Ketelgezang…

Ketelgezang…

Wat was ze mooi, compact, stil en optisch attractief toen ze zo’n 16 jaar geleden alweer werd opgehangen in de groots verbouwde omgeving van mijn toen nieuwe mancave annex kantoor. De Itoh CV-combiketel van de HR-soort met een berg elektronica die hem deed afwijken van alles wat wij daarvoor hadden meegemaakt aan ketels. Omdat we indertijd een belangrijk deel van het huis lieten beetpakken (het lijkt net geleden, maar is alweer een tijd terug..) investeerden we dus ook in die nieuwe ketel. Het scheelde veel gasverbruik zonder dat we inleverden aan douche- of warmwater-genoegens.

Door de jaren heen bleek de Itoh een trouwe metgezel al vonden de mensen van het bedrijf waar wij het onderhoudscontract sinds jaar en dag hadden lopen het soms best lastig om te moeten gaan met het inwendige van die compacte gasfabriek. Maar net als wij zelf werd ook de ketel ouder, al merkte je dat niet aan de manier waarop ze haar werk deed of aan een verloederde buitenkant. Tot de afgelopen tweede Pinksterdag. Bij de vraag naar warm water voor de douche hoorde we boven niets! En bleef het water ijskoud. Oei… Dus naar boven en kijken. De ketel was dood. Zelfs de resetknop gaf geen enkele reactie. Dat was foute boel. De volgende dag kwam de monteur. Hij kwam, zag en constateerde een natuurlijke dood. De Itoh was niet meer.

Er moest een nieuwe komen. En ik ben niet van de klimaatreligie of van de liggende dan wel op de rug groeiende gelden. Een nieuwe HR-ketel werd besteld, dit keer van een meer bekend merk, Atag. Maar we moesten wel even bijna twee weken improviseren. Warm water halen uit de keuken en die naar boven sjouwen voor de dagelijkse wasbeurten. Niet leuk, maar ach… De nieuwe ketel werd uiteindelijk vroeger geleverd dan gepland. Gelukkig. Binnen een middag was men klaar met de aansluiting. Inclusief andere leidingwerk en afvoerpijp van CV naar dak. De Itoh verdween naar een destructiebedrijf. Het leek even of ze gedag zwaaide, maar dat was vast verbeelding. De Atag doet zijn werk intussen ecologisch juist. Minder gasverbruik, nog minder bijgeluiden, alleen bleek de montage van een vol-digitaal thermostaat wel een dingetje. Daar waren we nog drie dagen druk mee, en twee monteurs verder om de boel aan de slag te krijgen. Kost wat maar dan heb je ook iets. Byebye Itoh, welkom Atag. Als die het net zo lang uithoudt als de vorige zal ik er vermoedelijk niet zoveel blogaandacht meer aan kunnen geven. Maar voorlopig hebben we het wel weer comfortabel onder de douche….(beelden: Prive)

Kantjil

Kantjil

Voor wie in het centrum van onze stad Amsterdam lekker uitheems wil eten is de keur aan restaurants meer dan groot. Ik beschreef er eerder al eens een paar via mijn meningblog. Dit keer neem ik u tekstueel mee naar de Spuistraat 291/293 waar het Indonesische restaurant Kantil en de Tijger te vinden is. Wij kenden het adres van eerdere bezoeken en waren er dan altijd behoorlijk tevreden over het gebodene. Van de 96 Indonesische restaurants in de hoofdstad geeft TripAdvisor dit adres de 19e plek en dat is bepaald niet verkeerd. Wij kwamen met ons gezelschap binnen na een fikse stadswandeling (20.000 stappen) dus de trek was groot. Kom je hier aan het juist adres. De ontvangst was zeer klantvriendelijk, de tafel wat bescheiden van omvang maar voor wat wij aan lekker eten kozen was dat prima.

