De turboprop…

De turboprop…

Ooit hadden vliegtuigen allemaal een zuigermotor. In lijn, stervorm, of wat ook, ze draaiden op hoog-octaan-benzine en dreven een propeller aan die trek- of duwkracht leverde waardoor het betreffende toestel kon opstijgen, vliegen en veilig landen. De basistechniek was niet veel anders als die voor automobielen. Een zuigermotor met propeller was betrouwbaar, maar vroeg ook veel onderhoud, en met name de grote soorten motoren waren mateloos ingewikkeld van constructie.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 212719-aero-spacelines-super-guppy-f-bbpa-spl-0280-scan10159.jpg

Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontstond op enig moment de eerste generatie straalturbines. Een heel ander soort techniek. Waarbij lucht werd aangezogen via een open inlaat aan de voorkant, een verbrandingskamer zorgde voor energie en schoepen in de motor die de kracht van de lucht versterkten waardoor hete uitlaatgassen de aandrijving van de eerste machines verzorgden. Voordeel, geen trillingen, minder gecompliceerde techniek, maar wel meer geluid (hoge toon en gebrul bij volgas) en hoger brandstofverbruik.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: atp-euro-direct-g-oede-spl-170894-pict0238.jpg

Al snel werd met name in Engeland gewerkt aan een totaal nieuw concept. De vermenging van die nieuwe straalmotor met een propeller. Via een tandwielbak en reductie kwam de turbopropmotor tot leven. Rolls Royce een pionier, maar ook andere Britse fabrikanten grepen naar deze techniek. De Turboprop was zuiniger, stiller en ook efficienter dan de toenmalige pure jets. Dus goed geschikt voor vliegtuigen die over kortere afstanden moesten opereren.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 217515-eham-090986-bae-viscount-bma-g-azna-landing-scan10547.jpg

Befaamd werd in dit segment de Britse Vickers Viscount met zijn vier motoren, maar ook de Friendship van Fokker benutte het principe. In de VS bouwde men intussen zwaardere turboprops die werden ingezet voor militaire transportvliegtuigen maar ook in de burgerluchtvaart vele jaren dienst zouden doen en waarvan vele duizenden exemplaren werden gefabriceerd. Allison, Pratt & Whitney, allemaal grote namen in dit verband.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: antonov-an-22_3.jpg

De zwaarste exemplaren kwamen overigens uit de Sovjet-Unie waar men hele generaties verkeersvliegtuigen en militaire transporttoestellen ontwikkelde die motoren benutten die feitelijk voor de Rode Luchtmacht waren bedoeld. Zo was er de motor voor de Tu-20 bommenwerper die ook geschikt bleek voor de civiele Tu-114 en de latere An-22. Op iets lager niveau acteerde de Ivchenko AI20 die in aangepaste vorm o.a. de Il-18, An-10/12 en latere An-24-familie zou voortstuwen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 216526-fairchild-metroliner-sn-taxying-scan10189.jpg

Turboprops zijn nog steeds overal te vinden in de luchtvaart. Nieuwe generaties vliegtuigen vroegen om bijpassende motoren en die zijn dan ook qua evolutie meegegaan naar de 21e eeuw. Ze zijn flink stiller dan de gemiddelde straalmotor (ook al zijn die op zichzelf nu zelf al 50% stiller dan vroeger bij een stuwkracht die 10-20 keer groter werd), maar zeker ook nog zuiniger. Het is altijd mooi om te zien hoe evolutie binnen de luchtvaart vaak revolutionaire productlijnen veroorzaakte. En dat in alle landen over de hele wereld het geluid van turboprops hoorbaar is. Van klein tot groot. Met dank aan ingenieurs en uitvinders van dik 80 jaar geleden. Die zagen geen beren in het bos, maar gingen gewoon helemaal los. (beelden: archief)

De turbopropmotor..

De turbopropmotor..

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: an-12-cccp-12875-at-spl-070591-pict0735.jpg

Weer eens een technisch onderwerp wat voor de algemene ontwikkeling bedoeld is. Lang niet over geschreven… Maar dit in de kop genoemde type motor sloeg binnen de luchtvaart een brug tussen de voorheen gebruikte zuigermotoren die min of meer aan het einde van hun mogelijke ontwikkeling waren gekomen en de toen nog vrij nieuwe straalmotoren. Vanuit de gedachte dat het mogelijk moest zijn om.. gingen veel techneuten na WO2 aan de slag met een combinatie van het een en ander.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: electra-fred-olsen-ln-fog-spl-040894.jpg

Dus een straalmotor die via een aandrijfas en versnellingsbak een propeller aandreef die zo zorgde dat het er mee uitgeruste vliegtuig efficienter, zuiniger en vooral ook stiller kon opereren. De Rolls Royce Dart was er zo een (gebruikt door de Fokker F27 Friendship, Handley Page Dart Herald en bijvoorbeeld de Vickers Viscount).

