
Als ingewijde in het professionele autowereldje en ook dat van marketing en reclame weet ik vrijwel alles van de waarde van een merk of model in dat bewuste vakgebied. Zo heb ik zelf ooit ervaren dat bijvoorbeeld Ferrari kan bogen op een enorm groot imago, terwijl de aantallen verkochte wagens bijster klein zijn. Maar men investeerde vele miljoenen bij dat merk aan het onderhouden van het gevoel dat een Ferrari echt iets bijzonders is en je van goede of koninklijke huize moet komen om er in te rijden.

Bij een ander Italiaans merk als Fiat was het imago altijd dat je er terecht kon voor veel auto voor je geld. Maar een grotere middenklasser was bij het merk niet in de showroom te slijten. Gold ook voor de meeste Japanse merken. Geweldig toen het allemaal nog ging om goedkopere modellen, maar heel lang werd je in de hogere prijsklassen toch voor gek verklaard als je geld stak in de aankoop van een grote Toyota of Nissan.

De afschrijving was daardoor erbarmelijk hoog. Imago is dus ook gevoel. En dat gevoel mag iets kosten. Mensen willen ‘er bij horen’ en zijn deels kuddedieren. Zo kon Opel in ons land dik 30 jaar het jaarlijks best verkochte merk blijven. Kwam vooral omdat je die wagens overal om je heen tegenkwam. Toen Opel hele marktsegmenten overliet aan de concurrentie was het snel gedaan met die omzet maar zeker ook het imago. KIA is het nieuwe Opel zo lijkt het.

Zeker in Nederland is deze Hyundai-dochter mateloos populair. Een oude Opel-chef wist het bedrijf na een faillissement te transformeren in een automerk met een blanco imago wat in de bediende marktsegmenten heel wat fraais weet te bieden en dan ook nog met 7 jaar garantie. Nederlanders kwijlen daarbij. Gratis autorijden is hun natte droom zo wat. Een goed imago hebben ook de wagens van Tesla. Maar dan vooral bij hen die zich verheven voelen boven de massa. Ze hebben eigenlijk niks met auto’s op, maar voelen wel verwantschap met een autobouwer die een soort rijdende computer loslaat op de massa.

Dat de kwaliteit en afwerking dan soms twijfelachtig was of is doet er voor die grachtengordel leaserijders minder toe. Hele nieuwe lichtingen autogebruikers hebben weinig op met die imago’s. Zie maar eens hoeveel van die lui via Internet een totaal onbekend merk als Lynk & Co of MG (gewoon Chinees) bestellen of zelfs een bijna ordinaire maar heel dure Hongqui. Zet die op je oprit thuis en je krijgt gegarandeerd vragen over waarom…. Veel van de gebruikers gaan dan stotteren of hebben niet echt een antwoord. En dat zal nog erger worden, want er komen nog tientallen van die Chinese (kloon)merken op ons af. Mede mogelijk gemaakt door westerse fabrikanten die hun kennis en ervaring vaak doorgeven aan Chinese autobouwers. Die er op gokken dat iemand die een echt merk wil daar altijd voor zal gaan, maar dat mensen die daar niks om geven gewoon kijken naar wat men krijgt voor het geld. De tijden van merktrouw lijken voorbij. Ik ben nog een van de laatsten der Mohikanen. Maar ik matig me dan ook aan echt verstand van zaken te bezitten. Maakt toch verschil vind ik…. En wie dat ook vindt mag nu applaudiseren…. (Beelden: Archief)