De keuze aan indo-gerechten is uitstekend, de drankjes betaalbaar en alles wat je bestelt staat snel op tafel. Drie van ons kozen Nasi Rames en dat serveert men op een grote schotel met een brede sortering aan lekkere gerechten daarop. Nadeel is dan wel dat je na de helft ervan te hebben verorberd toch ontdekt dat de rest snel is afgekoeld. Dat is even minder. Om ons heen zaten overigens veel landsaarden te smullen, Nederlands wordt er bijna niet gesproken onder de gasten, maar dat heeft veel van doen met de locatie. Het restaurant zelf is wat ouderwets ingericht, de helft van de beschikbare tafels was bij dit bezoek afgeschermd zodat je daar niet kon zitten. Personeel is uiterst vriendelijk en snel. Toiletbezoek leverde een voldoende op qua zichtbare hygiene en comfort. En dan de prijs. Alles bij mekaar bleven we met vier mensen onder de 100 Euro. Prijs/kwaliteitsverhouding prima in orde dus. En als je zoals wij liefhebber bent van deze gerechten zit je hier prima-de luxe. Een dikke 9 is de score voor Kantil en de Tijger…(beelden: prive)

Lekker tentje in Purmerend…

Lekker tentje in Purmerend…

Een van de overloopgemeenten van Amsterdam is al decennia lang Purmerend. Anders dan Almere is deze Noord-Hollandse stad er wel een met een eigen oude geschiedenis maar groeide het na WO2 door de aanhoudende woningnood in Amsterdam uit van een agrarische gemeente tot een vluchtplaats voor hen die een eigen plekje zochten maar de grote stad wel in de buurt wilden hebben. Purmerend heeft dus een enorme expansie meegemaakt en dat slaat ook terug op de horeca die daar floreert als nergens elders. Bij toeval waren wij er onlangs eens te gast. Wij kennen de stad van bezoeken daar van een jaar of 20 geleden wellicht, maar echt recent waren we er niet.

Dan sta je toch versteld over de groei van deze stad, maar ook over het winkelaanbod. In een buitengebied, aan de Burgemeester D.Kooimanweg stuitten we bij toeval op een overdekt winkelcentrum waar op de gevel heel wat grote ketennamen te lezen waren, sommigen daarvan hadden we nu net even nodig. Dus auto geparkeerd (ging prima en gratis) en naar binnen. Een werkelijk gigantische AH XL domineerde het hele gebouw, maar ook de enorme vestiging van Action mocht er zijn. Daar tegenover zat een ‘leuk tentje’ zoals wij het vanaf de buitenkant beoordeelden. De inwendige mens vroeg om een kleine versnapering en wat warm vocht dus hup naar binnen. Waar het gezellig toeven bleek. Men kent flink wat tafeltjes met naar keuze 2 of vier stoelen. Een open front in de zaak laat je de keuken mee beleven en ook de servicebalie waar men de bestellingen verwerkt en kassa beheert.

De menukaart is qua aanbod aardig omvangrijk en je kunt er heel wat kiezen als je de portemonnee er voor wilt trekken. Maar voor de kleine hapjes als de bij ons intussen befaamde en geliefde tosti is hier ook voldoende ruimte. En dat gesteld hebbend, die waren zeer smakelijk. Ik houd van gesmolten kaas op die dingen, en dat was hier prima voor mekaar. Smakelijke consumptie. De thee bloedheet, de service buitengewoon vriendelijk en de bediening snel. Het plaatje klopte. Dat gold ook voor het keurig nette toilet. Niks mis met deze gelegenheid en prijs/kwaliteit dik op orde. Niet voor niets aardig gevuld met gasten. Moccano de naam van deze gelegenheid en even op internet zoeken maakt duidelijk dat ze in Purmerend met twee vestigingen hun klanten bedienen. Een lokale held dus, maar wel een die wat mij betreft meerdere filialen mag uitrollen over de omgeving. Juist aan dit soort zaken is wat ons betreft echt behoefte. Een rapportcijfer van 9.5 is hen dus met plezier gegeven. Dat missende halve puntje had er nog bij gezeten als de aardige jongedame die ons bediende ook nog even was komen vragen of alles naar wens was en ook de rekening was komen brengen. Maar dat is meer een tip dan een verwijt…(beelden: Prive-archief)

Baarssen op Urk – Herkansing…

Baarssen op Urk – Herkansing…

En als je dan op Urk verkeert en behoefte hebt om de inwendige mens te versterken is er heel wat keuze uit de daar gevestigde horeca. Maar wie houdt van Keep it Stupid Simple zoals ik, gaat dan voor de juiste kwaliteit/prijs-verhouding. En die dachten we te vinden bij de specialist op visgebied, Baarssen, daar. Nu hadden wij juist deze zaak in de herinnering als buitengewoon slecht vanwege een ervaring in het verleden.

