
Hoe graag sommige dromerige mensen dat ook zouden willen, er is maar een mensensoort die zwanger kan raken….de vrouw. En wel die natuurlijke soort, fysiek uitgerust met wat nodig is om dat prachtige verschijnsel op juiste wijze van begin tot einde in het eigen lijf een plekje te geven. Hoe fraai omgebouwd ook, voor mannen of zij die als zodanig geboren zijn, is dat niet mogelijk. Mannen zijn goed voor de aanvoer van een van de noodzakelijke ingredienten om die zwangerschap te bereiken, maar gezien het feit dat de meeste opvolgers van Adam vooral het maakproces als plezierig ervaren en vrouwen het zien als hun heilige plicht om het nageslacht voort te brengen en daartoe dat cement van mannelijke zijde nodig hebben, is het plezier aan het verzamelen aan hun kant vaak toch nog wat ondergeschikt.

Het zou me dan ook niet verbazen als er op enig moment via wetenschap en medische stand een simpele soort zaadbank en zelfinseminatie gereedschap beschikbaar komen om zo het proces te versnellen zonder al dat gezucht, gesteun of gekerm. Een soort Action voor zelfbewuste vrouwen en a.s. moeders. Maar dit gaat iets voorbij aan mijn verhaaltje zoals ik het even in de bol nam toen ik weer eens observeerde hoe mannen zich soms iets te diep in het fenomeen zwangerschap dompelen. Ik hoorde een mij onbekende ‘BN-er’ op TV weer eens vertellen dat ‘zij zwanger waren”. Huh? Wie? Jouw vrouw is toch zwanger, jij toch niet? Je zegt toch ook niet als man ‘we hebben last van de menstruatie’? Of…’nee…we hebben hoofdpijn…’ als dat weer eens een rol speelt in de relatie? Vrouw is zwanger, man staat er naast en kijkt toe.

Hij heeft zijn plicht gedaan, met wat pech zijn de komende maanden rampzalig voor de relatie en is zijn vrouw een totaal andere dan waarop hij ooit zo verliefd werd. Niks mis mee (voor even), maar dat ‘wij’ is dan even verdwenen. Mijn ‘ergernis’ daarmee vooral zittend in het feit dat sommige mannen om een of andere reden tegenwoordig behoren tot de watjessoort. Beetje Viking maakte zijn vrouw zwanger, liet haar verder met rust, immers zij broedde een nieuwe krijger uit en hij leefde zich in de komende tussenliggende periode uit met het roven en verkrachten van wat hij nodig had aan inkomen of bevrediging. Sterke mannen die hun weg wel wisten te vinden. Geen van die Vikingen waren toen ‘zwanger’. Ben je mal. En een beetje machoman van nu is dat ook niet. Zeg gewoon dat jullie over negen maanden een kind verwachten. En dat intussen het leven gewoon doorgaat. Althans, dat je dat als doel en uitgangspunt hebt. Want ‘we zijn zwanger’ doet het ergste vrezen voor die komende maanden. Arme mannen….Ik heb nu al medelijden met ze. Overigens is zo’n kind verwelkomen vaak natuurlijk wel weer leuk. Zeker als je weet dat ook jouw genen in die kleine zijn opgenomen. En wie wil weten wat dat kan inhouden moet maar even teruglezen in mijn verhaaltje van 24 juni jl. (Beelden: archief/internet)



