Art Zuid 2025…

Art Zuid 2025…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: artzuid-img_2350-1.jpg

Al een reeks van jaren is het een traditie in onze stad, Art Zuid. Een erg aardige buitenexpositie van kunstzinnige zaken die door internationale makers worden bijgedragen en door een enthousiast team van organisatoren verdeeld opgesteld raken in het chique Amsterdam-Zuid. En wij, toch echte Mokummers, lopen daar dan met andere kunstliefhebbers graag in de zomer even langs die speciale route. Liefst om ons te verbazen over de inventiviteit en creativiteit van die mensen die van hun beeldhouwen, laswerk en/of zo meer moeten of soms net aan kunnen leven. Ook afgelopen maand maakten we dus een dag vrij om de editie 2025 tot ons te nemen. Nou…de hoog gespannen verwachtingen werden maar ten dele waargemaakt.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: artzuid-img_2351.jpg

Soms vraag ik me als oude meninggever echt af wat sommige van die kunstzinnige types beweegt om bijvoorbeeld het menselijk lichaam kubistisch af te beelden. Of wat ik moet denken van op elkaar gestapelde H-balken die zilvergrijs zijn gespoten in een vorm die ik vooral herken van de eerste de beste autosloperij. Maar ik miste deze editie toch het meest de echt leuke en creatieve uitingen met voor mij enige herkenning. Ik miste dus vooral de humor. Bij vorige edities moest ik nog wel eens lachen om wat men had uitgestald. Dit keer niet. Daarbij herkende ik wat werken van vorige edities en dat is toch een beetje een armoedeaanbod.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: artzuid-img_2343.jpg

Daarnaast mankeerde bij veel aangeboden kunstwerken een bijpassend plaatje met uitleg over wat ik stond te bekijken of wie het had gemaakt. Tuurlijk, er is een app, je kunt dus digitaal opzoeken wat je bekijkt, maar dat is mij net teveel moeite. Overigens zagen we ook bij sommige kunstwerken met wel zo’n plaatje dat er op stond ‘geen titel’. Kortom een hoop materiaal op elkaar gestapeld, als kunst uitroepen, maar zonder enige indicatie van wat die kunstenaar nou bezielde om dit zo te maken.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: artzuid-img_2341.jpg

Ik geef meteen toe dat ik erg ben van de herkenbaarheid. Zelfs als een menselijk lijf zonder hoofd wordt afgebeeld snap ik vaak wel wat men bedoelt. Kan zijn dat men onze burgemeester afbeeldt, omdat die als een kip zonder kop rondloopt in deze stad, maar dit terzijde. Stapels materiaal aan elkaar lassen of knopen en het dan op niks laten lijken, ik zou dat ook kunnen. Kortom het viel niet meteen mee allemaal. Zeker zaten er leuke stukken tussen. Niet alles was vuilnis, maar toch. We hebben wel eens betere edities meegemaakt. En laten we hopen dat bij een eventueel volgende editie alsnog kunstenaars en stukken worden gevonden die deze buurt extra verrijken. Dat verdient het evenement, de organisatie, maar zeker de bezoeker. Wij wachten dat wel af….Over twee jaar nieuwe kansen… (Beelden: prive)

Terug naar het NMM..

Terug naar het NMM..

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-18-img_1187.jpg

Op de 23e maart jl schreef ik al over die vliegbasis Soesterberg in het midden van ons land en wat dat in het verleden persoonlijk met me deed en nu nog doet. Maar ik schreef ook even zijdelings over dat fraaie Nationaal Militair Museum dat juist dezer dagen het bezoeken zo waard is. Nou dat deed ik zelf dus in diezelfde week dat mijn vorige blog verscheen voor de vijfde keer. Ik wist dat er wat wijzigingen waren doorgevoerd in de expositie, dus reden te meer om er weer eens heen te gaan. Met de Museumpas is dat ook relatief simpel, want je hoeft daar niet eens voor langs de kassa als je zo’n kaartje bezit.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-10-img_0821.jpg

