Teilgenoegen…

Teilgenoegen…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkujip-zinken-teil-img_1455.jpg

Ik stam nog uit de tijd dat je in het gemiddelde huis binnen onze woonbuurt geen badkamer of zelfs douche aan trof. Dat was voorbehouden aan huizen in wat duurdere wijken, maar in onze buurt met vooral arbeiders, burgers en mkb-ers was bij de schoonmaakbeurt vooral een rol weg gelegd voor een zinken teil die met ketels vol warm water en het nodige Sunlight zeepschuim veranderde in een plek waar je als kind het blote lijf zag opgloeien en na afloop glimmen van het gladde gevoel. Dan met een handdoek stevig afgedroogd, schone kleren aan, haartjes gekamd en klaar voor de nieuwe week.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkuip-2.jpg

In de meeste gezinnen werden de oudste kinderen als eersten en de kleinere als laatsten gedaan, in enkele gevallen in omgekeerde volgorde. Het bleef behelpen met al dat gewas. Want meer dan koud water kwam er niet uit de kraan, de douche en aanverwante gasgeiser was iets van pakweg begin jaren 60 van de vorige eeuw. In de tussenfase elk weekend op zaterdag naar het badhuis in de buurt, maar dat beschreef ik al eens. Welk een genoegen gaf die douche thuis, wat een schoon genot. Elke dag onder lauwwarm water. Het kon niet op…. Nou ja, dat kon het wel, want dat systeem baseerde in de typische huurwoningen van toen op een boilervat dat door de geiser opgewekte warm water opsloeg maar niet oneindig uiteraard.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkuip-4.jpg

Waren andere huisgenoten eerst gaan douchen bleef er maar verrekte weinig water over voor de types die als laatsten naar school of kantoor moesten. Behelpen, maar met een zeker luxe element. Ik ben nadien (ging al vroeg het huis uit) nooit meer verstoken geweest van het warm water wascomfort, en voel me nog steeds het meest senang in een heerlijk bad waar ik best een half uur of zo in kan liggen terwijl ik geniet van een boek, blad, glaasje of wat ook.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: badkuip-6.jpg

Jammer dat we in de moderne tijd weer zien dat bepaalde groepen willen dat we minder douchen, minder zeep gebruiken, ja dat we eigenlijk terug gaan naar de Middeleeuwen en die teil maar weer van stal halen. Nu kwam ik er onlangs bij een Kringloopwinkel eentje tegen. Er zat geen ‘lekgarantie’ op en hij verdiende wat onderhoud, maar in het kader van de voorbereiding op de nodige crises kon dat wel eens een goede investering zijn. En indien niet nodig zullen er ongetwijfeld ook geraniums of viooltjes in kunnen bloeien. Altijd leuk om daar dan een studie van hun groei aan te wijden… Maar intussen geniet ik van de badgeneugten anno 2025. Die nemen ze me niet meer af…. (Beelden: Prive/internet)

Gevloek…

Gevloek…

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: carpet-installation.gif

Als mijn leasepa ondanks al zijn technische kennis en kunde toch per ongeluk op zijn duim sloeg of bij de reparatie van een motorblok of zoiets zijn handen bezeerde kon hij vloeken dat het een lieve lust had. Zou er een God bestaan werd die doodmoe van het noemen van zijn naam en die hoorde het dan ook donderen in zijn eigen hemelse lusthof. Nu was leasepa op zijn beurt bepaald geen uitzondering op dat gebied. Er werd wat afgevloekt in die jaren, de gemiddelde Amsterdammer wist de weg naar het alfabet der ernstige ziektes wel te vinden, al baseerde de encyclopedie rond al die woorden zich wel op aandoeningen uit het verleden.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: hoe-weet-je-dat-de-vrouw-thuis-is.jpg

Tering, Tyfus en zo meer kwamen vaak voor. Een etter was een klerenlijer, iemand die je iets aandeed een boerenl.l. De kreten die tegenwoordig worden gebezigd zijn vooral afkomstig uit het Engels, men gebruikt in bepaalde kringen graag volksziekte nummer 1 en als iets een beetje tegenzit gebruiken met name jonge meiden de term die verwijst naar hun eigen lusthof tussen de al dan niet fraaie benen. Het blijft mij verbazen. Hoe meer ik groeide als ontwikkeld mens, des te meer beschaving tot mij kwam. En vloek ik dus zelden of nooit. Schelden kan ik wel hoor.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: dino-1.jpg

