
Voor ons is in de periferie van de hoofdstad een stel leuke nog wat oorspronkelijke plaatsjes te vinden waar je bijna dorpse omstandigheden kunt vermengen met vriendelijk gedrag van de inwoners of een winkelaanbod dat ons past en aansluit op het te besteden budget. Gewoon even onderweg, vaste route, bekende winkels. Een daarvan is de Hema. En die ooit in Amsterdam opgerichte middenstandsketen kent een reeks aan filialen waarvan de meeste zijn voorzien van een (al dan niet klein) restaurant. Ik heb me in het verleden wel eens geuit over de krassende stoelgeluiden in die afdeling van de Hema, over Engelstalige bediening, over verschillen in broodjesbeleg etc. Maar er waait een frisse wind bij de Hema en de door ons vaak bezochte vestiging in een van die plekken ten zuiden van Amsterdam werd onlangs totaal vernieuwd. Alles er uit, zes weken lang gesloten, maar onlangs weer heropend.

Het lijkt wel of ze 150m2 extra winkelruimte er bij kregen, maar dat is zeker niet zo. Het nieuwe interieur oogt gewoon enorm ruim. Wat wel veel groter werd, het restaurant. Met leuke bankjes, hoekjes, goede stoelen die niet krassen, andere tafels en een aangepast menu. Het is nu op het oog opgewaardeerd naar echt horecaniveau en met een nieuwe staf (waar zijn de oude medewerksters gebleven? ) voelt het aan of je in een totaal andere wereld verkeert. De opening was zo druk bezocht dat wij op afstand toekeken, maar onlangs namen we de tijd en gingen voor het bekende bakkie thee met een lekker broodje. We vonden een plek aan een van de nieuwe ramen van het pand e n genoten. Een restaurant van toegevoegde waarde en passend bij de omgeving.

Het wat oubollige sfeertje van die oude Hema totaal verdwenen. Wat ook verdween was; de toiletruimte. Die werd verplaatst naar een plek ver van het restaurant, achterin de winkel, onhandig maar OK men heeft die faciliteit dus nog steeds, en is nu nog slechts toegankelijk tegen betaling. Kom je wel meer tegen bij die keten maar dan kent men daar een systeem dat je het te besteden bedrag voor die faciliteit kunt terughalen bij het bestellen van een (of meer) consumptie(s) in het restaurant. Nou niet in deze vernieuwde Hema. Maar liefst 90 centen moet je (digitaal) aftikken en anders kom je er niet in. Van terughalen is geen sprake. Kortom, die dure verbouwing moet kennelijk ergens vandaan komen ontdekten we. En dat maakt een bezoek aan deze mooie nieuwe Hema-vestiging toch even minder aantrekkelijk. Prachtig geslaagd die verbouwing, maar dat je dan dit soort maatregelen neemt is best wel heftig. Zou men ook in jouw buurt de Hema gaan verbouwen, bereidt je dan maar voor. Een deel van die kosten verhaalt men bij de bezoekers…. (beelden: Archief)





