De ‘grote baas’ van Skoda, Herr Detlef Wittig, was op de stand van Skoda Deutschland aanwezig, samen met zijn vele managers en we moesten daar stevig mee aan de bak. We zouden dan ook een paar dagen blijven. En dat hield in dat we er ook moesten overnachten. Een paar dagen zelfs. Maar dat viel niet mee in het altijd overvolle Frankfurt rond die IAA. Dus boekte onze ‘directiesecretaresse’ een hotelkamer voor mij en mijn toenmalige verkoopcollega Wim. ‘In een plaatsje vlakbij Frankfurt’ had ze ons nog voor vertrek met de KLM bezworen. We hadden meteen moeten weten dat zij van dat soort zaken echt geen verstand had, maar omdat ze het vertrouwen had van haar directe chef Hoekstra staken we de reservering in onze koffers en gingen onderweg. Eenmaal geland in Frankfurt ook meteen aan de slag.
Toen we de avondsessies hadden overleefd, vaak werd er lekker gegeten en gedronken met de vele mensen die we hadden leren kennen, bedachten we dat we maar even met de taxi naar ‘dat hotel’ moesten rijden. Wel zo handig. We stapten in, pakten het adres van het hotel en gaven dit door aan de chauffeur.
‘Wo wollen Sie hin?’ vroeg de man terwijl hij de motor van zijn Mercedes even afzette en zich naar ons omdraaide. ‘Worms?’. Ja, dat stond op die hotelbevestiging, dus daar wilden we heen. Het was al laat, we wilden slapen. De man zuchtte, startte zijn sterrenbak en reed weg. En bleef meer dan een uur rijden. Ver buiten Frankfurt, snelwegen, uiteindelijk naar Worms. Los van de lange rit waren wij er een enorm bedrag aan kwijt voor de chauffeur. Het hotel bleek ook nog eens gelegen aan een spoorwegemplacement waar dag en nacht werd gerangeerd. Gebroken stapten we ’s-morgens onder de douche, we moesten weer vroeg op weg naar Frankfurt.
Onlangs hoorde ik op de radio een verhaal naar aanleiding van een door een luisteraar gestelde vraag. Die verbaasde zich er over dat in de medische wereld van huisartsen en apothekers de fax nog steeds een dominante rol speelde. De ‘wat’? Ja, de fax! Voor de jonkies onder ons, dat was een wondermachine die ooit via het telefoonnet in staat was om een document door te seinen van de ene kant van land of wereld naar de andere. Met veel gepiep en gekreun van de ingebouwde printers. Het was een toppunt van vernuft toen hij ergens halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw uit werd gebracht en het ding was in het begin peperduur. Via leaseconstructies kon je er een aanschaffen, iets wat wij indertijd in het door mij eerder beschreven auto-dealerbedrijf ook deden. Zie mijn vervolgverhaal maar een paar hoofdstukken terug. Maar dit terzijde. Toen de fax was ingeburgerd bleek hij eigenlijk al achterhaald.
De personal-computer had ook zijn intrede gedaan en al snel waren we in staat om hele rapporten per electronic mail als bijlage over te zenden van punt a naar b. De digitale wereld versnelde met een turbo en de fax werd een relikwie uit de oude doos. Net als de oude zwart-wit-tv toen we eenmaal kleur hadden ervaren. Ergens in de jaren negentig was al het einde voor die fax in zicht en niemand heeft er nu nog een staan schat ik in. Nou ja, met uitzondering van die medische wereld dan. Daar werkt men er nog mee. Heeft iets met privacygevoelige zaken van doen. Men beschermt de patiëntendossiers met het eigen leven, en dat is ook de reden dat je bij verhuizing zoveel moeite moet doen om gegevens mee te laten verhuizen opdat de nieuwe behandelaars kunnen kijken naar datgene wat over je bekend is bij de verschillende witjassen die dit doel dienen.
Naar ik nu begreep wil men de eventuele overdracht slechts doen per fax. Al zijn die dingen dan tegenwoordig via via wel in de computersystemen geïntegreerd. Wat men ontvangt en wil uitdraaien komt langs de pc op de printer en dan weer in een fysiek dossier. Voor de rest zou ik geen sectoren meer kennen die de fax nog zien als een modern communicatiemiddel. We mailen, appen, skypen en wat dies meer zij, maar faxen? Wie het nog wel doet mag het me vertellen. Graag met uitleg over het waarom en waardoor….Maar ik vrees dat ik maar weinig reacties van dien aard zal krijgen. Overigens was in mijn persoonlijke geschiedschrijving ooit een moment dat ik ‘in between’ de retail-autowereld en de wholesale-autowereld weer even terugkeerde op Schiphol. Ook dit verhaalde ik al eens eerder. Maar opvallend, kom je uit een relatief klein bedrijf met telefoons en faxen, in een wereld waar men toen nog de telex en schrijfmachines gebruikte. De Telex?? Ja! Wie dat nog heeft meegemaakt mag zich ook melden…..(Beelden: Internet)
Waar ik ooit geweest ben op plekken waar ook toeristen kwamen, altijd viel me op dat er een groep mensen was die elk monument of prachtig kunstobject vastlegde op foto of film met zichzelf of een van de familieleden er voor. Kom je thuis zie je Yamamoto of diens vrouw voor dat object staan. Ten bewijze van het feit dat men ‘daar en daar’ geweest was. Als ik indertijd fotografeerde vond ik het onderwerp toch echt 100 keer interessanter om vast te leggen dat die meninggever die er met zijn koppie voor moest gaan staan. Ik vond en vind mijzelf niet zo fotogeniek en heb meer bevestigingsdrift door de mening dan door mijzelf vast te leggen op de digitale beelddrager. En als ik dat ook zou doen (een enkele keer laat ik mij vast leggen voor een mooi vliegtuig of zo..) plaats ik het weer niet op de sociale media. Hooguit als het echt relevant is voor een verhaal. Zoals mijn persoonlijke vervolgverhaal. Dan past het. Maar dan zijn het vaak beelden die door een ander zijn geschoten.
Maar in dat mijn zit ook IK besloten. En in die periode waren smartphones nog niet in. Kennelijk zijn sommige cursisten in het digitale tijdperk helemaal los geslagen. Ik, ik, ik, en tegen de rest zeg ik als selfist ‘stik’. Tuurlijk, ik chargeer het iets, maar toch. Let maar eens op. Men is zo bezig met het eigen leven(tje) dat men helemaal voorbij gaat aan de omgeving. Het wordt werken via al dat geselfie of gevlog, en bij een enkeling leidt dit nog tot inkomen ook. Knap gedaan. Wordt je toch nog een ster in je eigen leven. Maar is dat een verdienste? Kijk, dat belangrijke mensen iets van zichzelf laten zien is voor mij ok. Maar mister of miss nobody? En allemaal met dezelfde wens….beroemd worden. Thuis op de bank. Met filmpjes over zichzelf. Hoe bedenk je het. Nee, dan waren die Japanners toch een stuk hun tijd vooruit. En soms ook leuker. Want die kwamen er thuis pas achter wat ze onderweg niet zagen. Omdat ze met hun rug naar object of historie stonden. Net als die selfiemensen, die staan met hun rug naar de samenleving. Nou, daar heeft uw meninggever geen last van. Nog lang niet. Geen beelden van mij hier. Of er moet echt iets heel belangrijks te melden zijn. Zoals dat ik even moet stofzuigen…. (Beelden: Internet/Yellowbird photo-archief)

