
Wie mij de afgelopen pakweg 16 jaren heeft gevolgd op mijn diverse weblogs met een mening als uitgangspunt weet dat ik nog wel eens stevige stellingen betrek. Zwart is zwart en niet wit! Simpel. Maar ook dat ik zal strijden met open vizier om een mening of stelling te verdedigen die kan rekenen op een boel reacties van hen die het er al dan niet mee eens zijn. Zo lang die discussies niet op de persoon worden gevoerd zal ik hem gaande blijven houden. Slechts voor de lieden die beginnen met schelden of zelfs kreten gebruiken die ik als ongepast of onwaardig beschouw sluit ik de tent.

Immers, mensen verschillen van elkaar. Ware dat niet zo zouden we net als in Noord-Korea of Turkije kiezen voor die ene leider en diens doctrine als slaven volgen. Nederlanders zijn vaak stevig van de meningen en het is ook niet zo gek dat je hier in ons Madurolandje tientallen politieke stromingen tegen komt waarop kan worden gestemd. Daarbij is het midden, in mijn jargon de stromingen van de geen echte mening verkondigende lieden, vrijwel verdwenen.

Nederland verdeeld in twee kampen. Uiterst links (of de populistische afgeleiden daarvan als D66) wat vooral jongeren zonder al te veel ervaring maar des te meer idealisme meebrengt, en rechts waar de meerderheid van onze kiezers nog steeds voor gaat. En die meerderheid heeft veelal te maken met alles waar de linkse minderheid een heel verhaal omheen hangt maar aan de andere kant alle negatieve aspecten van wil verzwijgen. Links en rechts uiterst verdeeld. Deels door wat er in Nederland zelf plaatsvond in het verleden. De moorden op Fortuyn en Theo van Gogh zijn nog niet uit het collectief verleden verdwenen. Daders waren extreem-links en moslim-extremistisch. Daarna volgden de vele aanslagen door vertegenwoordigers van die laatste groeperingen overal ter wereld. Moet je niet raar kijken als de weerstand tegen nog meer nieuwkomers met juist die achtergrond groeit. Corona maakte ook nog eens duidelijk waar de scheidslijnen in de maatschappij lopen. Wel of niet gevaccineerd willen worden, het was en is een heel thema. Net als een oorlog in Oekraine of zaken als de ondemocratische staatsgreep door ongekozen bestuurders in Brussel. Alles is reden of aanleiding voor discussies.

Ook hier. Maar een ding staat overeind, wie op inhoud kan en wil discussieren is en blijft welkom. Wie scheldt, liegt, dreigt of wat ook mag vertrekken. De democratie kent zo haar grenzen. Die rekken we elke dag een stukje op, maar zodra onfatsoen een rol gaat spelen is het zelfs voor mij, man van de verhalen en stellingen, maar zeker ook het vrije woord, klaar. En wie geen behoefte heeft aan mijn (al dan niet afwijkend) commentaar hoeft het maar te zeggen. Ik maak me dan (met tegenzin) los van mijn democratisch recht daar op….. En verder, wens ik iedereen een geweldig weekend en prachtige verdere junimaand toe…. (Beelden: Prive/archief)







