
Deze maand is het precies 70 jaar geleden dat een belangrijk deel van het zuidwesten van ons land onder water liep, wat in onze Vaderlandse Geschiedenis te boek blijft staan als de Watersnoodramp. Gevolg van een aantal op een of andere wijze elkaar versterkende factoren leidde dit tot een catastrofe die tot op de dag van vandaag in die getroffen gebieden ver strekkende gevolgen heeft gehad. Onlangs deden wij op uitnodiging in het toen verdronken land rond Strijen (ZH) waar het water in dat rampjaar tientallen mensen voorgoed van de aardbodem deed verdwijnen, een rondrit om te zien hoe dat er toen in 1953 aan toeging. En dat Strijen lag helemaal niet aan zee maar kreeg het water eigenlijk binnen door de stuwing van hoogwater in de omringende waterpartijen die de dijken deed bezwijken. Maar die dijken hadden ook bewezen zwakke plekken waar men in het verleden slechts met los zand gaten had gedicht om zo geld te besparen.

Menselijk falen en zeker feilen als oorzaak nummer e e n. Daarbij hadden we in ons land net de oorlog meegemaakt en was het geld voor grootschalige aanpak van de slechte dijken volgens de toenmalige regering in die gebieden niet beschikbaar. Ondanks waarschuwingen van experts dat het wel eens gruwelijk mis kon gaan bij zware stormen. De berekeningen van de betreffende experts spraken boekdelen. Zeker als je nu ziet hoe dat toen in die rampnacht fout ging. Springtij en een ongekend heftige storm boven de Noordzee die nu net uit de verkeerde richting de wind deed blazen en zo met ongekende kracht onze kusten beukte. Van Texel tot Walcheren, overal was de schade groot en moest men menselijke verliezen nemen. Over dat bij dieren praten we liever niet, maar hele kuddes vee, paarden maar ook honden en katten spoelden weg en verdronken.

Net als zo vele mensen. Die werden totaal verrast, vluchtten soms op daken van hun huizen om dan te ontdekken dat het onderliggende pand gewoon wegspoelde. Wie dat kon redde het vege lijf, ging naar hoger gelegen gebieden, klom in kerktorens en hoopte dat het goed zou komen. Communicatie was anno 1953 buitengewoon slecht geregeld. Dus wisten de bestuurders in ons land van toen nauwelijks wat er loos was en deed het journaille in eerste instantie niet te veel met de eerste berichten rond deze enorme ramp. Zoals wij indertijd zagen in het fraaie en indrukwekkende Watersnoodmuseum van Ouwerkerk, werden we nu ook in Strijen met de neus op de keiharde feiten van toen gedrukt. Hele straten weggevaagd, boerderijen, maar zeker ook andere gebouwen. Soms zie je in herbouwde of gerepareerde huizen de waterstand van toen aangeduid met tegeltjes of een opdruk in de gevel. Je kunt het je nauwelijks voorstellen.

Want bedenk maar dat we toen van geluk mochten spreken dat West-Nederland niet nog meer overlast heeft gekend van die watersnood, het had heel wat erger kunnen zijn door onze manier van wonen en bouwen. Noodgedwongen altijd onder de waterspiegel. Bij de komst van de zee staat dan al snel ook jouw huis tot op de tweede etage in het opkomende water. Een voorspelling die ons ook nu weer wordt gedaan door de linkse lobby die ook bij de op zich erg aardige documentaires over die ramp van toen niet kon laten om bij de politieke voorkeur behorende voorspellers weer het doemdenken over de ‘klimaatveranderingen’ de revue te laten passeren. Klimaat is politiek geworden. De feiten verdraaid, de cijfers gemanipuleerd. Men mijdt het niet om over de rug van de toenmalige doden de eigen indoctrinatie te verkopen. Schadelijk gedrag. Zeker als je in plaatsjes als Strijen ziet wat die ramp van toen nu nog doet met de inwoners die dat deels meemaakten. In het lokale museum leer je veel. Over de invloed van grote stormen door de eeuwen heen op ons land. Net zoals ik dat zag in Volendam, op Urk en in Spakenburg. De verhalen zijn daar heftig, de cijfers indrukwekkend. Maar we leerden er veel van en bouwden hoge en brede dijken en gingen totaal anders om met de waterhuishouding. Waarbij de linkse kerk echt niets toevoegde. Integendeel. Bedenk dat maar als je straks nog eens nadenkt over wat die politieke stromingen ons eigenlijk te bieden hebben, behalve hun retoriek en gebrek aan historische kennis. Maar daarover later meer….(Beelden: Prive)








Wie mij de afgelopen jaren regelmatig heeft gevolgd weet dat ik niet zo van de stranden ben. Hoe fraai het weer is, hoe warm ook, laat mij maar in de schaduw zitten of lopen. Lekker in de relatieve koelte, niks zand en verbrande lijven. Ook al zijn sommige van die lijven het aanzien meer dan waard, daar hoort het mijne niet bij. Ik ben bijna van het Brits-transparante huidtype, dus wit van kleur en kan slecht tegen de invloed van de zon. Die volgens alle milieugekkies en andere onheilsprofeiten toch al een slechte invloed heeft op onze lijven als we er te veel gebruik van maken. Die zon is onze bron van bestaan, maar je hoeft de affectie niet te overdrijven. Toch heb ik in het verleden best vaak stranden bezocht, er zelfs op gelegen. In de tijd dat dit nog een echt uitstapje was. Zandvoort was de standaard badplaats van de gemiddelde Amsterdammer, Bloemendaal voor het iets chiquere deel van de bevolking en veel Noord-Hollandse badstekken voor hen die al dan niet in een vakantiehuisje of caravan van de zomer(vakantie) genoten. Meestal bleef het voor mij persoonlijk bij een haat/liefde-verhouding.
