
Wij mensen zijn zelden echt alleen. In ons landje heb je al snel 18 miljoen anderen om je heen en dat wordt nog aangevuld door miljoenen bezoekers van elders die hier op bezoek komen of vakantie vieren. Stilte is dus zeldzaam. In eigen kring omringen we ons met de familie, vrienden, buren, kennissen etc. Want alleen zijn is niet fijn. Dan heb je geen aanspraak, kunt niets delen, ook geen liefde. Maar ook bij ongerustheid of verdriet is dat alleen zijn een crime natuurlijk.

Echte pijn of ongemak beleef je overigens veelal wel in je eentje. Dat weet iedereen die een ingewikkeld medisch onderzoek moet ondergaan, een behandeling of pakweg een scheiding. Dat doe je alleen, hoeveel steun je voor- of achteraf ook krijgt. En echt, het maakt niet uit of je alleen bent door eigen keuzes of doordat anderen dat voor jou hebben besloten. Overigens is eenzaamheid iets heel anders dan het begrip wat ik bedoel. Eenzaamheid is echt pijnlijk, zeker als mensen eenzaam zijn terwijl ze omgeven worden door mensen die het goed met hen menen.

Los van de gevallen die door overmacht of overlijden echt in totale eenzaamheid terecht zijn gekomen en geen sociaal vangnet meer kennen. Wie een zekere leeftijd heeft bereikt weet dat je door verlies van mensen die je vroeger om je heen had nu best een beetje eenzaam of doelloos door het leven kunt zwabberen. Wat heeft het nog voor zin en zo…. Maar dat was niet mijn inspiratie voor mijn blogverhaal deze keer. Mij gaat het om die momenten dat je iets helemaal alleen moet doorstaan. Bij de tandarts bijvoorbeeld. Al dat geboor en gepruts wordt je door niemand afgenomen, dat wordt bij jou al dan niet pijnlijk uitgevoerd. Dat medisch noodzakelijke onderzoek dat pijn en soms schaamte opwekt, hoe zeer anderen jou daarin bijstaan, je moet het zelf doormaken. En dan is er nog dat onherroepelijke einde van je leven. Ooit komt die dag, dat moment, voor eenieder en dan moet je het in je uppie klaren. Niemand die het voor jou even oplost. Onlangs maakte ik dit in medische zin weer mee met een zeer nabije staande geliefde. Onderzoek, heel vervelend, ik was mee. Maar er komt een moment dat zij naar binnen ging in dat helse theater waar de witjassen handenwrijvend op haar wachtten. En ik me maar ergens moest gaan zitten vermaken. Nou dat deed ik door in mijn notities dit verhaal in kleine steekwoorden neer te zetten. Opdat ik het niet zou vergeten. Zoals wij zo vaak neigen te doen bij hen die ook soort gedoe alleen moeten doorstaan. Een appje is dan niet genoeg. Er zijn voor de ander wel. En verder zoekt eenieder het maar uit…. Ik heb mijn notities over dit beladen onderwerp uitgewerkt. Herkenbaar???? (Beelden: Archief/internet)











Het was kort nadat we onze oude ‘theemuts’ PoesPoes hadden moeten laten inslapen dat we het idee kregen om een jong poesje in huis te halen als gezelschap voor onze toen nog maar jonge kater Pixel. Die zocht in huis duidelijk naar zijn oude maatje, maar vond die uiteraard niet meer. Via via kwamen we terecht in het Asiel van Amstelveen waar we letterlijk in de rij mochten aansluiten voor een keuze uit een paar net binnengebrachte kittens. Een daarvan was brutaal en had een bekkie dat ons meteen overhaalde om ‘haar’ te kiezen. Want volgens het personeel van het asiel was het een ‘haar’. Maar aan het poesje kleefde ook een heftig verhaal. Samen met zijn kittenbroertjes (net voor ons gekozen door een ander echtpaar)was hij als juist geboren minipoes gedumpt in een vuilcontainer. Na dagen gered doordat iemand gepiep hoorde. En vandaar naar het asiel gebracht. Thuis was in ieder geval het een aanwinst. Dartel, dartel, en Pixel blij. Een bezoekje bij een aan het asiel verbonden dierenarts gaf al snel duidelijkheid over het geslacht van de nieuwkomer.
Geen poes, maar een katertje. Foutje in de administratie. De kleine groeide niet echt snel. Maar wel gestaag. Na zijn castratie gaf de dierenarts aan dat hij gezien zijn poten wel eens heel groot zou kunnen worden. Maar dat viel later behoorlijk tegen. De nu als Punkie bekend staande kleine kater bleef slank en slungelachtig. Maar had na enige tijd ook wat gezondheidsproblemen. Zijn pootjes raakten ontstoken. Heel vreemd. Deed hem duidelijk zeer en hij werd daardoor direct minder actief. Ook zijn bekje gaf een geur af die bepaald niet plezierig was. Onderzoek door onze eigen dierenarts gaf duidelijkheid. Hij leed o.a. aan een paar auto-immuunziekten, en nog wat andere kwalen, vermoedelijk veroorzaakt door de heftige ondervoeding in zijn prilste jeugd. Hij stond daardoor meteen op achterstand. En die liep hij niet meer in. Toen zijn pootjes gingen bloeden en het toch jonge diertje van alles en nog wat ging mankeren moest er met medicijnen worden gewerkt. Peperduur maar ook slecht voor de organen van het diertje.
Maar hij knapte er van op. Opvallend was wel dat onze Pixel af en toe ongenadig hard achter de kleine aan ging en dan ongekend hard beet. Toch de zwakkere kat in huis ontdekt. Punkie had er geen antwoord op. Hoe dan ook, het dokteren ging door, tot afgelopen maand oktober. Punkie at ineens niet meer. Echt vrijwel niets. En hij viel meteen heel snel af. Onderzoek liet zien dat hij een ‘infectie’ had opgelopen en dat zijn verzwakte gestel dat niet kon pareren. Maar dat verklaarde niet meteen dat niet eten. Dat hield de kleine intussen wel dagenlang vol. Af en toe een brokje, maar verder niets. Vel over been was het resultaat en totale futloosheid. Tot die eerste week van november. We konden het niet meer aanzien. We werden ook wanhopig.
Wat we erin kregen kotste hij ook weer snel uit. Apathisch lag hij tenslotte in een donker hoekje. Het hoefde niet meer voor hem. Iets vrat hem van binnen op. Dus namen we het besluit dat het over moest wezen. Dit was niet om aan te zien. Hij werd uiteindelijk slechts iets van 2,5 jaar oud. Veel te jong natuurlijk. En gaf ons in die korte periode dat hij bij ons mocht zijn altijd veel liefde en warmte. Op de plek waar hij graag lag, net achter me in mijn werkkamer, op een kussentje naast mijn naslagwerken, ligt nu nog slechts dat lege kussentje. Als herinnering aan een katje dat het zo lastig heeft gehad vanaf het prille begin. En die samen met ons een strijd voerde die hij niet kon winnen. We zullen die herinnering aan hem nog lang koesteren. Zo’n schatje.