Hoe dan ook, nieuw in deze enorme grote hallen van het museum is de grote vliegende vrachtwagen van onze Luchtmacht, de Boeing CH-47D Chinook. Deze met twee turbinemotoren en grote rotoren uitgeruste heli kent wereldwijd heel wat gebruikers en onze strijdmacht heeft er flink wat missies mee uitgevoerd in binnen en (ver) buitenland.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-6-img_0824.jpg

Intussen vliegen we bij de krijgsmacht met veel modernere uitvoeringen van het zelfde werkpaard en worden de oudste machines van dit type, zoals deze, in een museum gestald of gesloopt. Van de Amerikaanse bijdrage aan onze verdediging was bij mijn recente bezoek trouwens niets meer te vinden. De fraaie F100 in USAF-kleuren die ik de vorige maal nog zo bewonderde was verdwenen. Alvast vooruitlopend op de politieke afstand tussen Amerika en Europa??

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-4-img_0843.jpg

Het buitenterrein liet dit keer twee oud gedienden zien, een in matige conditie verkerende Sabre-jager en een Spitfire die ook niet meteen in ‘ready to rumble’ staat verkeerde. Nu heeft het museum de nodige machines en voertuigen die men opknapt en wisselt met andere dus het kan zo maar dat we ook bij een volgend bezoek worden verrast. Wat dit museum trouwens goed doet is voorlichting geven over alle aspecten van de krijgsmacht.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-3-img_0857.jpg

Daarbij domineren de Koninklijke Land- en Luchtmachten, van de Marine is weinig terug te vinden. Overigens krijgt ook de Koninklijke Marechaussee de nodige aandacht en dat spreekt ook wat bezoekers aan zagen we. Wie wil weten hoe onze krijgsmacht er voor stond tijdens de Koude Oorlog zal meteen zien dat we er toen veel sterker in stonden dan nu.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-5-img_0828.jpg

Al die verhalen over uitbreiding van de dreiging en de kosten die te maken zijn om ons tegen ‘de vijand’ te kunnen verdedigen verbloemen het feit dat met name de VVD de afgelopen 20 jaar heeft bijgedragen aan een ontstellend grote ontmanteling van ons militaire apparaat. En dat met ernstige gevolgen. We hadden de wapens, de mensen en de mentaliteit. Maar die zijn met dat links-liberale denken grotendeels verdwenen. Hoe dan ook, ik blijf dit relatief nieuwe museum een warm hart toedragen. Omdat feiten hier in woord en beeld maar zeker in materiele zin realistisch worden gepresenteerd.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: nmm-12-img_0826.jpg

De mensen die namens het museum rondlopen zijn vriendelijk, de toiletten goed bereikbaar en schoon en de atmosfeer plezierig. Nu troffen wij het dat een relatief rustige dag betrof, het kan hier door schoolbezoek of wat ook soms best druk zijn. Maar dat was dit keer niet het geval. Ik kijk nu alweer uit naar een volgend bezoek. Eens zien wat men nu weer gaat bieden dan… (Beelden: Yellowbird collectie)

Fraai Museum…

Fraai Museum…

Onlangs was ik voor de derde keer te gast in het buitengewoon fraaie Nationaal Militair Museum op de oude Vliegbasis Soesterberg. Een uiterst ruim en modern gebouw biedt onderdak aan een best uitgebreide collectie vliegtuigen, voertuigen, wapens en allerlei historische uitstallingen die een goed beeld geven van hoe onze krijgsmacht ooit ontwikkelde tot wat het nu is en diens uitrusting door de jaren heen.

Voor mij zijn de vliegtuigen in en buiten het museum uiteraard het meest interessant maar ik deed voor de volledigheid van mijn verslag ook het nodige aan bekijken van wat er verder wordt geboden hoor. Wat die vliegtuigen betreft, met wisselt hier het een en ander af. Zo stond de vroeger buiten staande North American Super Sabre van de USAF nu binnen, was de Lockheed Neptune (MLD)buiten op een verre positie neergezet en waren de F-102 Delta Dagger en F4 Phantom die ik bij een eerder bezoek wel zag nu verdwenen.

