Sommige mensen zijn naar mijn ervaring en mening voor het ondernemerschap geboren. Anderen zijn toch meer ambtenaar van inborst of karakter, zoals er ook geboren werknemers zijn die weinig tot geen ambities vertonen hogerop te komen. Niks mis mee. Maar ik heb het nu even over die eerste soort. Onlangs keken we met veel plezier naar de reeks ‘De Augurkenkoning’ op RTL5. Die serie gaat (dit was de tweede serie) over de familie Kesbeke uit Amsterdam-West. Mensen die met augurken hun inkomen regelen, maar daarmee niet alleen.

Vader Oos Kesbeke is een ondernemer pur-sang. Hij let op alles en neemt geen blad voor de Mokumse mond. Maar ziet ook ieder detail en dat is goed in een wereld waarin voedsel wordt geproduceerd in potten of blikken en elk foutje grote gevolgen kan hebben. Tel daarbij op dat hij een scherp en humorvol vocabulaire heeft naast een hart van goud en je kijkt naar een man die weet waar hij mee bezig is. Tijdens deze tweede serie kwam zijn twee zonen naar voren als de potentiele opvolgers van Pa.

Maar die moeten nog wel even opgeleid en gepolijst worden. Als ik er zo naar kijk was dat ook dringend nodig. Oos heeft het overzicht, hij pakt ook aan en is niet te beroerd om zelf de bezem of waterslang te gebruiken als dat ergens nodig is. Het vaste team medewerkers is zo te zien meer dan loyaal. Zo is er een klusjesman die al 60 jaar bij het bedrijf werkt en echt alle ins en outs van de firma kent. Inzetbaar voor technische ondersteuning maar ook om op een vorkheftruck pallets te verplaatsen. Oos zorgt zelf ook voor die loyaliteit want hij verwent zijn mensen als geen ander. Eten, drinken, uitjes, Oger-kleding, bedenk het en het is voor mekaar.

Zit iemand er doorheen? Hij ziet het en lost het op. Maar o wee als je de kantjes er af loopt of, zoals we eerder zagen, dronken op het werkt verschijnt. Je mag vertrekken en niet meer terugkomen. Hij gaat net zo om met leveranciers als met de burgemeester van Amsterdam en als hij bij de Sligro-groothandel hamburgervlees koopt voor zijn mensen (ze moeten ook eens iets lekkers eten..) loopt hij langs de stellingen met zijn eigen producten en zet alle potten met de naamlabels naar voren. Kijk, dan snap je het… Ik heb er met veel plezier naar gekeken. Herkende veel, leerde weer wat en was uit mijzelf als Mokummer al een trouw koper van de producten van deze firma, maar ben het nu helemaal. Augurken, Amsterdamse uitjes, bedenk het en Kesbeke levert het. En dan met dat verhaal er aan verbonden….Pure kwaliteit. Ik hou er van…. (Beelden: Internet/diverse websites/Kesbeke)






De eerder genoemde overname door dat veembedrijf uit Amsterdam zorgde niet alleen voor nog meer extra druk op de werkketel, ook mijn charterafdeling moest een tandje bij zetten, er kwam ook op enig moment een reorganisatie op ons af. De oud-manager van het Rotterdamse kantoor werd tussen mij en Ruud Breems ingezet. Met als portefeuille om de zaken te stroomlijnen en het management in toom te houden. Winst maken was de boodschap en dat Rotterdamse kantoor had kennelijk het e.e.a. over de gang der dingen op Schiphol gehoord. Ik vond deze constructie niet acceptabel. Het zorgde ook dat ik nu ineens met twee bazen boven me van doen had, waarvan een de handel toch wat minder begreep dan mijn oud-directeur die nu toch wat onder curatele werd gesteld. In de lagen onder mij ontstond ook beroering. Er waren mensen die hun eigen afdeling belangrijker vonden dat een goede stroomlijn van de organisatie en die hun best deden om de stoelpoten onder mij vandaan te zagen. Zeker als ik voor zaken in Maastricht zat merkte ik bij terugkomst dat men gewoon zaken had aangepast. Daarbij was ik als al eerder aangegeven moe geworden. Al die uren en dan ook nog wat weinig dank voor dat harde werken. Ik had intussen ook nog wat auto’s verkocht voor een Skoda-dealerbedrijf in Amsterdam-Zuid, waarmee de contacten steeds warmer werden. Als in mijn vorige verhaal (Leven met de Vliegende Pijl) al aangehaald moest dat bedrijf op enig moment haar organisatie opwaarderen om de ‘Nieuwe Skoda’ te mogen verkopen.