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: vanguard-bea-landing-at-bsl-airport.jpg

Maar ook de Bristol Proteus (Bristol Britannia) en Allisson turboprops (Lockheed Electra en Hercules) waren klinkende namen op dit gebied. Ook in de Sovjet-Unie gebruikte men naast de straalmotoren voor de nieuwe verkeersvliegtuigen en militaire bommenwerpers, ook enorm krachtige turboprops die soms met een contraroterende propeller werden uitgerust waardoor deze 12-14.000pk elk konden ontwikkelen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: il18-lot.jpg

Daarnaast werden in vele landen ook militaire toestellen (o.a.voor gebruik aan boord van vliegdekschepen) uitgerust met dit type motor. De typerende geluiden waren alom aanwezig. En anders dan bij die eerste straalvliegtuigen van toen die gilden en rookten als de beste, waren de turboprops ook plezierige passeerders wanneer ze over de toenmalige steden heen vlogen die niet ver van de meeste vliegvelden waren gelegen.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: antonov-an-22_3.jpg

Eenmaal op volle kracht draaiend komt er hooguit een brom uit dit type vliegtuigen en dat is voor omwonenden met een grotere geluidsgevoeligheid best plezierig. De Russische (Oekrainse) Antonov-machines met hun enorme turboprops waren overigens van een andere orde. Ik heb zelf een paar maal de gigantische Antonov An-22 van/naar Schiphol horen en zien vliegen en dat was wel een een imposante maar minder stille broeder. Maar goed, een vliegtuig zo groot als een beetje vrachtvaarder op zee mag wat geluid produceren.

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: 15414-fokker-f27-uk-g-bdvt-landt-eham-sum82-scan10090.jpg

Een heel andere machine was de Lockheed Electra die bij KLM ooit oudere propliners vervingen en o.a. vlogen op de routes naar Teheran, Istanbul en zelfs Johannesburg. Het typisch suizende geluid van die vier motoren was heel herkenbaar. Later vloog onze Marine Luchtvaart Dienst vanaf Marine Vliegkamp Valkenburg bij Katwijk met van die Electra afgeleide Orion Patrouillevliegtuigen. Het geluid bleef door de jaren heen heel kenmerkend. Hadden of hebben die turboprops dan geen nadelen?

De huidige afbeelding heeft geen alternatieve tekst. De bestandsnaam is: bristol-britanniag-aovt.jpg

Jawel, de vliegtuigen die er mee zijn uitgerust hebben een lagere kruissnelheid dan de vergelijkbare straalmachines en dat maakt ze met wat uitzonderingen minder geschikt voor de langere afstanden. De meeste turboprop-kisten kwamen terecht op korte- tot middellange afstanden en daar heb ik ze zelf ook diverse malen mogen ervaren. En echt, dat was geen onplezierige beleving voor een doorgewinterde passagier als ik was en nog ben. Van een Britten-Norman Turbo-Islander, tot de Fokker 50, ATR 42/72, Dash 8, Avro 748 tot die snelle maar compacte Dornier 328. Allemaal turboprops die bewezen dat het voor passagiers en gebruikers nog altijd een economische verantwoorde manier van aandrijven is bij vliegtuigen i n dit marktsegment. En dan heb ik zelf helaas nooit in de Viscount of Electra mogen meevliegen. Voelt dan best als een gemis. Om het over die Russen en Oekrainers maar niet te hebben…..(Beelden: Archief Yellowbird)

Rust in de tent…

Rust in de tent…

Onlangs, ik zat in mijn uiterst plezierige en comfortabel ingerichte thuiskantoor, was de wind zodanig van richting dat de verkeersleiding Schiphol haar uitgaande verkeer richting het oosten en noorden weer eens over mijn huisadres stuurde. Omdat wij op pakweg 8 hemelse kilometers van dat grote vliegveld wonen klimmen die machines dus op redelijke kracht van hun motoren over onze straten en huizen. Anders dan al die beroepsklagers voor wie zelfs de vleugels van een vlinder nog te veel lawaai maken heb ik geen last van die grote vogels. Ik kijk er naar en volg ze al mijmerend over wat hun bestemming is (soms kijk ik dat even na op een speciale app..) e n visualiseer de vliegvelden of steden waar ze straks over pak weg 1-12 uur zullen landen.

