Hard rechtuit…

Hard rechtuit…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: euro-ncap-test-crash.gif

In onze woonomgeving horen en zien we nog wel eens van die prominente machotypes die met hun auto, motor, scooter of zelfs fatbike zo hard mogelijk van hun plek gaan om dan in een rechte streep indruk te maken op het vrouwvolk of enig afgeleide daarvan. Kan zijn dat die in katzwijm vallen van zoveel gegil van banden of de lucht van verbrand rubber, maar in de meeste gevallen is het vooral de bestuurder zelf die meent dat dit voor altijd indruk maakt op de eigen ziel. Ook onderweg kom je deze types tegen. Lekker in de korte broek en t-shirt op een motorfiets met 150km.u die stomme automobilisten voorbij razend.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: car-crash.jpg

De diagonaal afslaander die maling heeft aan verkeersregels of mede weggebruikers. Maar vooral de snelle jongens die menen dat 100km.u voor de watjes bedoeld is en niet voor hen. Ik noem dat altijd dragracers. Een term die komt uit de VS waar men met extreem opgevoerde vehikels in staat is om pakweg in 1.1 seconden weg te vliegen naar de 100km/u. Rechtuit….geen bocht te zien. Dat soort types wil zich ook nog wel eens begeven op een van de grote Europese circuits met hun eigen autootje (of dat van de baas) om daar Max Verstappen te imiteren dan wel een of andere held uit het race-wereldje. Knoeperhard over een racecircuit heen denderen…het kan zelfs mij bekoren.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: p3311063_edited.jpg

Mits je goed kunt rijden en ook weet dat er grenzen zijn aan wat jouw auto of motor aankan. En dat is vaak niet de absolute topsnelheid of sprint, nee, die grenzen liggen meer aan jouw stuurkunst. Tijdens mijn ritten op Zandvoort of de Hungaroring merkte ik wel dat ik in bochten toch een beetje de veilige kant opzocht en niet met 150km.u probeerde om de boel heel te houden. Dat deden anderen wel. En stonden dan soms achterstevoren op dat circuit. Als ik naar (heel leuke) Youtube filmpjes kijk van types die met hun bugermansbolides de Nurburgring in Duitsland proberen te slechten zie ik de ellende van crashes en schade al op voorhand aankomen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: mid-4-cockpit-images.jpg

Men rijdt geen ideale lijnen, houdt het gas er vol op en weet niet dat een haakse bocht ook echt bedoeld is om de snelheid er uit te halen. Met een Formule 1 auto geen probleem, Max zou de tip van zijn schoen er niet voor van het gas halen, maar met een gemiddelde BMW, Audi, Toyota of wat ook is dat wel handiger. En dus gaan er veel van die would-be coureurs rechtdoor, rammen over betonranden, gras, gravel, raken stootranden en lopen fikse schade op aan hun semi-rallywagens. En dan is het balen. Ook Nederlandse macho’s zoals ik die in de aanhef al beschreef komen hier voor een paar tientjes (onverzekerd) racen. Ik kijk er met verholen glimlach toch hoofdschuddend naar. Hoewel er heel goede chauffeurs tussen zitten, weinigen beseffen dat hun auto ook een wapen is, en dat kan dodelijk zijn als jij het niet beheerst. Bochten, toch iets anders dan hard rechtuit…Maar ik vermaak me er wel mee. Mits niet op de openbare weg…. (beelden: Archief)https://www.youtube.com/watch?v=-xolb18-yG0

Japans buitenbeentje; Subaru!

Japans buitenbeentje; Subaru!

Om de geschiedenis van veel Japanse merken te begrijpen moet je soms inzicht zoeken en verkrijgen in hoe de diverse industriele complexen in dat Aziatische land onderling met elkaar omgaan. Soms leunen ze zo dicht tegen elkaar aan dat ze eigenlijk vermengen met andere bedrijven en de scheiding van twee merken lastig is aan te geven. Zo is dat ook bij Subaru het geval. Het merk heeft als moeder tegenwoordig Toyota waarmee het technieken deelt, maar voorheen was daar Fuji Heavy Industries de baas. En controleerden managers van Fuji ook de marketing en verkopen van die eerste Subaru’s die in 1958 op de fabrieksbanden werden gezet.