Dus het was wel even een gok door anno 2022 alsnog bij deze aardig uitgeruste winkel/restaurant binnen te stappen. En we deden dat omdat we zagen dat er best wat mensen gebruik maakten van de gelegenheid. Dus hup aan tafel en bestellen. Dat doe je hier aan de balie waar mensen ook hun visjes en zo meer komen halen. Net zoals we in Spakenburg bij ons bekende tentje aan de haven gewend zijn. Qua bediening is het hier nu echt top geregeld. Super-aardig en vlot. De prijzen meer dan acceptabel.

Onze vissnack met patatjes, thee, wat sauzen er bij, het was allemaal snel voor de (vis)bakker en werd met vriendelijke glimlach geserveerd. De smaak was prima, niks mis mee, al gaan de Spakenburgers op het gebied van dit spul toch nog een stapje verder. Maar het was lekker, de thee smakelijk en heet, later bleken de toiletten keurig netjes, en als gezegd je betaalt er niet de wereld voor. Gewoon goed dus. En alles wat we aan ervaringen hadden in het verleden bleken in het heden geen garantie voor dezelfde uitslagen. Nee, een keurige 9 voor het gebodene was dik verdiend. En wij gingen goed gevuld op weg naar de volgende aantrekkelijkheden die Urk te bieden heeft. Mocht je daar zelf eens verkeren, zet Baarssen echt op je lijstje. De keuze is reuze en de smaak prima. En het personeel echt vriendelijk. Maar dat lijkt bij Urk te horen….(beelden: Prive)

Popie Jopie trendy..

Popie Jopie trendy..

Echt door stom toeval, we zochten een specifieke winkel en kwamen terecht in een Hilversumse buurt die we eigenlijk niet kenden, maar wel vol bleek te zitten met vrij authentieke en lokale winkels met een grote afwisselende waarde, namen we even de tijd om ons te laven aan een bakkie met wat lekkers er bij. Dat viel nog niet zo mee, mooi weer, juni en alle terrassen vol, maar bij Your Coffee aan de doorgaande weg (Kerkstraat 38a) in dat wijkje waar de straten verder naar bloemen zijn genoemd. De gelegenheid is gevestigd in een soort diep doorlopend pand met halverwege een ‘keuken’ waar men de meest heerlijke gerechten samenstelt, prima drankjes in elkaar steekt en alles met een glimlach doet. Maar er is ook een keerzijde. Hoewel er genoeg personeel rond leek te lopen duurde het een minuut of 15 voor de ‘bestelling’ van ons werd opgenomen. En dat ging net als bij de buurtafels aangehoord op een wijze die ik als Mokummer maar beschreef als erg ‘Popie Jopie’. De bestelling ging elektronisch naar het centrale hart van het geheel want werd weer door een ander gebracht.

