60 jaar Transavia…

60 jaar Transavia…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: dc6b-transavia.jpg

Vandaag precies 60 jaar geleden startte een nieuwe luchtvaartmaatschappij in ons land. Via allerlei slimme omwegen zette toenmalig luchtvaartpionier John Block zijn eigen bedrijf op. Hij was ooit samen met Martin Schroder aan de slag gegaan voor diens Martin’s Air Charter, maar de karakters van beide heren waren zo verschillend dat Block op enig moment opstapte en zijn eigen weg zocht. Met een stel oude propliners, financiers van her en der, startte hij zijn Transavia Holland en stortte zich eerst nog wat bescheiden op de steeds maar groeiende chartermarkt richting zuidelijke oorden.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: aerospatiale-caravelle-h075.jpg

Maar als de groen geschilderde kisten stilstonden bedacht Block een nieuw plan en verhuurde zijn machines aan andere bedrijven of ging gewoon ‘wilde’ vracht vliegen. Zijn felste concurrent was zijn oude partner Schroder die in ons land geen concurrentie duldde. Die wilde ook Bob Schreiner (Schreiner Airways) van de markt duwen dus nam en-passant Transavia mee in zijn pogingen de lucratieve vakantievliegerij voor zichzelf te behouden.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: aerospatiale-caravelles-hv-sloop-spl-winter76-211018-scan10366.jpg

Maar Block gaf niet toe. Sterker nog, die breidde zijn vloot uit. Sloot deals met allerlei (tour)bedrijven. Kocht op enig moment een serie tweedehands Franse Caravelle straalvliegtuigen die in die jaren voor een kleine prijs te koop waren maar precies het doel dienden dat paste bij zijn visie. Hij ging ook vliegen voor de TROS, kreeg toegang tot typische doelgroepen van normale mensen die voor een lekker prijsje naar het zuiden wilden. Intussen verhuurde hij zijn oude DC-6 vloot aan allerlei instellingen die o.a. in Afrika actief waren. Een deel van de vloot van die machines zou daar ook eindigen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 15408-boeing-737-2-ph-tvh-hv-landt-eham-sum-82-scan10086.jpg

Een grotere Boeing 707 werd aangekocht, een tweede gehuurd, het bedrijf kreeg steeds meer body en een behoorlijke naam en faam. Op enig moment vond Block dat hij moderne straalvliegtuigen moest kopen om de toch wat dorstige en niet meteen geluidsarme Caravelles te vervangen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 34144-boeing-737-3-hv-phtsu-cucumber-c.s.-scan10419.jpg

Hij koos voor de toen nieuwe Boeing 737-200Advanced die al snel de ruggengraat voor zijn vloot vormden. De Caravelles werden afgevoerd en deels op Schiphol-Oost gesloopt. Op enig moment verdween Block uit het management van zijn eigen bedrijf. Later zou hij weer opduiken met zijn nieuwe maatschappij Air Holland. Transavia leunde intussen steeds meer aan tegen KLM. De vloot ging ook op bescheiden schaal lijnvluchten uitvoeren. Naar Londen-Gatwick, Spanje, en dat legde Transavia geen windeieren.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: b707-hv-landing.jpg

De vloot groeide en groeide en zodra er weer een nieuwe variant was op de 737 ruilde men de oudere kisten in op de allernieuwste. Transavia werd een groot-gebruiker van die Boeings. Ook de wat grotere 757 kwam in gebruik, de 707’s verdwenen. KLM werd grootaandeelhouder. En het lijnennet groeide zodanig dat men besloot om als prijsvechter te gaan vliegen en het vakantieverkeer wat af te bouwen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: a321neo-hv-in-retro-kleuren.jpg