Bij het bedrijf waar ik toen werkte lette men soms enorm op de kleintjes. Personeelskosten waren daarvan toch wel een postje om rekening mee te houden. Kwam bij dat de mensen die we in de loods of de bestelauto’s hadden zitten volgens de Haven-CAO werden betaald en dat had soms bijzonder consequenties. Onze chauffeur Jaap was iemand die precies wist hoe dat werkte. Kwam hij na 5 uur in de middag terug van een of ander adres met lading voor mijn exportafdeling, dan moest je hem een blok van vier uur overwerk betalen. Stuurde je hem na vijf uur op pad voor een ritje kwam daar nog eens 50% opslag op het basistarief overheen. Een Schiphol-CAO voor dit personeel bestond nog niet, dus dat was altijd passen en meten. Zo ook op een dag dat we een afsluiter voor olie- en chemieconcern Bayer in Antwerpen Haven binnenkregen die omwille van de urgentie diezelfde avond nog moest worden afgeleverd. Hadden we dit op de normale wijze gedaan kostte dat zoveel aan salariskosten dat we er verlies op zouden lijden. ‘Dus weet je wat’, Ruud Breems zou het ritje zelf wel even maken in zijn Ford Taunus 15M RS. Ik sprak af mee te gaan, leek me wel een aardig avontuur. En vrouwlief die van het plan hoorde haakte aan. En zo werden we thuis opgepikt door baas Ruud, die het loodzware ding (woog iets van dik 80kg) in de kofferbak van zijn persoonlijke vervoer had laten plaatsen. We reden naar het zuiden. Met de koplampen van de zwaar beladen Taunus aardig richting hemel gericht.
Anders dan we tegenwoordig zouden doen hadden we daarbij ook wat minder gelet op de nevel die al rond Amsterdam en Utrecht redelijk zicht belemmerend was. Bij Gorinchem was het zicht teruggelopen naar niet meer dan 30 meter en je werkte indertijd met een wegenkaart een een beurtvaartadres (afleverbewijs) met daarop het juiste adres van de ontvanger en volgde de borden langs de weg. Stapvoets ging het dus van Gorinchem naar Breda en daar via een provinciale weg naar Wernhout/Wuustwezel. Gek genoeg was daar in die pre-EU-jaren een echte grenspost te vinden inclusief douane waar we het bijbehorende document voor de lading moesten laten afstempelen bij een Belgische beambte. Maar ja, er stonden ook de nodige trucks voor de grensovergang en ook die wilden dat verrekte stempeltje. Baas Ruud kende zijn pappenheimers en stopte bij het douanedocument een briefje van 25 gulden. De Belgische beambte zag dat, werkte het weg en gaf een stempel zodat we door konden. Gelukkig was het in Belgie wat minder mistig zodat we relatief snel ons afleveradres vonden.
Dat werd afgeschermd door een beveiligingsbedrijf waarvan de vertegenwoordiger zich wel even over de afsluiter wilde ontfermen, mits wij die ‘even op zijn bureel zouden plaatsen’. Ik heb indertijd nog veel werk gemaakt van het feit dat deze afsluiter wellicht dwars door zijn bureau zou zakken. De man keek me daarbij glazig aan. Tot ik begreep dat zijn ‘bureel’ het kantoor betrof en niet zijn schrijfbureau. Tja. Leeg reden we met gezwinde spoed weer terug richting Nederlandse hoofdstad. Maar dat was buiten de waard gerekend. In Brabant was de mist intussen zo heftig dat ik zonder overdrijving durf te stellen dat we reden met 5-10 meter zicht. Op de tast ook. Ik heb soms onderweg voor de auto gestaan om te zien waar we waren. Een rit die uren duurde zo. Afwisselend sturend, Baas Ruud was af en toe even aan een momentje rust toe, waren we rond drie uur in de nacht weer in Amsterdam. Wat een verhaal, welk een rit. Maar goed om het te hebben meegemaakt. Om 9 uur de volgende ochtend waren we weer (nou ja) fris en fruitig op kantoor. Typerend voor deze branche. Maar we hadden wel veel geld uitgespaard….En ik zal die rit nooit vergeten…(Beelden: Internet/Wiki)
Als alles volgens plan gaat krijgen we aan het einde van deze maand een ploeg professionals in huis die de bestaande ramen en deuren zullen verwijderen en vervangen door milieuvriendelijk en isolerende kunststof met HR++ glas. Rib uit het lijf zo’n operatie, maar goed daar krijgen we dan best iets voor terug. Als de leveranciers hun werk goed doen betalen wij de rekening. Maar voordien moet er veel gebeuren. Wij zijn lieden met een geschiedenis. Een bibliotheek zou zich niet schamen voor onze verzameling boeken op velerlei terreinen en verder zijn we goed voor hobby’s en huisdieren. Dus dat moet allemaal van de kant. Minstens een meter volgens opgave van de installateurs. En dat dagen lang. Men begint aan de achterkant, de tuinkant bij ons, dus wat daar in die kamers staat (en de keuken) moet opgeschoven naar de kern van het huis. Maar wel op zodanige wijze dat we nog wel kunnen leven in dat huis van ons. Andere zaken moeten afgedekt. Logeerbed naar zolder, stel je voor dat er een gast komt slapen moet die ook ergens heen.
We moeten een schema maken voor de drie katten. Razend nieuwsgierig en ook zeer geinteresseerd in het verboden buitengebied. Daar moet dus in huis een safe-room voor gevonden worden waar in- en uitlopende werklieden ze niet uit kunnen laten ontsnappen. Kortom, het wordt spannend in de komende weken.
Mocht je af en toe merken dat we even minder actief zijn op dit blog of de sociale media, het is niet anders, maar heeft geen andere reden dan deze. Zo’n 10 jaar geleden hadden we een soortgelijke situatie. De grote verbouwing van keuken en tweede etage zorgde voor het nodige geimproviseer. We maakten een kleine tijdelijke keuken in de huiskamer zodat we nog wel iets konden eten. De reguliere keuken bestond niet meer, helemaal kaal gesloopt door de aannemer. Dat gold ook voor de meterkast en de gang. Was best confronterend. Op de tweede etage werd de boel een paar maanden later helemaal gesloopt en aangepast aan de gewenste nieuwe situatie.