
Als de gemiddelde burger nu kijkt naar de voordelen van de luchtvaart denkt men toch vaak eerder aan leuke vliegreizen naar een of ander vakantieoord dan wel een bestemming voor die bijzondere zakenbespreking. Anderen zien fraaie stewardessen die hele maaltijden serveren en altijd blijven glimlachen om ze de fikse ticketprijzen iets te doen vergeten. Die vorm van luchtvaart bestaat eigenlijk relatief kort. Met de komst van jumbojets in de jaren 70 van de vorige eeuw en soortgelijke vliegtuigen werden passagiers pas echt tegen betaalbare tarieven vervoerd.

In de jaren daarvoor was vliegen iets voor de elite en in de jaren van een eeuw geleden zagen de vroegste luchtvaartbedrijven passagiers als lastiger lading dan de post die eigenlijk het geld in het laatje moest brengen. Want beste lezer, met vervoer van de post werd de luchtvaart pas echt groot.

Zeker in de jaren na WO1 bedachten ex- oorlogsvliegers dat je met een oude omgebouwde tweedekker dat vervoer van post dwars door Amerika sneller kon doen dan met de treinen van toen. Dus startten tientallen pioniers als zodanig en vlogen dwars door stormen, zomer en winter in hun oude machines de post rond. Ook in Europa werd dit een verdienmodel. Al was het maar omdat veel landen aan deze kant van de Oceanen hun eigen overzeese gebiedsdelen en de inwoners hier en daar sneller het nieuws of soortgelijken wilden overbrengen.

Een beetje schip deed vele weken over de enkele reis trips naar die oorden en een vliegtuig moest dat toch sneller kunnen. Zo was het idee. Zowel de Britten, Fransen, Belgen als Nederlanders openden dus hun eigen postdiensten met die overzeese gebiedsdelen en haalden zo vele weken reistijd van die trips af. Nu was het niet zo dat dit alles vanzelf ging. De meeste toenmalige vliegtuigen waren vaak rudimentair van bouw en techniek en pech of crashes kwamen vaak voor.

De Britten en Fransen geloofden daarbij in het watervliegtuig, de Nederlanders hielden vast aan het landvliegtuig. Fokker bouwde veel van die toenmalige machines en denk maar eens aan de F-XVIII Pelikaan die begin jaren dertig met Kerstmis de bijbehorende post in recordtijd naar ons Indie bracht. De latere DC-2 Uiver nam tijdens de befaamde luchtrace tussen Londen en Melbourne ook de nodige post mee. In het verlengde van die post roerden ook bloemenkwekers uit Aalsmeer zich en lieten dozen vol van hun kleurrijke producten vervoeren door KLM naar verre bestemmingen binnen Europa.

Vracht en post samen het verdienmodel. En voor Aalsmeer de opmaat naar de huidige wereldwijde successen. En dan denk je dat tegenwoordig die post minder van belang is. Nou, de brieven wellicht, maar de pakjesstromen over de hele wereld maken dat er speciale bedrijven zijn ontstaan die er een eigen luchtvloot op na houden die qua aantal vliegtuigen heel wat bekende namen binnen de sector naar de kroon steken. En op diverse vliegvelden hubs inrichtten waar het ene vliegtuig aansluit op het andere waardoor jouw bestelde pakje soms binnen 24 uur vanuit China of Amerika hier bij je thuis wordt afgeleverd.

Wie wel eens op onze vliegvelden te gast is ziet die logistieke stromen en weet dat de luchtvaart ook op dat punt van levensbelang is. Een pakje dat langer dan twee weken onderweg is vinden wij als consumenten al onacceptabel. Zes weken wachten is reden tot cancellen en nog langer reden om het betreffende bedrijf in de ban te doen. Terug naar de scheepvaart? De trein? Nee, dat kan niet meer. En met dank aan die vroegste pioniers zijn er nog steeds grote vliegbedrijven van naam en faam die elke dag zorgen dat onze economie draait zoals het hoort. Willen we dat niet? Dan moeten we weer terug naar de tijden van weleer. De trekschuit en postkoets (zie de parallel..) wachten op je. Alleen met 18 miljoen inwoners i p v 1.6 miljoen zoals vroeger is dit geen optie meer. Dus vliegen moet…ook al trek je nog zo’n zure snoet… (beelden: Archief/Internet)








