
Bevlogen sprekers zijn er niet zo veel. Het viel me onlangs weer op bij het bekijken van beelden uit de Tweede Kamer waar zoveel te doen was in de afgelopen weken en maanden. Mensen zijn er soms niet voor in de wieg gelegd. Ze spreken vanaf vooraf (al dan niet zelf..) geschreven stukken papier, kennen niet of nauwelijks vormen van humor en verpakken in veel zinnen of woorden vooral verwijten, afkeer of gewoon haatzaaierij.

En echt, dat is niet iets van een enkele stroming. Vrijwel elke politicus maakt zich er aan schuldig. Maar mij valt op dat zelfs lijsttrekkers vaak slecht kunnen speechen. Het is ook niet ieder mens gegeven. De een heeft meer flair dan de ander en de meeste mensen die voor het eerst een maidenspeech moeten houden slapen soms een of meerdere nachten slecht voorafgaand aan het evenement.

Anderen doen het spontaan en los uit de pols en gebruiken dan ook nog eens de juiste woorden of zinnen. We kennen vast voorbeelden hiervan uit onze eigen omgeving. Ik heb zelf vaak ‘voor de klas’ gestaan, voor universiteit of een zaal vol kritische zakenrelaties. Viel me soms mee, in andere gevallen tegen. Veelal kwam het door de te brengen boodschap. Was die positief ging dat me veel beter af dan een negatieve waarvan ik wist dat het tot veel commentaar zou leiden of zelfs persoonlijke kritiek. Immers de brenger van een boodschap moet vaak persoonlijk lijden. Zeker tegenwoordig. Dat zal de reden zijn dat sommige politici ook zo stuntelen. Want het is natuurlijk veel leuker om het volk brood en spelen te beloven dan achteruitgang en nog meer ellende.

Uitzonderingen zijn er altijd op die regel. Want de nu min of meer opgestapte premier Rutte is iemand die met een zeker gemak de meest vreselijke boodschappen kon of kan brengen. Hij is een bevlogen spreker en in een debat zelden uit het veld te slaan. En als hij het even niet meer weet roept hij om ‘Carolien’ zijn assistente. De meeste sprekers kennen die luxe niet, die moeten hun speeches uit het hoofd kennen en in een debat goed onderbouwd met feiten de confrontatie aan gaan. In feite is een mens die goed kan speechen vaak ook goed in verhalen vertellen of zelfs moppen tappen. Die houdt van het publiek, de aandacht en voelt zich tussen mensen volkomen thuis. Daarbij moet je ook een zekere autoriteit bezitten, veelal opgebouwd via kennis en ervaring die jou net even boven de gemiddelde toehoorder doet uitstijgen. De informatie die jij dan uitdraagt is nieuw(s) en komt dan goed binnen. Wie al staat te bazelen over wat het publiek allang weet zal prediken voor de heidenen. Met alle gevolgen van dien. Nou, ik leerde het vak al doende. De eerste speeches al weer lang geleden, intussen vind ik het nog wel eens leuk ook om te doen. Was wel eens anders. Maar ik heb de feiten en kennis dan ook altijd paraat. Dat maakt me ook ongeschikt voor links-anarchistische partijcongressen. Immers, feiten spelen daar niet. Wel een doctrine…. En dat ligt mij meteen een stuk minder…. (Beelden: Internet)


