
Afgelopen maand vierde men in Suriname dat men 50 jaar geleden ‘onafhankelijk’ werd van Nederland en op ‘eigen benen’ verder zou gaan. Op zich een prima streven natuurlijk, want kolonisatie is een overblijfsel uit een ander tijdperk dat door de oude staten die dat toepasten langzaam aan wel iets is afgestoten. Dat er nu weer nieuwe kolonisatoren zijn opgestaan (denk aan China..) lijkt bij de linkse kerk geen enkele weerstand op te wekken. Nou dat zal mijn verhaal hier wel doen denk ik. Immers, toen het er op leek dat onze oude kolonie Suriname op zichzelf zou worden aangewezen en de bevolking dus moest gaan werken aan de opbouw van dat eigen land, koos de helft van die daar toen levende mensen er voor om dan maar in het vliegtuig te stappen en richting Nederland te emigreren.

Reden, de goede sociale voorzieningen hier, de vele subsidies, een beter huis dan in Suriname en een kans voor de kinderen het economisch beter te krijgen. De ‘Bijlmer-Expresse’ heette de vliegverbinding tussen het nieuwe en oude land en inderdaad kwamen duizenden Surinamers terecht in de relatief dure huurwoningenwijk Bijlmermeer ten zuidoosten van Amsterdam. Daar stonden prachtige ruime flats voor middenklasse-huurders die waren opgezet in de jaren zestig en begin 70. De toenmalige bewoners betaalden de volle mep aan huur, de nieuwkomers kregen huursubsidie naast hun sociale uitkeringen. Daarnaast was er ineens geen screening meer nodig voor de potentiele huurders.

Dat was in de jaren voorafgaand aan die ‘invasie’ standaard procedure geweest voor de potentiele huurders door de verhurende partijen, veelal woningbouwverenigingen van naam en faam. Met steun van de veelal linkse lokale en landelijke overheid werd de huur voor de nieuwkomers gegarandeerd en vonden hele families onderdak in die fraaie en ruime nieuwbouwflats. Met alle gevolgen van dien. De tuinstad Bijlmermeer veranderde van karakter op een wijze die we nu elders zien, maar ook in een tempo dat zijn weerga niet kende. Toen een paar jaar later de eerste metrolijn werd aangelegd tussen Bijlmermeer en CS en men in de centrale stad de heroinehandel te lijf ging verplaatste die zich naar het nieuwe woongebied.

Criminaliteit en verloedering was het deel voor degenen die er al van voor die invasie woonden. Vele daarvan vluchtten weg. Naar Hoofddorp, Purmerend, Almere of verder. Wat bleef was een wijk waar het bepaald minder leuk was geworden. De centrale stad keek weg, links houdt nog steeds niet van slechte boodschappen die haar eigen doctrine kunnen uithollen. Pas na de Bijlmerramp met dat ElAl vliegtuig een dikke dertig jaar geleden veranderde de aanpak. Men trad eindelijk op, sloopte oude flats (waar veel illegale bewoning plaatsvond) en bouwde nieuwe straten en huizen. De leefbaarheid verbeterde. Net als het economisch niveau van die emi-Surinamers. Die verhuisden zelf ook naar andere gebieden. Zoals naar Almere. Waar men hoopte op een beter leven. Intussen vinden veel Surinamers dat ze hier worden achtergesteld, gediscrimineerd en dat Zwarte Piet maar een uiting van hun slavernij-frustratie is. Kortom, dat onze samenleving niet deugt vanuit hun perspectief. Gratis geld zou veel kunnen vergoeden, althans in de ogen van de meer activistische leden van die hier toen gevestigde cultuur. Hoe negatief het ook moge klinken, ik maakte die invasie indertijd aan den lijve mee en heb er heel slechte herinneringen aan. En ben dus ook tegen uitzonderingsposities voor juist deze groep. Ook ik ben uit mijn toenmalige wijk gevlucht, want het was op enig moment niet meer te harden in die best aardig opgezette luxe woonbuurt. Niets van wat we verwachtten in 1970 bleek in 1980 nog te bestaan. Alles was weg. Zeker ons gevoel van veiligheid. En voor hen die me niet geloven wil ik best nog wel eens een lijstje maken van de zaken die ons na die invasie zijn overkomen. Dan snap je wel dat we indertijd verhuisden en ook dat juist ik geen begrip heb voor welke claim of behoefte aan feest vieren rond die onafhankelijkheid van dat verre land laat staan die claims op schadevergoedingen rond het ‘slavenverleden’. (beelden: archief)