In die periode voor het Coronavirus ons landje aardig lam legde, maakten we dus op een wat regenachtige zaterdag een ritje Midden-Nederland. Beetje kringlopers bezoeken die we nooit eerder hadden bezocht en eens zien wat ons land in dat groene hart nog meer te bieden had dan de bekende plekjes waar we wel vaker langsfietsen, maar dan op vier wielen. Na een hele serie van die plaatsjes en steden in het gebied te hebben bezocht kwamen we ook terecht in Boskoop. Waar het centrum klein, de kringloper idem dito en het horeca-aanbod nog kleiner is. Gelukkig heeft men in het toch wat bescheiden centrum wel een Albert Heijnwinkel zitten en die bezochten we voor wat boodschappen. Nadat we daar zoals dat hoort hadden afgerekend en de uitgang opzochten liep ik voorop door de schuifdeuren naar buiten en sloeg linksaf richting parkeerplekken. Achter me hoorde ik een doffe klap en daarna een kreet. Vrouwlief was tegen een aan de gevel van de winkel opgehangen kast aangelopen, die montageplek was op zijn zachtst gesteld onhandig.
Het gevolg van die botsing was heftig. Ze lag op straat, was achterover geslagen en bloedde heftig uit een flinke snijwond. De hoeken van die kast bleken messcherp. Nadat we haar overeind hadden geholpen, omstanders hielpen daarbij, nam ik haar mee naar de auto en benutte de EHBO-kit die gelukkig meestal niet nodig was of is. De schok (klap) moest even verwerkt. Je bent toch uit het veld geslagen door zoiets stoms. Maar we reden naar huis en verzorgden haar wonden. Daarna kwam de pijn. Hoofdpijn, later bleek dat het gevolg van een lichte hersenschudding. Maar erger, die klap bleef niet zonder gevolgen. Een soort bloedverzakking sloop door haar gezicht naar beneden en bereikte haar ogen die er snel uitzagen alsof ze een rondje had lopen sparren met Nico Verhoeven. Dikke rode plekken rond haar ogen, voor een vrouw toch een ramp natuurlijk. Opgeteld vonden we wel dat we de manager van AH in Boskoop maar eens moesten aanspreken op die verrekte kast. Geen idee of dat ding van hem was of van de Gemeente of pandeigenaar. Op internet vonden we plaatjes van de winkel waarbij men reclameborden precies voor die kast plaatste waardoor je er niet tegen aan kon lopen, juist op die zaterdag dat wij er waren stond er niks en kon dit incident dus plaatsvinden.
Mijn brief met vermelding van feiten en aanbevelingen rond die kast was snel gemaakt, met foto’s van o.a. het gezicht van mijn eega als bijlage meegestuurd. Maar even wachten wat er zou gebeuren. Nou de reactie kwam snel. De manager belde zelf en putte zich uit in excuses. Kast was van AH zelf en had eigenlijk geen functie meer. Maar men was eigenlijk laks geweest met verwijderen. Zou meteen gebeuren. Vond het vreselijk wat er was gebeurd en die kast zou meteen worden weggehaald. Helpt ons niets, maar eventuele verder slachtoffers wel. Zijn mededogen leek oprecht. Een enorme bloemenbos de volgende dag een uiting daarvan. Hij snapte het. Ging niet eens om die bloemen, meer over het besef dat je door een simpel feit grote gevolgen kunt krijgen. Vrouwlief lijdt nog steeds onder hoofdpijn, de schrik is nu wat weg, de ogen weer een beetje op normale dikte en kleur, maar of we nog naar Boskoop gaan is zeer de vraag. Wel een erg matige ervaring, alles opgeteld, maar dat heeft dan niet meteen van doen met dit incident. Buiten de rondfladderende meeuwen is er voor ons net even te weinig te doen. En om telkens zelf te zorgen voor het entertainment…nee! Dat doen we dan thuis wel.
Het aantal jaren dat wij intussen getrouwd zijn is, zo bleek vorig jaar, reden voor de burgemeester of een van de wethouders om ons een bosje bloemen te komen brengen. Niet omdat wij nu echt zo oud zijn, al is het kuikendons intussen wel verdwenen, nee, we waren er gewoon vroeg bij. Indertijd een schokkend besluit, maar voor ons beiden toch het beste. Het gaf ons gelegenheid de eigen vleugels eens te benutten zonder dat we beknot werden in de richting waarheen we wilden fladderen. Jong, relatief onbedorven, maar met een grote mate van zelfstandigheid in de genen gingen we het avontuur aan. Met als geluk dat we een piepklein appartementje mochten inrichten in het vrij grote toenmalige woonhuis van de ouders van mijn echtgenote. Zo’n appartement zou nu al snel iets van een ton of drie-en-een-half kosten, indertijd was het voor ons min of meer gratis maar konden we ons via een luik afzonderen van de rest van het huis. Toch wel handig als je zo jong bent.