En daartoe wilde die importeur dat er een echte showroom werd gebouwd en een verkoopman werd aangenomen die de zaak zou kunnen representeren op waardige wijze. Mijn liefde voor het merk, ik had intussen mijn derde nieuwe aangeschaft in 1976, een S110Ls met een batterij lampen in en aan de neus en flink wat meer vermogen dan de voorgangers, en mijn wens iets anders te gaan doen leidde tot onderhandelingen. Die duurden best lang, want ik was voor dat dealerbedrijf een zwaargewicht, zeker salaristechnisch. Maar een gesprek met de eigenaar waar een adelijke vertegenwoordiger van de toenmalige importeur bij aanwezig was, zorgde voor een positief besluit. Begin 1977 zou ik overstappen van de luchtvaartwereld naar die van de auto’s. Toen dat nieuws op Schiphol naar buiten kwam waren de reacties tweeledig. De mensen van het importblok waren overgelukkig, want konden nu hun eigen ding ongecontroleerd (..) doen.
Op export was dat toch heel anders. Ook veel vertegenwoordigers van de airlines waarmee we werkten snapten het niet. Mister Luchtvaart werd ineens Mister Skoda?! Victor werd intussen benoemd tot mijn opvolger, maar wij hadden meer dan een collegiale band. Gelukkig ging de vriendschap nog jaren lang verder. In februari 1977 stond ik al een aantal dagen voor de dealer op de AutoRAI. En bleek ik een talent te bezitten om die wagens te verkopen. Zelfs zonder enige ervaring op dat gebied. Vanaf 1 april dat jaar was ik officieel in dienst. En begon dat nieuwe verhaal wat ik al eerder vertelde. Het bedrijf Hoogewerff werd intussen opnieuw doorverkocht. Het verdween uiteindelijk in een grotere combinatie. Enkele collega’s van toen sprak ik af en toe nog wel. Maar het was en werd nooit meer zoals in die beginjaren. Pionieren lag me wel. Het zal u duidelijk zijn geworden uit dit verhaal. Wat overigens later nog een verrassend staartje zal krijgen. Maar vermoedelijk deel ik dat stukje uit mijn carriere pas in het nieuwe jaar….nog even geduld…(Beelden: Archief) (voor de beschrijving van mijn overstap vanuit een ander gezichtspunt verwijs ik even naar: Leven met de Vliegende Pijl – 4 – Baanwissel – 29/7/18 hier gepubliceerd)
Weten jullie nog, vaste lezers hier, dat ik ooit gedwongen werd over te stappen naar een nieuwe tandarts die me al snel een offerte deed toekomen voor een gebitsrenovatie die mij totaal overbodig leek? En dat ik daarna overstapte naar de derde tandarts in korte tijd? Nou, dat beviel prima. Net om de hoek hier, een erg aardige man met dito assistente (zijn vrouw). Zijn eerste gebitsanalyses niet meteen gevolgd door offertes, wel wat adviezen over hoe ik mijn gebit nog wat schoner kon houden dan ik al doe. Overigens is dit een euvel van ongeveer elke tandarts heb ik gemerkt want telkens als je denkt het nu volgens de regels te doen, komt er wel weer een standje of adviesje een andere richting op. En heb ik intussen kapitalen aan stokjes, draadjes, stekers, borstels etc aangeschaft. Ik poets drie tot vier keer per dag, en uitgebreid, en nog is het niet voldoende. Je zou er om stoppen met eten en drinken.