Na de fusie van KLM met Air France kreeg Transavia onder Franse druk ook een Franse zuster, zelfs een Deense, maar die laatste kreeg in Denemarken geen voet aan de grond. In Frankrijk ging dat beter. Intussen heeft men i.s.m. de moedermaatschappij AF/KLM besloten om alle Boeings op te ruimen en Europese Airbussen A320/21NEO’s in de vloot op te nemen, die intussen in hoog tempo de laatste 737’s vervangen. Door de jaren heen werden ook de beschilderingen op de vliegtuigen afgewisseld door nieuwe ontwerpen. Binnenkort komt met de viering van het verjaardagsjaar de nieuwste variant op de nieuwste A321NEO te staan en zal door de jaren heen dat schema ook op de rest van de vloot worden ingevoerd. De meest recente 321 kreeg intussen een retro-beschildering die teruggrijpt naar de jaren van John Block. Een mooi eerbetoon aan een man die van zijn frustratie een levenswerk wist te maken en zijn groene maatschappij vanuit een hemelse positie toch met trots zal bekijken. Sigaretje en een goed glas er bij…Transavia werd vandaag 60! Van harte proficiat…..(beelden: Archief/internet)

Pionier ging heen…

Pionier ging heen…

Onlangs overleed Martin Schroder. Naamgever en oude baas van Martinair Holland. Een grote naam in het Nederlandse luchtvaartgebeuren. Naast die van Albert Plesman, John Block, Anthony Fokker of Bob Schreiner, was Martin Schroder een echte ondernemer die door roeien en ruiten ging voor zijn bedrijf. Pionier en visionair. Buiten zijn alsmaar groeiende luchtvaartbedrijf zette hij ook een vliegschool op, een luchtreclame-afdeling, een restaurant op Lelystad Airport en ook nog eens een cateringbedrijf.

Allemaal met elkaar verbonden en bedoeld om er een totaal succes van te maken. Hard werken de boodschap en met een 9 tot 5 mentaliteit bleef je maar thuis. Bijnaam ‘De Lange’ vanwege zijn fysieke lengte. Gevreesd om zijn rechtlijnige aanpak van ‘uitdagingen’ en respect afdwingend door elke tak van de operatie van zijn bedrijven zelf op te volgen en soms te corrigeren. Geen manager, maar een hands-on man. Na de prille jaren van vliegen met oude toestellen kwamen de eerste jets. De actieradius werd groter en de grote baas dwong respect af door allerlei landingsrechten te verwerven in zowel het Verre Oosten als Zuid-Amerika. Rechten waarvan KLM nu nog profiteert.

Naast DC-8-ten en 9’s, nam Martinair op enig moment een aardige gok door ook DC-10’s te bestellen. Splinternieuw, groot en dus duur. Maar met extra kapitaalinjecties van nieuwe aandeelhouders en een samenwerkingsverband met KLM kwam ook dat goed. De nog grotere Boeing 747 kwam ook nieuw in de vloot, net als de toen even nieuwe Airbus A310. Groeien werd een doel op zich en dat deed de maatschappij. Maar ook de leeftijd van de naamgever. De dynamiek van de luchtvaart was nog steeds een uitdaging, maar het pensioen lonkte. Samen met zijn vrouw (ex stewardess) Tineke ging hij genieten van cruises op luxe schepen. Hij liet zijn bedrijf over aan de managers van KLM.

En die maakten in relatief korte tijd stuk wat hij in alle jaren zorgvuldig had opgebouwd. Stukje bij beetje verdween Martinair als passagiersmaatschappij en werden de vliegtuigen verkocht. Wat nu nog rest is een enkele Boeing in eigen kleuren en een tweetal 747’s die voor KLM vliegen. Het rode uniform verdwenen. Onderhavig aan Air France en KLM. Martin zelf verscheen af en toe nog wel eens tijdens luchtvaartsymposia. Maar je zag zijn leeftijd er zeker in de laatste jaren wel aan af. Sterk vermagerd, broos, een oude man. Maar met ogen die nog vol vuur konden meepraten over hoe het in de luchtvaart van nu toe ging. 2 oktober jl kwam dan het nieuws dat zijn fysiek laatste take-off was gekomen. 93 jaar oud geworden. Ik zelf vrees dat zijn bedrijf die leeftijd niet meer gaat bereiken. Rood werd blauw, en managers zijn geen ondernemers. Deze grote gaan we missen. Net als die andere die ik al eerder benoemde. En voor hen die dat wellicht zijn vergeten, i v m het vijftigjarig bestaan van Martinair schreef ik nog een boek vol iov een uitgeverij in de luchtvaart. Dat boek heeft nu vast extra waarde. (Beelden: Yellowbird)

Douane..

Douane..

