
Is er een gemene deler in de muziek? Ja zeker, in 80% van de alle teksten gaat het over de liefde. In al haar vormen en kleuren. ‘I love you’ en meer van die dingen komen vrijwel altijd voorbij. Soms gaat het over scheiding, afscheid, maar meestal over alle zaken die het leven mooi maken. Wie sommige titels letterlijk vertaalt vanuit het Engels zal zien dat die liefde ook fysiek wordt beschreven. ‘I want to make love to you’ gaat over meer dan bloemetjes en bijtjes, maar toch vinden hele volksstammen dit geen enkele reden om die liedjes niet luidkeels mee te zingen.

Ik denk dat men vaak de teksten niet zo snapt of zo, maar OK. Toch is het wel opmerkelijk dat onze soort in staat is om al zingend en kwelend onze liefde voor ‘die ander’ uitgebreid met anderen te delen. Of ons verdriet. Want wie zijn/haar liefde kwijt raakt gaat ook vaak zingen. En herkenning maakt succesvol. Dat zien we ook terug in de hitlijsten of Spotify-ranglijsten. Gaat het dan nooit ergens anders over? Tuurlijk wel, er zijn ook liedjes over steden, (Geef mij maar Amsterdam…) over het leven in gevangenissen (zie Johnny Cash..), het overleven of het delen van drankzucht (Jan Boezeroen). Vader Abraham had het over diens Smurfen, maar ook over dat kleine cafe aan de haven, om het over zijn ontuchtige teksten maar niet te hebben.

Sommige artiesten bezingen de blijheid van het zichzelf kunnen zijn, beschrijven oorlogen (99 Luftballons) of hun al dan niet tevreden zijn met hun huidskleur (Kermit de Kikker). Maar dat zijn in het grote aanbod van songs best de uitzonderingen. Het gaat dus veelal over de liefde. Mannen, vrouwen, over en weer, op en neer, telkens weer. En dat is al heel lang zo. En daarmee hebben we een gevoelig thema te pakken. We zingen het uit als we met die ander of de relatie bezig zijn, maar zwijgen over de sleur, het standaard patroon, het uitgeblust zijn. Dan komen we meer terecht in de wereld van de spot en cabaretiers.

(I don’t want to make love to you anymore….) Die liedjes komen vaak niet in de hitparade. Het moet immers niet te confronterend worden of te echt. Dan doen we er het zwijgen maar toe. In sommige culturen wil men dat zwijgen graag opleggen aan een ieder. Immers ontuchtige teksten zijn niet voor iedereen geschikt. Voor ons westerlingen werkt het echter nog steeds goed. Ben wel benieuwd, zijn er teksten of liederen waaraan jij als lezer van mijn verhalen een zekere herinnering aan hebt dan wel betekenis aan geeft?? Laat maar weten…. Intussen zing ik mij een weg….(I’m singing in the rain, singing in the rain, what a glorious feeling, I’m happy again….) Beelden: Archief/Internet
















Stel je nu eens voor dat je tijdens een gesprek met je partner, vrienden, collegae of wie ook, telkens in de rede wordt gevallen als jij iets wilt vertellen. Wat doe je dan? Praat je door, ga je wat luider spreken of zelfs schreeuwen of houdt je de mond en laat jouw persoonlijke fatsoen zien?! Wie het eerste als reflex voelt zal naar mijn idee ideaal geschikt zijn als politicus anno 2019. Kletskoekers met een zelf bedachte boodschap kwaken dwars heen door de argumenten van anderen. Je stelt een vraag en als het antwoord je niet bevalt klets je daar dwars doorheen. Het resultaat, zo bleek recent bij het door RTL uitgezonden ‘lijsttrekkersdebat’. Met name de in de achterban bejubelde voorlieden van D66 en Groenlinks luisteren niet naar argumenten maar hadden van hun ‘spindoctors’ advies gekregen de ander er onder te kletsen. Schreeuwend desnoods!
De ‘goede groene zaak’ vraagt daarom volgens hun eigen redenatie. We hebben nu de kans naar Noord-Koreaans model onze boodschap uit te dragen. Tegenstand is zinloos, en we schilderen die mensen met kritiek op onze heilige boodschap gewoon af als ‘nationalistisch’ of ‘niet ter zake kundig’. Intussen benutten we zelf onbewezen feiten en cijfers. Want winnen zullen we. Nu ging het in dat debat toch over de aanstaande verkiezingen van de Provinciale Staten die deels verantwoordelijk zijn voor het aan banen helpen van uitgefaseerde politici van de tweede garnituur die in de Senaat wetten zoals die idiote ‘Energietransitie’ moeten beoordelen op het realiteitsgehalte. Hoe groter het aandeel van links, hoe sneller we met zijn allen aann het financiele infuus hangen. Maar dat is voor die schreeuwers niet relevant. De man die het best bleek opgewassen tegen al dat verbale geweld was Dijkhof van de VVD. Aangename man, lastige boodschappen bracht hij netjes en duidelijke voor het voetlicht. En was uiteindelijk toch de morele winnaar van de avond.
Want slechts samenwerking en overleg kan ons land redden. En niet die loopgraven waarin Jetten en Klaver samen hun groene derrie zitten uit te poepen. Dat er dan aan de andere kant van hetspectrum wat lieden zijn die roepen over uit de EU stappen en zo voort neem ik maar mee met een korrel zout. Grappig ook om te zien dat de nieuwe erfgename van de SP zelfs de voorgekookte antwoorden van haar opponent uit haar hoofd kende en van de leg raakte toen die antwoorden anders bleken uit te pakken. Fatsoen, het was er niet en zo zag ik wat ik altijd al beweerde voor mijn eigen ogen afspelen. Het populisme komt tegenwoordig van links. Van partijen die vroeger het fatsoen hadden om tegenstanders uit te laten praten. Doet men nu niet meer. En dat is geen goede ontwikkeling. Ik voorspel derhalve dat ook deze verkiezingen op de 20e a.s. weinig overtuigde stemmers trekken. We geloven die lui niet meer. En rara aan wie ze dat zelf te danken hebben….. (Beelden: internet)