Het bedrijf baseerde technisch weer op Nakajima Aircraft Company en dat bedrijf had in WO2 heel wat gevreesde jachtvliegtuigen en motoren geleverd aan de Japanse strijdmacht. Opvallend was ook dat Fuji-Subaru in het begin van haar bestaan naast auto’s ook sport/lesvliegtuigen ging leveren die ook in ons land bekend raakten. Maar laat ik mij beperken tot die aardige auto’s. De eersten daarvan waren zeer bescheiden types. Miniwagentjes met een heel kleine motor, die achterin werd gebouwd. De vormgeving leek op die van een in te hete was gekrompen VW Kever. Driewielers, overdekte scooters, maar later ook soortgelijke en bescheiden vierwielers.

Een bedrijfswagentje in de vorm van de Sambar deed de verkopen van het toen nog nieuwe merk snel stijgen. Zoals bij zoveel Japanse merken leerde men door te doen waar men goed in was en kwam Subaru in de jaren 70 met de L-serie, die we hier Leone noemden. De verkopen bleven bescheiden want de vormgeving was bepaald niet des Nederlanders en de wat grommende boxermotor kon niet iedereen bekoren. Maar juist aan dat principe bleef Subaru trouw. Althans bij haar grotere modellen. Men maakte op enig moment ook kleine wagentjes die op de prijs werden verkocht.

Denk maar eens aan de Mini-Jumbo of Justy die ook bij ons aardig populair werden. Op enig moment besloot Subaru om al haar modellen uit te rusten met 4-wiel-aandrijving. Dat remde de verkopen vanwege de hogere prijs meteen in ons land, maar elders in de wereld werd dit principe zeer verwelkomd. En wie kent niet de meer dan geweldige Impreza WRX die vanaf de jaren negentig het rallycircus in de wereld domineerde. Vlot ogend, turbo, vlam in de pijp en die vierwielaandrijving. Ook voor jonge lieden die er een tweedehands kochten was dit wel een geweldige wagen. De caravantrekker hield het bij de Forrester, die ook bij mensen in de bosbouw aftrek vond.

Het huidige gamma is modern, niet goedkoop, wel loei-betrouwbaar en nog echt Japans. Men levert sportwagens aan Toyota en de kleine Justy aan Daihatsu (ook een dochter van Toyota). In eigen land heeft men dan ook nog een hele serie zgn. Key-cars in de aanbieding die met hun lengte van net 3.30mtr geweldig veel rijplezier leveren. Maar die deels dan weer afkomstig zijn van Toyota. Want verwarrend blijft het met die Japanse merken. Neemt niet weg dat je bij Subaru veel auto voor je geld krijgt, al moet je dat geld wel even bij mekaar sparen. Geen prijstrekker meer in ons land en dus een merk in de marge. Maar je rijdt dan wel weer exclusief. Ook wat waard….(Beelden: Archief)

Snel uit de DDR…

Snel uit de DDR…

Voor velen is het zo dat de DDR in haar bestaansgeschiedenis vooral kleine pruttelende auto’s voorbracht als de nu weer in de gratie van liefhebbers terug gehaalde Trabant.

Maar die geschiedenis van dat voor communisten ideale land was wel een beetje breder. Laten we vooral vaststellen dat voor de ‘bevrijding’ door de Russen van Oost-Duitsland, grote delen van de productie van nu nog steeds bekende merken als Opel, BMW, DKW, en zo meer juist daar plaatsvond. Dat had ook van doen met de historische situatie dat in Midden – en Oost-Europa de nodige grote autojongens hun herkomst hadden. Toen dus die Russen dat gebied innamen troffen ze een schat aan knowhow aan waarmee ze hun eigen auto-industrie opsierden. Wat men de Oost-Duitsers liet waren vaak lege fabriekshallen, mensen, en wat tekeningen. Op basis daarvan zette men die vroegere auto-industrie weer op poten. Maar onder communistisch juk deelde men die industrie wel in op andere wijze.

IFA nam de boel van DKW/Auto-Union over en en-passant ook de oude BMW-fabrieken waar men later Wartburgs ging bouwen. En op basis daarvan ontstond een automerk dat een beetje buiten de gevestigde orde een eigen naam en faam wist op te bouwen; Melkus. Grote kans dat de lezer er nog nooit van gehoord heeft, maar Heinz Melkus, de naamgever en oprichter, was ooit een succesvolle coureur en rijschoolhouder. Op basis van een Wartburg 312 bouwde hij een geheel eigen sportwagen waarmee hij bewees dat je met die tweetaktmotoren van de Wartburg best snel uit de voeten kon. Hij kreeg nog wat extra aandacht toen hij basis-Wartburgs ombouwde en aanpaste voor het betere rally/racewerk. De RS-1000 was een volgende oefening van bekwaamheid.

