
We leven in een tijdperk waarin het onder bepaalde politieke druk kennelijk normaal is geworden om voor van alles en nog wat excuses aan te bieden. De bekendste voorbeelden zijn die aan afstammelingen van Surinaamse immigranten die menen dat zij nog steeds lijden onder wat hun oervaderen lang geleden is aangedaan. De toeslagenouders en Groningers kregen ook zo’n boodschap, net als de Limburgers die ook leden onder aardbevingen en wateroverlast. Het is allemaal wat voor de buhne en men slaat daarbij nog wel eens selectief wat volksstammen over. Ik heb het al eens gehad over de Molukkers in ons land die onder valse voorwendselen na de oorlog hierheen werden gehaald en daarna aan hun lot overgelaten. De frustraties onder hen groot. En terecht. En wat te denken van de Papoea’s uit het ver weg gelegen Nieuw-Guinea.

Ook in dat grote (ei)land, niet ver van Australie en de Indonesische Eilanden, was Nederland een van de koloniale machten die daar meenden democratie, geloof en economie te moeten brengen. Dat ging op zich wel aardig ook nog, maar met dank aan de expansiepolitiek van toenmalige Indonesische president Soekarno en totale gebrek aan steun vanuit het Amerika van de jaren zestig, moesten wij de arme Papoea’s op enig moment achter laten zodat ze voortaan te maken kregen met de islamitische dictatuur van Soekarno en diens opvolgers. In de jaren daarvoor vochten zo’n 10.000 Nederlandse militairen tegen Indonesische infiltraties en sabotagemissies. Kostte tenminste 100 Nederlanders het leven.

Gek genoeg bleef het oostelijk deel van het grote eiland achter in handen van Australie en heeft dat ook een soort Status Aparte en liet Indonesie dat stuk voorlopig met rust. Men wilde kennelijk alleen de Nederlanders een hak zetten. De oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Guinea zijn overigens helemaal niet verwant aan de Indonesiers, ze blijken eerder verbonden met de oer-bewoners van Australie en zo bestaat de bevolking van het eiland ook uit meer dan duizend verschillende stammen. De talen die zij spreken zijn veel meer aansluitend op andere volken in de Stille Zuidzee. Intussen liet Nederland in de jaren zestig dus dit volk aan de Indonesiers. En die worden alom gehaat. Ze ontbossen de boel daar, drukken de Papoea’s weg uit ongeveer alle beschikbare banen, vervuilen de rivieren, en treden hard op tegen de taaie weerstand onder de inheemse bevolking. In linkse kringen (altijd de mond vol over slavernij, ontbossing, wreedheden, etc) zwijgt men. En dat is bijzonder. Nederland was ooit een goed bestuurder voor de Papoea’s en vele duizenden van die mensen zijn ooit mee naar ons land gekomen om hier een nieuw bestaan op te bouwen dan wel vanuit hier de onafhankelijkheidsstrijd mede te helpen uit te bouwen. Zonder resultaten vooralsnog. En dat arme volk verdient ook een dik excuus. Desnoods met wat herstelbetalingen. Gek genoeg hoor je uit die kring niet de daarbij behorende geluiden zoals bij o a het Surinaamse volk hier. Toch al te veel geintegreerd geraakt? Opgegaan in de maatschappij, zoals de Molukkers? Dat is een compliment waardig. Naast die excuses…(Beelden: Internet)