Maar dat kan en mag ook best vilein. Wie mij kent weet dat ik voor bepaalde groepen mensen of politici fijnsoortige kretologie heb ontwikkeld. Maar dat gevloek waarbij je een eventuele oppergod (ze zijn er in gradaties) uit de Hemel vloekt is mij niet zo bekend. Al zit de echte Amsterdammer natuurlijk niet te diep onder de huid en moet ik dus af en toe ook op de tong bijten om er niet iets echt venijnigs uit te gooien. Ooit moest ik erg lachen om de oude Andre Hazes.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: luther-4.jpg

In een film over zijn leven van toen, intussen alweer lang geleden opgenomen en uitgezonden, reed hij rond in een dikke Amerikaan. Samen met een vriend/chauffeur. Onderweg moesten ze ergens stoppen en reed een jonge dame met haar mini-Japanner knalhard achteruit tegen de dikke Buick van Hazes aan. Het eerste wat hij er uitgooide was ‘stomme stoephoer!’. Ik moest er wel om lachen…Hoe kom je er op… Ik kende de term niet maar beledigend was het best wel. Later was hij tegen de van diepe schuld getuigende dame nog hoffelijk ook. Onlangs overkwam mij iets soortgelijks. Al rijdend naar de wasstraat in de buurt reed ik in het linkerbaanvlak van een tweebaansweg (2 x 2 rijstroken) om even verderop linksaf te slaan naar mijn bestemming. Naast mij reed een bestelwagen. Uit het niets dook ineens een dame op die met haar Ford net voor die besteller vanuit een uitrit door wilde steken naar de weg aan de andere kant. Maar nooit had gerekend op een tweede auto (ik dus) die naast die besteller reed. Zonder op of om te kijken stak ze over…. Vol op de remmen en meesturend om de dreigende aanrijding te voorkomen kon ik dat laatste maar net aan voorkomen. Het scheelde 10 centimeter. Zij keek naar rechts, had mij totaal niet gezien en reed gewoon door. Ik gilde haar ‘domme tuttenbel’ na, gaf gas en reed verder. Achteraf vond ik dat best knap. Dat laagje fatsoen bleek dikker dan ik zelf dacht. Best een compliment waard vond ik zelf. En een blogje. Want als ik een paar jaar eerder iets soortgelijks had meegemaakt was ik wellicht Hazesachtig tekeer gegaan…. Jullie ook?? (beelden: archief)

Dussuh…

Dussuh…

Wij Nederlanders zijn kennelijk gek op bepaalde uitdrukkingen en als ze niet zijn overgenomen uit het Engels of straattaal dan toch wel omdat we denken dat we door ze te gebruiken opvallend intelligenter overkomen dan we eigenlijk zijn. Bij het beluisteren van wat radio/tv-interviews dan wel het altijd geweldige programma ‘We zijn er bijna’ van MAX kwam de hier gebezigde uitdrukking veelvuldig voorbij. Kan geen straattaal tegenop. Voorbeeld, veel van die caravantypes uit die wekelijkse reisverslagen blijken op 2500km afstand van huis Nederlandse gewoonten altijd mee te nemen. Zoals hagelslag op je brood, maar uiteraard wel meegenomen uit Nederland in de caravan of camper. Net als pindakaas, koffie of ingevroren groenten.

En dan zoemt de camera in op zo’n stel dat dan laat zien wat men eet. ‘Wij eten altijd groenten en aardappelen en liefst om half zes…..en dat is lekker…..dussuh!’. Dat laatste is een veel voorkomend taalkundig fenomeen. Mensen die een statement maken vanuit een zekere burgerlijke standvastigheid gebruiken het. ‘En mevrouw, wat vindt u van de huidige regering??’.. ‘Nou meneer, ik vind ook dat er wel iets mag gebeuren aan het vele vuil op straat….dussuh’…. ‘Waar gaat u heen deze herfstvakantie?’ ‘Wij gaan naar de Rijn, met een boot varen…dat vinden we leuk….dussuh’.