In het buitenterrein stond nog wel een Mig 21, maar die verdient een stevige opknapbeurt. Naast het comfortabele restaurant (begane vloer, aan het platform) staan zowel een Fokker F-27 Troopship als de onderzeebootbestrijder Brequet Atlantique. Dat zijn relatief grote vliegtuigen die zoveel ruimte vragen dat ze zelfs in dit museum maar lastig echt onder dak te zetten zijn.

Het uitgebouwde deel van het dak houdt ze in ieder geval droog. Binnen zag ik een Koolhoven trainer boven de ook al enorme Dornier Do24 marine-vliegboot die met name in het vroegere Nederlands-Indie zo’n belangrijke rol vervulde. Als je de collectie zo bekijkt valt op dat men er gewoon veel aandacht voor heeft, dat er voldoende vrijwilligers actief zijn (en zeer servicegericht en aardig qua uitleg en voorlichting) maar dat de verwijzingen naar deelcollecties of andere activiteiten net even te bescheiden zijn uitgevoerd.

Dat zelfde miste ik ook bij alle voertuigen, tanks en geschut dat hier wordt getoond. Het is (te)beknopt, en ik zoek als meer geinteresseerde toch naar wat uitgebreider uitleg of beschrijving. Neemt niet weg dat dit een geweldig museum is. Het is ruim opgezet, warm, vaak rustig, informatief en redelijk betaalbaar. Je betaalt geen twee tientjes voor de entree en daarvoor mag je de hele dag in dit best grote gebouw en de omgeving verblijven. Parkeren is er ook nog eens gratis. Museumkaarthouders zijn hier ook van harte welkom. Het aantal voorzieningen is ruim, de toiletten schoon en het restaurant (wel in/uitchecken) van goede kwaliteit en de bediening aardig. Ben je met kinderen? Dan is er veel te doen en te zien.

Er is zelfs een soort speelhal waar de kleintjes naar hartenlust kunnen rondbanjeren tussen een houten onderzeeboot, tank of helikopter en alles van binnen te bekijken als een soort speeltuig. Ook de diverse videopresentaties zijn informatief genoeg om de jeugd te leren dat oorlog op zijn minst akelig is, maar dat we ons altijd moeten blijven prepareren op wat van buiten op ons afkomt en waartegen we ons letterlijk en figuurlijk moeten wapenen. De huidige situatie in de wereld vertelt ons meteen waarom. En als je dan als jong mens meent jouw bijdrage te moeten leveren kan dat wellicht via de informatie die je hier krijgt de eventuele beslissingen versterken. Zijn er ook nog wat persoonlijke aanmerkingen? Nou, ik vond de museumshop wel wat karig en vooral op de erg jeugdigen ingericht. Dat moet beter kunnen. Een leuke fotohoek waar je de uitgestalde museale stukken op terug vindt had ik wel aardig gevonden. Of wat meer schaalmodellen voor de liefhebber….Nu is het wat vrijblijvend allemaal. Maar…..voor een leuke en informatieve dag uit…een aanrader! (Beelden: Prive-archief)

ArtZuid 2023

ArtZuid 2023

Tuurlijk ga ik ook regelmatig naar musea om daar mijn gevoel voor cultuur en (al dan niet moderne) kunst op te vijzelen, maar als die kennismaking gewoon op straat van mijn eigen stad plaatsvindt en ik al wandelend langs een mooie route de meest wonderlijkse creaties mag bewonderen zal ik het niet laten. Zo ook een paar dagen terug toen we de 2023-editie van ArtZuid bezochten.

Die wordt net als eerdere edities gehouden in de chique Stadionbuurt van onze stad, van Apollolaan tot Churchillaan en nog wat zijstraten er omheen. Stel je voor dat je daar in de prachtige plantsoenen van die boulevards in dat chique stukje stad om de zoveel meter een of ander kunstwerk ziet uittorenen boven het alom aanwezige groen. Kleurrijk, fantasievol en veel zeggend over de inzichten van de kunstenaar of wellicht diens afkeer van het menselijk lichaam.