Ik beschreef eerder al; (blog van 4 augustus jl) het streven van sommige linkse en opgehitste lieden naar een revolutie op basis van wraakzucht en vermeend lijden. Om daar toch nog eens iets tegenover te stellen even een persoonlijk verhaal dat veel duidelijk maakt over wat ik aan ervaringen opsloeg in het geheugen en mijn mening over bepaalde zaken mede vormde. Het was in 1970 dat wij als familie besloten te verhuizen naar de splinternieuw gebouwde wijk Bijlmermeer. Net ten zuidoosten van Amsterdam, fraaie flats, veel ruimte, CV, Kabel-TV en een balkon om U tegen te zeggen. Amsterdam zorgde indertijd ook al niet zo goed voor haar eigen inwoners. Woningen waren schaars en als je geen 20 jaar inschrijving bij het CBH (Centraal Bureau Huisvesting) kon aantonen was je gedoemd op een zoldertje te blijven leven of zoals wij, inwonend bij de (schoon)ouders in een op zich aardig historisch maar slecht te verwarmen pand in het centrum van onze stad. Het was mijn schoonvader die ter verbetering van de situatie na een paar jaar stappen zette en plotseling kregen we binnen de particuliere huurmarkt een schitterende flat toegewezen in die nieuwbouwwijk die lonkte. De maandhuur was 50% van wat wij verdienden, maar goed, je kreeg er een heel mooi en nieuw eigen huis voor terug.
En zo genoten we van het comfort en de omgeving, we zagen de wijk steeds verder opbouwen, en om ons heen woonden veel mensen die ik van Schiphol (zie mijn vervolgverhaal) kende. Niveau, het mocht iets kosten. In 1973, we kregen gezinsuitbreiding en in dat flatgebouw bleken vijfkamerwoningen regelmatig beschikbaar te komen. Doorstroming deed haar werk, dus kozen ook wij voor verruiming van onze woonoppervlakte. En hoe. Prachtige flats, voor de hobby’s geen ruimteproblemen meer, en we waren gewend geraakt aan de hoge huur, waarbij ook de carriere zorgde voor een wat betere betaalbaarheid. Alles was wel bij ons aan boord. Rustig ook. Tot 1975! Suriname werd onafhankelijk. Prachtig zou je denken. Maar daar dacht de helft van de bevolking in die voormalige kolonie toch anders over. Ze werden als Rijksgenoten hier gezien als Nederlanders en konden dus als ze snel waren genieten van de gratis sociale voorzieningen in ons land. Mits ze in Nederland zouden wonen. En dat deed men. Massaal! Vliegtuigen vol kwamen deze kant op, een emigratiestroom die Nederland nog nooit had meegemaakt. En men zocht dus onderdak. Voor Amsterdam was er kennelijk maar een wijk die in aanmerking kwam voor dat opvangdoel, de Bijlmermeer.
De grote flats lonkten en omdat men door de wat hogere huren minder Nederlandse huurders vond voor de steeds maar weer nieuw opgeleverde gebouwen zette men de Surinamers er in die soms rechtstreeks uit de jungle afkomstig leken. Demografisch een rampzalige beslissing, voor de er al gevestigde samenleving ook. Deze nieuwe bewoners kregen bijstand en huursubsidie maar helaas vervielen er velen toch vrij snel in de drugshandel en criminaliteit. De Bijlmer kleurde zwart. Om ons heen zagen we ook ons ooit zo keurige, door een katholieke WBV geexploiteerde flatgebouw veranderen. Was die woningbouwvereniging waar wij huurden indertijd naar ons toe nog heel erg streng geweest met haar toelatingsbeleid, nu werd men onder druk van de omstandigheden gedwongen iedereen toe te laten met een Surinaamse achtergrond. Het werd een ramp. Onveiligheid, vervuiling, alles kwam over de wijk en onze flat heen. En diens bewoners van het eerste uur. Die nergens heen konden. Want volgens de Gemeente Amsterdam liet je bij optionele verhuizing naar andere delen van de stad ‘geen betaalbare huurwoning’ achter voor nieuwe bewoners. Kortom, klem! Voor veel Nederlanders bleef slechts de weg naar elders. Men verhuisde. Naar Hoofddorp, Leimuiden, Roelofarendsveen desnoods, maar men bleef niet zitten in de Bijlmer. Een Bijlmer woonwijk die steeds verder verloederde. Persoonlijk maakte ik enorme overlast mee van buren, vuurtjes op het balkon, live muziek die zo hard was dat je echt zat te trillen op je stoel, de auto werd leeg geroofd, fietsen gestolen, boxen op de begane grond compleet ontruimd zonder verzoek daartoe en schoonmama op straat overvallen. De linkse gemeente keek de andere kant op. Gaf de Bijlmermeer en haar inwoners gewoon op.