Die uitdrukking in feite het uitroepteken achter een zin, maar dan ernstig uitgesproken. Betekenis; waag het niet ons tegen te spreken, want zo doen we dat en daarover geen discussie. Dussuh… Een ander niet uit te roeien fenomeen, ik schreef er al langer geleden over, ‘Ú mag daar gaan zitten’ of ‘dan mag u hier even wachten’. Veelvuldig in gebruik bij receptionistes(n) of assistenten(s) van doktoren of andere semi-gewichtige types. Betekenis: ‘Ik sta u toe daar te gaan zitten of te wachten’. Toch iets anders dan ‘Ga lekker zitten tot ik u oproep’ of iets dergelijks. Als we net zo dwingend zouden zijn richting dingen die niet mogen werd de wereld heel anders van opzet en inrichting. Onlangs in een boekenwinkel te gast waar we wat lang op onze beurt moesten wachten, zette de uitbaatster even stevig in tegen een stel dames met klierende kinderen die van alles en nog wat oppakten en zeurden dat het een lieve lust had. Ik had er bewondering voor. En bepaald niet voor de moeders die hun kinderen zelfs na de vermaning niet toespraken. Immers…Zij lieten hun kinderen altijd vrij…..zo doen we dat….dussuh…… Dom volk! (beelden: Internet)

Vleesch of visch…

Vleesch of visch…

Voor iemand als ik, opgegroeid in een periode waarin vlees werd gezien als luxe en vis als iets dat verbonden bleef met de katholieke kerk, is vleesconsumptie dus iets dat er altijd bij hoorde.

Niet van de meest dure soorten in het begin wellicht, maar later werd dat toch iets meer de norm. Lapje hier, balletje daar, kippenpoot, een biefstuk, karbonades. Ik ben er nog gek op en zeker als het goed wordt klaargemaakt krijg ik er water van in de mond. Als echte stadsbewoner was vlees ook altijd iets van de slager of uit de supermarkt. Tuurlijk, er bestond wel een vermoeden waar al dat spul vandaan kwam, maar los van die ene kip of dat konijn dat vroeger nog wel eens op het menu kwam met Kerstmis had dat vlees niet meteen de vorm van een ooit levend wezen. Smaak prevaleerde boven dierlijk leed of uitingsvorm. Luxe bepaalde dat de afwisseling werd gegarandeerd. Vis was iets aparts. Ook daarvan wist ik al snel dat het ging om levend goed dat via beroepsvangst, handel en marktkooplui of visboer (..) werd verwerkt en aangeboden.

Vis was ook iets christelijks, en op vrijdag werden we geacht dat te eten en geen vlees. Kortom, je ging er mee om, je consumeerde en de ouders waren allang blij dat ze dit af en toe konden voorzetten na de gruwelen van de hongerwinter. Mijn latere voorkeuren op dit gebied zijn daaraan gekoppeld. Rollade een lekkernij, T-Bone steaks, bedenk het en het ging er lekker in. Maar op enig moment kwam er ook een iets ander inzicht. Zoonlief schakelde ergens in de jaren tachtig over op vegetarisch eten. Zo jong als hij nog was. Beter voor de dieren, voor zijn gezondheid en zo meer. Maar door gebrek aan keuze was het een hell of a job voor vrouwlief om elke dag twee soorten maaltijden te maken.

Wij bleven zelf namelijk ons normale patroon volgen, hij kreeg zijn ‘stengels en vegetarische brokken’. Op enig moment staakte hij overigens zijn vegetarische gewoonten. Trek deed zijn principes verbleken. Wij blij. Maar ergens in de jaren negentig kreeg ik zelf ineens fysieke klachten. Maag, gal, pijn en zo meer. De dreiging met een operatie zorgde dat ik me meer bekommerde om de keuze van wat ik at. Geen rood vlees meer, verwerkt maar langzaam in de maag, geen grote porties, zacht vlees, en wat meer vis of kip. Later gingen we over op dagen in de week zonder vlees. De klachten verdwenen. De trek niet.