Afgelopen maand mei liep er een reeks reclamespotjes voor de Douane op de landelijke radiozenders. Men wilde zo nieuwe mensen werven voor dat vakgebied waarbij je in overheidsdienst controles kunt of moet uitvoeren op alle bewegingen van goederen die al dan niet volgens de wetten van ons land of de EU worden verscheept of versleept. Als ik de teksten volgde was het een en al vrolijkheid wat de klok sloeg bij die grensambtenaren, maar mijn ervaringen van ooit met die lui waren veelal toch behoorlijk anders. Wie mijn verhalen over de carriere op Schiphol in het archief van dit blog even opzoekt kan lezen dat ik daar indertijd druk was met klanten bedienen die hun lading per vliegtuig lieten af/aanvoeren waarbij het afvoeren van die exportlading mijn job was.

En die klanten kozen vaak bewust voor de duurdere luchtvrachtsector omdat ze zo snel hun spullen ter plekke bij afnemers kregen en ook betalingen vlot verliepen. Een boot deed er vaak veel te lang over en dat was in sommige productgroepen ondenkbaar om zelfs maar te overwegen. Dus was het onze job om alle benodigde paperassen bij elkaar te krijgen en zo naast alle documenten voor de diverse airlines ook een douane-exportformulier op te maken en als het vervoer binnen het EEG-gebied plaatsvond, ook nog eens een speciaal certificaat dat aantoonde dat deze specifieke goederen binnen de EEG waren geproduceerd en bewogen. Dan moest jij zelf, of een van de daartoe aangestelde ‘vrijmakers’ richting het lokale douanekantoor om die dokumenten gestempeld te krijgen.

Zonder dat bewoog er niks. Vaak ging dat probleemloos goed, sommige ambtenaren waren overtuigd van de economische noodzaak van Schiphol en bewogen dan mee. Maar er waren er ook die dachten vanuit een wereld waarin de klok stil stond en die op hun gemakje alle documenten wilden vergelijken met wat er in de diverse verpakkingen zat. Een zogeheten visitatie. En dat kostte (veel) extra tijd. In een wereld die toen al stijf stond van de stress, want het vliegtuig wachtte niet… Ik heb vaak geuit dat ik daar niet vrolijk van werd als er weer een signaaltje kwam vanuit de vrachtloods dat een ambtenaar kennelijk niet veel anders te doen had dan ons pesten. Soms liep het goed af, kregen we alsnog de benodigde stempels en kon de lading door naar de wachtende aluminium kist met vleugels. Maar soms misten we die geplande vlucht alsnog. Kon je dit verhalen op die ambtenaren? Nee! Want de overheid is niet aansprakelijk voor…. Maar onze frustraties waren dan wel hoog opgelopen. En kreeg je toch een beeld van een ambtenarenkorps dat nog was blijven steken in de tijden dat lading nog per trekschuit of postkoets werd vervoerd.

Gelukkig kon ik op enig moment na doorgroeien in de toenmalige organisatie wat afstand nemen tot dat directe operationele werk. Anders werd het toen ik in die jaren ook nog wel eens actief was op Maastricht’s luchthaven bij Beek. We deden daar grote charters naar Nigeria en die werden voorzien van lading die vanuit het Verre Oosten werd ingevlogen of per truck uit Frankrijk arriveerde. Het was dan de kunst om alles zo te coordineren dat alle lading in korte tijd werd overgezet op pallets voor de vertrekkende vlucht, dat alle documenten klopten en de daar aanwezig zijnde douanemensen snel hun stempels zetten. Het was in Limburg eigenlijk nooit een probleem. En echt, het ging vaak om stevige ladingen. 25-40 ton ging per vlucht mee en ons team reed van hot naar her om alles geregeld te krijgen. Zelfs mijn toenmalige chef die zich normaal niet bezighield met dat operationele deel van het werk. Maar dit waren grote klanten en de verdiensten waren navenant. En die douanemensen zagen en begrepen dat. Daar kon vaak wel wat op Schiphol nog wel eens vastliep op onwil. Maar ach, het is allemaal lang geleden en wellicht is het intussen wel heel leuk bij die douane en hebben die logistieke bedrijven er totaal geen last meer mee. Dat zou te hopen zijn. Anders hebben die STER-reclames geen zin gehad. Nou ja, behalve dan als inspiratiebron voor mijn verhaaltje…(beelden: Prive archief)

