
Ik stam nog uit het tijdperk dat volwassenen en kinderen de radio zagen als het grootste goed wat de moderne tijd ons kon geven naast de auto en het vliegtuig. TV bestond nog maar nauwelijks en kwam in de meeste gezinnen van onze straten of wijk niet voor. Daarbij waren er de zuilen die ieder zo hun eigen programmering kenden die soms tenenkrommend van aanbod was en met name minder informatief. Maar er was een uitzondering, de nieuwvoorziening door het ANP. Dat mocht de nieuwsberichten verzorgen op het hele uur en dan ging de radio in veel huishoudens even op een hogere stand qua volume.

Vaak was het nieuws dat werd gebracht van gisteren, een enkele keer van dezelfde dag maar dan met uren vertraging. Zo weet ik nog goed hoe dat ging met rampen als die in Zeeland (als klein kind raakte ik onder de indruk van het feit dat daar de zee in winter 1953 het land op was gekomen), de invasie door de Sovjet-Unie van Hongarije (1956) en de ellende die dat teweeg bracht of zo meer. Het nieuws was ook altijd stipt op tijd en de nieuwslezers spraken bijna bekakt ABN.

De radio als bron van waarheden en zeker neutraal. Kom daar nu maar eens om. Ik beluister dat medium nog steeds vele uren van de dag en weet zeker dat men door invloeden van buiten vaak te laat begint met voorlezen van het nieuws, maar ook dat daar veelal een zekere kleuring aan wordt meegegeven. Neutraliteit ver te zoeken. Je hoeft slechts het nieuws over conflicten of politiek te volgen en je weet dat men flink buiten de lijntjes kleurt en dan ook nog met een rood/groen potlood. Daarmee is die nieuwsvoorziening leuk als algemeen medium, maar helpt men bij de radio wel mee om zelf dat nieuws wat te duiden. Net als uw meninggever dat doet. Ik doe dat veelal via digitale kanalen die vooral mijn interessegebieden kunnen aanvullen. Zoals bij vliegincidenten of bijvoorbeeld explosies dan wel de grote brandhaarden in de wereld. Dan laat ik me niet door gekleurde media voor de gek houden.

Immers vaak weet men het verschil niet tussen een Boeing 787 of 737, ziet terreur als een daad van verzet en noemt extremisten demonstranten. Het is maar waar je voor wilt staan. Maar journalistiek als vakgebied is toch iets anders. Die neemt niet aan, maar vraagt door. Dat kleurt niet maar onderzoekt. En pas als men de feiten op een rijtje heeft komt men met steek houdende conclusies. Niks voor de wereld van de zelf benoemde beroemde influencers, vloggers, podcastvullers of namaakjournalisten. Die leven van clicks, van kulnieuws, van feiten die niet worden gecontroleerd. En veel mensen hangen dat aan alsof de ANP met zijn vroegere radionieuws terug is gekeerd op digitale kanalen. Daarbij weten veel consumenten van dit nieuws niet dat heel wat ‘nieuwsfeiten’ niet veel meer zijn dan ‘advertorials’ die worden betaald door de afzender. Omdat men in de communicatiewereld ook wel weet dat een advertentie wellicht niet wordt geloofd, maar een stukje ‘vrije nieuwsgaring’ wel. En zo geloven we bijna alles wat voorbij komt aan onzin en fake nieuws. En zien we ook niet dat veel door ons als betrouwbaar geachte media in handen zijn van een (links) uitgevershuis dat ook op TV haar belangen heeft. En dat de betrouwbaarheid omgekeerd evenredig daalde met het stijgende belang van de aandeelhouders of politieke opdrachtgevers. Het is maar dat u het weet. ‘Dit was het nieuws’. Prettige donderdag verder….(Beelden: Archief)