Nu geen middel onbeproefd lijkt om ons met zijn allen in eigen land vakantie te laten vieren en we bepaalde buitenlanden niet meer mogen of kunnen bezoeken, lijkt het er op dat veel mensen de tent weer in ere doen herstellen en daarmee op stap gaan. Je kwakt zo’n ding zo achterin je auto of op het dak, dan wel in de overhaast aangeschafte aanhanger, en hup…op weg naar Texel of Vaals. Ter plaatse lekker uitpakken, je tentje opzetten (uuuuuren werk) en dan maar hopen dat het niet gaat regenen of dat je net die ene plek uitzocht waar ook een op grasniveau gebouwde wereldstad te vinden is vol bosmieren of steekmuggen. Dan ga je koken op een gasstelletje, of je neemt je Action-bbq en doet je best om dat aan het branden te krijgen. Elke keer dat je moet toiletteren loop je langs tientallen andere tentbewoners naar het vaak centraal gelegen sanitaire gebouwtje waar het natuurlijk altijd stinkt en plakt. Ook het eventuele douchen mag je daar doen. De uitzonderingen daargelaten is dat het beeld wat ik zelf kreeg van campings of wat daar voor doorgaat.
En ik heb het niet van een vreemde. Ooit, in mijn vroege jeugd, besloten mijn ouders dat een kampeervakantie wellicht een leuk (en betaalbaar) idee was met de kinderen samen. Nou, die kinderen waren klein, maar zagen er weinig in. Toch werd met een geleende tent het plan doorgezet en stonden we na een paar uur (door)rijden in het Limburgse Berg & Terblijt in een boomgaard tussen andere tenten te genieten van de kwetterende vogels en het lekkere weer. Ik ruik nog het spiritusstelletje waarop werd gekookt en de vriendelijke glimlach van mijn moeder die vond dat het eigenlijk wel meeviel met dat gevreesde gebrek aan comfort. We hadden nog niet geslapen natuurlijk. En dat kwam er ook niet van want midden in de nacht brak een onweer los dat het midden hield tussen een wolkbreuk en het einde der tijden. Omdat mijn leasepa ook niet meteen een kampeerder was had hij geen gleuven gegraven rond de tent, dus stond binnen de kortste keren het water op het grondzeil.
Drijfnat werden we. En wij kinderen mopperen. Gelukkig mochten wij in de auto slapen, wat we graag deden. Die was tenminste droog en veilig. Mijn ouders hielden het nog even hozend en gravend vol. Maar ‘gek genoeg’ werd de volgende dag, het was opnieuw prachtig zomerweer geworden en de tent weer snel gedroogd, besloten dat de kampeeroefening voorbij was en checkten we in bij een fraai maar best prijzig hotel in Valkenburg. Nu werd de glimlach van ma toch een stuk groter en mijn leasepa vond alles best als hij maar niet weer in die tent hoefde. Sindsdien was kamperen geen enkele optie meer. Altijd in hotels of logementen waar je comfort kreeg en lekkere ontbijten. Er werd een jaar lang voor gespaard, maar dan had je ook wat. En ik nam die gewoonte over. Meer dan mijn oudere broer die altijd iets is blijven houden met dat avontuurlijke van kamperen. Met de tent of caravan, hij smult er van. Ik niet, voor mij is het een gruwelijk idee als er geen bunkerachtige betonlaag zit tussen mij en de buitenlucht tijdens een verblijf in een ander dan mijn eigen bed. Nu ben ik op dat punt een lastige slaper, maar veel hotels bieden me voldoende comfortabele bedden en rust dat het alsnog na een tijdje lukt. Kortom, zoals ik al aangaf in mijn blogverhaal over tripjes (19-6-20), ik ga voor de steden en de hotels. Kort maar krachtig, en vol comfort. Het mag iets kosten, maar dan denk ik er ook vaak met meer plezier aan terug dan rond dat kamperen. Niks voor mij. Wie er wel van houdt moet het maar zeggen. Ik lees met plezier…of afschuw….Net hoe de pet staat….(Beelden: Internet/Archief)
In het eerder beschreven fort Vijfhuizen vierden we onlangs een trouwdag mee van zeer goede en al wat oudere vrienden van ons. In een niet te groot gezelschap. Bewust werd door hen voor deze locatie gekozen. Bij toeval hadden de uitbaters de (typische) ronde ruimten van het hier gevestigde lunch restaurant ingericht met tekeningen van Thijs Postma aan de wand. Een 84-jarige zeer begaafde tekenaar van alles wat met luchtvaart te maken had en heeft en wiens expositie zowel de jubilerende bruidegom als uw meninggever recht deed en plezier gaf. In die ambiance maakten we kennis met de even creatieve uitbaatster van Restaurant ’t Fort en haar man Radboud.
Zij afkomstig uit voormalig Macedonië, hij een blonde en blozende Hollandse man. Zij de gastvrouw, hij de kok. Geweldig team in dienst, super gastvrij, snel en heel lief voor de meevierende kleinkinderen die zich af en toe best verveelden tussen al die volwassenen. Het eten was van de meest lekkere soort. Geen enorme porties afgeblust met goedkope saus en veel friet, maar fijne gerechten met wat bijzondere verrassingen die de smaaksensatie aanwakkerden. Alles prachtig opgemaakt en opgediend met een glimlach. Van begin tot eind van het diner top geregeld. U kent me als lezer(es) ik let op de details.
Zo is er dat altijd weer belangrijke toilet. In dit geval vrij ver af gelegen van de zaal waarin men de georganiseerde diners opdient. Maar sfeervol verlicht. Dames en heren gescheiden, het invalidentoilet (slim) niet zo ver van de zaal als de ruimten voor meer validen. Lampjes in de vloer maakten de gang bijna romantisch leuk. Dat gold minder voor de toiletruimte van de heren. (Ik weiger om over genderneutraal of ‘het’ te spreken) Ik ben niet van die grote metalen plasbakken waar een man of tien naast mekaar kunnen gaan spetteren. Meer iets Brits dan Nederlands. Maar goed, het rook niet vies en oogde schoon.
Voor de rest niets dan lof voor dit restaurant dat zoals de uitbaatster ons verzekerde, weinig tot geen reclame maakte maar dit overliet aan de mensen die hun gastvrijheid hadden geproefd. Dan kwam het vanzelf goed. En dat is zo. Rapportcijfer 9,5 is hier van toepassing. En we komen zeker nog eens terug. In kleiner gezelschap. Zien of het dan nog net zo geweldig is als het nu in de herinnering zit. Dat halve puntje aftrek vanaf de verdiende tien geldt dan toch wel weer dat toilet. Het restaurant is ingericht op horeca overdag, maar biedt ook arrangementen voor gezelschappen in de avonduren. En verder… wens ik eenieder die dat viert een fijne Sinterklaasavond toe en hoop dat Sint en zijn (gitzwarte)Pieten u allen van de goede gaven laten genieten!