
Dik een eeuw geleden was er een keuze tussen aandrijfbronnen voor onze toen zo nieuwe en moderne vervoermiddelen. Een van die bronnen was stoom. Niet voor niets afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk waar men zoveel kolenmijnen bezat dat de hele 19e eeuwse economie daar zo’n beetje was heringericht met stoommachines die overal geschikt voor leken. Van treinen tot schepen, van landbouwmachines tot stoomgemalen…alles pufte en sjokte dat het een lieve lust was. En toen men oude koetsen ging ombouwen tot bruikbare vervoermiddelen kozen heel wat Britse fabrikanten en constructeurs voor dat relatief goedkope stoom om de boel op gang te brengen en te houden.

Omdat je voor die stoom zowel steenkolen als water nodig had was het logisch om vooral trucks en afgeleiden als zodanig uit te rusten. En kwam je een eeuw geleden heel wat van die weglocomotieven tegen. De een nog grotere en sterker dan de ander. Voor de bemanning van die wagens was het overigens vuil en zwaar werken aan boord. Want stoom wek je op in een ketel en die ketel moet gestookt worden. Dus de chauffeur had vaak een maatje bij zich die het vuurtje brandend hield door consequent kolen op het vuur te gooien. Zwaar werk, ook al omdat die trucks niet meteen licht van gewicht waren en sturen vaak nog ging via een systeem van kettingen, om het over remmen maar niet eens te hebben. Ook personenwagens werden soms uitgedacht die op stoom konden rijden.

Bedrijven als Leyland waren grote namen in dit geheel, net als Foden. In Centraal Europa kwam je ook wel wat van die stoomwagens tegen. Soms gebaseerd op licenties vanuit Engeland. Skoda was een fabrikant die haar trucks (de Sentinel) als zodanig een tijdlang construeerde. Hoe vreemd dat ook lijkt wellicht, maar de stoomtrucks reden nog heel lang door. Ook toen benzine en diesel elders allang volop in gebruik waren gekomen reden er nog steeds op kolen gestookte voertuigen rond. Want de brandstof was goedkoop en als je voldoende kolen in de bak had kon je ook best ver weg komen. Bedenk daarbij maar dat ook stoomtreinen tot redelijk recent nog diensten draaiden op de spoorbanen van omringende landen. Ik ging er in mijn jongere jaren nog wel eens voor naar Duitsland om die dingen te filmen. Trucks op stoom zag ik vooral bij klassieke stoomdagen. Of tegenwoordig op YouTube waar je ziet hoe liefhebbers die puffende oldtimers met liefde op de weg houden. Een teken van vooruitgang anno 1923. Toen we kolen nog zagen als een prima brandstof en waterdamp energie bracht waarmee je aardig vooruit kon. Maar vooral iets waarover je je nu wat kunt verbazen. Vol nostalgische gevoelens. Over die oude locs, walsen, veerponten, sleepboten, etc die in mijn jeugd nog allemaal van stoom gebruik maakten. Gaat snel zo’n technische evolutie. Maar zelden van de ene op de andere dag….Goede les zou ik denken…. (Beelden: Prive verzameling)



