Apenvirus…

Terwijl we in deze maand een beetje bij komen van de pandemie die afgelopen half jaar over de wereld raasde en niet alleen een gezondheidsrisico voor iedereen in zich had, maar ook een economische crisis met grote gevolgen, is het goed om eens te kijken naar een ander virus dat wij als mensen nog steeds niet hebben kunnen bedwingen. Wel de gevolgen, niet de infecties. Ook al zou dat laatste wel moeten. Het waarom ligt vast in veiligheidsmaatregelen. In dit geval bij intermenselijk verkeer. Of dat nu geslachtelijk is of via bloedtransfusies. Want dit virus verspreidt zich langs de wegen van het lichaamsvocht. HIV (Human Immunodeficiency Virus) heet het en het stamt volgens de moderne geschiedschrijving over dit onderwerp uit Centraal Afrika waar het te vinden is in apen. In de jaren zeventig en vooral tachtig sloeg het ongenadig toe in bepaalde gemeenschappen. En net als bij het huidige COVID-19 virus ging het vanuit slechts een enkel persoon heel snel. Het waarom zat ook in de manier waarop mensen indertijd leefden. De seksuele moraal was erg veranderd, we wisselden sneller van partner en we lieten ook actieve homoseks toe.

En dus springt het virus mee met al dat vocht dat wij mensen daarbij rond sproeien of via ons bloed en nestelde zich in de volgende mens. Zonder dat de dragers het merkten. En die brachten dat dan weer over op anderen. Vanuit Afrika trok het virus naar Haiti, van daar naar Amerika. Binnen de kortste keren sprong het van de een op de ander. Raakte ook mensen die aan de drugs waren en vervuilde spuiten gebruikten. Man/man, maar zeker ook man/vrouw-contact op seksgebied de primaire verspreidingsvorm. Het waarom er zo weinig mee werd gedaan zit vooral in de gluiperige aard van dit specifieke virus. De ziekten die het veroorzaakt komen pas na een jaar of tien naar buiten. En dan is het eigenlijk oncontroleerbaar te laat. Het virus trekt je hele immuniteitssysteem aan stukken en een simpele keelontsteking kan al dodelijk zijn. Patienten die ziek werden kregen de verwante ziekte AIDS en hadden meestal nog maar heel even te gaan voor ze er bijzonder pijnlijk aan overleden. We kennen allemaal nog wel de ernstige beelden van vermagerde slachtoffers met de meest vreselijke kwalen, overdekt door vlekken en zweren.

Je ging er akelig lijdend aan dood. Het antwoord van de medische wetenschap liet even op zich wachten. Eerst vond men het een typisch Afrikaans probleem, later een homoprobleem, dan een voor de drugsscene, maar toen men er echt eens voor ging zitten bleek dat het toch wel een paar miljoen mensen wereldwijd bedreigde in het voortbestaan. Met name in de homoscene woedde AIDS als in een bos vol droge brandende bomen. Ook bekende mensen werden getroffen, Hollywood en de artiestenwereld sidderden. Gelukkig heeft men sindsdien niet stil gezeten. Men vrijde veiliger met condoom voortaan, nam properheid in acht bij die drugsspuiten, er werd veel meer getest en uiteindelijk kwamen er geneesmiddelen om de stap van HIV-geinfecteerd naar AIDS af te remmen of zelfs te stoppen. Ellendig genoeg is daarna een sfeer ontstaan waarin HIV zelf als minder erg wordt ervaren omdat er pillen tegen zijn. Onveilig vrijen kwam weer voor, niet alleen in de homoscene, zeker ook in het oorsprongsgebied; Afrika. Daar is het nog steeds een grote bedreiging voor de volksgezondheid.