Maar wat is dood als je nog glanst van schoonheid en denkt dat je nog 80-100 jaar te gaan hebt. Nu krijg je van ouders of schepper geen enkele garantie mee dat je die leeftijden mag gaan halen, toch zien we als jonge mensen nergens bedreigingen op ons pad. Zeker niet in de eigen leeftijdskringen. Was ik vroeger anders? Tuurlijk niet. Een paar voorbeelden van dat wonderlijke gedrag vertoonde ik ook hoor. Alleen was ik niet van de drugs en al helemaal niet van het roken. Dus aan mijn lijf geen polonaise. Maar een echte polonaise was dan wel weer leuk. Feestje, dansen, wat flirten, lol maken. Je ziet er nog goed uit en al die anderen die je tegenkomt, ook of nog veel meer. Onlangs was ik in gesprek met een jonge vent die me een dilemma uitlegde. Of hij nu wel of niet die BMW Sportcoupe moest kopen van een tweedehands handelaar in de buurt van Den Haag.
‘Tuurlijk niet…’ was mijn pragmatische antwoord en ik gaf hem diverse redenen waarom dat in zijn situatie zo’n slecht idee was. Maar het was tegen dovemansoren. Hij somde achter elkaar wel 20 minuten lang argumenten op die hem naar de juiste kant van de schaal moesten leiden. Ook zijn vader had hem de BMW afgeraden, maar dat was denk ik nu net reden om die auto wel te kopen. Gruwelend vertelde ik nog wat verhalen over wat ik zoal met tweedehands wagens van dit merk had meegemaakt. Het kwam niet binnen. Hij stak daarbij de ene sigaret na de andere op. Ik legde hem uit hoe ik daar naar keek. Hij keek me meewarig aan. Ik was een oude man die vooral zeurde. Zijn gezondheid was nog goed en hij kende een opa die 91 was geworden maar zijn leven lang had gerookt. Tja….die ene man zal zeker geen voorbeeld zijn voor…maar toch!
Zijn logica was vooral bedoeld om zijn eigen gedrag te verbloemen. Immers, hij was onkwetsbaar en wilde genieten. Het leven was al zo lastig. Toch??? Ik knikte maar eens. Was het niet met hem eens, maar wat maakte dat nog uit. Ik dacht terug naar de eigen jeugd…naar de dingen die mijn ouders niet zo handig vonden. En zuchtte. Wat ging het allemaal toch vlug en is die kwetsbaarheid er snel als je niet goed oplet. En juist dat laatste doe je niet als je jong bent. Het is van alle generaties. Toch??? (Beelden: Internet)
Het onderwerp milieu vind ik wel voldoende reden om er nog eens wat over neer te pennen. Omdat bijvoorbeeld een politieke stroming als GroenLinks vaak dat onderwerp naar zich toetrekt. Vanuit het idee dat met name de wat jongere generaties zich geroepen voelen tot het credo van mensen als Klavertje met hun namaak-Obama-retoriek. GroenLinks wil nog wel eens stellen dat juist ouderen zich minder van het milieu zouden aantrekken en daardoor alleen al de wereld vervuild achterlaten voor hun nageslacht. Wat op zich al een krankzinnige gedachte is want veel oudere mensen koesteren dat kroost nu net omdat ze zelf vaak een wat karige jeugd hadden en het beste met hun (klein)kinderen voor hebben. Kortom, kletskoek van de eerste orde, iets waarop veel van die stromingen op de linkerflank van het politieke spectrum een aardige claim hebben zitten. Het milieu gaat ons daarbij allen aan.
Toch valt op dat uit onderzoek in het verleden bleek dat juist ouderen veel meer bezig zijn met scheiden van afval, met het inleveren van batterijen, met recycling en vooral ook het zo lang mogelijk gebruiken van wat zij ooit aanschaften. Hun milieubelasting is dus veel lager dan je bij de jongere generaties kunt zien. Even de echte veganisten in de linkerflank van GL of PvdD daar gelaten. Ouderen eten ook anders. Weinig mensen van boven de 60 kiezen voor MacDonalds of Kentucky Fried Chicken om aan hun trek in iets lekkers te voldoen. Het idee dat zij stellen dat de eigen tijd er bijna op zit en dat na hen de zondvloed wel mag plaatsvinden is een te vaak gebruikte maar onware misvatting. Juist bij jongere generaties zit het gedrag van vervanging van spullen in de genen. Ingegeven door discounters of budgetwinkels waar je vandaag alles in het rood, morgen in het blauw en overmorgen weer roze moet hebben staan of hangen. Daaraan doen ouderen meestal niet meer mee.