Werken op Schiphol – 23 – Maastrichtse charters…

Op enig moment liep chef Ruud Breems aan tegen een Franse klant die een erg aardige handel wilde opzetten. En na enig onderhandelen namen wij die handschoen op. We zouden op Maastricht (Beek)Airport lading vergaren die van overal en nergens kwam en die dan omladen voor verzending aan boord van charterkisten richting het Nigeriaanse Lagos en Kano. In dat land waren allerlei instanties in staking gegaan en er lagen soms wel 150 schepen voor de kust vol lading die niet kon worden gelost. Om deze stakingen te omzeilen zette men een luchtbrug op, en wij kregen daarbij een centrale rol. In eerste instantie ging het erom om op dat Limburgse vliegveld een keer per week zowel lading van vrachtwagens als ingevlogen met Canadair CL-44ST transportkisten uit Hong Kong in de juiste richting te krijgen, om te laten laden op grote pallets die dan met een door de opdrachtgever gehuurde DC-8-62F van Satair naar Nigeria zou worden gevlogen. Die lading kwam soms net op tijd aan op Beek, had je soms daarbij pech dat de fysieke beladers op dat veld op zijn Limburgs zaten te eten, werd het voor ons billenknijpen.

Want die kist die naar Nigeria ging moest er ‘s-avonds voor 11uur uit uit zijn omdat dan het regionale vliegveld van Maastricht sloot. Geluidshinder en zo! De eerste charters deed ik samen met Ruud Breems qua afhandeling zelf. Zo leerden we deze tak van sport goed kennen en ook waar het fout kon gaan. En dat was niet voor niets. Want die kisten uit Hong Kong waren machines met grote turboprops, maar de piloten droegen kennelijk geen horloges. Op tijd vliegen deden ze zelden. En voor een paar honderd kilo extra lading vlogen ze onderweg nog wel eens een uurtje om. Toch lukte het veelal om alles geregeld te krijgen en de klant tevreden. Die was dat inderdaad zodanig dat we al snel twee keer per week deze oefening mochten doen. Baas Breems trok zich meer en meer terug en liet de chartering aan mij over. Ik nam er graag mijn collega en vriend Victor voor mee, dat was een mannetjesputter en omdat we met mijn toenmalige Skoda’s op en neer reden was het financieel nog verdienstelijk ook.

Victor kende al snel de bemanningsleden van de Britse charterkisten uit Hong Kong en soms namen we die lui even mee uit eten. Met de boys die in hun DC-8 op en neer vlogen naar Nigeria was het contact warmer geweest met Ruud Breems. Om hem moverende redenen ging die met die lui naar de lokale kroeg en dronk zich dan een stuk in de kraag. Nigeria stond ‘droog’ en dat was voor die mensen best reden om de kelen goed te smeren als ze hier waren. Was het wel eens spannend? Jazeker. Als die DC-8 tot zijn nek volgeladen was en richting Kano of Lagos vertrok was ik blij als ik hem op enig moment los zag komen van de baan (loopt op Maastricht een beetje af zodat je het einde niet kon zien). Dan pakten wij de spullen in en vertrokken weer richting Amsterdam. Volgende dag was weer gewoon hard werken op kantoor Schiphol. Op enig moment stonden alle vrachtpallets klaar voor de bekende DC-8, toen men om welke reden ook ineens en zonder aankondiging een Boeing 707 vrachtkist stuurde. Die zorgde voor veel stress. Want dan moest je de pallets ombouwen naar de rompvorm voor dat andere type vliegtuig. De beladers stonden met hun armen omhoog, want dat ging niet lukken in zo’n kort tijdsbestek…. Victor en ik stroopten de mouwen op, klommen op die pallets en begonnen ijverig dozen en kisten te verschuiven. Het bleek een goed voorbeeld, en dat werd gevolgd. Resultaat, de Boeing vertrok nipt op tijd en wij mochten naar huis. Het leven van een Exportmanager ging bepaald niet over rozen…Overigens hoorden we later dat veel lading op het vliegveld van die Nigeriaanse steden werd gelost in de open lucht en door de corruptie van de douane daar vaak niet eens ingeklaard. Ook werd veel van de inhoud geroofd.  O.a. horloges waren daarbij gewild. Het restant schoof men met bulldozers opzij voor nieuwe lading. Maar dat wisten wij toen we ons zo druk maakten om schema’s niet…   (Foto’s: Yellowbird archief)