Zeker ook omdat men de meest wonderlijke culturele gedragsregels hanteert. Vrije seks is iets wat kennelijk moet en ontmaagden van jonge meiden als middel tegen AIDS komt er nog steeds voor. Overigens stamt dit virus al van heel erg lang geleden. Bij dieren zelfs al miljoenen jaren oud. Verwanten van het HIV-virus vond men in oude kadavers van muizen en kon men traceren tot de tijd van ver voor de huidige primaten. En al die tijd bleef het onopgemerkt. Tot we ineens in contact kwamen met wilde dieren die het bij zich droegen. En daar vinden we meteen de parallel met het huidige COVID-19 virus. We hebben nog lang niet door welke gevaren er nog schuilen voor ons mensen op microscopisch niveau. Wellicht goed om daar toch nog eens over na te denken…(Beelden: Internet)

Praktische uitstoot…

Het volgende verhaal gaat over eerlijkheid, in de theorie en de automobiele praktijk. Het gaat daarbij veelal om zaken als verbruik, uitstoot en zo meer. Zaken die behoren bij vervoermiddelen die wij bij meerderheid benutten om van A naar B te komen. Sinds jaar en dag bestaan voor deze zaken normeringen. Vastgelegd in uitgebreide tabellen.  En die tabellen zijn vergelijkbaar met soortgelijke als van toepassing op apparatuur in de keuken of pakweg de zuigkracht van uw stofzuiger. Die normen voor verbruik en uitstoot van een auto liggen al decennia vast in Europese regels. Regels die door de diverse fabrikanten vooral in laboratoria werden gehaald en dan in de folders van al dat fraai glimmende blik opgenomen. In de praktijk van alle dag zelden of nooit te behalen. En dan maakt het niks uit of uw auto nu rijdt op benzine, diesel, gas of stroom uit accu’s.

Alle fabrikanten lijden aan het ‘overdrijvingssyndroom’. Oftewel die theorie wordt zelden gevolgd door de praktijk. Uw eigen exemplaar haalt zelden of nooit de benoemde verbruikscijfers, en blijkt in de praktijk altijd meer uit te stoten aan gassen of roetdeeltjes dan men u vooraf heeft verteld. Daar is niets vreemds aan en de meeste mensen zijn  nauwelijks bezig met die cijfers, of de auto moet ipv die beloofde ene liter op 20 km, in de praktijk minder dan de helft van die gereden afstond op die liter doen. Dan komen we in actie. Door het gedoe rond de elektronische manipulatie van diesels door VW en daarop volgende constateringen dat het een branche-breed probleem betrof heeft de EU binnen twee jaar een wet aangenomen waarmee individuele lidstaten in staat zijn nieuwe normen op te leggen.

En die normen baseren zich op praktijktests waarbij de situatie waarin wij allen verkeren als we onze auto gebruiken veel nauwkeuriger worden gevolgd. Dit houdt in dat heel wat voorheen zuinige of schone modellen door de mand vallen en onzuiniger auto’s (denk aan sportwagens en SUV’s) nog eens extra belastend blijken voor milieu of portemonnee. In ons land komt daar dan naar beste linkse tradities meteen een belastingheffing achteraan en naar gelang prijs en uitvoering scheelt dat bij aanschaf al snel 2 tot 20 mille voor een auto die je ziet als de droom uit je jeugd. De maatregel treft ook elektrische auto’s. Daarvan is meteen al duidelijk geworden dat actieradius een puur theoretische waarde vertegenwoordigt. Praktijktests leggen nauwkeurig bloot dat al die cijfers 40% te hoog uitpakken en je dus een stuk minder ver komt op accu’s dan fabrikanten en grachtengordeleliteleasrijders ons willen doen geloven. Waarbij, ik schreef er al eerder over, de fabricage van die wagens niet meetelt in de test, net zo min als de opwekking van de benodigde stroom.

