
Wie mij volgt weet dat ik een broertje dood heb aan witjassen. Ik ben er niet gerust op dat zij mij kunnen helpen met kwalen of pijntjes die je ineens parten spelen en maar moeilijk lijken te verdwijnen. Paar keer meegemaakt. Dus als ik al naar een huisarts of zo moet doe ik dat veelal met enige tegenzin. Spaar ook vaak wat zaken of klachtjes op. Niet voor 1 kleine gedoetje, maar voor twee of zo. Had ik dus onlangs ook. Dingetjes die even aandacht vroegen omdat ik ze zelf met mijn ‘Duitse zalf’ of Paracetamol niet kon bestrijden of genezen.

Dan maar naar die dokter. Vanuit de wetenschap ‘dat het wel weer niks zou opleveren’. Vrouwlief had me al gewaarschuwd, sinds men al die dokters en assistentes heeft weggestopt achter digitale (nog net geen betaal)muren moet je vooraf bellen en dan via allerlei menu’s je weg zien te vinden. ‘toets 1 als het spoed is, 2 als u een verlengrecept nodig hebt, toets drie voor ik weet niet wat en toets 4 als het ‘overige’ zaken betreft. Ik dacht wel dat een afspraak maken tot de ‘overige’ behoorde dus koos 4. Volgende menu gaf aan dat door gebrek aan assistentes op die lijn de wachttijd wel even kon oplopen. Intussen werd ik aangeduid als beller nummer 4.

Dat bleef ik dus nog 10 minuten, intussen luisterend naar muziek die het beste kon worden omschreven als een stukje Wit-Russische volksmuziek die op pop moest lijken. Vreselijk. Na 10 minuten was ik beller 3 en weer vijf minuten later was ik ineens aan de beurt. De afspraak met de huisarts bleek zo gemaakt en als u dit leest ben ik daar dus intussen te gast geweest. Over de uitslagen zal ik indien nuttig of nodig hier verslag doen. Wat me wel opvalt is dat je dus enorm veel geduld moet hebben. Behalve bij spoed ben je als ‘weinig benutter’ van die zorg mooi aan de heidenen overgeleverd. In mijn jonge jaren hadden we een huisarts met praktijk aan diens woonadres. Je ging er er heen, dik op tijd in de vaak aardig bezette wachtkamer, vroeg ‘wie was de laatste’ aan de vaak zuur kijkende aanwezigen en die figuur hield je dus krampachtig in de gaten. De gesprekken in die wachtkamer waren vaak vreselijk maar je kon je met een beetje boek daaraan nog wel onttrekken. In recentere jaren kwam je ook bij dat eigen medische centrum in onze buurt gewoon bij een dame aan de balie en gaf aan dat je even naar de huisarts wilde. Kon dat niet meteen dan moest je even een uurtje wachten. No problemo. Tegenwoordig kan dat dus allemaal niet meer zo. Je moet en zal door zo’n menu heen. Het maakt mijn enthousiasme niet groter. Bij de tandarts is tegenwoordig een elektronisch boekingssysteem actief. Werkt puik, spaart ook daar weer een assistente. Helaas, want als ik die in de ogen keek was het altijd lente. Vooralsnog blijf ik nu steken in de winter….Jullie ook?? (beelden: Internet)






