Maar beelden van mishandelde koeien, schapen en varkens hielpen wel om het vol te houden. Flexitarisch. Al wil ik dan wel een stukje vegetarisch gemaakt ‘vlees’ als alternatief. Voor het idee! Zoonlief en zijn grote liefde zijn intussen weer helemaal vegetarisch maar koken nu ook Aziatisch op dat punt en ik laat het me graag en goed smaken als ze eens voor ons koken. Heerlijk hoor. Wie nadenkt over hoe vleesverwerking gaat eet vanzelf minder van dat spul. Het blijft lekker, en helemaal zonder is best lastig. Wie dat niet snapt moet eens kijken hoe het in andere culturen dan de Nederlandse toegaat. Surinamers stapelgek op kipgerechten en ook elders zie je een vleesvoorkeur. Het zonder verdoving slachten daar soms norm. Is dus nog veel te behalen. Omwille van die dieren. En nee, ik doe het niet omdat het zgn. goed is voor het milieu. Is het dat wel, meegenomen toch? Gewoon een beetje minder. En op vrijdag af en toe een haring…..moet kunnen….want ja…traditie….. En jullie, lieve lezers, zelf al eens getracht om bij te dragen aan de andere consumptie van vlees of vis?? Ben benieuwd naar jullie verhalen…. (Beelden: archief/internet)

Wat gisteren normaal was….

Vorig jaar, op Koningsdag, liepen we ons de blaren op de voeten. Zoals ieder jaar. Vrijmarkten af, en genieten van de sfeer in onze stad. Van de vroege ochtend tot de late namiddag. Heerlijk. Speuren naar die bijzondere zaken die je normaal met een lampje moet zoeken maar nu voor een habbekrats op een kleedje liggen uitgestald. Nou…dit jaar, gisteren dus, was dat er niet bij. Corona houdt ons binnen, een ‘ophokplicht’ wordt een ‘intelligente lockdown’ genoemd. Niet met meer dan twee mensen samen en dan ook nog als je die echt kent. Dus niks drukke straten vol scharrelende en feest vierende mensen. Maar deze situatie heeft meer vervelende zaken in zich. Wij hebben toch een bepaald patroon ingebakken zitten rond onze sociale contacten. Wij bezoeken onze vrienden regelmatig, doen de familie uiteraard in een zelfde schema en houden er ook van om ergens heen te rijden en te genieten van winkels, trekpleisters of horeca. Al weken is dat nu weggevallen.

En dat vraagt gewenning. Want dat binnen zitten is niet alles, al lees ik nu veel en klus af en toe. Vind ik dat leuker dan al die normale zaken? Nee! Maar ja. We hebben geen keuze. Omgekeerd weet ik dat veel mensen die ons na aan het hart gaan onze kant op willen komen. Gaat niet. De geplande tripjes zijn afgeblazen. Leuke evenementen waar we met vrienden heen zouden kunnen zijn uit de agenda gestreept. Sommigen van onze vriendjes maken hetzelfde mee. Smeekbedes komen tot ons….’we willen zo graag’. Maar we doen vol dedain dat wat Rutte ons vroeg. We houden afstand. Niet leuk, maar ook een ‘per ongeluk’ besmetting is er een te veel. Het werpt ons terug op ons zelf. Gelukkig zijn wij dat hier gewend. Gaan ons gang en kunnen samen aardig door de dag heen komen. Voordeel is wel dat we minder geld uitgeven aan terrasjes, benzine, broodjes, etc.

Nadeel, je stompt toch wat af. Ik zoek altijd naar leuke dingen voor de hobby’s, komt nu vrijwel niks meer van. En omdat het zich niet beperkt tot Nederland, zijn onze ritjes Duitsland nu ook even ongewenst. Gelukkig daalden de benzineprijzen wel wat in ons land, die ene keer in de 14 dagen dat ik nu de tank bijvul merkte ik dat wel. Maar wat je toch vooral mist zijn intermenselijke contacten. Geen knuffels, niet even bijpraten over wat anderen meemaken, leuke zaken delen, soms ook de minder fijne dingen. Gelukkig kunnen we er af en toe nog wel even uit. Boodschappen doen. We moeten ook voor een ouder zorgen, en dat maakt dat we de dingen combineren. Het wordt een soort uitje. Alleen al om het steeds veranderende protocol. Je kunt je ergeren aan hen die maling hebben aan het afstand houden. Zou ik normaal niet over nadenken. Kortom, het vraagt gewenning dit gedoe. Of het echt ooit gaat wennen? Ik vrees toch van niet. Maar ja, weinig keuze dus. Voor jullie, lezers en lezeressen, zal het niet veel anders zijn. Ben wel benieuwd hoe jullie door deze dagen heen komen. En wie je zoal mist…..(Beelden: Yellowbird)