Een prachtige wagen met middenmotor (Wartburg), vleugeldeuren, kunststoffen carrosserie en bijbehorende prestaties. Een auto die je ook helemaal niet zou verwachten in de DDR van toen. De communistische leiding bekeek het allemaal met argwaan. Stond Melkus toe zijn ding te doen als hij maar niet buiten de gebaande paden zou komen. Om zijn bedrijf overeind te houden ging Melkus toen ook maar Lada’s verbouwen voor het betere racewerk. Zijn eigen sportwagens werden in een serie van 500stuks gebouwd en verkocht. Een mooie basis voor een latere heropbouw van zijn bedrijf als de DDR zou stoppen te bestaan. Toen dat in 1989 daadwerkelijk gebeurde werd Melkus echter direct BMW-dealer. In 2005 overleed Heinz Melkus, hij was toen 77 jaar oud. Zijn nalatenschap is nog steeds zichtbaar in die wagens die hij toen bedacht en bouwde. Al bleven er van zijn best fraaie sportwagen slechts een paar tientallen rijdend bewaard. Hij moet wel worden herdacht als een man met moed die dwars tegen de gangbare principes van partij en systeem in zijn eigen gang ging en heel wat mensen in die DDR het gevoel kon geven dat er meer kon dan pruttelend in een kleine vierkant doosje over de toenmalige wegen heen hobbelen. (beelden; Archief)

Nooit van gehoord? Gatso!

Een wat? Een Gatso! Nooit van gehoord? Kan! Want dit automerk bestond maar kort en bouwde naar verluid precies acht auto’s. Een merk uit Nederland, opgezet door de indertijd befaamde coureur Maus Gatsonides. Geboren in 1911 in Nederlands Indie, en via een aardige carriere in de techniek op enig moment terechtgekomen bij Ford Nederland. Na de oorlog bouwde hij zijn eerste eigen auto. Onder de naam Gatford, wat ook wel een verwijzing was naar zijn oude werkgever en meteen duidelijk maakte met welke techniek hij het meest verwant was. Hij verbouwde daartoe ook Ford’s.

Zoals de rallywagens waarmee hij o.a. aan de Rally van Monte Carlo deelnam. Altijd Ford’s. Ook al wilde dat grote merk dat hij de naam van zijn eigen producten zou aanpassen en de naam van Ford zou verwijderen. Vandaar dat Ford in de merknaam ‘so’ werd. Volgens de verkoopbrochures zou Gatso maar liefst vier verschillende modellen kunnen bieden, maar in de praktijk was dat ver boven de maat van het bedrijf verheven.

Al met al zijn er naar de verhalen uit de geschiedschrijving precies acht auto’s gebouwd. Een daarvan werd zeer beroemd in ons land, de ‘Platje’, een zeer lage, fraai gelijnde sportwagen die na enige tijd een zwervend bestaan leidde door ons land. Ik heb de wagen in mijn jeugd nog eens zien staan bij het lokale garagebedrijf waar ik tegenover woonde. Men had plannen om de wagen te restaureren en weer racewaardig te maken, maar dat bleek toch best een opgave. En dus verdween de ‘Platje’ op enig moment weer richting een nieuwe eigenaar.

Nu is die auto ergens in Oost-Nederland onderdeel van een grote historische collectie. Gatsonides had intussen zijn faillissement meegemaakt en kwam in dienst van Ford Engeland waar hij o.a. zijn race-en rallyervaringen omzette in klinkende munt en ook de nodige successen want hij won in een Ford de Tulpenrally. Als technisch ingenieur was hij ook verantwoordelijk voor de befaamde (of beruchte) Gatsometers die de overheid inzette in de strijd tegen hardrijders. Veel van die dingen kwamen bij de politie in gebruik tot grote ellende van notoire hardrijders. Gatsonides werd uiteindelijk 87 jaar oud.

Na zijn overlijden werd hij gecremeerd. Zijn vele verdiensten voor autorijdend Nederland en Ford bewaard gebleven in de nodige boekwerken. Ooit een grote naam. En zijn Gatso racewagen rijdend bewijs dat hij in staat was tot meer dan alleen maar wat loos gepraat. (Beelden: Internet)

Bevrijdde veel mensen van schakelangst….DAF!