Maar omdat ook in mijn buurt lieden zijn komen wonen die menen dat niet zij maar Schiphol moet verhuizen omdat ze zoveel last hebben van het geluid van die uit klimmende vliegtuigen eens per maand stelde ik mijn decibelmeter op de smartphone eens in. En wat bleek. Die grote jongens als de Airbus A350 of Boeing 777 dan wel 787 komen al klimmend op vol vermogen qua geluidsniveau niet veel hoger dan 60-65dB. Een ouder vliegtuigtype als de A330 haalt 75dB en een oudere 747-400 tikt de 90 dB aan.

In de jaren dat ik hier nu woon (34) heb ik heel wat flink luidruchtiger typen voorbij horen/zien komen. 110dB was indertijd bijna norm. En zelfs ik vond dat best stevig. Bij de kleinere vliegtuigen zijn de oudere 737’s en A320’s koplopers, 80dB is wel het gemiddelde. Maar hun nieuwste varianten A320NEO en 737MAX halen dat geluidsniveau echt niet. Een prachtig positief voorbeeld is de enorme Airbus A380 die dagelijks een keer langs komt vanuit of vertrekt naar Dubai. De diepe brom van de enorme motoren doet deze machine als een soort zeppelin voorbij vliegen en mijn metertje haalde daarbij de 60dB niet eens. Kortom, al die klagers doen dat omdat ze bewust willen klagen.

Niet omdat ze zich kunnen baseren op feiten. Een beetje doorgaande straat geeft je een (ook gemeten)geluidsbelasting van 70-80dB, een treinenbaan is goed voor 90-100dB. Dat is best hoog. Een kleuterschool of kinderopvang met buiten spelende kinderen overstijgt dat geluid zelfs. Wie dan klaagt heeft iets te mekkeren. Maar stop nou eens met dat geklaag over Schiphol. Mijn metingen zijn even goed als al die anderen…. En o ja. Ik ben net als zoveel van die klagers hier na 1967 komen wonen. Toen startte het nieuwe Schiphol met haar 5-banenstelsel op basis van de plannen die al stamden uit 1948. Ook ik wist dus dat ik in de buurt van Schiphol zou gaan wonen. ‘Juist lekker’ redeneerde ik toen al. En zo denk ik er nog steeds over. Had hier een kinderopvang gezeten had ik vermoedelijk een ander adres gezocht. Want dat gegil en gebler…ik heb er niks mee…. Maar o jee, nu trap ik vast op wat gevoelige tenen die mensen bezitten die wel altijd naar boven kijken en alles horen wat daar voorbij trekt, maar het gejengel van hun eigen kroost niet (willen) horen. Het kan verkeren…..Geldt ook voor het luchtverkeer….#vliegenmoet (Beelden: archief)

Muiderberg…

Muiderberg…

Het was mooi weer en we zochten begin vorige maand even een bestemming voor een wandeling in een omgeving die fraai is maar niet te druk. Nou dan ben je in deze badplaats aan het oude IJsselmeer goed op je plek. Van oudsher is Muiderberg een plek waar je als Amsterdammer heen kunt voor pootjebaden en zon icm zand, al is alles er van een totaal andere orde en omvang dan je wellicht kent van Zandvoort of Bloemendaal dan wel andere badplaatsen aan de kust of zelfs de Randmeren.

Muiderberg is een bestemming die al meer dan een eeuw mensen trekt met….stilte en veel ondiep water voor de kust. Ideaal voor kinderen, en indertijd goed bereikbaar omdat de vroegere Gooische Stoomtram Maatschappij er naartoe reed. Ook de NBM bussen hadden vanaf Amsterdam-Oost daardoor als erfopvolgers van die tram een speciale lijn richting Muiderberg in het rijschema zitten. Tegenwoordig is het een lommerrijke omgeving, prachtig wonen voor de mensen die het zich kunnen veroorloven, en nog een beetje afgesloten voor het drukke toeristenverkeer.

Smalle straatjes in het centrum, beperkte parkeergelegenheid, wat winkels en verder een soort mini-boulevard op de dijk van het IJsselmeer waar ik in vroeger tijden het kruiende ijs nog wel eens tegenop zag kruipen. Want in de jeugdjaren reden we hier zomer en winter nog wel eens heen voor wat vermaak. En dat deed ik later met zoonlief ook.

Vanuit Amsterdam een half uurtje rijden en voor dat kind een geweldige omgeving waar hij kon graven en spelen zonder dat je meteen angst hoefde te hebben dat hij meteen kopje onder ging. We zagen dat er nu een behoorlijke horeca-faciliteit op het strandje is neergezet met terras en kinderspeelplekken. Je kunt er allerlei vaartuigen huren en dan op dit deel van het meer spelevaren.

