Vandaag, 117 jaar geleden….

FWRaiffeisenVandaag, de 12e juni van het jaar 2015 is het precies 117 jaar geleden dat in Utrecht de aanzet werd gegeven voor de oprichting van de Coöperatieve Raifeissenbank, voorloper voor de huidige Rabobank. Deze bank werd genoemd naar de bevlogen oprichter en burgemeester Friedrich Raifeissen die zich de ellende aantrok van vele keuterboeren aan het einde van de 19e eeuw. Die leefden vaak in grote armoede en hielden zichzelf en hun bedrijfjes veelal overeind met geleend geld. En woekeren was die bankiers in die periode niet vreemd. Rente op rente en ook nog eens geen enkel gevoel van mededogen zorgde voor veel ellende. Raifeissen gaf zijn samenwerkingsverband een dusdanige constructie dat de ‘leden’ inspraak hadden bij het beleid en de rentevoet. Dat hielp heel wat Jan Splinters door de denkbeeldige winters. De bank baseerde zich daarbij op fijn-christelijke principes waarbij men terug greep naar een vorm van barmhartige medemenselijkheid die bijna ongekend was. Dat gevoel en die principes bleven lang een onderdeel van het Rabobank-denken en zorgt ook nu nog voor grote trouw bij de klantenkring.

Rabobank-logoAl is dat imago intussen wel aardig afgebrokkeld toen bleek dat men bij de Rabo net als bij elke andere bank gevoelig was voor gerommel met rentevoeten, de kredieten niet meer zo simpel verstrekte als de agrarische of mkb-klanten voorheen gewend waren geweest en aan de top van het bedrijf lieden kwamen te zitten die dingen deden en beslissingen namen waardoor de oude heer Raifeissen zich in zijn graf zou doen omdraaien. Bankieren in het algemeen heeft weer net zo’n imago gekregen als in die periode aan het einde van de 19e eeuw toen dat gedrag en bijbehorende imago juist zorgden voor oprichting van die Raifeissenbank. Kennelijk is het lastig om je principes geen geweld aan te doen. De Rabo zou gedegen moeten zijn, betrouwbaar, een rots in de woekeraarsbranding.

rabobank-HQ UtrechtHelaas…… Daarbij sloot en sluit het bankbedrijf kantoren bij de vleet, verlaat juist de klantengroepen waarop het altijd steunde en vervreemdt zich zo van haar eigen achterban. Nu ben ik ook niet blind of doof, laat staan monddood, maar er is toch iets mis met de financiële wereld als je ziet dat Rabo door velen niet veel anders wordt gezien als ‘een van die banken’ en niet meer in die zo gezochte uitzonderingspositie. 117 jaar na de oprichting is er maar weinig wat je kan verleiden om met je financiële vragen richting Rabo te stappen. Dus die nieuwe tractor en ploeg die ik nodig heb voor de achtertuin koop ik dan maar met een kredietje van een andere bank. Gelukkig weet ik dat wat ik hier schreef door veel lezers niet als serieus te nemen wordt opgevat. Maar neem van mij aan dat de feiten echt kloppen. En als je het niet gelooft, gewoon nakijken…Google is geduldig. Of de persafdeling van de Rabo bank in Utrecht.

Stedelijke relativering….

OLYMPUS DIGITAL CAMERAIk hoef maar een keer iets neer te zetten over de fraaie en positieve aspecten van een stad als Amsterdam en ik krijg vanuit het hele land input van lieden die menen dat ik ofwel gelijk heb dan wel volkomen ongelijk. Vaak zijn onderliggende emoties de oorzaak. Zo zijn er nogal wat voetballiefhebbers die Amsterdam niet los kunnen zien van Ajax, alsof dat voor een wereldstad als de onze het enige is dat telt. Omgekeerd heb ik zelf wel ‘iets’ met een aantal plekken in het land die mij kunnen bekoren. En dat hoeven dan helemaal geen grote, bekende, of beroemde plaatsen te zijn. Juist in het provinciale schuilt soms de aantrekkingskracht. Opmerkelijk is dan dat inwoners van die steden of stadjes zelf vaak heel relativerend doen over de pluspunten van hun woonomgeving. Iets wat wij Mokummers niet kennen of zouden kunnen. Wij zien best wel dat niet alles koek en ei is en dat op bestuur en bewoners best wel eens wat aan te merken valt. Maar ja, grote stad, met bijbehorende problemen.