Wie mij kent of wel eens heeft meegemaakt weet dat ik een kwekker kan zijn. Komt door mijn behoefte gehoord te worden. Zeker! Maar ook omdat ik nu eenmaal dat talent heb meegekregen van de Schepper of mijn natuurlijke verwekkers. Verhalenverteller, observator, verkoper, mens met vele interesses en uiteraard ook een (stevige)mening. Ik kan me dus niet voorstellen dat je in een situatie terecht komt waarin ik zelf zou zwijgen. En dan niet even uit respect voor mede-aanwezigen, maar langdurig, als onderdeel van het sleurvolle leven. Kijk, af en toe even een momentje van rust is niet erg, soms goed voor de relatie met partner, collega, familie of vrienden. Vooral als er een situatie van onmin is ontstaan, maar als zelfbenoemde kletsmajoor kan ik dat toch niet goed volhouden. Veel minder goed in ieder geval dan een familielid van mij die bij dit soort conflicten in staat bleek zijn toenmalige partner drie weken communicatief op water en brood te zetten. Dat is ondenkbaar voor mij.
Toch observeer ik vaak hoe vooral stellen die al een paar jaar samen zijn, de sleet er aardig in hebben zitten. Die niet meer delen, praten, of desnoods discussieren. Waar stilte aan tafel gewoon is en het grootste genoegen vermoedelijk bestaat uit het borreltje bij de TV van de zaterdagavond. Stilte, niks meer te zeggen, en dat elke dag weer. Geen belangstelling voor het welzijn van de ander, nooit eens een blik, knipoog of aai. Want ook dat kan net als een knuffel aardig bemoedigend werken. Maar vooral dat ontbreken van het gesprek lijkt mij fnuikend. Gezellig bij vrienden en dan zwijgend naar elkaar kijken….. Zie je het voor je? Nou, waarom komt dat tussen partners binnen een relatie of huwelijk dan zo vaak voor? Is dat de compleet ingesleten sleur? Zie je de ander dan niet meer als serieus te nemen menstype? Dan heb ik maar een enkel advies; ga scheiden! Ga uit elkaar en zoek iets waar je gelukkiger van wordt.
Zelfs na tientallen jaren is biljarten in de kroeg wellicht nog leuker dan een ingeslapen relatie zonder woorden. En dan snap ik heus wel dat de vonken er nu ook niet meteen altijd van af hoeven te vliegen, maar een beetje vuur is best leuk toch? Wellicht zie ik bij toeval altijd die stille mensen. Vooral in gelegenheden waar je even koffie kunt drinken, al dan niet met iets lekkers er bij, en waar meer paren hetzelfde doen, valt me dit stilzwijgende fenomeen op. Men kijkt elkaar niet aan, zegt niets, drinkt in stilzwijgen het bestelde en kauwt machinaal op de evt. bestelde hapjes. Waarom ga je dan naar binnen denk ik wel eens. Dat je niet de hele dag hoeft te kwekken snap ik ook wel (niet voor mijzelf maar voor anderen..), maar die stilte omlijst vaak meer passiviteit. Zoals het gebrek aan aandacht voor die ander, geen ridderlijke acties, denk aan het in de jas helpen of de stoel opzij of naar achteren schuiven en ga zo maar door. Het zit in sommige mensen, ik weet het, maar ik kan er niet tegen. Wie met pek omgaat wordt er mee besmet. Dus kwekken wij in onze langjarige relatie heel wat af. We zien allebei van alles wat de moeite waard is en ook werk of hobby kan inspiratie genoeg geven voor aardige gesprekken. We mijden de politiek, geloof als het even kan, en nog zo wat zaken die zouden kunnen leiden tot een vonkenregen. Maar verder? Geen gezwijg in huize Meninggever. Je heet nu eenmaal zo, of niet….En hoe zit dat bij jullie lieve lezers? Stilzwijgend of toch nog vokaal actief?
In onze wijk zijn een paar jaar geleden van die ondergrondse vuilcontainers geplaatst. Beetje graafwerk en hup. Nieuw systeem, werkt prima. Maar ik ontdekte onlangs ook dat de bewoners ergens na de jaarwisseling hun oude kerstbomen van de ‘afvallende naaldensoort’ keurig naast die containers plaatsen. Niet de bedoeling, maar toch. Overigens worden die containers vaak ook oneigenlijk gebruikt. Een van de aannemertjes uit onze buurt wil nog wel eens een halve aanhanger spullen in dat ding dumpen, kennelijk om zich een ritje grofvuil-stortplaats te besparen of zo. Hoe dan ook, die kerstbomen deden me ineens terugdenken aan een heel andere tijd. Dik vijftig jaar geleden. In de huizen uit mijn jeugd stonden ook bomen. Niet van die Nordmannen of andere dure soorten, maar gewoon kerstbomen. Die dingen stonden er van pakweg een week voor de kerst tot een dag of tien later. Mooi opgemaakt met engelenhaar en ballen. Maar omdat we vrijwel allemaal met kolen stookten (olie en gas moesten nog worden uitgevonden..) werden die bomen kurkdroog en lieten al snel hun prikkende naalden vallen. Reden om ze direct na de kerst de deur uit te mikken. Die enkele uitzondering daar gelaten. En daar op straat was een cultureel evenement aan de gang dat je tegenwoordig niet meer zo ziet.
De zgn. kerstbomenjacht. Jongelui, ik ook, stroopten de straten af voor de afgedankte bomen, verzamelden en bewaakten ze daarna. Want dat oude groen ging dienen als brandstof voor het oudejaarsvuur dat in veel van die buurten gewoon midden in de straat werd ontstoken om 12.00 middernacht tijdens de Oudejaarsviering. Spannende dagen, want je moest bijna militair denken rond die bomenjacht. Je werd benoemd door de grotere jongens als ‘jager’ of als ‘bewaker’. En dat was nodig ook, want in belendende straten en buurten deed men precies hetzelfde en wie de grootste berg bomen bezat had ook het grootste vuur. Er wilde nog wel eens een knokpartijtje uit voort komen. Gelukkig was het een fenomeen dat iedereen in onze straat aansprak, dus de jonge lieden die als automonteur of smid in de buurt actief waren wilden wel een handje bijsteken als het op vechten aan kwam. En dat maakte veel verschil.
Net als de pluimpjespistolen en geweren die we bij de bewaking van die bomen gebruikten. Dwong respect af. Als ik het nu terughaal voor dit blog denk ik wel eens, jeminee, wat een risico voor die verrekte bomen…. Maar een fenomeen was het en als ik nu wel eens kijk op Google of Wikipedia zie ik dat het ook in andere steden en dorpen in die jaren heel normaal was. Toen ik die straat verliet om elders te gaan wonen was ik ook niet meer op de hoogte van hoe men dat met de kerst allemaal regelde. In de nieuwe woonbuurt kwam het niet voor, daar woonden geen jongelieden die er mee bezig waren. Ik hoorde het nog wel eens van mijn ouders. Die woonden in die periode na een verhuizing juist op dat punt in die straat waar wij vroeger de vuren stookten. En dat maakte soms nerveus, zo’n groot vuur voor de deur. Intussen is het ondenkbaar geworden. Overal staan auto’s en scooters, de huizen zijn allemaal gekocht door mensen met een andere mentaliteit of afkomst. Nee, geen bomen meer en al helemaal geen vuren. Men zet ze gewoon bij de vuilcontainer. En niemand die er naar omkijkt. Er is veel veranderd in de loop van al die jaren….