Want opvallend is dat beelden zonder kop of lichamen die eerder kubistisch dan rond zijn, regelmatig te bezichtigen zijn. En ik maar denken dat veel van die kunstenaars leven in een wereld waarin Adam en Eva elkaar telkens weer ontmoeten en waar voorbeelden zat zijn voor wat een mannelijk of vrouwelijk naakt zo typeren. Hoe dan ook, van vrijwel onbekende mensen tot Karel Appel, ze komen allemaal in aanmerking om deel te nemen, mits hun kunst maar weersbestendig is en ook kan tegen aanrakingen van al te enthousiaste passanten. Ik houd meestal, net als vrouwlief, enige afstand, al was het maar omdat het fotograferen van al dat fraais (of wat er voor doorgaat..) dan eenvoudiger verloopt.

En over dat lopen gesproken, je bent zo 10.000 stappen verder. Dus..brood mee en van een der gesponsorde banken gebruik maken waardoor je ook al kauwend een aardig beeld krijgt van dat wat tegenover je in het groen staat. Neem ook de fantasie mee. Want die is nodig en nuttig. En voor hen die alles zo professioneel mogelijk willen bekijken is er een app die zichzelf langs de route meldt.

Daar zie je precies waar je tegenover staat of zit als je daar behoefte aan zou voelen. ArtZuid kennen wij intussen zo’n beetje een jaar of 15/16 en volgens mij is het een tweejaarlijks fenomeen. Waar ook wat kunstzinnige zaken onderdak worden geboden langs straten die leiden tot het Museumkwartier aan het gelijknamige plein in de stad. Heb je er dan nog niet genoeg van zijn er het Stedelijk, van Gogh en Rijksmuseum om je total loss te maken qua fysiek of je interne geheugen te overbelasten met culturele uitingen.

Hoe dan ook, wij genoten weer, al was het maar omdat dit deel van onze stad een van de fraaiste stukjes Amsterdam biedt die je denken kunt. Het hele terrein is bereikbaar per trein, metro of tram. Maar de ware route moet je zelf lopen. Voor hen die dat doen, veel plezier. Wie dat niet doet of kan, zie de plaatjes….Een minimale afspiegeling van wat je allemaal kunt bekijken trouwens. (Beelden: Prive)

De Pijp…

De Pijp…

Een Amsterdamse wijk die van chique buurt naar volkswijk werd omgevormd en nu weer op weg is een van de vele yuppenbuurten van mijn stad te worden is de Pijp. In het zuidelijk deel van de stad gelegen kent deze wijk een bewogen historie die deels ook is verbonden met de geschiedenis van de buurgemeenten Ouder- en Nieuwer-Amstel. En met de naamgevende Amstel die aan de oostelijke kant deze wijk vol verschillende culturen nog steeds tot grens dient. De Pijp was ooit wat beperkter van omvang dan hij nu bestuurlijk is verworden. Stadsbesturen en deelraden maakten dat sommige straten het ene moment in Oud-Zuid behoorden te liggen, dan weer toegevoegd werden aan de Pijp.

Hoe dan ook, ooit was het grondgebied waar de woonwijk van nu al ruim 150 jaar op te vinden is gelegen in buurgemeente Nieuwer-Amstel. Een gemeente die ooit zelfs het bestuurlijk beheer uitoefende over heel Amsterdam, maar dit terzijde. Dat Nieuwer-Amstel kende wat agrarische bebouwing, sloten, vaarten, maar ook op enig moment de nodige luxe buitens. En die werden vaak bewoond door wat welvarender Amsterdammers die de toen nog veelal stinkende stad met haar vol vuilnis en kadavers gestorte grachten ontvluchtten en hier buiten de Veste Amsterdam hun heil zochten. Grond kostte nog niet zo veel, en zo kochten veel van die lui een landgoed dat soms wel een kilometer of 2 lang en honderden meters breed was.