Uiterst vriendelijk personeel overigens, ook zonder dat overmatig populaire, en de door mij bestelde thee mocht ik zelf uit een fraaie witte kist halen. Tot zover prima. De bestelde appeltaart was meer dan zalig, warm gemaakt, met wat slagroom voor het zoete, en bleek een ware traktatie. Dat laatste geldt hier niet voor de akoestiek. Die is echt slecht en je zit dus constant in het geluid van om je heen verkerende gasten plus (open deuren) het buitengeluid. Tel daarbij op dat de toiletten (geen gescheiden systeem maar een enkele voor zowel D en H) niet meteen al te schoon oogden en de bruine suiker in de bijbehorende pot op tafel om een of andere reden los gebikt moest worden. Slordig voor zo’n trendy zaak. Want dat is het zonder twijfel. Jonge mensen vinden dit prachtig, de gasten die er zaten bewezen dat. Kleurrijke types voor wie geld geen rol speelde. Want echte budgetprijzen hanteert men hier niet. Dat mag hoor, want ze bieden ook prima waar voor dat geld, maar ik zou nog wat aandacht geven aan die toiletten, de details en vooral de akoestiek. Voor nu is mijn cijfer een 8-. En dat zou echt beter moeten kunnen. Overigens heb ik de lekkernijen op de menukaart niet in beeld gebracht omdat wij er overdag te gast waren. (Beelden: prive-archief)

(R)evolutie…

(R)evolutie…

In de vakgebieden waarin ik al die decennia mijn brood met beleg trachtte te verdienen, ik deelde mijn verhalen al eens eerder op dit punt, is de laatste jaren sprake van een ware (r)evolutie. De werkzaamheden zijn in basis natuurlijk nog steeds gelijk aan vroeger, alleen heeft men veel zaken gestroomlijnd en is schaalvergroting op elk terrein een toverwoord. Kijk ik even terug naar mijn bankjaren, indertijd werkte ik samen met tientallen mensen op een afdeling die onderdeel was van een heel pand vol bankwerkers die allemaal de verstrekking van en controle op kredietfaciliteiten bij bedrijven als uitgangspunt hadden.

Die bank had nog overal fysieke kantoren, waar de lokale klanten terecht konden voor die faciliteiten naast het ophalen of storten van cash geld. Tegenwoordig bankieren we digitaal, de kantoren verdwenen en dat hoofdkantoor doet met een laptop wat wij vroeger met al die medewerkers in teamverband deden. Op Schiphol is de wereld ook totaal veranderd. De computer verving de dagen lang rennende en procedures volgende medewerkers in de passage- en vrachtafdelingen.

Groei van de omzet maakte dat waar ik ooit werkte in het meest zuidelijk gelegen kantoorpand van Schiphol, nu in die omgeving tot ver aan de horizon giga-panden staan en ook de meeste passagiers gewoon thuis op hun laptop boekingen doen en zelf hun tickets printen. Vloog je vroeger voor pakweg (omgerekend) 250 euro p.p. naar Parijs, wie het slim aanpakt kan dat nu voor een paar tientjes. Het avontuur werd een busrit met vleugels. Later in het autovak was de combinatie van verkoop en administratie een hele klus. Alles handmatig. Tot aan het halen van nieuwe auto’s bij importeurs aan toe. Als je een auto had verkocht moest je een stel handelingen verrichten waar je een halve dag mee zoet was, intussen deden de technische collega’s datgene wat die auto tot een rijdbaar exemplaar voor de klant maakte en ook nog eens deed glimmen.

Een kenteken moest je zelf op naam stellen bij het postkantoor, had je meerdere afleveringen (veelal op vrijdagen) stond je met je stapel kentekenbewijzen in een file voor het desbetreffende loket. Immers, in de buurt zaten meer garagebedrijven met dezelfde behoefte. Stress was in al die gevallen het gevolg. Die administratie was een kwestie van fysiek uitgeschreven bonnen en facturen inboeken met de hand in grote boeken, de tellingen vierkant op orde brengen en al die bescheiden keurig opbergen en bewaren. Je had daar alleen al een hele zolder voor nodig.