Met name in landen waarvan je kunt weten dat onderhoud en leeftijd van die vliegtuigen matig tot slecht is, dan wel echt oud. Afghanistan is zo’n land. Indonesie ook, maar zeker ook Iran moet worden genoemd als een land waar de veiligheid best onder de maat is. Dat geldt ook voor Suriname. Een maatschappij als Blue Air uit dat land kende binnen drie jaar ook drie crashes. Reden voor veel zorg zou ik denken. Bij de mensen die er verstand van hebben komt het Afrikaanse continent ook vaak omhoog als een deel van de wereld waar je maar beter niet gebruik kunt maken van de beschikbare vliegtuigen. Vaak oud en totaal afgevlogen. Soms van Russische origine, maar ook veel oudere Amerikaanse, Engelse of zelfs Nederlandse toestellen slijten hun laatste jaren in die hoek van de wereld. En reken maar dat men het daar met het onderhoud of reparatie minder nauw neemt. Gebrek aan regels en controle! Nee, dan blijft de KLM een meer dan veilige optie. Als je ergens heen gaat betaal dan iets meer en vertrouw op goed materieel, bijzonder goed opgeleid personeel en relatief jonge vliegtuigen.
Jong is in de luchtvaart overigens relatief. Een 80-jaar oude DC-3 kan nog steeds fris zijn als men het onderhoud goed heeft uitgevoerd. Anders dan wij bij auto’s gewend zijn worden vliegtuigen eens in de zoveel tijd uit elkaar gehaald en met nieuwe onderdelen weer in elkaar gezet. Krijg je alles weer op nul uren en kan zo’n kist weer even mee. Overigens is de meest veilige airline uit de geschiedenis het Australische Qantas. Daar valt niets negatiefs over te melden. Goed zijn ook SAS uit Scandinavie, Lufthansa, British Airways en ons eigen Transavia. Overigens zeggen dit soort aanbevelingen niets over vertragingen of comfort aan boord. Het gaat slechts om veiligheid. In dat kader moeten we ook CSA uit Tsjechie noemen dat al vanaf haar oprichting (kort na de KLM in 1919) lid is van IATA en een prachtig veiligheidsrecord overeind kan houden. Kortom, er is veel goed in die luchtvaartwereld, maar er zitten nog wat rotte plekken tussen. Mijdt die en je weet zeker dat je veilig op je bestemming komt. En dat is veel waard. (The National 080119)(Beelden:(c) Yellowbird)
Onlangs las ik ergens dat de Amsterdamse wijk ‘de Bijlmermeer’ in deze periode van het jaar precies 50 jaar bestaat. Of het reden is voor een feestje weet ik niet, maar ik zal het zeker niet meevieren. Mijn herinneringen aan die wijk zijn te zeer gemengd op dat punt. Daartoe even een stukje achtergrond. De Bijlmermeer werd in de jaren zestig gepland aan de Zuidoost-kant van Amsterdam op grondgebied van buurgemeente Ouder Amstel. Die kreeg voor de grond een aardig bedrag, maar dit besluit zorgde er meteen voor dat Amsterdam in feite een wig dreef tussen twee onderdelen van die buurgemeente zelf, Duivendrecht en Ouderkerk a.d. Amstel. Het polderlandschap waar Amsterdam haar zinnen op had gezet zou daarna in rap tempo worden omgevormd tot een grote wijk waar mensen die een wat hogere huur konden en wilden betalen zouden gaan wonen in hoogbouw die luxe moest zijn en comfortabel, maar ook omgeven door groen. Veel groen! Dat lukte aardig. De eerste bewoners woonden overigens nog een tijdje in een zandbak, maar dat schijnt niet anders te kunnen bij vaderlandse nieuwbouwwijken. Ook wij werden indertijd getriggerd door wat de Bijlmermeer te bieden had. Je kon er voor 245 gulden per maand (prijsniveau 1970) een splinternieuwe driekamerflat huren met CV, een opbergruimte op de begane grond en op termijn een parkeerplek in een van de nog te bouwen garages. (Wachtlijst voor woningen in de oude stad was op dat moment tenminste 7-10 jaar)