Daarop verkavelden ze dan stukjes grond ten behoeve van kleine ambachtslieden die daar dan weer een kleine nering van wisten te maken. De patronen van de latere straten werden bepaald door de zandpaden en sloten die in dat hele gebied de verbinding verzorgden tussen Amstel en Boerenwetering die weer tussen stad en Haarlemmermeer afwatering verzorgde. Toen de stad Amsterdam groeide, de nieuwe economie met haar havens en handel in de 19e eeuw deed de stad opbloeien als nooit eerder, trok dat ook mensen aan van heinde en verre. Vaak immigranten uit de provincie. Drentenaren, Friezen, Groningers. En die wilden uiteraard net als nu allemaal een huis.

De parallel met nu is daarbij extra opvallend. Het toenmalige stadsbestuur zag wel iets in de expansie van de stad naar het zuiden toe en liet haar oog vallen op het gebied waar juist die rijkere Amsterdammers bij de buren onderdak vonden. Maar doordat het die rijkeren intussen minder goed ging en het proletariaat het steeds beter had, werd de strijd tussen de buurgemeenten uiteindelijk gewonnen door Amsterdam. Verkoop en ruil van grond en goederen maakten het gebied beschikbaar voor bebouwing met ellenlange straten vol etage-woningen. Veelal gelijkvormig en in hoog tempo gebouwd. Molens die tot dan de boeren dienden of de polders droog hielden werden gesloopt. Wetering werd gracht, de Amstel ingedamd.

Waar het kon behield men de oude bebouwing met name langs het water overeind, maar de tussenliggende straten volgden het patroon van veel voor weinig. De smalle straten, de redelijk kleine etagewoningen, winkels, handel, alles werd ingebakken in de wijk die door die smalle straten al snel de bijnaam De Pijp verdiende. Ambachtslieden, mkb-ers, arbeiders. Katholiek en protestants door elkaar, een levendige wijk. Goede scholen verrezen, een giga-kerk van Cuypers, de St.Willibrordus buiten-de-Veste en een nieuwe brug over de Amstel die Zuid en het ook al uitgebouwde Amsterdam-Oost met elkaar zouden verbinden. Begin 20e eeuw was de wijk af en zette Amsterdam stappen richting het volgende project dat door Berlage op poten zou worden gezet, het chiquere Nieuw-Zuid.

De scheiding van de Pijp en de rest van Zuid kwam eerst te liggen bij de huidige Tolstraat, later bij de Jozef Israelskade. De huizen totaal verschillend van elkaar, de huren ook van een andere orde. Na de Tweede Wereldoorlog was De Pijp nog een eldorado voor de arbeidersklasse en middenstand. Maar na de jaren zestig raakte de boel er in verval. Panden werden slecht door matig onderhoud en uitwoning. Oorspronkelijke bewoners weggetrokken, immigratie deed zijn invloed gelden. Dit keer van mensen uit andere landen en culturen. Verpaupering werd in de jaren 70/80 eindelijk stevig aangepast. Vernieuwde huizenblokken, de winkeliers verdwenen, veel garagebedrijven vertrokken. De lange straten werden rustiger van aard. Horeca kwam er voor in de plaats. Jongelui kochten beschikbare etages en knapten die op. De wijk weer levendiger, zelfs een beetje neo-chique. Wie er nu loopt ziet de veranderingen. Een leuke wijk met oude invloeden, nooit bedacht door de bouwmeesters van toen, want deze huizen en straten werden nooit gebouwd voor de eeuwigheid. En dat was bij sommige panden ook te merken. Bekende namen van bedrijven verdwenen. De hoofdstraten nu vol coffeeshops (echte, geen hash..) uitheemse groentenwinkels en bloemisten. De lange zijstraten winkelloos. Maar voor jongeren toch een leuke wijk. Helaas, ook hier…peperduur. Beetje etage van 45m2 kost je tegenwoordig 3.5-5.5 ton in Euro’s. Net of je terugkijkt in de tijd. Maar wel een wijk die een bezoekje waard is als je in onze stad op bezoek bent. (Beelden: archief)

Dinky’s en buitenspelen..