Werken op Schiphol – 18 – Charters

Zaten we normaal in de wereld van de normale lijnvliegerij, zowel vrachtvluchten als passagiers vervoerende vliegtuigen die op strak schema van a naar b vlogen, soms was dat niet voldoende om bepaalde lading met een grote spoed ergens heen of vandaan te krijgen. Bedenk maar eens dat we indertijd te maken hadden met een andere wereld dan nu het geval is. Zo had je een zeer onrustig Verenigd Koninkrijk waar arbeidsonrust en stakingen aan de orde van de dag waren. Probeer dan de lading voor klanten maar ergens heen te dirigeren. Schepen gingen niet, havens dichtgetimmerd door de zeer felle vakbonden, en dus bleven vliegtuigen over. Bij grote ladingen of onderdelen die ergens met spoed heen moesten huurden we dan in dat laatste geval nog wel eens een klein toestel in dat even op en neer vloog naar of van Schiphol. Omgekeerd lukte dat ook wel eens. Zo hadden we op enig moment een lading pijpen die naar Midden-Engeland moesten in opdracht van de olie-industrie. Toen een machtige sector in dat gebied. We huurden een De Havilland Dove in om dat spul op te halen en naar Engeland te vliegen. Onze VW Bus haalde de lading op in Rotterdam en dat paste allemaal maar net. Omdat het nauw luisterde en dat Britse kistjes geld kostte, deden Ruud Breems en ik samen de coordinatie en lieten chauffeur Jaap Kunst het eerste fysieke werk doen.

De kist kwam op tijd binnen, de VW bus een half uurtje eerder bij de douane. We regelden pasjes voor het platform en een fles koffie voor de piloten. Daarna deden we zelf de belading van die machine. Tot groot genoegen van zowel de crew als chauffeur Jaap liep uit een van die pijpen de nodige roestige vloeistof over de schoenen en sokken van baas Ruud. Het kon verkeren. Maar de kist werd geladen en die vertrok weer op tijd. Klant tevreden en wij ook. Smaakte naar meer en al snel wilden we in dit speciale onderdeel van de handel ons eigen plekje waarmaken. En dat lukte. We kregen charters met levende dieren naar o.a. Parijs, we vlogen tomaten met drie DC-6-vliegtuigen naar Engeland (1 van Martinair, twee van Transavia) we deden een charter per Moormanair DC-3 naar Tennerife en kwamen zo ook in de wereld terecht van de hulpgoederen voor o.a. Biafra. Dat was overigens wel een linke wereld. Want melkpoeder versturen lijkt saai, de oorlog in dat Afrikaanse land leidde tot heel wat gesmokkelde waar, die met gecamoufleerde oude propliners, ook van Nederlandse maatschappijen in het pikkedonker naar airstrips in Biafra werd gebracht.

Op een dag kregen wij een charterkist uit Canada binnen. Een schitterende maar donkerblauw gespoten Super Constellation van Canairelief. Tussenlanding op Schiphol voor hij door zou gaan naar Afrika. Wij laadden er een ton of twee en een half blikjes melkpoeder bij. Die klaarden we keurig uit, alleen wilde de betrokken douane-ambtenaar die kist wel eens zien op dat vrachtplatform. Hij maakte luiken open en vond….wapens. De Super Connie had zijn buik vol met dat spul. Hulp werd indertijd nog een beetje anders bekeken dan nu wellicht. Hoe dan ook, baas Ruud moest op kantoor komen bij de douane. Maar wij waren echt onschuldig. Geen idee hoe dat spul aan boord kwam. Gelukkig kon alles worden recht gepraat, zeker toen de wapens van boord gingen en in beslag genomen werden. De machine vertrok, vermoedelijk met een grommende bemanning aan boord. Maar dat herinner ik me niet meer. En zo werden wij chartermensen. Ik zou het tot mijn laatste maanden bij dat bedrijf blijven uitoefenen als leuk vak. Kostte wel een hoop extra tijd trouwens. Maar daarover later.(Foto’s Yellowbird)

Leven met de Vliegende Pijl – Hoofdstuk 53 – Pon als verhuurder van boot en vliegtuig..