Ook bij allochtonen zie je weinig milieubewustzijn. Vanuit hun herkomst en achtergrond wellicht nog wel te begrijpen, maar ze worden er zeker niet zo op aangesproken als de GroenLinkse predikers zo graag doen bij de oudere generaties. Overigens bleken uit onderzoek de groot-stedelingen nipt milieubewuster dan plattelanders en zijn gereformeerden en katholieken de mensen met het grootste milieubesef. Kortom, vanaf de kansel al meegekregen juist om te gaan met de schepping van de Heer. Daarmee steken deze groepen ook flink uit boven alle andere religies of atheisten. GroenLinks heeft dus heel wat uit te leggen als ze weer eens kwaken als een eend zonder kop op dit gebied. Feiten zijn belangrijker dan aannames of vooroordelen. En die feiten gaf ik de lezer even. Nu nog even vertalen in daden. Zoals juist stemmen en niet kiezen voor de bekende weg….
Hij oogde niet echt oud. Jaar of 40/45. Vlot type, T-shirt, zo’n hangende jeansbroek zonder riem waardoor zijn merkboxerband zicht- en leesbaar was. Kale kop, net als ik. Hij stonk naar drank. Niet dat me dat nu meteen zorgen baarde, maar om half elf in de ochtend is mij persoonlijk wel erg vroeg. Hij stapte hijgend na mij de lift in van het gebouw waar ik voor familiebezoek te gast was. Moest een paar etages lager zijn. Zodra de lift zich in beweging zette begon hij tegen me te praten terwijl hij zijn smartphone uit zijn broekzaak opviste. ‘Tis toch wat he’, zei hij met tamelijk luide stem, licht hijgend nog steeds, ‘vroeger had je helemaal geen benul van het bestaan van die dingen, je had het ook niet nodig. Maar nu, je ken nie zonder he.’. En om het bewijs te leveren van nut en noodzaak ging het ding af en drukte hij op drie of vier knoppen om een gesprek aan te nemen. Lukte niet. Misprijzend keek hij naar het op zich slimme ding. Toen naar mij. ‘Nou dat wordt terugbellen……’zuchtte hij. De alcoholwalm kwam me tegemoet. Intussen had hij zijn etage bereikt en stapte uit. Wenste me een geweldige dag verder en liep naar de toegangsdeur van de hal waar ook de lift zijn tussenstop had gevonden.
Ik vervolgde mijn reis, hangend aan de liftkabels, naar een paar etages hoger. Dacht na over wat hij zei. Ik ben, ik schat het netjes in, twintig jaar ouder dan de betrokken vent, weet ook nog dat we geen smartphones hadden of diens voorgangers. Maar ik weet ook dat ik mijn eerste mobieltje een jaar of twintig geleden toevoegde aan de spullen die behoorden bij werkstatus en gemak. Je kon met die eerste dingen vooral bellen. Handig onderweg, al waren de batterijen dan vrij snel leeg. Maar ik was ook veel in het buitenland en dan was die telefoon ook mijn levenslijntje naar de thuisbasis. Later kon je sms-sen, dat was een prachtige toegevoegde waarde. Met een handsfree-set was er met die toestellen ook in de auto te bellen. Het comfort en gebruiksgemak werd er steeds groter door. Om over te gaan in die smartphone-generatie waardoor ik nu een toestel heb waarmee ik betere foto’s maak dan met veel van mijn compacte digitale camera’s, mijn socials bedien, een agenda bijhoudt, kijk hoe het weer onderweg zal zijn, het laatste nieuws kan bijhouden zodat de kranten overbodig werden en ook nog kan mailen en whatsappen.
Het ding helpt me via satellieten bij het reisroutes kiezen, zoekt of boekt de dichtstbijzijnde restaurants als dat nodig is of de benodigde parkeergarages. Kortom, Smart is echt Smart en ik geniet daarvan. Met dank aan zoonlief die me aan die machinerie wist te helpen. Kostte wat moeite maar eenmaal over stag ben ik een adept. Ik kan me niet eens meer voorstellen hoe het is zonder…… De Smartphone verving veel wat vroeger allemaal apart moest worden bijgehouden. Kortom, geweldige dingen. En oh ja…..je zou er ook mee kunnen bellen natuurlijk. Mits je weet waar de knop zit om aan te nemen. En daar ga ik net als die liftreiziger onlangs ook vaak de mist mee in. ‘Kan altijd terugbellen’ is dan ook mijn conclusie. Maar of dat nu zo ‘smart’ is…?