In het importeurswerk had ik van doen met dat toenmalige dealerwerk in het kwadraat. Met 80 dealers een hele klus om al die lui dezelfde kant op te krijgen en ook nog eens te voldoen aan de wensen van een steeds veeleisender fabrikant. Zie ik nu hoe men alles zelf digitaal kan doen, je hoeft echt niet meer naar het postkantoor voor die kentekens, maar ook de communicatie met dealers is voor importeurs een stuk minder ingewikkeld. Alles gaat met computers nu, in feite beweegt men als doorgeefluik voor de bestellingen van de klant via de dealer naar de fabriek. De computer maakt dan uit wanneer een auto op welke wijze wordt gebouwd en geleverd. Van die 80 dealers van toen is er vrijwel geen een meer actief. Vervangen door giga-bedrijven met soms duizenden auto’s omzet per jaar. Andere tijden. En dan heb ik het nog niet over mijn jaren in de communicatie. De schrijverij in fysieke magazines, bladen, boeken, adviezen en trainingen…..Het is allemaal veranderd. En toen we dat virus over ons heen kregen werd gewoon thuis gewerkt en bleek dat prima te kunnen. Het is allemaal anders geworden. Sneller, maar ook leuker?? Als ik soms zie hoe weinig klantvriendelijk bedrijven soms opereren….ik heb er weinig hoop op dat dit beter wordt….Maar interessant is het allemaal wel…. (B eelden: Archief)

Mixed Feelings in Soest..

Mixed Feelings in Soest..

Toen de lockdowns voorbij waren en we van het best linkse kabinet weer wat mochten genieten van de al dan niet lokale horeca ondernamen we ook weer wat langere verkenningstochten door het land. Op een daarvan kwamen we terecht in Soest. Een grote gemeente met een bepaalde band voor ons persoonlijk, al was het maar omdat daar een stel vrienden woont waar we gek op zijn. Maar ook omdat de vroegere doorgaande weg van Amersfoort naar Amsterdam daar dwars doorheen liep en we dan in mijn jeugdige jaren op de terugweg daar altijd stopten bij een bepaalde lunchroom voor frietjes of een ijsje.

Dat tentje zit er overigens nog maar heeft intussen heel wat nieuwe eigenaren gehad. Die weg van vroeger is totaal veranderd. Soest wilde van het doorgaande verkeer af en heeft overal omleidingen, eenrichtingsverkeer en wandelgebieden aangelegd. En aan een daarvan (v.Weedestraat) zit het erg aardig uitziende JustJeff. Een zaak op een hoek met uitzicht op het wandel/fiets/en autoverkeer wat daar nu stapvoets beweegt. Tijdens ons bezoek was de 1,5 meterregel nog van toepassing.

Net als de QR-toegangscode. Die werd vlot opgenomen. Jeff zelf heette ons welkom. Hij is vlot van de tongriem gesneden en laat goed merken wat hem al dan niet bevalt aan zijn klanten. Zij die ongevraagd binnen komen en gewoon ergens willen gaan zitten waren niet welkom. Wij wel. Gelukkig. Jeff biedt een heel gamma aan menukaarten. Wij pakten er zelf een, want de bediening was niet meteen te vlot, maar dat vond Jeff wat bijzonder. Steeds was er het gevoel dat hij niet goed in zijn hum was of zo. Hoe dan ook we kozen o.a. chocoladecake met abrikozenjam als zoetje bij de drankjes. Nou daar was weinig mis mee. De koffie was heet, mooi opgemaakt met een of ander tekentje in het melkschuim.

De thee naar keuze was niet in een zakje maar uit een blikje waarmee je zelf de drank naar gewenste kleur en sterkte kon trekken via een theezeefje. Bloedheet ook, en dat maakt het drinkgenoegen meteen groot. De taart was prima, de opmaak van dat stukje op het bordje heel apart. Eigenlijk is dat de hele ervaring bij dit mini-restaurant. De toiletten behoefden wat aandacht, wel genderneutraal. De meiden die er rondliepen waren jong en aardig. Jeff zelf werd dat bij het afrekenen uiteindelijk ook. Ineens bleek hij toch te kunnen lachen. Wellicht omdat wij weer ruimte maakten aan de tafel die hij alsnog kon wegzetten voor een warme lunch of zo? Al met al een ervaring om te beschrijven. Rapportcijfer: 8.0. Deels door de goede prijs/kwaliteitverhouding. Best goed, maar kan beter….(beelden: Facebook en eigen)