Kom er nu maar eens om. Kinderen die consequent buiten spelen. Ondenkbaar zo lijkt het wel eens. Was in mijn jonge jaren wel anders. Wij leefden min of meer op straat. Logisch want je zat een deel van de week opgesloten in een strenge katholieke school of een stringent regime thuis. Orde moest er zijn en ledigheid was het kenmerk van de duivel. Maar buiten was alles vrij en los en kon de fantasie haar werk doen. Zo waren wij als jongens van die Amsterdamse straat veel bezig met gezamenlijke spelletjes. Of het nu oorlogje, naspelen van de Olympische spelen, schieten met pijltjes of slagbal met rondjes betrof. Altijd buiten. Zowel na school tot het eten klaar stond, als daarna. TV speelde nog nauwelijks een rol. Wat we om ons heen zagen was voldoende inspiratiebron. Ik had het ‘geluk’ dat in die straat een aantal grote autobedrijven te vinden was. Kon toen nog in dat deel van de stad, waar het ook nog wemelde van de mkb-ers. Die lui reden met trucks en bestelauto’s door onze straat heen en weer en dat gaf een aparte impuls aan een spel waar we als 11-13-jarigen best gek op waren.

Het op de stoeptegels krijten van hele wegen en steden en daar dan met je miniatuurauto’s overheen rijden. Dinky Toys was in die jaren een bekende fabrikant van dat spul en als je geluk had kreeg je er wel eens een voor de verjaardag. En dan combineerden we samen die vloten voertuigen tot een nabootsing van het toen actuele verkeer. Ik weet nog goed dat ik bij elke Dinky-Toys truck die ik dan eens per jaar als cadeau ontving altijd weer te horen kreeg dat ik er niet mee naar buiten mocht. Logisch, want zo’n model kostte een rib uit het familielijf. Op mijn achtste een Brits busmodel van de BOAC. waarmee ik dan alsnog hele routes reed op straat. Op mijn 11e kreeg ik de zo lang begeerde Dinky Transporter met Bedford trekker. Daarmee kon je dan vier (Britse)personenwagens vervoeren. Zo’n Bedford kostte indertijd 11 gulden. Dus moest ik heel voorzichtig mee doen en ook lang als het even mocht…

Ook een grote Leyland Octopustruck met aanhanger werd zo mijn deel. Nou…ze deden al snel dienst op de straatstenen en liepen daardoor uiteraard links en rechts toch wat lakschade op. Jammer, maar helaas. Je speelde er zo voorzichtig mogelijk mee, maar die Leyland moest ook zand en stenen vervoeren…. Niet bevorderlijk, al bleef de basis-constructie gewoon onaangetast. Toen ik wat later in mijn leven overstapte naar de wereld van de luchtvaart en me vooral interesseerde voor alles wat vliegen kon kwamen de Dinky’s in een doos te staan en bleven daar tot er in de familie een opvolger gevonden was die er mee kon spelen.

Liefst niet buiten uiteraard want….. Twee generaties na mij vermaakten zich alsnog met de Britse voertuigen op schaal. Ergens in de jaren tachtig kwamen ze terug bij mij. En werden gerenoveerd. Mooi gemaaklt en toonbaar. Gek genoeg met nog steeds de originele bandjes. Dat was een wonder maar ook een teken voor hoe sterk die miniatuurwagens van toen werden gemaakt. Al weer decennia lang staan ze te pronken in mijn bescheiden maar qua vloot wel wat gegroeide miniatuurmuseum. Met al die herinneringen van vroeger gekoppeld aan die fameuze naam Dinky Toys. Kom daar nu nog maar eens om. Het bedrijf zelf ging overigens eind jaren zeventig financieel onder water toen jongelui uit die generatie liever achter een spelcomputer zaten dan speelden met miniatuuur-auto’s. Was een teken aan de wand. Niet veel veranderd….Ik wel! (foto’s: Yellowbird collectie)

