De straf voor Spaarzaamheid…

WP_20151116_025Ooit groeide ik op in een gezin van krekels. Mensen, die doordat ze in de oorlog zoveel honger en armoede hadden gekend, ze na de oorlog wilden genieten van wat hun nieuwe leven te bieden had. De inkomsten waren er soms best naar om de bloemetjes even buiten te zetten, dus er was niks op tegen, maar van sparen hadden we in familieverband nog nooit gehoord. Nou ja, er was een ‘spaarbankboekje’ voor ‘later’ maar wat daarop stond moest je nu ook weer niet overdrijven. Geld was duur indertijd en het leven viel soms ook wel eens tegen. Wij hadden echter wel als een der eersten in de toenmalige woonstraat een auto (niet zo gek, pa ‘deed er in’..), een televisie, aquarium, een platenwisselaar en dat soort dingen en mijn moeders kledingkast kon zich best laten vergelijken met die van een modekoningin. Als Pa echt veel verdiend had gingen we op vrijdagavond in stijl ‘uit’. Een lokale horecagelegenheid in een van de toen nieuwe buitenwijken werd dan de uitverkoren plek om lekker te eten of te drinken. Mijn ouders dosten zich er dan speciaal voor uit, de uitverkoren auto werd extra opgepoetst. Ook ik moest dan in een nette broek en trui en zelfs met gepoetste schoenen mee, net als mijn oudere broer.

WP_20151202_008Als Pa er echt zin in had stond er dan een of andere ‘slee’ voor de deur. Konden de buren zien dat het ons ‘deze week’ goed ging. Een grote Ford, Chevrolet of Studebaker. Het mocht iets kosten. Maar spaarzaam werd je er niet van. Pas toen ik doelen in mijn leven kreeg waarvoor sparen handig bleek ging dat fenomeen ook echt een rol spelen. Ik legde van elke verdiende gulden als het kon 33 cent weg (symbolisch). En zo kon ik mij wat fraaie zaken als een nieuwe brommer veroorloven. Hard werken mocht leiden tot een beloning. Na mijn al vroege huwelijk ging dat spaarzame gewoon door, zonder dat we ook maar ergens de financiële halsband zo strak moesten aantrekken dat we er door dreigden te stikken. Zo kwamen we nooit in de grote nood die andere mensen nog wel eens overkwam en was normaal leven toch mogelijk. Maar een appeltje voor de dorst, een buffer voor als die wasmachine het voor gezien hield, of de auto ineens niet meer verder wilde, het moest er altijd zijn. Geen lening of schuld. En met wat geluk kreeg je nog een rentebeloning voor dat gedrag van je bankier.

2228592991_c1f97f4206_mDat laatste staat nu enorm onder druk. Als we nog even wachten moeten we voor die buffer zelfs een vergoeding gaan betalen. Het kan bijna niet doller. De wereld is veranderd en de mieren worden nu gezien als mensen die heel snel moeten omschakelen naar krekelgedrag. Weg met dat spaargeld, opmaken die handel, de economie moet draaien. Kortom, wij moeten maar eens zien elke vrijdag ook ergens naartoe te gaan om te eten en te drinken. Net zoals vroeger. Nu nog even zien dat ik ergens een Studebaker kan kopen. Zal lastig worden. Daarvoor is ons spaargeld vast niet toereikend…..

Spotten

WP_20151126_005 (2)Onlangs trakteerde ik mijzelf weer eens op een ‘mannendagje’ zoals ik het zelf noem. Dan gaat een mens als ik niet naar een of ander stadion om daar naar voetballende lieden te kijken hoor. Nee, ik vertrek dan naar het grote vliegveld in mijn achtertuin, dat bij de meeste mensen bekend is als Schiphol. Die wereldluchthaven ligt zo dicht bij onze woonstek dat ik er dagelijks mee geconfronteerd word. Maar ooit ben ik besmet geraakt met het spottersvirus en dat ben ik jarenlang intensief wezen uitzieken. Gewapend met een camera, een opschrijfboekje, en in die latere jaren een luchtvaartontvanger en verrekijker. Heerlijk om dat weer eens te doen. Het komt er domweg te weinig van. In mijn jeugdjaren werd ik al getrokken door dat bekijken van vliegtuigen. Die dingen kwamen indertijd nog wel eens recht over de stad heen als ze gingen landen of juist waren opgestegen en het geluid trok mij als jong mens richting de basis waar al dat spul opereerde. Ik ging eerst op de fiets die kant op.

WP_20151126_004 (2)Zette die dan tegen de heg voor de startbaan neer, klom op de stang van het tweewielige ding en keek naar de vliegtuigen die daar vertrokken of landden. Het was een warm bad al was het best wel eens fris. Later ging ik dan met een kaartje richting de promenades langs het toenmalige platform en deed enorm veel indrukken op. Maakte de laatste propellervliegtuigen mee, de eerste jets, genoot van de geluiden, droomde weg bij het idee dat die kisten naar de meest uitheemse bestemmingen vlogen. Teheran, Ceylon, New York, Helsinki en zo meer. Allemaal op de fiets, later bromfiets. Ik was daarmee best een buitenbeentje want zelfs uit de kring vrienden die aangaven gek te zijn op vliegtuigen waren er maar weinigen die zo gek waren om in januari met me mee te gaan naar de luchthaven als daar sneeuw lag. Of tijdens het Gouden huwelijk van Juul en Benno toen heel wat buitenlandse gasten per vliegtuig arriveerden op Schiphol en dat deden met vliegtuigen die je normaal nooit zag.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Jammer dat ik toen geen echt goede camera bezat. Maar ik schreef trouw alles op in mijn notitieboekjes. In de jaren die volgden zorgde ik altijd voor de nodige tijd vrij die ik kon vullen met mijn passie op dit punt. Maar het werd op enig moment minder. Niet door mijn verlies aan interesse hoor, maar de drukte in de toenmalige werkkringen. Ik werkte op enig moment ook een aantal jaren op de luchthaven en dat hielp niet mee bij het beoefenen van de hobby, hoe tegenstrijdig dat ook moge lezen. Nu ik er al lang niet meer werk kan ik er weer als jochie van vroeger van genieten. De camera met telelens klaar, de radio op de torenfrequentie, brood in de tas, verrekijker en notitieblok klaar. Check! En dan maar genieten. Jammer dat het zo vaak slecht weer is….maar dat was het volgens mij vrijwel altijd als ik daar stond.