WP_20141003_013Onlangs waren we weer in een provinciestad waar het heel goed toeven is en de terrassen niet alleen aantrekkelijk zijn qua ligging maar zeker ook qua prijs. Met een van de uitbaters kwamen we in gesprek. Hij snapte bijna niet dat wij zijn stad uit hadden gezocht voor ons uitje. Als Amsterdammers?? Wat zoek je hier dan? Nou, dat legden we hem nog eens uit, want wij zijn hier minstens drie, vier keer per jaar. Hij zag zelf meer in Eindhoven of Den Bosch. Grotere steden, mooie centra en nog leukere horeca. Het is opvallend dat je dit vaker tegenkomt. Dat bijna negatief verkopen van je eigen stad. Ik zou dat niet snel doen. Er is niets beter dan de plek waar je woont, de auto waarin je rijdt, de winkel waar je altijd koopt, de vakantiebestemming die je zelf uitzocht, toch?

OLYMPUS DIGITAL CAMERAEn als we dan zijn verhuisd, in een andere auto rijden, een nieuwe winkel hebben gevonden of eens ergens anders heen zijn geweest op vakantie komen vaak de negatieve mededelingen. Over saai, problemen, prijs of onvriendelijke inwoners. Nou over dat laatste maak ik me in dat bewuste provinciestadje geen zorgen. Mensen zijn er erg aardig, je kwekt binnen de kortste keren met allerlei wildvreemden en met wat opletten versta je ook nog wat ze zeggen. Wat ik wel heel vervelend vindt is dat het winkelbestand zo rap afneemt. Dat kortingwinkeltje, de speelgoedzaak, die aantrekkelijke kledingwinkel….allemaal weg. Dat worden veel (te veel) te huur bordjes. Jammer, want ook dat was een van de aantrekkelijkheden. Maar daar hoor ik niemand over. Zou men zich er voor schamen?

50Plus

WP_20140916_014Net als in de afgelopen jaren bezochten we onlangs ook weer de zgn. 50-Plus-Beurs. Bedoeld voor hen die de vijf kruisjes voorbij zijn en zich willen oriënteren op de leuke(re) dingen des levens. Of je nu een nieuwe stoel, keuken, auto, fiets of camper wilt aanschaffen, ben je hier aan het juiste adres. Een paar dagen lang komen er tienduizenden mensen af op deze beurs die langzamerhand een goede naam heeft opgebouwd bij de doelgroepen die iets meer te besteden hebben dan het gemiddelde. Voor de een is dat toch dat men een vakantie boekt richting een of andere mooie bestemming, een ander gaat trots met een massagekussen naar huis. Voor ons is het altijd weer een vergaarbak van informatie die we dan later nog eens tot ons nemen. Voor de rest kijken we naar alles wat wordt aangeboden aan producten en diensten, maar zeker ook naar de bezoekers die voorbij trekken. Nou ja, trekken. Er zitten heel vlotte lieden tussen, maar ook buitengewoon trage.

WP_20140916_016Net als vorige keren valt me op dat oudere mensen de neiging vertonen besluiteloos van richting te veranderen of plotseling stil te blijven staan. Doen ze dat is er op zich niet veel mis mee, maar trekken ze een karretje mee (vol folders of producten) kan het leiden tot grote ellende voor andere passanten. Overigens zie je ook veel mensen die nog lang niet tot de doelgroepen behoren voorbij trekken. Maar die gebruiken deze beurs om hetzelfde te doen wat ze normaal bij een Huishoudbeurs zouden late zien als gedrag, maar hier meer rust en orde vinden. Want een ding, oudere bezoekers zijn vriendelijker, socialer en vooral netter dan jongeren. Men houdt de deuren voor elkaar open, bedankt, excuseert en glimlacht. Het is opvallend. Zouden die 50-Plussers dan toch laten zien dat een goede opvoeding vroeger meer werd ingebakken dan tegenwoordig? Er was ook wel iets wat me mateloos verbaasde. 50-Plussers zijn niet allemaal goed ter been. We zagen er genoeg strompelen, achter rollators hobbelen of aan de arm van een (ook al volwassen) dochter of zoon door de hallen slenteren.