Kijk, een Nederlands merk, met een enorme faam en dito naam, dat moet zeker ook in dit merkenoverzicht even wat aandacht krijgen. DAF, Ooit Van Doorne’s Aanhangwagen Fabriek, was voor de oorlog vooral bekend om juist die dingen. Men zetelde in Eindhoven en het was een van de grote bedrijven die deze Brabantse stad tot economische bloei brachten. Naast trucks, bussen een die genoemde aanhangwagens fabriceerde men voor de oorlog ook pantserwagens op wielen die tijdens de juist vandaag herdachte start van WO2 voor ons land even moeten worden genoemd. Nadat men in de oorlogsjaren werd ingezet voor de Duitse oorlogsmachinerie kwam na de oorlog de productie van trucks en bussen weer snel op gang. De Gebroeders van Doorne bleken uit het juiste hout gesneden. Wie op de weg goed rondkeek in die jaren zag heel wat DAF’s rondrijden. Maar in het luxewagen-segment viel ook het nodige te behalen dacht men en zo was er al snel de zeer verrassende beslissing om een comfortabele en leuk uitziende compacte auto te bouwen voor het typische Nederlandse gezin in die jaren.

Kleine prijzen, beperkte motorinhoud maar met die ene gepatenteerde bijzonderheid, de Variomatic-aandrijving. Een systeem van schijven en rubberen snaren die heen en weer bewogen naarmate de snelheid werd opgevoerd en met een simpel pookje te bedienen was. Vooruit, neutraal of achteruit. Iedere malloot kon er mee overweg. En precies dat werd voor de kleine DAF de nekkenbreker. Want de auto bleek ideaal voor mensen die niet konden schakelen, vrouwen, mensen op leeftijd en invaliden. Met zijn wat pruttelende 600cc grote tweecilinder was het basistype 600 ook geen snelheidswonder, met 95km/u was de koek wel op. Met latere modellen leek men dit te kunnen oplossen, maar toen was het imago toch al te veel beschadigd. Zichzelf serieus nemende chauffeurs wilden er niet in gezien worden al was de verkoop verder nog best aardig.

Via de 750, Daffodil, 33 kwam men uit bij de 44/46-reeks. En die wagens hadden een ander uiterlijk en de maatvoering was iets ruimhartiger. Een iets grotere motor maakte de DAF 125km/u snel. Een echte stap vooruit maakte DAF met de 55. Maar die had dan ook een van Renault overgenomen viercilinder voorin die de top naar 135km/u bracht. Men hield wel vast aan een verbeterde Variomatic. Met deze wagen deden Rob Slotemaker en Rob Jansen mee aan de grote London-Sydney-rally en kwamen ondanks vele hindernissen als 17e aan de finish. Voor een soortgelijke compacte auto een wereldprestatie. En terwijl de personenwagens het lastig hadden bleef het imago van het merk op truckgebied hoog.

Het marktaandeel was indertijd geweldig en DAF innoveerde heel wat van haar trucks (en afgeleide bussen) op zodanig wijze dat transporteurs er vrolijk van werden en telkens weer nieuwe wagens bestelden. Bij de personenwagens intussen volgde de 66 de 55 op. Onderhuids compleet andere wagen met iets meer vermogen en een totaal nieuwe achteras. Puik rijdende karretje dat in Coupe-vorm zelfs nog sportief oogde en met een optionele 1,3 liter motor van Renault ook nog eens naar de 150km/u kwam. Maar wel prijzig intussen want vergelijkbaar met een Ford Capri 1,3 in de prijslijst. En dat was voor velen toch een totaal andere auto. Ook heel anders was de geplande Daf 77. Die zou naast de 66 op de lijn komen te staan.

Een compacte middenklasser met weer wat meer vermogen maar vooral meer uitstraling. Maar die zouden we nooit meer als DAF op de weg zien komen. Nadat men in Borne een nieuwe fabriek bouwde werd de personenwagendivisie verkocht aan Volvo. En dat bouwde al die leuke DAF’s voortaan onder eigen naam. Zo werd de 77 omgevormd tot de 340 en bleek dat de merknaam Volvo voor veel DAF-rijders magneetwerking had. DAF ging verder met haar trucks. In voor- en tegenspoed. Op enig moment ging men zelfs onder water. Werd weer gered, ging weer onder water en werd weer gered. Men werkte samen met Leyland uit Engeland, met Amerikaanse partners en kwam via die contacten weer op het spoor van het Tsjechische Tatra waar men tegenwoordig motoren levert voor diens nieuwe trucklijn Phoenix. DAF is nog steeds een belangrijke leverancier van zwaar materieel. Haar wortels, en aan die kleine personenwagens houden we gewoon de bijbehorende herinneringen. Gekoesterd in een fraai Eindhovens museum en in clubs van actieve rijders. Een Nederlands merk, best iets om trots op te mogen zijn. (Beelden: Yellowbird archief)