Het aantal jaren dat wij intussen getrouwd zijn is, zo bleek vorig jaar, reden voor de burgemeester of een van de wethouders om ons een bosje bloemen te komen brengen. Niet omdat wij nu echt zo oud zijn, al is het kuikendons intussen wel verdwenen, nee, we waren er gewoon vroeg bij. Indertijd een schokkend besluit, maar voor ons beiden toch het beste. Het gaf ons gelegenheid de eigen vleugels eens te benutten zonder dat we beknot werden in de richting waarheen we wilden fladderen. Jong, relatief onbedorven, maar met een grote mate van zelfstandigheid in de genen gingen we het avontuur aan. Met als geluk dat we een piepklein appartementje mochten inrichten in het vrij grote toenmalige woonhuis van de ouders van mijn echtgenote. Zo’n appartement zou nu al snel iets van een ton of drie-en-een-half kosten, indertijd was het voor ons min of meer gratis maar konden we ons via een luik afzonderen van de rest van het huis. Toch wel handig als je zo jong bent.
Het leven kende haar hobbels. Op en neer hoort er bij. Praten ook. Samen verving ieder voor zich en god voor ons allen. We werkten hard, kregen veel steun van de schoonouders, genoten toch van die vrijheid en ontwikkelden een samenlevingsvorm die ons paste. Een huwelijk is niet alleen maar een zaak van jouw wensen en verlangens er door duwen ten koste van de ander. Nee, het overleg- of poldermodel werkte behoorlijk goed in ons geval. En wij waren ook ooit getrouwd omdat we nooit om gesprekken verlegen zaten. Veel interesses deelden we en waar we verschilden maakte dat het juist weer interessant. Mijn liefhebberijen verhuisden mee, de hare werden verder ontwikkeld. Na een paar jaar verhuisden we. Naar de nieuwe woonwijk waar zoveel Amsterdammers hun zinnen op hadden gezet. De splinternieuwe Bijlmermeer! Met haar comfortabele flatwoningen die eigenlijk best aan de prijs waren. Maar ook nieuw en goed verwarmd. Ook daar ging ons leven door zoals we dat kenden. Al ondergingen we emotioneel ook daar grote dieptepunten. Het leven is nu eenmaal niet alleen maar lol maken en dromen. De neus moest soms stevig op de feiten van dat leven.
Een zoon bekroonde ons leven van toen in die wijk vol grote flats en jonge gezinnen. En zo ging dat maar door. Verhuizen van hier naar daar en van daar weer naar hier. Mensen verdwenen uit ons leven, soms door verhuizing, in andere gevallen doordat ze het tijdelijke voor het eeuwige verwisselden. Van de mensen die op onze trouwfoto’s staan zijn er heel wat intussen gaan hemelen. Anderen zijn net als wij een dagje ouder geworden. Want jong blijf je niet. Dat is een illusie! Jong van geest wellicht, dat wel. Ondanks dat kraakt en piept en wel eens iets. De ‘onkwetsbaarheid’ en glans van de jeugd verdwijnen. Dat gevoel voor mekaar niet. Dat maakt ook sterk, dat is de basis. Vandaag vieren we weer een keer dat we heel lang geleden precies op Dierendag ‘ja’ zeiden tegen elkaar en er voor gingen. Nu eens zien dat we daar nog eens een paar tientallen jaren aan toe kunnen voegen. Zou mooi zijn als we niet zozeer de burgemeester als wel de premier van dit land langs krijgen met een bosje tulpen. Of Maxima….Maar dat leidt vermoedelijk tot ellende. En dat is niet handig na al die jaren…..En o ja, vieren doen we het zelf ook natuurlijk….:)

Had ik het in een van mijn vorige blogs nog over een zanger die wij nauwelijks meer kennen, hoe anders gaat het met mensen als Andre Hazes. Een fenomeen in zijn jaren als zanger en entertainer. Levend bewijs dat onzekerheid en drank geen goede combinatie vormen, maar ook dat je met slimme teksten en een snik in de (goede) stem hele volksstammen kunt ontroeren. Nog steeds is ‘Bloed, zweet en tranen’ een klassieker. En met name als hij dat met onvervalst Mokums accent ten gehore bracht. Andere uitvoeringen zijn zelden een juiste afspiegeling. Ellende, pijn, narigheid, je moet in de goot hebben gelegen om die teksten over de buhne te krijgen. Hazes kon dat. Zijn zoon niet. Hoe aardig ik dat jong ook vind hoor. Want ondeugend, dwars, humorvol. Maar als zanger niet geschikt. Laat dat jong leuke programma’s maken s.v.p. maar geen levensliedjes zingen. Veel te beschermd en rijk opgevoed door de moederkloek van de familie Rachel. Toch zie je vaak de impuls van kinderen om hun vaders of moeders na te doen en een eigen carriere na te streven waarbij de herkomst helpt. Soms lukt dat, in veel gevallen niet.