Pon Holdings kende een stuk of wat heel bijzondere dochters. Soms waren dat bedrijven die een activiteit ontplooiden waarvan je als normale medewerker niet wist dat die bestonden. Zo was er het Pon-schip. Een groot platbodemtype dat in verschillende Nederlandse havens zijn thuisbasis kende en beschikbaar was voor eigenaar Mijndert Pon, maar ook voor het top management van het bedrijf. Nu was het niet zo dat die lieden zoveel tijd over hadden dat ze elke dag met die boot rondjes voeren over het IJsselmeer, integendeel, en dus had men bedacht dat alle andere Pon-bedrijven die boot ‘mochten’ huren. Verplicht overigens, en liefst zelfs twee keer per jaar. Uiteraard tegen betaling vanuit het eigen budget. De bemanning bestond uit een schipper en een steward(ess). Die laatste zorgde er voor dat de inwendige mens van de huurders goed werd voorzien van eten en drinken. Met een vaak schier onuitputtelijk lijkende voorraad lekkers. De eerste hield over het algemeen het roer recht en voer over Friese Meren of als je dat wilde over het IJsselmeer naar plekken als Enkhuizen of Hoorn. Wie daar meer over wil lezen moet mijn samen met Jaap van Rij geschreven boekje over het Ponbedrijf maar eens bestellen….

Ook wij huurden die schuit, met de fraaie naam ’Koopmans Welvaren’ dus voor relationele doeleinden. Soms ging het management-team inclusief dames lekker varen om zo wat beter met elkaar te leren omgaan. In andere gevallen namen we dealers mee (voordeel…ze konden er niet vanaf als we met ze wilden praten over de toekomst of een nieuw te bestellen model…) of mensen van de fabriek. In alle gevallen bleek dat schip prima te werken. Gek genoeg werd hij in de toch wat zuiniger tijden onder Jaap van Rij meer ingezet dan door de meer geld verkwistende Cees Hoekstra. Die had niet zo veel met dat schip denk ik. Als illustratie gebruik ik een beeld van de Engelstalige cover voor het boek zoals door Jaap van Rij en mij in 2013 uitgebracht waarbij we dat Pon-schip op ‘volle zee’ afbeeldden.
Een ander fenomeen was het Pon Vliegtuig. Ik wist tot 1997 niet eens dat er zoiets bestond als een eigen Pon-vliegtuig, maar dat was dus wel het geval. Een professioneel ding ook. Beechcraft Super King Air met alles er op en aan en als het toestel ergens heen ging wat op enige afstand gelegen was, voorzien van twee vliegers. Je kon er met een man of zeven in, een toilet was er niet, maar je hield het meestal wel een uurtje vol. Ook in dat vliegtuig was catering geen enkel probleem en het was allemaal bijzonder comfortabel omdat het toestel vanaf Vliegveld Lelystad opereerde wat heel veel vertragingen voorkwam. Omdat wij zo vaak naar Praag moesten reizen indertijd nam Cees Hoekstra het besluit dat als we met meerdere mensen gingen we dan maar in het schema van dit Pon-vliegtuig moesten reizen. Dat bleek een onverwacht wijs besluit. Het vliegtuig deed er qua vliegtijd een kwartier langer over dan een CSA of KLM-jet, maar je had een veel kortere inchecktijd en werd met een speciaal busje op het vliegveld van Praag vervoerd van of naar het toestel. We maakten er dus regelmatig gebruik van. Ook met journalisten vloog ik nog wel eens op en neer met dat toestel. De PH-VMP (Van Mijndert Pon) was de registratie. Maar ik geloof dat hij na het jaar 2000 is verkocht. Hadden wij er tot dan toch maar mooi gebruik van kunnen maken. Wordt vervolgd! (Beelden: Yellowbird archief/Pon/Internet)

 