Ook in het buitenland wilde ik wel eens een enkele keer het strand uitkiezen als bestemming. Meer voor de andere leden van ons gezin dan voor mij zelf. Ik was en ben niet zo van het Spaanse of Turkse. Portugal kon me meer bekoren. De Algarve met haar toen nog vaak wat ongerepte witte stranden waar langs rode rotsen en groene bomen of struiken prachtig combineerden met de blauwe zee en dito luchten. Ik kwam er dan nog wel eens chocoladebruin vandaan. All-over, dat spreekt, want bloot was toen nog niet taboe. Heel anders verliep mijn strandervaring op het op zich erg fraaie eiland Grand Canaria. Playa des Ingles als onze verblijfstek (helemaal fout in veel opzichten) en een soort woestijn om de hoek. Ook daar kon je in de blote billen over het enorme strand paraderen, was vrij normaal nog toen, maar de invloed van de zon was zo rond of op de evenaar van een ongekende en andere orde. Blaren op de voeten en een vuurrode huidskleur. Britser kon niet. En daarover gesproken….dat eiland werd overstroomd door Britten die met name ‘s-nachts tot leven kwamen en zich zes slagen in de rondte dronken.
Overdag vielen ze dan massaal op het strand in slaap en waren echt doorgebakken als ze wakker werden. Zoveel ‘gekookte menselijke kreeften’ als toen zag ik nooit eerder. Wat die lui soms bezielde was me een raadsel. Was ik nog een kind bij. Gelukkig maakten we veel gebruik van de regionale bussen, excursies en wandelden ons mal in de zon, maar dan zag je meer dan dat wat Adam en Eva elkaar in het Paradijs toonden. Het bleek leuker te zijn dan gedacht, maar dan moest je wel weg van die stranden. Nog steeds ben ik een beetje ‘anti-strand’ als het er op aankomt. Al is een wandeling in het najaar over een strand dat leeg is en min of meer bevolkt door de bij die omgeving behorende dieren nog wel aantrekkelijk. Met onze lieve hond Purdy wandelden we nog wel eens door duin- en strandgebied bij IJmuiden. Dat was altijd leuk. En je kon dan ergens koffie drinken in een strandtent die ook honden welkom heette. Dat waren nog eens tijden…. Maar voor de rest? Dakje, airco, koelte, boek, ontspanning. Of een stedentrip(je). Meer heb ik niet (meer) nodig. Later vertel ik daar meer over! Dus…braden jullie maar lekker. Ik zal het niet nadoen en ben ook niet jaloers. (Beelden: Yellowbird archief)
Waar ik het in het hier eerder gepubliceerde blogverhaal nog had over dat witte werkpaleis van Herman van Veen, ga ik nu even iets beschrijven van de omgeving waarin dat fraaie pand gelegen is. De Paltz heet het gebied waar die ambiance van dat paleis volledig tot zijn recht komt. Een omvangrijk natuurgebied dat veelal door menselijk ingrijpen zijn specifieke vorm heeft gekregen en zijn bijna Limburgse glooiende karakter. Prachtige bospercelen, heuvels, dalen. Ontstaan door afgraven van zand en kiezels in een gebied dat vooral uit zandduinen bestond. Veel terug te voeren naar de vroegste tijden na de IJstijd. De Paltz kent een erg fraaie oprijlaan (rijden zelden of nooit auto’s..) met fraai gelegde stenen in boogpatroon.