Willeke Alberti streefde die carriere ook na, maar deed dat samen met pa. Willy Alberti was een mensenmens en kon dingen in beweging krijgen. Dochterlief leerde zo het vak. En is nog steeds actief. Met in gedachten altijd haar vader die over de schouder meekijkt. Maar echt, er zijn voldoende voorbeelden van mensen die het probeerden maar mislukten. En soms kiezen de appels voor een totaal andere carriere dan de voorouders. Wat maar goed is ook. Bij ons, normale mensen zonder tv-bekendheid, liggen de zaken soortgelijk. Er zijn mensen wiens ouders jurist, dokter of wat ook waren en dan zelf ook in die hoek een carriere wil(d)len opbouwen. Anderen werden dominee omdat Pa dat ook was. Maar er zijn zat voorbeelden waar die appel en boom-situatie volkomen anders uitpakte. Ik zelf kan min of meer bogen op een carriere die toch op een of andere manier verbonden is met het familieverleden.
Denk aan de autobranche waar ik toch heel wat jaartjes al werkend doorbracht. Toch meegekregen van ouderkant zonder overigens die kant op gedirigeerd te zijn. Een goede vriend nam ooit de zaak van zijn pa over en bouwde die succesvol uit tot een miljoenentent. Maar ik heb er ook voldoende zien mislukken op dat gebied. Misten toch dat specifieke gen van pa om tot grote prestaties op zakelijk gebied te komen. Maar ach, je moet maar zo denken, als je echt niks kunt en weinig voorbeelden bezit hoe te handelen is er altijd nog een job vol zekerheden bij de overheid, je kunt de politiek ingaan en als het niet anders kan wordt je journalist. Een enkele beroepsuitoefenaar heeft dat vak meegekregen van pa of ma. Meestal benoemt men zichzelf en denkt dat opschrijven wat voorlichters vertellen ook een vorm van journalisme is. Voor iedereen wat dus. Maar ik ben wel benieuwd wie van jullie als appel niet ver van de ouderlijke boom viel…. Komt u maar….
Het waren zalige kerstdagen. Samen met haar, ze heette Gina, had hij met een paar takken en wat kleine lampjes de boel nog wat opgefleurd in zijn flatje. Daarna was ze thuis nog wat spullen gaan halen en terug gekomen om niet meer te vertrekken. Samen kookten ze een maaltje voor de dagen die kwamen, zij dekte de tafel met een laken dat hij in de kast had liggen maar zelf nooit zou gebruiken, en ze maakten er een feestje van. Ze kletste hem de oren van zijn hoofd, maar wat ze zei klonk als muziek. Muziek die hij al zo lang in zijn leven had gemist. Met zijn vrouw praatte hij wellicht nog net over de kinderen, of wat praktische zaken, maar nooit over gewone alledaagse weetjes. Gina was daar wel van. Ze vertelde hem over haar voormalige partner, die haar zo had beduveld. En dan vooral financieel. Over haar familie, waar nog een vleugje Italiaans bloed in te vinden was, vandaar haar naam, en over haar behoefte aan geborgenheid. Voor hij het wist had ze in zijn armen gelegen op de bank en was van het een het ander gekomen. Langzaam maar zeker hadden ze toegewerkt naar sterren en vuurwerk en dat bleek voor beiden een zeer ontspannende finale. Hij wist niet dat hij het nog in zich had. Zij maakte emoties bij hem los die hij in jaren niet had gekend. Wat een vrouw. Ze bleef die avond ook slapen. In zijn bed dat hij daarvoor maar even extra had opgemaakt. Ze nestelde zich tegen hem aan in het weinige dat ze aan had, en dat maakte dat de nacht net zo ontspannen plezierig verliep als de avond voorafgaand. Na een lekker ontbijtje samen had hij haar gevraagd wat ze verder wilde.