Nelis in Weesp…

Nelis in Weesp…

Als je dan toch in Weesp bent voor dat museum of anderszins, maak dan ook gebruik van de lokale horeca. Ik heb al eens eerder wat ervaringen met jullie lezers uitgewisseld. Niet altijd even positief, maar er zitten best pareltjes, ook al zou je dat in eerste instantie niet meteen zeggen. Zo is de al lang bestaande ijswinkel van Nelis een voorbeeld. Niet omdat men daar 2 Michelin-sterren verdient hoor, het is maar een simpel maar zeer smaakvol ingericht geheel. Maar men verkoopt er wel heel lekker ijs, en je kunt er ook terecht voor een heerlijk bakkie koffie of thee met iets lekkers er bij. De appeltaart is een aanrader, zeker als men die even opwarmt en voorziet van een klodder slagroom. Andere warme hapjes zijn er nog wel een dingetje.

Je moet goed opletten dat men bijvoorbeeld de verder smakelijke saucijzenbroodjes op de juiste temperatuur brengt, want dat wil er wel eens mis gaan. Gelukkig heeft men, anders dan eerder beschreven elders in Weesp, een waanzinnig goed team in dienst dat meteen datgene wat niet deugt weghaalt en vervangt door een nieuw exemplaar. Jonge mensen, maar kennelijk goed getraind en zeer servicegericht. Kijk, en dan maak je veel eventuele minpuntjes direct goed in mijn ogen. Meiden en jongens, men let op elkaar, is beleefd en dus gewoon zeer professioneel. Daarmee scoor je punten. Ook met een schoon toilet. Is hier top geregeld. Net als de wandversieringen, gemaakt van grote foto’s die een Weesps decor mengen met leuke uitstallingen van de eigen waren.

De menu/ijskaart ligt op elke tafel en is overzichtelijk en kleurrijk. Kortom, binnen het horecawezen van Weesp is dit wel een aanrader. Ook al zou je wellicht door die dominante ijs-etalage voor in de zaak (met zitjes buiten voor hen die even willen likken aan zo’n ijsje), de winkel eerder voorbij lopen dan een vergelijkbaar tentje met een andere uitstraling. De optelsom der dingen maakt dat ik deze winkel en haar team een 9.5 verstrek. Als men nu nog even oefent met die oven wordt het vast nog een 10. En dat is ze daar zeer gegund. (beelden:eigen archief)

Eten in Woudenberg…

Eten in Woudenberg…

Medio augustus zaten we in de auto voor een rondje Utrecht.

Kijken hier of daar, genieten van de omgeving en vooral van plekken die we niet tot nauwelijks kenden. Woudenberg is er daar een van. Een plaatsje onder de rook (symbolisch) van Amersfoort en Leusden, maar verder christelijk-rustig. Met een mooi (herbouwd) centrum waar de nodige winkels te vinden zijn en dito horeca. Omdat er een stevige regen/onweersbui dreigde en wij natuurlijk geen bijpassende kleding droegen vielen we neer op het overdekte relatief kleine terras van de lokaal bekende en goed bekend staande restaurant ‘de Sous-Chef’.

Nou, dat beviel goed. Heel vriendelijke en vlotte bediening door een erg aardige jonge dame. Wij bestelden een lunchgerecht. Boerenomelet en een uitsmijter met ham/kaas. Die kwamen na een minuut of tien door. En bleken van geweldige kwaliteit. De uitsmijter op dik boerenbrood, drie eieren, een dikke laag ham en kaas plus de nodige salade als garnering. De omelet werd geserveerd op bruin boerenbrood. Even smakelijk, warm en ook voorzien van de nodige garnering. Op het gemakje te eten, de meeste gasten zaten tijdens de bui die zich uitstortte over dit gemoedelijke plaatsje liever binnen in het sfeervolle restaurant dat desnoods ook nog een vrij groot terras aan de andere kant van het pand heeft. Toiletten keurig netjes en schoon en alles op de menukaart behoorlijk betaalbaar.