Terwijl we in deze maand een beetje bij komen van de pandemie die afgelopen half jaar over de wereld raasde en niet alleen een gezondheidsrisico voor iedereen in zich had, maar ook een economische crisis met grote gevolgen, is het goed om eens te kijken naar een ander virus dat wij als mensen nog steeds niet hebben kunnen bedwingen. Wel de gevolgen, niet de infecties. Ook al zou dat laatste wel moeten. Het waarom ligt vast in veiligheidsmaatregelen. In dit geval bij intermenselijk verkeer. Of dat nu geslachtelijk is of via bloedtransfusies. Want dit virus verspreidt zich langs de wegen van het lichaamsvocht. HIV (Human Immunodeficiency Virus) heet het en het stamt volgens de moderne geschiedschrijving over dit onderwerp uit Centraal Afrika waar het te vinden is in apen. In de jaren zeventig en vooral tachtig sloeg het ongenadig toe in bepaalde gemeenschappen. En net als bij het huidige COVID-19 virus ging het vanuit slechts een enkel persoon heel snel. Het waarom zat ook in de manier waarop mensen indertijd leefden. De seksuele moraal was erg veranderd, we wisselden sneller van partner en we lieten ook actieve homoseks toe.
En dus springt het virus mee met al dat vocht dat wij mensen daarbij rond sproeien of via ons bloed en nestelde zich in de volgende mens. Zonder dat de dragers het merkten. En die brachten dat dan weer over op anderen. Vanuit Afrika trok het virus naar Haiti, van daar naar Amerika. Binnen de kortste keren sprong het van de een op de ander. Raakte ook mensen die aan de drugs waren en vervuilde spuiten gebruikten. Man/man, maar zeker ook man/vrouw-contact op seksgebied de primaire verspreidingsvorm. Het waarom er zo weinig mee werd gedaan zit vooral in de gluiperige aard van dit specifieke virus. De ziekten die het veroorzaakt komen pas na een jaar of tien naar buiten. En dan is het eigenlijk oncontroleerbaar te laat. Het virus trekt je hele immuniteitssysteem aan stukken en een simpele keelontsteking kan al dodelijk zijn. Patienten die ziek werden kregen de verwante ziekte AIDS en hadden meestal nog maar heel even te gaan voor ze er bijzonder pijnlijk aan overleden. We kennen allemaal nog wel de ernstige beelden van vermagerde slachtoffers met de meest vreselijke kwalen, overdekt door vlekken en zweren.
Je ging er akelig lijdend aan dood. Het antwoord van de medische wetenschap liet even op zich wachten. Eerst vond men het een typisch Afrikaans probleem, later een homoprobleem, dan een voor de drugsscene, maar toen men er echt eens voor ging zitten bleek dat het toch wel een paar miljoen mensen wereldwijd bedreigde in het voortbestaan. Met name in de homoscene woedde AIDS als in een bos vol droge brandende bomen. Ook bekende mensen werden getroffen, Hollywood en de artiestenwereld sidderden. Gelukkig heeft men sindsdien niet stil gezeten. Men vrijde veiliger met condoom voortaan, nam properheid in acht bij die drugsspuiten, er werd veel meer getest en uiteindelijk kwamen er geneesmiddelen om de stap van HIV-geinfecteerd naar AIDS af te remmen of zelfs te stoppen. Ellendig genoeg is daarna een sfeer ontstaan waarin HIV zelf als minder erg wordt ervaren omdat er pillen tegen zijn. Onveilig vrijen kwam weer voor, niet alleen in de homoscene, zeker ook in het oorsprongsgebied; Afrika. Daar is het nog steeds een grote bedreiging voor de volksgezondheid.
Zeker ook omdat men de meest wonderlijke culturele gedragsregels hanteert. Vrije seks is iets wat kennelijk moet en ontmaagden van jonge meiden als middel tegen AIDS komt er nog steeds voor. Overigens stamt dit virus al van heel erg lang geleden. Bij dieren zelfs al miljoenen jaren oud. Verwanten van het HIV-virus vond men in oude kadavers van muizen en kon men traceren tot de tijd van ver voor de huidige primaten. En al die tijd bleef het onopgemerkt. Tot we ineens in contact kwamen met wilde dieren die het bij zich droegen. En daar vinden we meteen de parallel met het huidige COVID-19 virus. We hebben nog lang niet door welke gevaren er nog schuilen voor ons mensen op microscopisch niveau. Wellicht goed om daar toch nog eens over na te denken…(Beelden: Internet)