Onlangs las ik bij iemand een pleidooi om ons van de beste kant te laten zien en de verhoudingen met hen die van verre komen te verbeteren door gewoon een stapje terug te doen. Huh…? Doen we dat dan niet al jaren? Het idee beviel of bevalt me niet. Wil je een leuke verhouding met andere mensen moet je gewoon allebei een stap vooruit zetten tot je neus aan neus staat en dan mekaar omhelzen en kussen desnoods(nu even af te raden i.v.m. dat coronagedoe). Maar als een van de partijen achteruit moet om de ander ruimte te geven is het al mis. Ik denk dat als we echt en oprecht zouden mengen met elkaar alles een stuk leuker werd. De mens is in principe op elk gebied gelijk. Fysiek in ieder geval. Kleur onderscheidt wellicht, maar zou je van alle werelddelen en rassen baby’s vanaf moment een bij elkaar brengen en die op dezelfde wijze (heel humaan en zonder geloof) opvoeden ontstond een mensensoort die deze aarde vermoedelijk zonder oorlog of ellende zou laten voortbestaan.
Het is juist dat we zo prat gaan op onze eigen normen en waarden of ons ‘heilige geloof’ dat zorgt voor de ellende. Integratie was niet nodig als we ook zouden trachten macht uit te schakelen en te vervangen door respect. Ondenkbaar natuurlijk in een wereld waarin elke fractie meent dat de tenen worden betreden door anderen of dat wat ik heb bereikt niet voor anderen bestemd of omgekeerd. Er zijn wel eens experimenten geweest op dit punt, veelal niet op prijs gesteld door de grote kerken of machthebbers van andere orde. Het idee alleen al. We hebben behoefte aan jij en zij denken, aan onderdrukking van minderheden (geen onderscheid daarin, want komt overal voor) van vooroordelen en zo meer. Vrouwen (helft van de wereldbevolking) minder waard dan mannen.
Ik stam nog uit de tijd dat wanneer je als jong spottertje naar Schiphol ging en het vliegverkeer van toen bekeek je bijna uit elk land wel een eigen product of type voorbij zag komen. Niks Airbus, niks Embraer, nee gewoon Franse vliegtuigen, Britse, Zweedse, Italiaanse, Russische, Amerikaanse, Nederlandse en zo meer. Die eigen industrie bouwde dan ook veelal voor de lokale markt. Met name bij de Britten en Fransen speelde dit een grote rol. En door dit denken bleven de verkopen dan vaak buitengewoon beperkt tot belachelijk laag. Het totaal aantal verkochte vlieguigen was dan net zo groot als het aantal prototypen dat een moderne vliegtuigfabriek inzet om anno 2019 haar nieuwe typen te testen. Een voorbeeld van dit nationale denken is de vrijwel onbekend gebleven Sud-Est SE-2010 Armagnac. Een toestel dat net na WO2 door de Fransen werd ontwikkeld als groot verkeervliegtuig voor de lange afstanden en de Britten en Amerikanen concurrentie moest aandoen. De machine was inderdaad groot, indrukwekkend zelfs, maar bleef zeldzaam oneconomisch.
Het vloog voor het eerst in april 1949 en al snel werden er vier gebouwd voor de toenmalige maatschappij TAI, die later opging in UTA en weer later Air France. De Armagnac had weliswaar vier enorm krachtige Amerikaanse zuigermotoren van het type Pratt & Whitney R4360 die elk 3500pk leverden, het was een relatief langzaam toestel dat op de markt kwam toen de Britten hun eerste Comet straalverkeersvliegtuigen verkochten. TAI was er doodongelukkig mee. En na korte tijd werden de Armagnac’s uit de dienst genomen. Later kreeg een nieuwe maatschappij, SAGETA, er zeven in de vloot die werden ingezet tussen Toulouse en Saigon. Dit in verband met de oorlog in Z.O.Azie die de Fransen toen nog voerden. Deze toestellen konden in het meest optimale geval wel al 160 passagiers vervoeren, maar die zaten dan wel opgepropt.
En de machine kon ook niet zo heel ver vliegen door de beperkte actieradius. Moest dus veel tussenlanden en dat was bij vergelijkbare Amerikaanse en Britse toestellen toch een heel stuk minder het geval. Naar verluid zouden er precies 9 Armagnacs zijn gebouwd en die hebben maar relatief kort gevlogen. Een mislukt avontuur. Latere typen van deze fabriek waren o.a. de Bretagne die minder groot was maar wel meer ‘succes’ kende. Door o.a. de eerder genoemde oorlog in Z.O. Azie mocht Sud-Est er 45 van bouwen en leveren aan diverse gebruikers. De Armagnac was toen al vergeten. En heel eerlijk, ik kende het type slechts vaag. Tot ik onlangs van iemand een foto te zien kreeg op Facebook waarbij zo’n kist op Schiphol stond afgebeeld aan het einde van de jaren veertig. Dat was mij dan weer niet bekend. En reden om aan deze wonderlijke machines ook hier eens aandacht te schenken..(Beelden: Internet)
Vrouwlief gaat op reis. Samen met onze schoondochter. Goede combi, kunnen het prima vinden. En ik blijf thuis. Samen hebben ze vast weer veel plezier en de plannen voor dit nieuwe tripje werden al enige tijd geleden gemaakt. Lekker ver weg, een bestemming met grote culturele en toeristische potentie. De opslagkaartjes in hun camera’s zullen er vermoedelijk tot de rand mee worden gevuld. Het is hen helemaal meer dan gegund natuurlijk. Ik ben er ook al wat aan gewend geraakt. Vaker met de familie op stap in de afgelopen jaren en ik blijf dan thuis. Dat laatste is deels een eigen keuze. In mijn carriere heb ik zo veel gereisd en gevlogen dat ik er op enig moment een beetje moe van werd. Daarbij is dat vliegen ook niet meteen comfortabeler geworden. Wellicht nog wel in de lucht, maar zeker niet op de grond. Ik stam nog uit het tijdperk dat als je ging reizen je een ticket kreeg van de airline waarmee je geacht werd te vliegen en dat je dan ging inchecken op Schiphol, je eventuele koffer afgaf en daarna de paspoortcontrole passeerde voor een wandeling richting de Gate waar jouw vlucht op je wachtte. Eventueel nog even ‘taxfree’ shoppen en daarna op het gemakkie een bakkie doen. Alles binnen redelijke tijd voor vertrek.
Zo vloog ik heel Europa door, maar ook naar de VS. Tegenwoordig is alles anders. Je boekt via het internet, print zelf een A4tje uit met je ticketgegevens en checkt ook jezelf in. Bagage meenemen is een oefening waarvoor je moet afstuderen wil je het snappen en de veiligheidsvoorzieningen zijn zodanig streng dat je zowat drie uur van te voren aanwezig moet zijn om op tijd bij die gate te komen. Het taxfree shoppen verloor haar aantrekkelijkheid sinds we in de EU grenzenloos met elkaar omgaan en de prijzen in die winkels vergelijkbaar zijn (zo niet duurder) met die in de hoofdstedelijke Kalverstraat. Als je met een zgn. prijsvechter vliegt moet je zelf maar zien dat je snel aan boord komt als het startschot voor het ‘boarden’ heeft geklonken. Daarna is het ieder voor zich en God voor ons allen. Nee, ik ben daar niet van al weet ik nog steeds goed waar je wel en niet moet zitten in zo’n kist. En op elk vliegveld is de procedure gelijk. De magie van het vliegen voor mij daardoor deels verdwenen. Het vliegen zelf het leukste deel van de reis, alles op de grond vervelend. Daarbij ben ik zelf van het op tijd zijn en kan slecht tegen vertragingen.