Charter naar Las Palmas

30377 - DC-3 Moormanair phmag Spl-Oost 1973 Scan10180Het was ergens in 1975/6. Het bedrijf waar ik voor werkte was van de logistieke soort en wij hadden op Schiphol een aardig netwerk opgebouwd van buitenlandse agenten die ons vaak voorzagen van lading die via Schiphol door moest naar een of andere bestemming in de wereld. Maar wij haalden ook veel handel uit de olieboorindustrie en de aanverwante scheepvaartrederijen. Dat kon dus inhouden dat je bij dag en dauw onderdelen of andere zaken moest versturen die naar een boot moesten met pech of bijvoorbeeld naar de Beurs in Londen. We huurden daarvoor kleinere of grotere vliegtuigen in. Met wat zoeken en speuren kon je vaak wel een carrier vinden die met een of ander kistje dat spul van ons op stel en sprong kon vervoeren. Waren avontuurlijke dagen. Mijn job lag nu net in die chartering in die periode van mijn carriere. Op een dag kwam het verzoek om verwarmingspijpen op te komen halen in Rotterdam en die dan met de grootste haast af te voeren naar Las Palmas. Daar lag een tanker op de rede met een kapotte verwarmingsinstallatie en die pijpen dienden als reserveonderdelen. Maar maatvoering en gewicht maakten dat we die dingen niet even met een lijndienst konden vervoeren. De lokale luchtvaartmaatschappij was Iberia en die hadden daar DC-9’s in gebruik. Prachtige vliegtuigen, maar een laadruim van niks. Kortom, er moest gecharterd worden. Kwestie van rekenen.

MAJESTIC-IMO-6512809-ventuari-2Als je het toen normale luchtvrachttarief nam voor dit volume en gewicht en afzette tegen de kosten van een charterkist moest het kunnen. En die chartermachine zou er op tijd zijn. Nu nog even zoeken naar een bedrijf dat goedkoop zou kunnen vliegen en ook een toestel gereed had. Na veel zoeken bleek dat het op Schiphol-Oost gevestigde bedrijf Moormanair een DC-3 had staan die volgens hun (volkomen lege) planbord beschikbaar was. In de periode dat wij per truck die pijpen oppikten zochten zij een vlieger en copiloot om die toch lange vlucht te maken. Voor een DC-3 was het best een eind. Maar het moest kunnen. Tanje Jo, de dame van de planning bij het vliegbedrijf, was normaal slechts bezig met rondvluchtpassagiers maar smeerde voor de bemanning boterhammen en vulde de thermosfles met koffie. Hadden ze de catering alvast maar binnen. Aan het einde van de dag was de DC-3 beladen. Hij vertrok op tijd en verdween ronkend en langzaam klimmend in de avondschemering. De volgende dag zou hij dan op tijd aankomen. Wij informeerden de rederij en de in Las Palmas dienst doende agent. De volgende dag was de DC-3 niet aangekomen. We hadden op de radio niks vernomen over een crash dus hij moest ergens zijn.

LPA AirportVeel bellen naar Schiphol-Oost leverde niet veel informatie op. Tante Jo had geen idee waar de machine was gebleven. ‘Vast een tussenlanding gemaakt’. Dat geloofden we nog wel, maar dan hoefde je slechts de tanks te vullen en door te vliegen toch? Het zat iets anders in elkaar bleek toen wij haar zowat met spijkers aan een muur hadden opgehangen. De crew was gestopt in Tanger. En was in een hotel lekker gaan slapen. Hoezo schema? Alle alarmbellen schoten meteen op rood. Klant boos, rederij boos, agent boos, scheepsbemanning boos. Een tanker met pech op de rede van Gran Canaria kost veel geld! Uiteindelijk kwam er bericht, de oude Dakota was geland in Las Palmas en de spullen waren bij de douane. Woest waren we. Wat een amateurs. De claim die volgde was niet mis. We leidden hem door naar Moormanair. De verzekering zou het vast keurig regelen. Maar ja, klein probleempje, hun tweede DC-3 was ergens bij Londen op zijn buik geland. In de start. Te zwaar beladen met Ajax-fans opgestegen. Het was al snel het einde van deze unieke operatie. De DC-3 die wij hadden gehuurd werd na thuiskomst verkocht aan filmmaker Pim de la Parra. En wij schreven weer een mooi verhaal bij in onze agenda!