Niet meteen een budgetadresje, maar dat is voor deze kwaliteit ook niet nodig. Mocht je er in de buurt zijn, een aanrader! Alles opgeteld een rapportcijfer 9,7. Bijna helemaal fantastisch. Als dat terrastafeltje niet een los blad had gehad waardoor we wat zaten te wiebelen bij het eten. Maar verder…niets dan lof! (Beelden: Archief/Internet)

Luxe Toyota – Lexus!

Luxe Toyota – Lexus!

Het was dat de Amerikanen op enig moment liever niet in Japanse importauto’s wilden rijden.

Anders had dit merk wellicht nooit bestaan. Lexus. Een goede truc om de kopers in een land te misleiden. Maar ook een merk met een streepje voor op de gemiddelde Japanse auto. Men zette in op hoog niveau. Een Lexus werd een auto met meerwaarde. Zou je nooit in de steek (mogen)laten, service die ver uitsteeg boven het niveau van de concurrentie en een uitmonstering die er zijn mocht. De eerste proeve van bekwaamheid was de LS400. Een auto die sprekend leek op een door velen gedroomde Mercedes S-Klasse, maar duidelijk een eigen Japans gezicht had onder de motorkap.

Ook uitgerust met een dikke V8 die fluisterstil liep, maar die in Japan gewoon als Toyota Celsior van de band liep. Mensen met veel geld en honger naar status kochten zich zo’n dikke Jap en lieten zich er graag in vervoeren. Ook in Nederland kwamen ze in de verkoop, vaak toch met het idee dat je voor minder geld dan bij dat sterrenmerk werd gevraagd ook in een heel luxe auto kon worden rondgereden. Een kleiner model was de ES die men vooral dacht te kunnen verkopen aan jongere mensen die iets sportiever wilden rijden dan in die enorme LS. Voor de zakelijke rijder kwam begin jaren negentig ook de GS300 uit, uitgerust met een fijne zescilindermotor en naar ontwerp van Giugiaro. Het merk Lexus stond al snel ook in Europa op de benen.

Die extra service was een pluspunt voor velen en dat oversteeg de behoefte aan een toch wat geliefder dieselmotor in dit segment. De opvolgers werden nog wat vlotter gestyled, bleven voldoen aan die zelf gestelde normen en verkochten alleen daardoor prima. Een hele reeks kleinere modellen (maar nooit echt klein) zorgde voor bredere doelgroepen. Ook in ons land zag je die compacte wagens in leaseland successen oogsten. De gewone zakenman zag zichzelf ook graag een grote jongen zijn die extra aandacht kreeg van de dealer of leasemaatschappij. Slimme marketing van Lexus voorzag in die behoefte. Een tegenhanger voor de bekendere Audi’s kwamen er ook. Sportcoupe’s met lekker veel vermogen en natuurlijk dat bekende logo met de L prominent in de neus.

In de bekende Vlaamse tv-serie Witse deed Lexus ook prima promotiezaken. De morsige en wat mopperende inspecteur reed wel rond in een compacte Lexus. Wat dat compacte betreft, de huidige modellen hebben een bepaald niet compacte grille. Een soort zwarte X die de hele neus domineert. Ik vind het persoonlijk niet zo mooi, en gezien de verkoopaantallen hier zijn er meer kopers die er zo over denken. Maar dat neemt niet weg dat het gamma van Lexus nog steeds aardig breed is en uiteraard (Toyota-techniek) ook hybride-voertuigen omvat en een 100% elektrische auto, de UX300e. Grappig is ook dat Lexus sinds niet al te lang ook wordt gevoerd in Japan zelf. Waar men nu de truc van de Amerikaanse markt toepast op Japanse kopers. Meer auto voor je geld, meer luxe, meer aandacht. En ook daar ineens een soortgelijke Toyota wordt ingeruild op zijn wat luxere zusje omdat de status nu eenmaal net even hoger ligt. Slim dus en een bewijs dat je een Japanse auto wel degelijk in het hogere segment kunt verkopen. Imago wel degelijk om te buigen dus. En dat is goed nieuws voor de fabrikanten die dat proberen. Maar je moet wel iets meer doen dan alleen maar goede auto’s aanbieden. (Beelden: Internet)