WP_20140916_024Waarom de Jaarbeurs dan besluit om de bezoekers in een parkeergarage onder te brengen die is voorzien van steile, smalle en ronduit gevaarlijke trappen is me een raadsel. Want de weg naar de ingang van het complex bleek een en al op- en neergaande trappen te bevatten. Wij zijn kwiek ter been, rennen omhoog en omlaag, maar we zagen genoeg mensen martelen. Dat moet je toch beter doen als organisatie. Maar verder, een leuke beurs, met voldoende plekken om even te zitten, wat te drinken of te eten en vooral met elkaar te kwaken. Want dat doen 50-Plussers ook graag. Gewoon een praatje met mekaar houden.

 

Watersnoodmuseum; indrukwekkende aanrader!

WP_005851Het was dat lieve vrienden ons even de weg wezen, anders hadden we dit museum never-nooit gevonden. Het bestaan er van was mij zelfs tot gisteren niet bekend en ik ben toch best wel een museumliefhebber. Zeker als het relaties heeft met de vaderlandse geschiedenis die bij steeds meer mensen toch een onbekende factor is of (b)lijkt.  Hoe dan ook; je moet er even voor rijden naar het Zeeuwse, waar op het eiland Schouwen-Duiveland, niet ver van de Zeelandbrug, het plaatsje Ouwerkerk is gelegen. Waar ook in 1953 de bekende watersnoodramp enorm heeft huis gehouden. Door puur toeval, er bleven wat caissons over die men niet meer nodig had om de dijken te dichten, kwam dit verder zeer bescheiden plaatsje aan haar grootste trekpleister, het Watersnoodmuseum dat men op slimme wijze in die overgebleven caissons vestigde. Half ondergronds, fraai ingericht, goed op temperatuur.

De toegang is niet gratis, acht euro p.p. ben je zo kwijt, (Museumjaarkaarthouders gratis toegang!)maar dan krijg je wel een heel goed inzicht in hoe heftig die watersnoodramp indertijd eigenlijk huis heeft gehouden. WP_005847Je ziet ook hoe hard o.a. de Zeeuwse bevolking heeft moeten knokken om terug te komen op het oude welvaartsniveau van voor de ramp. Dat gold ook voor grote delen van Zuid-Holland en stukjes elders overstroomd gebied in ons land. De ramp van 1953 was bepaald niet voorbehouden aan de Zeeuwen qua rampjaar, maar daar vielen wel de meeste van de  1800 slachtoffers. Herstel van de dijken in Schouwen Duiveland vond plaats met die van de vroegere geallieerden overgenomen betonnen caissons die men kant-en-klaar in Engeland van de dump kon kopen. Daardoor was het mogelijk om een relatief snel begin te maken met het befaamde Deltaplan.

Al die facetten kom je tegen. De machines, dijklichamen, Scandinavische noodhuizen en zo meer, het is allemaal uitgestald in dit bijzonder aardige museum. Naast krantenkoppen uit die tijd, films, fotoboeken, en de nodige andere zaken. Goed en modern ingericht museum dus met daarnaast de charme om door de buiken van die grote betonnen dijklichamen heen te kunnen wandelen. WP_005865Er is ook een horecagelegenheid, wel gezellig, niet zo efficiënt van bediening, maar als je een tijdje hebt doorgebracht in dat betonnen omhulsel wil je wel even iets tot je nemen. Buiten is er nog het een en ander te zien, bij mooi weer zeker de moeite waard. Wij troffen het helaas op weergebied niet zo. Regen en wind waren als vaak in het Zeeuwse land, spelbrekers. Passend bij de uitstalling in dit museum. En ook een waarschuwing voor de dingen die op waterrampgebied zo maar komen kunnen als de omstandigheden in ons klimaat ooit eens op fatale wijze zouden veranderen. Maar dat moet je zelf maar even gaan bekijken in dat erg aardige Zeeuwse museum met die trieste aanleiding. Voor de deur is het aardig toeven overigens. Picknickplekken te over. Maar dan heb je wel goed weer nodig….Zeldzaam in dit land…