Het onderwerp milieu vind ik wel voldoende reden om er nog eens wat over neer te pennen. Omdat bijvoorbeeld een politieke stroming als GroenLinks vaak dat onderwerp naar zich toetrekt. Vanuit het idee dat met name de wat jongere generaties zich geroepen voelen tot het credo van mensen als Klavertje met hun namaak-Obama-retoriek. GroenLinks wil nog wel eens stellen dat juist ouderen zich minder van het milieu zouden aantrekken en daardoor alleen al de wereld vervuild achterlaten voor hun nageslacht. Wat op zich al een krankzinnige gedachte is want veel oudere mensen koesteren dat kroost nu net omdat ze zelf vaak een wat karige jeugd hadden en het beste met hun (klein)kinderen voor hebben. Kortom, kletskoek van de eerste orde, iets waarop veel van die stromingen op de linkerflank van het politieke spectrum een aardige claim hebben zitten. Het milieu gaat ons daarbij allen aan.
Toch valt op dat uit onderzoek in het verleden bleek dat juist ouderen veel meer bezig zijn met scheiden van afval, met het inleveren van batterijen, met recycling en vooral ook het zo lang mogelijk gebruiken van wat zij ooit aanschaften. Hun milieubelasting is dus veel lager dan je bij de jongere generaties kunt zien. Even de echte veganisten in de linkerflank van GL of PvdD daar gelaten. Ouderen eten ook anders. Weinig mensen van boven de 60 kiezen voor MacDonalds of Kentucky Fried Chicken om aan hun trek in iets lekkers te voldoen. Het idee dat zij stellen dat de eigen tijd er bijna op zit en dat na hen de zondvloed wel mag plaatsvinden is een te vaak gebruikte maar onware misvatting. Juist bij jongere generaties zit het gedrag van vervanging van spullen in de genen. Ingegeven door discounters of budgetwinkels waar je vandaag alles in het rood, morgen in het blauw en overmorgen weer roze moet hebben staan of hangen. Daaraan doen ouderen meestal niet meer mee.
Ook bij allochtonen zie je weinig milieubewustzijn. Vanuit hun herkomst en achtergrond wellicht nog wel te begrijpen, maar ze worden er zeker niet zo op aangesproken als de GroenLinkse predikers zo graag doen bij de oudere generaties. Overigens bleken uit onderzoek de groot-stedelingen nipt milieubewuster dan plattelanders en zijn gereformeerden en katholieken de mensen met het grootste milieubesef. Kortom, vanaf de kansel al meegekregen juist om te gaan met de schepping van de Heer. Daarmee steken deze groepen ook flink uit boven alle andere religies of atheisten. GroenLinks heeft dus heel wat uit te leggen als ze weer eens kwaken als een eend zonder kop op dit gebied. Feiten zijn belangrijker dan aannames of vooroordelen. En die feiten gaf ik de lezer even. Nu nog even vertalen in daden. Zoals juist stemmen en niet kiezen voor de bekende weg….
Een van de oudere musea in de hoofdstad is het Allard Pierson. Nummer drie in de aangekondigde reeks musea die we in oktober aandeden. Tegenwoordig gevestigd aan de Turfmarkt in het gebouw waar vroeger ooit de Nederlandsche Bank te vinden was. Prachtig museum met een ronduit schitterende Egyptische collectie. Die was de reden om er eens binnen te wandelen. In extreme rust kijken naar die fraaie oude cultuur is een genoegen. En het museum stalde de boel prettig uit. Voor Egypte hoef je geen trap op of af, al is het officieel op de eerste etage gevestigd. Daar waar ook de kassa zit. Klein klimmetje nodig vanaf de ingang. Het is en blijft toch bijzonder om te zien hoe ver die Egyptenaren uit het pre-islamtijdperk al waren. Duizenden jaren geleden al een machtig land met grote vorsten die bij hun status behorende bouwwerken oprichtten en er een redelijk consistente religie op na hielden. Zij geloofden minder in goden die ze niet zagen, meer in aardse zaken die ze als goddelijk ervoeren. De graftempels waren enorm, de bekende Pyramides zijn daar een mooi overblijfsel van. Tijdens ons bezoek liepen er twee specifieke exposities die aansloten op hetgeen hier het hoofdthema is.
Onder de titel ‘Ontmoetingen met de Oriënt’ kwamen deze keer twee zeer actieve onderzoekers en Egyptologen aan de beurt en onder de aandacht. De Brit Flinders Petrie die leefde van 1853-1942 en als grootste schatgraver in Egypte bekend zou worden. Hij vulde met zijn vondsten heel wat museumcollecties. Een andere pionier was Emilie Haspels. Een Nederlandse archeologe die zich vooral richtte op culturen die ooit in het midden van Turkije leefden en daar heel wat wetenschappelijk waardevolle vondsten bloot legde. Zij overleed in 1980, maar liet een geweldige hoeveelheid materiaal en kennis achter waar veel musea nu nog plezier aan beleven. Iets dieper in het Allard Pierson is een afdeling te vinden waar je zelf zou mogen meehelpen om van scherven een echte oude pot te maken. Of een stenen pijp. Allemaal vondsten uit de Amsterdamse bodem, waar men ze vaak uit oude beerputten boven water haalde. Veelal tijdens nieuwbouwprojecten. Denk maar eens aan de metrobouw zoals die nu ook nog plaatsvindt. Wij waagden ons er niet aan, maar interessant was het wel.
Net als de manier waarop dit museum omgaat met kennisoverdracht aan kinderen. Er mankeert nogal wat aan de geschiedenisleer op scholen. En dus pakt het museum haar specialisatie beet en geeft workshops voor klassen vol kinderen die spelenderwijs kunnen leren hoe het leven was in de Egyptische tijd. Met Playmobil spullen en een hoop zelf tekenen of kleien. Maar dan blijft die kennis wellicht toch beter hangen. Wie zijn geschiedenis kent heeft in de toekomst nog iets te zoeken. Dolenden eindigen vaak in een zelf verzonnen verhaal of verwrongen beeld van die zelfde geschiedenis. De bewijzen daarvoor worden dagelijks geleverd. Allard Pierson is simpel te vinden tegenover de Rederij Kooij van de rondvaartboten en aan de andere kant van het water dat het Rokin scheidt van de Turfmarkt. Parkeren is hier niet mogelijk, het ov is de beste optie. Of je moet wandelen zoals wij dat altijd doen.