Op zoek naar luchtvaartglorie…

Het Themapark Aviodrome moet je als ware luchtvaartgek eens in de zoveel tijd absoluut bezoeken, dus dat deden we onlangs op een aardig warme dag in juni toen de schoolvakanties nog niet waren begonnen. Met de Museum-Jaarkaart is de toegang er gratis, het parkeren kost je evenwel 7 euro. Ongeacht de duur van je verblijf. Best pittig! Hoe dan ook, wat men hier uitstalt binnen en buiten kan de toets der kritiek prima doorstaan. Je krijgt zeker als je niet zo thuis bent in de materie, een aardig beeld van hoe ver die luchtvaart eigenlijk is gekomen in de eerste 60 jaar van haar bestaan. Daar helpen buitengewoon doordachte audio-visuele presentaties ook bij. Leuk is ook dat men bepaalde thema’s met overtuigende beelden en geluid aan elkaar heeft geknoopt en dat de echte oude vliegtuigen tegenwoordig worden vergezeld van soortgelijke twee- of vierwielers.

Een museum waardig. Dat dit eigenlijk ook een pretpark is, merk je vooral buiten. Daar zijn een paar pretparkonderdelen voor de kleintjes rond wat vliegtuigen gemaakt. En je kunt een deel van die oude toestellen van binnen bekijken. Daarnaast is voor de echte liefhebber ook een technische hangar beschikbaar waar je ziet hoever men is met het werk aan o.a. de unieke DC-2, en op te bouwen Noorduyn Norseman. Maar ook de Fokker Four S11’s staan hier onderdak naast een stel lichte en wat grotere vliegtuigen. Zo is de vleugelloze romp van de DC-3 PH-DDZ te zien in de kleuren van Martinair. Of die ooit nog zal vliegen is maar zeer de vraag. Voor de deur van het gebouw staan ook nog wat vliegtuigen. Aardig is ook de expositie over het oude Schiphol, toch alweer een eeuw oud, in het nagebouwde en zo kenmerkende stationsgebouw van ons nationale vliegveld van voor de oorlog.

Neem daar ook eens de tijd voor. Want je krijgt een aardig beeld van hoever we tegenwoordig zijn gevorderd waar het de vliegerij betreft. Groter tegenstelling met de ook buiten geparkeerde Boeing 747 ikv KLM kan dan bijna niet zijn. De enorme ‘Jumbo’ is de trekpleister van het museum, je kunt er de omvang van zo’n toestel aardig ervaren. De ingang van de romp is verbonden met het museum, je moet er even voor omlopen, maar dat is gezien hetgeen hier te zien is geen echt bezwaar. De gidsen zijn intussen allemaal nog steeds gepensioneerde vrijwilligers.

Sommigen daarvan kunnen aardige verhalen vertellen en zijn over het algemeen vriendelijk. De shop van het museum heeft een redelijke keuze, maar is wel aan de prijs. Maakt niet uit als je echt een souvenir daar vandaan wilt meenemen. Voor de koffie en iets lekkers adviseer ik overigens liever het restaurant Mart-inn dat niet ver van de verkeerstoren op het vliegveld Lelystad te vinden is.

Met name het buitenterras (gelegen boven op de Martinair-Vliegschool) geeft een schitterend uitzicht. En de prijs voor koffie en thee zijn binnen de perken gehouden. Voor broodjes moet je omwille van de prijs even goed kijken wat je bestelt. En ik geef dat advies omdat de coffeeshop van het Museum even buiten dienst leek door een verbouwing en men je slechts heel beperkt kan helpen aan een versnapering. Kortom, een aardig museum wat ik zeker eens in de zoveel tijd zal blijven bezoeken. Al was het maar omdat je niet weet hoe lang het nog die provinciale sfeer zal kunnen bieden die een vliegveld als dit nu nog heeft. Aan de overkant van het museum zie je op enige afstand al de terminal verschijnen van het ‘overloopvliegveld’ Lelystad Airport dat in 2019 klaar moet zijn. Leuk voor de vakantievliegers en Schiphol, toch iets minder voor dat rustige tempo waarin momenteel alles hier zich afspeelt.