
Onlangs was weer de stemweek voor de top 2000 van NPO Radio 2. Als luisteraar kon je dan 35 van jouw favoriete nummers en artiesten opgeven en die daarmee een plekje in die hitlijst geven, welke traditioneel en nu al voor de 25e keer wordt uitgezonden tussen Kerst en Oudjaar. Op nummer 1 prijkt steevast het prachtige nummer Bohemian Rapsody van Queen. Een terechte uitsmijter voor het oude jaar en een overgangsnummer naar het nieuwe. Bij mij komen daarbij altijd dezelfde artiesten voorbij. Johnny Cash, Metallica, Barbara Favy, Metallica, Stones, Lou Reed etc. Immers vaak artiesten en nummers die me door de jaren heen iets deden of nog doen.

Maar 35 nummers kiezen uit vele duizenden die een of andere emotie opwekten of dat nog doen is best bijna werken. Daarbij maakt de organisatie van het evenement het je niet al te makkelijk om wat minder bekende helden uit het verleden in dat lijstje op te nemen. Zo lukte het me niet om Johnny Halliday, jeugdheld en een Frans alternatief voor Elvis Presley op te roepen. In welke vorm ook, hij wilde maar niet door het digitale systeem herkend worden. Pour Moi la viva commence…. Niet in mijn lijst dus. Glennis Grace was ook uit de gratie.

Sinds die bij de Jumbo selectief ging winkelen mag ze zeker niet meer mee doen want niet terug te vinden. Dat is best vreemd. Nu is mijn probleem ook dat ik vaak 90% van de nummers zo kan oproepen, meezingen en zo voort maar kan ik de artiestennamen maar lastig vinden. In mijn geheugen dan. Altijd zo geweest. Ooit had ik een chef die onderweg tijdens lange ritten allerlei nummers uit de jaren 60/70 draaide en me dan vroeg wie de artiest was. Ik zong de nummers zo mee, maar ja die namen. Hij zelf had ze allemaal bestudeerd en vond het prachtig om me daarmee te confronteren. We waren van dezelfde leeftijd. Ach…

Hoe dan ook, mijn lijstje was dit jaar dus tijdig ingevuld en ingeleverd. Nu eens zien wat er van mijn inzending ook echt in de lijst van uitzending terecht zal zijn gekomen. Vaak is dat een fractie van de helden die ik wel kon vinden. Queen staat er zeker in, en ook een enkel nummer van Abba. Mijn muzieksmaak is breed, en dat is soms best lekker. Constant het zelfde genre aanhoren is niks. Wat ik wel heb is dat jankerige zangers of gillende zangeressen maar weinig in mijn lijstje te vinden zijn. Uberhaupt zal ik die niet snel kiezen om naar te luisteren. Worden nooit mijn helden. We gaan zien welke van de echte helden dit keer aandacht krijgen in dat leuke evenement dat bij Radio 2 nu al de halve maand aandacht krijgt van de dienstdoende DJ’s. Maar het leidt wel tot lekkere muziek…(Beelden: Internet)PS) VCan de 35 nummers komen er 32 voor in de Top 2000….dus ik heb een prima smaak….







Laat je in geval van een creatieve opwelling s.v.p. niet verleiden tot de evt. gedachte dat een boek schrijven een kwestie is van ‘even doen’. Zo is het echt niet. Je zult vooraf toch een plan in de bol moeten hebben over wat je precies wilt opschrijven, waarover het gaat, waar het toe leidt en of lezers het zouden willen lezen. Of je moet het voor jezelf doen, als een soort dagboek. Dan ligt het anders. Hooguit dat je later op hoge leeftijd nog eens terug kijkt naar je eigen dwaasheden of dwaalgedachten. Ik heb er wel een paar auteurs leren kennen in de achter ons liggende jaren die juist op basis van deze gedachten een boek wilden opzetten en/of laten uitgeven. En dat nog deden ook. Het ging vooral over hun manier van persoonlijk denken en leven en hoe ‘geweldig’ ze eigenlijk wel niet waren in de ogen van straat- of klasgenoten. Er zijn vast familieleden die het met plezier gelezen hebben, ik had er zelf vaak minder mee. Voor hen die niets hebben met het autovak zal ook mijn nieuwe boek waarmee ik nu in de serieuze afwerkingsfase zit een brug te ver blijken. Het is mijn derde schrijfwerk dat in deze drukvorm moet verschijnen. Alle bladen waaraan ik meeschreef uit het verleden niet meegerekend.
Omdat het iets vertelt over mijn leven, carriere en manier van beslissingen nemen op cruciale momenten. Maar ook over mijn kijk op het automerk dat nog het meest van allemaal kon rekenen op mijn loyaliteit. Door dik en dun, of dat nu soms handig was of niet. Je bent echter een ware gelovige of je bent een heiden. En velen zijn in mijn ogen heidenen gebleken. Ik reken er in de tekst mee af. Soms op hopelijk humorvolle toon, dan weer op een wat kritischer manier. Ik ben heel wat uitvinders van wit garen en buskruit tegen gekomen in mijn werkzame leven. En wie mij kent weet dat dit zelden leidt tot een goed ‘huwelijk’. Nee, dat levert of leverde strijd op. Een strijd die het boek naar mijn idee onder meer prettig leesbaar maakt. Ik heb uiteraard het nodige beschreven over de geschiedenis van het merk met de vliegende pijl in het logo door de jaren heen. Over perioden van grote bloei, over het communisme en de invloed die dat had op ontwikkeling en kwaliteit bij een merk dat al teruggaat qua geschiedenis tot de 19e eeuw.
Ook over hoe een overname door VW in 1991 leidde tot een sterker merk dat op weg is naar een jaarlijkse productie van 1,8 miljoen auto’s en een verkoop in bijna 100 markten over de hele wereld. Dat kwam niet zo maar tot stand, daar moest soms heel hard voor geknokt en gewerkt worden. En dat alles vloeide mij redelijk simpel uit de toetsenborden van de computers waarop ik het verhaal schreef. Met die peilers in gedachten die ik eerder noemde. Plan, doel, lezers! De tekst is klaar, het zoeken is nu naar correcties, naar taal- en stijlfouten, leesbaarheidsoordelen en later ook naar de goedkeuring door een van de mensen die met mij een deel van die geschiedenis invulden. Afbeeldingen heb ik intussen ook uitgevogeld. In het vroege najaar even praten met een uitgever. En dan zien wat het eindresultaat is. Dat moet dan geintroduceerd, verkocht, uitgelegd wellicht. En daar prepareren we ons dan maar op. Want een boek is niet zo maar even een dagboekje schrijven, het is hard werken. Na vier jaar werken kan ik dat beamen. Wish me luck! En als het er is meld ik dat ook hier zeker even… (Foto’s: Skoda A.S./auteur)