Een binnenstraat in de vaak enorme gebouwen zou de flatbewoners met elkaar in contact brengen en daarin zouden dan winkels komen waardoor je in feite in eigen omgeving alles zou vinden wat je zocht. Anno 1970 leek dat aardig te gaan lukken. Jammer dat men geen wegen aanlegde van enige importantie. De Bijlmer zou verhoogde straten en wegen krijgen, maar die waren op moment van oplevering flats nog (lang)niet klaar. Ook was er een magere buslijn naar het centrum van Amsterdam en beperkte het winkelaanbod zich tot een enkele supermarkt. En die kwamen nooit in die binnenstraten te zitten. Maar de eerste Yuppen (de term bestond nog niet, de soort bewoners wel..) meldden zich voor dit grootste avontuur op woongebied dat de stad te bieden had. Voorspoedig bouwde men de hele omgeving vol. De wegen kwamen er na enige tijd, net als de parkeergarages. De flats bleken in de praktijk aardig gehorig te zijn. Het liefdesleven (of het tegenovergestelde) van de buren was soms letterlijk te volgen. Maar de ruimte en de CV maakten veel goed. Langzaam aan verbeterde ook het winkelaanbod en kwam er wat beter openbaar vervoer. Wij settelden ons in onze splinternieuwe driekamerflat. In 1974 ruilden we die om voor een veel grotere op een andere etage van het zelfde gebouw. Vijf volwaardige kamers, een extra inpandige bergruimte die zo groot was als een slaapkamer en dan gespiegeld aan de buitenkant van onze flat nog een. Het kon niet op en het uitzicht op die negende etage van het gebouw was fabelachtig.
Tot…1975. Met de aankondiging van onafhankelijkheid van Suriname nam de halve bevolking daar per vliegtuig de benen en zocht vooral de sociale zekerheden in ons land. Een deel van hen werd opgevangen in de Bijlmer. Met huursubsidies die ons als reguliere en oospronkelijke huurders niet werden gegeven, bewoonde men soms met hele families flats en verbouwde die naar eigen behoefte. Met die intocht kwamen ook de echte problemen. Onveiligheid, criminaliteit, opvallend genoeg ook fysiek ongedierte als kakkerlakken en zo meer, die zich in die gebouwen waar het altijd warm was, nestelden alsof ze in de jungle zaten. De Bijlmer zuchtte. Veel van de eerste bewoners vertrokken. Zochten hun heil ergens anders. Voor die huur kon je immers in andere steden of dorpen rond Amsterdam een mooi eengezinshuis vinden. Veel van mijn toenmalige Schiphol-collega’s deden dat. Wij zaten het zelf nog even uit. Tot ook onze bergruimten werden geplunderd, de auto’s ontdaan van radio’s en zo meer en de politie vaste gast was in ons flatgebouw. Brand bij de Surinaamse buren, afval en tv’s die naar beneden werden gemikt, het ongedierte. Op enig moment was de maat vol en vertrokken ook wij. Richting het nieuwe land, waar je zoveel meer woongenot kreeg voor hetzelfde geld. De Bijlmer verloederde in rap tempo. Meer dan 100 nationaliteiten, drugsoverlast! Tot er een Boeing van ElAl op neer kwam in 1992 en de Gemeente Amsterdam ineens doorhad wat hier allemaal speelde. Voordien hadden achtereenvolgende colleges weggekeken en doofheid voorgewend bij rapportages over deze ‘prachtwijk’. Het resultaat werd meer reden voor een feestje. Veel economische activiteiten, afbraak van veel hoogbouw, verwijderen van al dat fraaie groen dat vooral zorgde voor veel onveiligheid, aanleg van meer normale straten en huizen. Een onherkenbare wijk waar nog steeds enorm veel van de bewoners zitten uit die periode waaraan ik niet graag herinnerd wil worden. Maar wellicht is het er nu wel weer goed toeven. Als ik er doorheen rijd moet ik trouwens goed kijken waar wat te vinden is.