Maar dat is wellicht voor de lijn nog wel goed, niet voor je gestel. Hoe dan ook, die nieuwe tandarts was net in mijn systeem opgenomen toen hij me verraste met de mededeling de praktijk te gaan stoppen. Hij wilde met pensioen. Dat was jammer, want dan krijg je opnieuw te maken met een opvolger die wederom van moment een af start. Nou dat klopte. De praktijk werd verkocht aan een starter. Een heel bijzondere. Een dame uit Iran, die samen met een erg fraaie assistente en haar oplettende man de zaak onder een nieuwe naam ging runnen. Een zaak die qua techniek op de laatste stand der dingen werd gebracht, maar verder wel de ambiance van de oudere voorganger in stand hield. De eerste kennismaking was plezierig, het vervolg ook. Zij was lief, snapte mijn specifieke problemen van niet willen liggen met mijn hoofd lager dan mijn voeten en was streng doch rechtvaardig over mijn gebitsonderhoud.
Daarna kwam het opvullen van een aankomend gaatje in een van de ondertanden wat zij (zonder verdoving als altijd gewenst) professioneel en snel klaarde. Ik had er schik in. Zij is van de soort tandartsen die me liever zijn dan beulen en offerte-bedenkers. Hoe professioneel ook. Ik heb mijn ivoor met wat kunststof stukken al die jaren tot nu in de mond gekoesterd en door experts laten onderhouden. Dus grote verbouwingen zie ik als onnodig. Geen gaten, geen rare dingen. Dus laten we die dan ook niet gaan bedenken. Alleen wat nodig is doen we, en voor de rest niks. Al is het verleidelijk om vaker af te spreken met de dame en me te laten onderwerpen aan haar behandelingen. Mits haar man dan uit de buurt blijft natuurlijk. Maar dat mag je allemaal niet meer denken of zeggen tegenwoordig natuurlijk. Een best prijzig. Hoe dan ook….was een prima keuze. Tot nu toe…
Onlangs kwam in een gesprek weer de situatie naar voren van een jong mens die geen benul had wat ze in haar verder leven moest kiezen als vakrichting. Herkenbaar, want ik denk dat meer dan de helft van de jongelui geen benul heeft van mogelijkheden en obstakels op weg naar een nieuwe toekomst die inkomen garandeert of een gelukkig leven. Als je niet als prinses van dit land geboren bent is de kans groot dat je ook niet meteen met een afgeronde studie aan je nieuwe leven kunt beginnen. Bij prinsessen toch vaak iets voor de vorm, minder voor het geld. Normale jongens en meisjes moeten er vaak heel hard voor knokken of blokken om nog iets van een diploma te halen. En als ze dit dan hebben behaald is de keuze voor de volgende stap vaak een heel lastige. Niet iedereen kan bankmanager worden, kunstenaar of iets waarbij je weinig hoeft te kunnen en toch rijkdom genereert zoals BN-er of Vlogger. Voor de meeste mensen is het toch een kwestie van wie je kent, welke tips je krijgt of waarheen je hart uitgaat.
Niet altijd met groot succes. Dezelfde naam hebben wil niet zeggen dat je ook hetzelfde talent bezit. Wie het echt niet weet zou trouwens eens moeten denken aan oude vakgebieden die nu langzaam aan een beetje aan het uitsterven zijn. Stoelenmatter, visser, naaimachinemonteur, touwslager, zeilmaker of ambachtelijke houtbewerker. Wie weet wat de gemiddelde mkb-er op dit punt verdient en aan klanten krijgt zou de wens om een modecarriere te volgen of kruidenier te worden nog eens moeten heroverwegen. En toch zie je dat weinig jonge mensen trek hebben in hard werken met de handen. Nee, op kantoor achter een computer trekt meer. Gek genoeg zie je ook dat wat vroeger een droomberoep was, nu aardig uit de mode raakt. Stewardess bijvoorbeeld, verpleegster, buschauffeur of trambestuurder.