De meeste uitvinders kunnen niet verkopen. De techneuten of goede koks onder ons ook zelden of nooit. Het zijn twee verschillende disciplines. Een enkeling kan dit combineren. En maken hun business tot succes. Wil je weten hoe dat al dan niet moet? Kijk dan (terug) naar het erg aardige programma van WNL, Dragons Den. Daarin moeten mensen met een nieuw bedrijf of product zien dat ze bij soms steenrijke investeerders geld los kunnen krijgen om hun zaken in de toekomst enig houvast te geven in de desbetreffende markten. Daartoe dienen zij naast hun nieuwe producten of diensten ook cijfers te overleggen, maar vooral te brengen. En wat je zo vaak ziet bij bedrijven van dit kaliber, velen zijn geroepen maar slechts weinigen uitverkoren. Kaf en koren worden meteen gescheiden door de beroepsinvesteerders in dit programma die in het verleden door slim zaken doen en steeds weer opnieuw goochelen en durven grote kapitalen vergaarden die ze nu (met een enkele uitzondering..) inzetten t.b.v. anderen. Het kaf komt overigens het meeste voor bij die presentaties.
Vaak slecht voorbereid, cijfers zonder onderbouwing, en een product dat meestal binnen een half jaar in China van de band rolt en daardoor elke exclusiviteit mankeert. Daarbij vergat men nog wel eens een patent aan te vragen (kosten) maar bleek men ook gewoon niet in staat om het ‘unieke’ concept te verkopen. Eigenlijk wil men het liefst zelf een beetje doorklooien en van het geinvesteerde bedrag een verkoper aan trekken om de boel in de markt te zetten. Nou, uit ervaring weet ik dat veel verkopers bepaald niet geschikt zijn voor het vak dat ze beoefenen en in veel gevallen zelf liever lui dan moe zijn. ‘Bent u geinteresseerd in ons unieke aanbod, neem dan contact op met…’. In autoland heb ik er te veel meegemaakt of op training gehad waarvan je echt zuchtend afvroeg waarom ze dat vak kozen. En als ik op Linkedin kijk wat daar allemaal wordt aangeboden zie ik vooral veel pro-passiviteit. Echte verkopers gaan er op uit, werken met sociale media, bellen, mailen en doen hun best om orders binnen te trekken.
Ze bouwen een netwerk op en weten dat ze na een tijdje klanten weer eens moeten opzoeken om dat contact warm te houden. Als die verkopers dat al niet hebben, wat moet je dan als niet commerciele ondernemer wel niet beheersen om je producten in de markt te krijgen., Nou de Dragons uit dat programma maken er veelal gehakt van. Pas als er een geweldige presentatie uitrolt met perspectief, rollen ook de centjes. En wil men zelf actief bijdragen met advies hoe het nog beter kan. Dat presenteren doet dus begeren, net als solliciteren. Wie dat goed doet kan veelal rekenen op een nieuwe baan. Wie dat niet lukt komt veelal achteraan in de rij. Het is een vak, je kunt er voor trainen, het is bij te leren. Maar niet in de genen? Vergeet het maar. Dan moet je iemand zoeken met passie die deze kunst wel verstaat. En neem van mij aan, na al die jaren ervaring in verschillende vakgebieden, het zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen. Maar een goede voorbereiding is het halve werk. Als je zelfs dat niet beheerst, presenteer dan maar niets. Zeker niet bij investeerders als de Dragons Den.
Al doende leert men en trainingen werpen op het gebied van goed verkopen vaak hun vruchten af als je daardoor leert om vooral signalen van prospectkopers goed op te vangen en te vertalen. Zonder talent geen resultaat en soms moet je de eigen karaktertrekken onderdrukken als je met de verkeerde mensen van doen hebt. Zo leerde ik in de praktijk van alle dag tijdens mijn dealerjaren (1977-1990) dat je soms geduld moet hebben of beter moet opletten. Maar eerst toch nog even een beschrijving van mensen waar je niks aan kunt verkopen maar die je wel veel tijd vragen. Sommige mensen hebben nu eenmaal een zee aan vrije tijd en weinig hobby’s en komen dan in showrooms vooral hun eigen verhaal vertellen. Nu zijn wij Amsterdammers niet zo van het geduld. Tijdens een uitzending van TROS-Actua op Wielen (of soortgelijke titel) had presentator Hein van Nieveld aangegeven dat de (ook door ons verkochte) FSO Polonez weliswaar aardig oogde en mooi was toegerust (..), het onderstel was nog steeds ouderwets en aan de achterkant zaten bladveren onder een starre as. Van Nieveld vond dat maar ouderwets. Zover niks nieuws, wij hadden zelf ook zo onze gedachten over die Poolse wagens en ik stak ze tijdens mijn vervolgverhaal dan ook niet onder stoelen of banken.
Op een dag, het zal de volgende na de uitzending zijn geweest, stapte ik de showroom binnen omdat ik de bel van de toegangsdeur hoorde. Ik keek rond en zag niemand. Opmerkelijk…want die bel ging niet voor niks. Dus nog even een rondje lopen langs de auto’s die stonden te glimmen in die verkoopruimte en verdraaid…daar lag een vent op de grond. Als een moslim naar het oosten gericht, maar wel kijkend onder de ook aanwezige Polonez. Ik vroeg hem wat hij daar deed. Waarop de arrogant kijkende jongeling mij min of meer toebeet dat hij wel eens met eigen ogen dat ouderwetse onderstel van die Poolse auto’s wilde zien. Maar dat hij intussen ook even had gekeken bij de Koreaanse Hyundai Pony en daar hetzelfde onderstel had geconstateerd. ‘Ik snapte toch wel dat dit een schandaal was en dat een beetje moderne Fiat zijn belangstelling meer zou trekken dan dit spul’. Ik vroeg hem waarom hij uberhaupt de showroom was binnengestapt dan…. Zijn antwoord was tekenend, hij wilde mij als dealer even wijzen op het feit dat ik ouderwetse wagens verkocht….. Mijn geduld was op. Ik zette hem fysiek even buiten de deur. Waarop hij aangaf mij nog wel te zullen krijgen….. Het waarom ontging me.
Maar vreemde kostgangers had die Heer daar boven soms. Overigens was die van Nieveld een vervelende vent waar het onze merken betrof. Of ze nu uit Oost-Europa, Japan of Korea kwamen, altijd bleek zijn voorkeur toch meer te liggen bij Italiaanse, Franse of vooral Duitse wagens. Dat is heel vervelend als je met de door jou gevoerde en verkochte auto’s je broodje moet verdienen. Hoe dan ook, na het buiten de deur zetten van die ene malloot heb ik me later leren inhouden hoor. Ik had gewoon meer geduld moeten hebben. En wellicht het noodnummer moeten bellen om een patient op te laten halen uit hun Paviljoen 3 (psychiatrie)….Maar het kwam uiteindelijk met de meeste bezoekers wel goed. Want als men langs kwam was dat in 80% van de gevallen niet zo maar, doch met oprechte intenties. En die vervulden wij graag en professioneel. Maar op de grond liggen was er niet meer bij….(Beelden: Yellowbird archief)