In de nabije verte heb je uitzicht op Almere-Poort aan de overkant van het Gooimeer en als je goed oplet zie je de kust van Noord-Holland en zelfs een stukje van Amsterdam. De scheepvaartroutes zorgen voor wat beweging en geluid op afstand. Zittend op een van de vele bankjes en later wandelend door de omgeving was het een genoeglijke dag. Met allerlei herinneringen die ineens weer terugkwamen. Muiderberg, gelegen tussen Muiden en Naarden, niet ver van de brug over het meer die naar de Flevopolder leidt, lastig bereikbaar, maar dat wil men vast zo houden hier. Want al wandelend viel ons de stilte op. Een verborgen pareltje aan het water. Dus…niet verder vertellen graag…Maar als je kunt, toch eens bezoeken….valt vast niet tegen.. (Beelden: Prive)

De Hoep en meer…

De Hoep en meer…

Ik geef meteen toe dat ik de afgelopen drie jaar maar weinig op de fiets heb gezeten door allerlei omstandigheden. Eigenlijk doodzonde want ik ben als ik wil op die tweewieler binnen een paar kilometer gewoon buiten de grote stad in het zo fel bevochten boerengebied ten zuiden van de hoofdstad. En het zou natuurlijk tragisch zijn als juist dit gebied omwille van flauwekul-argumenten moet worden opgeofferd aan woningbouw t b v nieuwkomers. (Sorry..kan het niet laten…)

Nee, zoals het nu is, zo moet het blijven. Immers het gebied van de Ronde Hoep en Waver plus Angstel is echt een prachtige omgeving. Op nieuwe banden en met wat olie op de ketting reden we dus onlangs met wat noodzakelijke tussenstops bij mooi weer door het gebied en genoten als vanouds van wat je hier ziet en ruikt. Want de boerenlucht (mest) komt je tegemoet. Net als de dieren die nieuwsgierig als ze zijn als daar mensen lopend of op twee wielen passeren even hun neuzen laten strelen van over het hek waarachter ze meestal te vinden zijn. Onze route onlangs ging van start aan de oostkant van de Ronde Hoep, startpunt Ouderkerk a.d. Amstel, naar Abcoude waarbij je dan op enig moment de Hoep verlaat en een pad volgt naar het Abcouder Meer.

In Abcoude namen we even rust, keken rond, vonden nergens een vrij plaatsje op een van de leuke terrassen. Jammer want juist dit plaatsje kenmerkt zich door de diverse stromen die er doorheen voeren zoals de Angstel of de Oude Utrechtse Vecht. Door dus. Ten zuiden van Abcoude bouwen ze nu op oude weilanden enorme villa’s voor de rijken, schuin tegenover de ook al zo uitbundige bouw van Vinkeveense inwoners aan de andere kant van de A2. Per fiets passeer je die via een tunnel en trekt dan langs een van de oude forten rond de hoofdstad uit het verleden naar Bon. Dat is een horeca-gelegenheid aan je linkerkant met een geweldig terras, vlak naast een sluisje dat het Amstelland verbindt met de Vinkeveense Plassen. Bij Bon valt heerlijk te eten, de parasols boven je hoofd zijn enorm en de bediening is er vlot en netjes. De prijzen goed te doen. Door weer naar de Ronde Hoep dat vanaf hier toch best een half uurtje doortrappen betekent.

Maar wat een prachtig gebied. Alles landerijen in de omgeving om je heen, mooie huizen en dito boerderijen en naast je zo’n klein kronkelend riviertje dat je als je stroomopwaarts vaart terug brengt naar Ouderkerk, de Amstel of zelfs Amsterdam. Fietsend kom je op enig moment weer uit bij een bruggetje dat je aan de zuidoostkant van de Ronde Hoep brengt waar je dan kunt kiezen om verder te gaan in westelijke of oostelijke richting. Amsterdam zie je op afstand liggen. Hemelsbreed wellicht net aan 10 km maar bij helder zicht erg dichtbij. Net als Amstelveen dat ook steeds hoger bouwt en soms de verkeerstoren van Schiphol afdekt die je bij helder zicht ook kunt zien. Het is en blijft een prachtig gebied.

Pas in de buurt van Ouderkerk wordt het dan wat drukker, en als je eenmaal daar vandaan langs de Amstel terug rijdt langs de fraaie landhuizen uit verleden en heden en voorbij wordt gestoken door Tesla’s en racefietsen weet je dat je weer in de buurt van Yuppenstad Amsterdam bent. Maar een paar kilometers terug is dus gewoon helemaal stil, groen en plezierig. Tot men ook daar in verband met de door links aangedragen stikstofflauwekul bedenkt dat je er allerlei sociale woningbouw kunt neerkwakken. De protestvlaggen en borden die we tegenkwamen wezen er wel op een bepaalde verwachte ontwikkeling. Doodzonde natuurlijk…. (Beelden: eigen archief)