Want die komt echt niet spontaan vanuit de Aarde omhoog als we daar een stekker instoppen. Althans niet rechtstreeks en is zeker ook niet gratis. Kortom, sinds de vuurpijlen het zwerk in werden geschoten is er veel veranderd op dit punt. Het enige dat op korte termijn echt niet zal veranderen is de totale CO2/NOx-uitstoot door het verkeer. Ook al willen de milieufreaks ons dat doen geloven. Kan niet en heeft met veel meer te maken dan het feit of Meneer Jansen nu in een BMW of Toyota rijdt. Maar wellicht kunnen we nog eens komen tot een onafhankelijk testinstituut dat neutraal al die claims vanuit GroenLinkse milieuclubhoek zou kunnen controleren op waarheid. Kon wel eens even confronterend worden als die praktijktests in autoland…

Omgekeerd denken…

ants-pests-argentine1Onlangs, het was een beetje aardig weer en dan bewegen we ons nog wel eens wat tussen het groen in de tuin….., bleek dat een van de grote struiken (of was het nu een klein boompje) niet echt opfleurde door het lenteweer. Het ding bleef bruingeel van kleur, al kwamen er nog wel knopjes aan de takken die deden vermoeden dat de natuur zijn werk wilde doen maar niet echt daarin slaagde. Vrouwlief, uitgerust met een stel wel heel erg groene vingers, besloot het ding uit de bijbehorende pot te trekken en kwam tot de ontstellende ontdekking dat de kluit waarin die plant moest groeien was omgevormd tot een wereldstad van enige omvang. Maar dan op mierniveau. Gangen, straten, waterpartijtjes. Het krioelde ook van het volk daar in die kluit. Bruinzwarte kruipertjes druk doende om direct de schade te dichten aangericht door de brute verwijdering van hun stad uit die veilige omgeving. Onderin de pot dreven hele kluiten eitjes. Vermoedelijk het gevolg van een hartstochtelijke bevruchting van het vrouwvolk in deze kolonie. Wij bestreden de bevolking van het mierenstadje voor het gemak toch maar, verwijderden de eitjes en zetten de plant in een bak met bleekwater.

Ants marchingTot zover een eerste observatie van wat in onze tuin zoal speelde.. Wij mensen zijn als je er goed over nadenkt echter tamelijk arrogant. Wij gaan er altijd maar vanuit dat wij die wereldbol hebben geerfd van iets of iemand en dat alles wat daarop aanwezig is en leeft ons moet dienen. We dichten ons zelf grote intelligentie toe en knijpen een oogje dicht voor oorlog, haat, afgunst, armoede, terrorisme, geloofsgekte en zo meer. Immers wij mensen zijn superieur. Maar wat nu als dit niet zo is en wij eigenlijk ‘bezetters’ zijn van een planeet die in principe bedoeld was voor heel andere doeleinden. Dat die kleine mieren eigenlijk de echte bewoners zijn en dat die ondergronds of daar waar het lekker donker en vochtig is, hun eigen leven leiden. Dat er op zijn ‘miers’ wordt geconverseerd, dat ook daar songfestivals worden gehouden en er ook een echte Mierse economie bestaat. Laten we wel zijn, er is weinig kruid gewassen tegen die mieren want als je in de gemiddelde tuin gaat kijken zie je dat die beestjes eigenlijk heer en meester zijn in dat stukje ontspanningsgebied van ons mensen.

Ant figureOoit logeerden wij in Portugal. In een fraaie bungalow, het strand van de Algarve in de achtertuin. Elke dag werden we bezoocht door diverse kolonies mieren die in zwarte banen langs de muren liepen en o.a. aanvallen deden op alles wat eetbaar was in de keuken. Zoonlief was er de hele vakantie druk mee. Die stak die nesten in de brand, het hielp soms even, maar nooit lang. De mieren bleven komen. En niet alleen bij ons, ook bij de buren. Kortom, die bungalows stonden wellicht op de grond van die mieren en die kwamen hun rijkdommen even opeisen. Via de onze. Als je daar dieper over nadenkt wordt je toch iets bescheidener in die claims van het menselijk gelijk. Omdat die mieren naar verluid al een paar miljoen jaar oud zijn en ook de andere bewoners van deze aarde overleefden. De dinosauriers en alles wat daarna kwam. Toch eens over nadenken….het maakt een mens toch een soort profiteur….en mieren niet veel anders dan hard werkende beestjes met een eigen claim op onze wereld. Maar liever niet in onze tuin, dat vind ik dan weer minder…