Afgeleide paden brengen je dan in de echte bossen van dit gebied of die open vlakten met al die glooiingen. Zeldzaam waren tijdens ons bezoek de mede-bezoekers. Je kunt ze echt tellen op de vingers van een hand. Wel handig om als je geen gids bij je hebt (wij hadden die wel in de vorm van onze Soester vriend Hans, die de weg op zijn duimpje kent) even een app te gebruiken waarop te zien is waar je loopt en waar die hoofdweg te vinden is. Erg aardig is een oude van stenen gemaakte hut waar ooit een kluizenaar heeft geleefd. Die man komt af en toe nog even kijken en neemt dan plaats in die hut.
Voor wie echt geluk heeft ziet hem dan in zijn uitmonstering van Kruisvader lezen in de heilige geschriften van zijn tijd. Voor je die hut met (praktische redenen)gebogen hoofd binnen kunt lopen moet je overigens wel even een doolhof betreden. Ben je wel even mee bezig. Niks voor uw mening gever, die ramde gewoon dwars door die in de weg staande struiken heen en zat al een tijdje bij de Kluisvader (..) voor de rest van het gezelschap de ingang had gevonden. Maar dit terzijde. Hoe dan ook, dit is een prachtig gebied dat je bij gelegenheid echt eens moet bezoeken. Zoals gesteld in het vorige blogje, het gebied grenst aan het vroegere stuk grond waar de Vliegbasis Soesterberg was gelegen en je nu het Militair Museum kunt vinden. Maar het is daar ook met een stevig hek van gescheiden. Voor wandelaars een eldorado, maar je moet wel aardig klimmen en afdalen soms. Stevige schoenen meenemen en oefenen wellicht een goed advies….:) Maar dan heb je ook wat…(Beelden: Yellowbird photo)
Weet je nog dat ik een paar weken geleden in een blogverhaaltje aandacht vroeg voor mijn vriend Hans die samen met zijn vrienden de omgeving van Soest onderzoekt met zo’n metaaldetector? Vast toch? Nou die toen beschreven expositie is een succes! Het trekt heel wat mensen naar het Museum Soest die daar normaal niet zo snel zouden binnen stappen. En dat gun ik Hans ook zeer. Hij staat niet voor niets soms week in week uit in zijn speciale outfit in de modder te trappen om zaken te vinden die voor ons en wellicht toekomstige generaties van belang zijn. En ook een geschiedkundig belang dienen.
En over gebruik gesproken, naast talloze pijpenkoppen (de meest gevonden bodemschatten in ons land) vindt Hans ook klosjes die werden gebruikt om wol te spinnen, maar ook allerlei godsdienstige (lees Christelijke) uitingen. Ringetjes, oud gereedschap, kogelhulzen, oude spijkers, maar ook troep die op het oog niets waard is, maar wel goed vertelt hoe de ontwikkeling van de techniek ging in de loop der jaren. Een oud automodel van ver voor de oorlog. Er zit geen lak meer op en de bodem is verdwenen, maar de carrosserie verraadt dat het een oude Amerikaanse auto op schaal was vanuit de jaren dertig. Ooit verloren speelgoed van een wat rijker kind.
Hans legde ons tijdens het bezoek aan zijn (..) expositie ook uit hoe die bodem op zich in elkaar steekt. Er hangt een soort doorsnede van de grondlagen aan de wand en daarbij zie je dat hij met zijn vrienden in de bovenste lagen van de aarde onder hem woelt. Daaronder zit een zandlaag (typisch voor die omgeving) en daaronder een keiharde laag met allerlei sendimenten van vroegere planten en desnoods bouwsels uit de pre-historie.
Wat dat spuiten betreft, heel aardig is ook dat in het Museum Soest nu ook een leuke maar bescheiden collectie te vinden is over de Brandweer Soest. Van modellen tot een oer-oude waterpomp, communicatie-apparatuur en zo meer. Ben je er toch, kijk dan ook even bij die collectie rond. Je staat verbaasd over hoe primitief die vuurbestrijders hun taken erg lang hebben moeten doen. Kortom, oud is leuk, meuk is geschiedenis en van die historie kunnen we veel leren. Ik deed dat ook, met Hans als gids. En dat werd een leuke zaterdagmiddag. Tot begin juli loopt deze expositie nog in Soest en als je er heen wilt moet je het wel een beetje gaan plannen. Maar heb je gegarandeerd ook een aardige middag.