Niet voor niets zie je zoveel nieuwkomers in dit land juist op die handmatige beroepen afstevenen. Geldt ook voor overheidsbanen. Die geven zekerheden, goed pensioen, rustige werktijden. En voor piloot moet je een lange weg afleggen die nog duur is ook. Alleen weggelegd voor hen met rijke ouders. Of jongelui die al vaders of moeders kennen die achter het volant zitten of zaten. En als je het echt niet weet….het leger kan ook nieuwe mensen gebruiken. Mag je ook met je handen werken of met de voeten in de modder. Tis een keuze….wellicht de juiste?! (Beelden: Internet/Yellowbird archief)
Had ik het in een van mijn vorige blogs nog over een zanger die wij nauwelijks meer kennen, hoe anders gaat het met mensen als Andre Hazes. Een fenomeen in zijn jaren als zanger en entertainer. Levend bewijs dat onzekerheid en drank geen goede combinatie vormen, maar ook dat je met slimme teksten en een snik in de (goede) stem hele volksstammen kunt ontroeren. Nog steeds is ‘Bloed, zweet en tranen’ een klassieker. En met name als hij dat met onvervalst Mokums accent ten gehore bracht. Andere uitvoeringen zijn zelden een juiste afspiegeling. Ellende, pijn, narigheid, je moet in de goot hebben gelegen om die teksten over de buhne te krijgen. Hazes kon dat. Zijn zoon niet. Hoe aardig ik dat jong ook vind hoor. Want ondeugend, dwars, humorvol. Maar als zanger niet geschikt. Laat dat jong leuke programma’s maken s.v.p. maar geen levensliedjes zingen. Veel te beschermd en rijk opgevoed door de moederkloek van de familie Rachel. Toch zie je vaak de impuls van kinderen om hun vaders of moeders na te doen en een eigen carriere na te streven waarbij de herkomst helpt. Soms lukt dat, in veel gevallen niet.
Willeke Alberti streefde die carriere ook na, maar deed dat samen met pa. Willy Alberti was een mensenmens en kon dingen in beweging krijgen. Dochterlief leerde zo het vak. En is nog steeds actief. Met in gedachten altijd haar vader die over de schouder meekijkt. Maar echt, er zijn voldoende voorbeelden van mensen die het probeerden maar mislukten. En soms kiezen de appels voor een totaal andere carriere dan de voorouders. Wat maar goed is ook. Bij ons, normale mensen zonder tv-bekendheid, liggen de zaken soortgelijk. Er zijn mensen wiens ouders jurist, dokter of wat ook waren en dan zelf ook in die hoek een carriere wil(d)len opbouwen. Anderen werden dominee omdat Pa dat ook was. Maar er zijn zat voorbeelden waar die appel en boom-situatie volkomen anders uitpakte. Ik zelf kan min of meer bogen op een carriere die toch op een of andere manier verbonden is met het familieverleden.
Denk aan de autobranche waar ik toch heel wat jaartjes al werkend doorbracht. Toch meegekregen van ouderkant zonder overigens die kant op gedirigeerd te zijn. Een goede vriend nam ooit de zaak van zijn pa over en bouwde die succesvol uit tot een miljoenentent. Maar ik heb er ook voldoende zien mislukken op dat gebied. Misten toch dat specifieke gen van pa om tot grote prestaties op zakelijk gebied te komen. Maar ach, je moet maar zo denken, als je echt niks kunt en weinig voorbeelden bezit hoe te handelen is er altijd nog een job vol zekerheden bij de overheid, je kunt de politiek ingaan en als het niet anders kan wordt je journalist. Een enkele beroepsuitoefenaar heeft dat vak meegekregen van pa of ma. Meestal benoemt men zichzelf en denkt dat opschrijven wat voorlichters vertellen ook een vorm van journalisme is. Voor iedereen wat dus. Maar ik ben wel benieuwd wie van jullie als appel niet ver van de ouderlijke boom viel…. Komt u maar….