Het leven kende haar hobbels. Op en neer hoort er bij. Praten ook. Samen verving ieder voor zich en god voor ons allen. We werkten hard, kregen veel steun van de schoonouders, genoten toch van die vrijheid en ontwikkelden een samenlevingsvorm die ons paste. Een huwelijk is niet alleen maar een zaak van jouw wensen en verlangens er door duwen ten koste van de ander. Nee, het overleg- of poldermodel werkte behoorlijk goed in ons geval. En wij waren ook ooit getrouwd omdat we nooit om gesprekken verlegen zaten. Veel interesses deelden we en waar we verschilden maakte dat het juist weer interessant. Mijn liefhebberijen verhuisden mee, de hare werden verder ontwikkeld. Na een paar jaar verhuisden we. Naar de nieuwe woonwijk waar zoveel Amsterdammers hun zinnen op hadden gezet. De splinternieuwe Bijlmermeer! Met haar comfortabele flatwoningen die eigenlijk best aan de prijs waren. Maar ook nieuw en goed verwarmd. Ook daar ging ons leven door zoals we dat kenden. Al ondergingen we emotioneel ook daar grote dieptepunten. Het leven is nu eenmaal niet alleen maar lol maken en dromen. De neus moest soms stevig op de feiten van dat leven.
Een zoon bekroonde ons leven van toen in die wijk vol grote flats en jonge gezinnen. En zo ging dat maar door. Verhuizen van hier naar daar en van daar weer naar hier. Mensen verdwenen uit ons leven, soms door verhuizing, in andere gevallen doordat ze het tijdelijke voor het eeuwige verwisselden. Van de mensen die op onze trouwfoto’s staan zijn er heel wat intussen gaan hemelen. Anderen zijn net als wij een dagje ouder geworden. Want jong blijf je niet. Dat is een illusie! Jong van geest wellicht, dat wel. Ondanks dat kraakt en piept en wel eens iets. De ‘onkwetsbaarheid’ en glans van de jeugd verdwijnen. Dat gevoel voor mekaar niet. Dat maakt ook sterk, dat is de basis. Vandaag vieren we weer een keer dat we heel lang geleden precies op Dierendag ‘ja’ zeiden tegen elkaar en er voor gingen. Nu eens zien dat we daar nog eens een paar tientallen jaren aan toe kunnen voegen. Zou mooi zijn als we niet zozeer de burgemeester als wel de premier van dit land langs krijgen met een bosje tulpen. Of Maxima….Maar dat leidt vermoedelijk tot ellende. En dat is niet handig na al die jaren…..En o ja, vieren doen we het zelf ook natuurlijk….:)
Wie mij een beetje volgt door de loop der tijd weet dat ik met tuinen en groen niet zo heel veel heb. Nou ja, wel om in te zitten en te genieten, maar niet om er ddw iets aan te doen om al dat groen te verzorgen. Eens per jaar scheer ik de heg, ik trek wat onkruid uit de grond als vrouwlief me het verschil uitlegt tussen wat moet blijven en gaan, maar daar houdt het wel op. Zowel voor als achter het huis zit ik graag in de open ruimte waar wij over beschikken, maar dan vooral om te lezen of iets te drinken. En tegelijkertijd kijken naar de overvliegende metalen vogels. Het was dus een grote verrassing toen ik tegen de lieve vriendjes die me uitnodigden om mee te gaan naar De Tuinen van Appeltern, gelegen in het land van Maas en Waal, bevestigend antwoordde. Ach, je moet iets doen voor het onderhoud van die vriendschappen….
Maar ik kom op mijn evt. scepsis van vooraf graag terug. Die Tuinen zijn prachtig en de bestemming meer dan de moeite waard. Ook als je zoals ik niets hebt met groene vingers of zo. Los van al dat groen of de gekleurde variantie van de begroeiing in de vorm van fraaie bloemen, zijn er ruim 200 tuinpartijen met huisjes, kunst, steenformaties, watervallen etc. Je loopt je een kriek, maar je weet soms echt niet waar je kijken moet. Volgens verklaring van het bedrijf zelf is het Europa’s mooiste en grootste tuinexpositie en ik geloof dat direct. Men heeft ook aan de kinderen gedacht, er is een soort speeltuintje, open velden met ‘wilde vogels’, een zelf te bedienen pontveer, je kunt er op twee locaties lekker eten en drinken en er is een shop voor hen die kruiden willen gaan telen of bijvoorbeeld boeken over tuinieren mee naar huis willen nemen.
Overal wordt informatie verstrekt, er bestaat een mogelijkheid om bij de kassa draagbare apparatuur mee te nemen die je bij elke uitstalling informatie geven over de planten en gebruikte materialen. Dat inspreken gebeurde op fluisterniveau, je veroorzaakt er geen last mee bij de medebezoekers. Een handige plattegrond helpt je de weg te vinden in dit doolhof vol fraais, en je moet een beetje aardig ter been zijn om alles te kunnen bekijken. Dat je nog wat zitplekken kunt vinden, zelfs koffieautomaten en water-tappunten is allemaal een pre.
Ook toiletten voldoende, niemand hoeft de route met gekruiste knietjes af te lopen. Ik was ervan onder de indruk. En dat wil iets zeggen. Geen liefhebber en toch….. Ben je gek op groen, bloemen en tuinen is dit een must. Je weet dan niet wat je ziet en het geeft je vast veel inspiratie. Entree is officieel E. 13,50 voor volwassenen, met drie Euro korting als je boven de 65 jaar oud bent. Maar er zijn ook allerlei kortingkaarten of acties te vinden als je even je best doet. Parkeren, wel op enige afstand van de ingang, kost je 3 euro per auto. Maar echt, je krijgt er iets voor terug en de echte liefhebbers zijn hier een hele dag zoet. Wij niet, wij reisden door. Maar dat hadden we dan ook van tevoren zo afgesproken. Vanuit Amsterdam was het 1u15minuten rijden om in Appeltern te komen. Goed te doen voor een leuk dagje uit.